TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Het meisje met het rode haar

    Jeugdjaren

    Jannetje Johanna Schaft werd op 16 september 1920 in Haarlem geboren. Zij was de tweede dochter van Pieter Schaft en Aafje Talea Vrijer. Haar vijf jaar oudere zusje Annie, die in 1915 was geboren, overleed in 1927 aan difterie. Jo, zoals haar roepnaam was, groeide normaal op in het kleine socialistische gezin. Haar vader was leraar op de Rijks Kweekschool en zat in het landelijk hoofdbestuur van de socialistisch getinte Bond van Nederlandse Onderwijzers.

    Jo ging als klein meisje naar de Tetterodeschool in Haarlem. Ze was een uitstekende leerling, die wat teruggetrokken leefde en eigenlijk weinig contact had met haar klasgenootjes, maar ook regelmatig werd gepest vanwege haar rode haar en haar sproeten. Na de lagere school te hebben doorlopen ging Jo in 1932 naar de HBS-B op het Santpoorterplein, vlakbij haar ouderlijk huis. Hoewel ze ook hier wat teruggetrokken leefde, had ze het toch prima naar haar zin wat zich uitte in goede resultaten. Haar medestudenten vonden haar echter een tutje; ze was altijd wat stijfjes gekleed en volgens Miep Merkuur, een schoolvriendin van Jo, "droeg ze vaak een vest als het heel warm was, omdat haar ouders bang waren dat ze kou zou vatten".

    Ook het gezin Schaft leefde thuis vrij geďsoleerd. Jo’s moeder kwam uit een fel socialistisch predikantengezin en haar vader was een actief lid van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP). Zodoende groeide Jo op met sociaaldemocratische ideeën, met name op het gebied van rechtvaardigheid en gelijkheid.

    In 1938 legde Jo het staatsexamen af, waarbij ze hele goede cijfers haalde voor Duits, Frans, Nederlands, Engels, geschiedenis en plant- en dierkunde. Hoewel ze in eerste instantie altijd lerares wilde worden, besloot ze in 1938 echter om toch rechten te gaan studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Om hiervoor te worden toegelaten moest ze eerst een staatsexamen Grieks en Latijn doen, waar ze overigens met vlag en wimpel voor slaagde.

    Op de Universiteit van Amsterdam specialiseerde ze zich in het volkenrecht, en later wilde ze niets liever dan naar Genčve gaan om daar de Volkenbond nieuw leven in te blazen. In Amsterdam werd ze lid van de Amsterdamse Vrouwelijke Studentenvereniging (AVSV) en al snel was er van een geďsoleerd bestaan geen sprake meer. Binnen deze vereniging richtte ze met een aantal vriendinnen een nieuw dispuut op met als naam ‘Gemma’ (gemmare e minoribus appentinus = uit de kleine dingen streven wij naar het grote), en van studeren kwam in die tijd dan ook niet veel meer.

    De oorlogs- en verzetsjaren

    In mei 1940 brak in Nederland de oorlog uit, maar voor iedereen ging al vrij snel weer het dagelijkse leven gewoon door. Ook voor Jo. Op 1 juli van datzelfde jaar slaagde ze voor haar kandidaatsexamen en ging vervolgens met haar vriendinnen, Nellie Luyting en Annie van Calsum, in de Michelangelostraat 59 in Amsterdam-Zuid samenwonen.

    Ondertussen groeide Jo’s woede tegen de Duitse bezetter en ze deed er toen ook al van alles aan om, hoewel op kleine schaal, de onderdrukten te helpen en zich af te zetten tegen de bezetter. Zo stal ze, toen de gele ster voor Joden verplicht werd gesteld, al regelmatig persoonsbewijzen van niet-Joodse vrouwen en stuurde ze regelmatig pakjes naar Westerbork en andere kampen. Maar ook haar eigen leven veranderde ingrijpend toen de Duitsers in 1943 van alle studerenden een loyaliteitsverklaring eisten. Net als tachtig procent van alle studenten, weigerde ook Jo deze verklaring te ondertekenen. Omdat hierdoor het universitaire leven stil lag, besloot Jo terug te keren naar het ouderlijk huis in Haarlem. Ook haar twee Joodse vriendinnen en studiegenotes, Philine Polak en Sonja Frenk, gingen met haar mee in de hoop dat haar ouders de twee onderdak en een schuiladres konden verschaffen.

    Eind april 1943 werd de Raad van Verzet gevormd, een landelijke illegale organisatie die de bestaande verzetsgroeperingen moest overkoepelen. Jo kwam via via in contact met de Haarlemse RVV. Al vrij snel had deze RVV door dat Jo te vertrouwen was en de eerste opdracht werd aan haar toevertrouwd. Deze hield in om samen met verzetsman Cor Rusman een medewerker van de Sicherheitsdienst (SD) neer te schieten. Later bleek dat dit een test voor haar was, want toen Jo tijdens de moordaanslag de trekker overhaalde klonk er een klik in plaats van een schot. De "SD‘er" was namelijk niemand minder dan Frans van der Wiel, de commandant van de Haarlemse RVV, en hoewel Jo woedend was, had ze de ‘proef van bekwaamheid en betrouwbaarheid’ doorstaan en bleek dat ze capabel genoeg was voor het verzetswerk. In het hoofdkwartier aan de Wagenweg 246 leerde Jo, die onder de overige verzetsleden inmiddels bekend stond als Hannie, veel over wapens en nam ze regelmatig deel aan schietlessen. Verder papte ze aan met Duitse soldaten om zo benodigde informatie te krijgen. Hierdoor werd ze echter door sommige verzetslieden beschouwd als een verraadster.

    De eerste grote actie waaraan Hannie deelnam vond plaats op 27 november 1943, toen er samen met Jan Bonekamp, Jan Brasser en nog een vierde RVV-er een poging werd gedaan om de elektriciteitscentrale van de PEN in Velsen-Noord onklaar te maken. Hoewel de actie mislukte, was deze aanslag wel een opkikker voor de lokale bevolking. Op 20 januari 1944 nam Hannie in Haarlem deel aan een nieuwe sabotagedaad en ditmaal was de Rembrandtbioscoop aan de Grote Markt het doelwit omdat in deze bioscoop zeer regelmatig Duitse propagandafilms werden vertoond. Ook deze aanslag was geen succes omdat de brandbommen die de verzetslieden hadden geplaatst vroegtijdig werden ontdekt.

    Omdat de Duitse Sicherheitsdienst steeds meer invallen deed, besloot Hannie haar ouderlijk huis te verlaten en dook ze twee maanden onder in Limmen, Pagenlaan 8, op hetzelfde adres als haar mede-verzetsstrijder Jan Bonekamp. Hannie en Jan waren onverzettelijk en fanatiek en zeker Jan pleegde heel wat aanslagen, overvallen en sabotage-acties.

    Nadat de geallieerden op 6 juni 1944 in Normandië waren geland, schoten Hannie en Jan twee dagen later Piet Faber, een banketbakker die beschuldigd werd van verraderspraktijken, neer. Hun volgende opdracht was om de Zaanse politiekapitein Ragut te elimineren en na enige verkenningstochten was het op 21 juni 1944 dan zover. In Zaandam wachtten ze Ragut op, Hannie schoot op hem en fietste vervolgens pijlsnel weg. Doordat op dat moment juist een formatie bommenwerpers overvloog dachten de omstanders dat Ragut door de bommenwerpers was geraakt. Jan kwam vervolgens dichterbij om het genadeschot te geven, maar Ragut, die zwaargewond op de grond lag, schoot op dat moment zelf en raakte Jan in zijn buik. Ragut was ondertussen overleden aan zijn verwondingen en Jan werd door de politie zwaargewond naar een nabijgelegen politiepost gebracht. Hij werd in een cel gelegd in afwachting van vervoer naar het ziekenhuis. Een agent waarschuwde echter de Duitse Sicherheitsdienst. Jan werd door de Duitsers volgespoten met een stimulerende stof die hem aan het praten moest krijgen. Voordat hij overleed noemde hij het adres van zijn vrouw en waarschijnlijk ook dat van Cor Koelman, een RVV-‘er die vaak met Hannie samenwerkte.

    Omdat het nu te gevaarlijk was geworden voor Hannie, besefte de RVV dat zij een nieuw onderduikadres moest krijgen. Hannie, die door de dood van Jan overspannen en depressief was geworden, dook vervolgens onder bij de familie Elsinga, goede vrienden van haar vader. Ook werd er door een betrouwbare ambtenaar van het stadhuis te Velsen een nieuwe kaart voor Hannie in het bevolkingsregister ingebracht onder de naam van Johanna Elderkamp, een vrouw die - op papier althans - was geboren in Zürich, Zwitserland. Omdat ook Hannie’s ouders ondertussen waren opgepakt door de Sicherheitsdienst was het overduidelijk dat Hannie zich rustig moest houden en dat er iets aan haar uiterlijk veranderd moest worden. Een bevriende kapper verfde vervolgens haar rode haar zwart en ook kreeg ze een bril op van vensterglas. Toch kwam langzaamaan haar originele rode haar weer terug en toen Hannie weer wat was opgeknapt, pakte ze het verzetswerk weer op. Herhaaldelijk verrichtte Hannie koeriersdiensten voor de Velsense illegaliteit naar Den Haag en in de kerstnacht van 1944 werkte ze mee aan het ophalen van vijf kisten munitie uit de duikbootbasis van de Kriegsmarine bij de IJmuidense haven.

    In de avond van 21 maart 1945 fietste Hannie over de straatweg van Haarlem naar IJmuiden, met in haar fietstas enkele exemplaren van de illegale krant ‘De Waarheid’. Bij een Duitse controlepost bij de Jan Gijzenbrug in Haarlem werd ze echter aangehouden. Toen na controle bleek dat er in haar fietstas de illegale kranten én een pistool verborgen zaten, werd ze ter plekke opgepakt en afgevoerd naar de Haarlemse gevangenis. Hier werd ze meermalen ondervraagd en naar haar identiteit gevraagd, maar Hannie bleef in alle toonaarden zwijgen. Vervolgens werd ze naar het Huis van Bewaring in Amsterdam overgebracht. Tijdens deze rit zag één van haar bewakers wie ze was, namelijk het ‘Meisje met het Rode Haar’.

    Ondanks de afspraak die de Duitsers aan het einde van de oorlog met de Binnenlandse Strijdkrachten hadden gemaakt om geen executies meer uit te voeren, werd Hannie Schaft op bevel van de Aussendienstleiter bij de Sicherheitspolizei in Amsterdam, Willy Lages, op 17 april 1945 gefusilleerd in de duinen van Overveen en werd zij daar vervolgens begraven in een ondiepe kuil. Haar vrienden uit het verzet probeerden nog wel achter haar verblijfplaats te komen om haar te kunnen bevrijden. Toen zij daar uiteindelijk achterkwamen, op de eerste dag na de bevrijding, bleek Hannie's naam echter al te zijn doorgestreept in het gevangenisboek.

    Hannie Schaft, symbool van het verzet

    Op 27 november 1945 zouden haar stoffelijke resten op de Erebegraafplaats van Bloemendaal, te midden van 421 andere mensen, waarvan zij er velen persoonlijk gekend heeft, worden herbegraven. Zij ligt daar in het middelste vak in vak 22 als enige vrouw tussen de mannelijke verzetsstrijders. Op haar eenvoudige grafsteen staat onder haar naam de volgende tekst: "Zij diende". De herbegrafenis vond plaats in aanwezigheid van leden van het koninklijk huis, waaronder koningin Wilhelmina, prinses Juliana en prins Bernhard. Hannie Schaft ontving later postuum het Verzetskruis en een onderscheiding van de Amerikaanse geallieerde opperbevelhebber Dwight Eisenhower voor uitzonderlijke moed en verdiensten in de strijd tegen de Duitse nationaalsocialistische vijand.

    Na haar dood werd Hannie Schaft een controverse in de Nederlandse politiek. Omdat ze bij een communistische verzetsgroep hoorde, werd ze in de Koude Oorlog door de Communistische Partij van Nederland (CPN) als symbool gebruikt. Veel oud-verzetsstrijders ergerden zich eraan dat de Erebegraafplaats centrum van communistische propaganda werd. Vanwege de Koude Oorlog werd er ook geen monument aan Hannie gewijd. Pas in 1982 kwam er een monument in het Kenaupark, dat officieel ‘Vrouw in het verzet’ heet maar in de volksmond het Hannie Schaftmonument genoemd wordt. Hannie’s naam staat ook in de sokkel. Het monument is gemaakt door Truus Menger, een mede-verzetsstrijdster van Hannie.

    In november 2003 ontving het Verzetsmuseum in Amsterdam een bijzondere schenking, namelijk het vermommingsbrilletje van Hannie Schaft. Het brilletje is aan het museum geschonken door de erfgenaam van Hannie’s hartsvriendin, Erna Kropveld. Erna, die in 1921 is geboren als kind van een Joodse vader en niet-Joodse moeder, was ook actief in het verzet. Ze was een studiegenote van Hannie Schaft en ook haar verloofde heeft ze in die groep leren kennen. Hannie, en soms ook Erna, gebruikten het bewuste brilletje bij hun acties. Het brilletje is te zien in Hannie’s vitrine in het museum.

    Hannie Schaft wordt nog altijd jaarlijks herdacht in Haarlem. Deze herdenking vindt plaats op de laatste zondag van november. Vanaf 13.00 uur in de kerk aan de Nieuwe Groenmarkt en om 14.00 uur bij het monument 'Vrouw in het verzet' in het Kenaupark. Voorafgaand aan de jaarlijkse herdenking wordt om 12.00 uur het graf van Hannie Schaft bezocht op de Erebegraafplaats. Deze herdenking wordt georganiseerd door de Stichting Nationale Hannie Schaft-Herdenking. Op 28 november 2004 is tijdens de Nationale Hannie-Schaft-Herdenking het boekje gepresenteerd: ‘Fietsen langs het verzet’. Een fietstocht langs de plekken van verzet waar ook Hannie Schaft, als lid van de Haarlemse Raad van Verzet, actief is geweest in de Tweede Wereldoorlog.

    Verschillende scholen en straten zijn naar Hannie Schaft vernoemd. Ook is een aantal boeken, toneelstukken en films over haar verschenen. Zo komt ze bijvoorbeeld in aangepaste vorm voor in de Oscarwinnende film 'De Aanslag' van Fons Rademakers. Verder is door Ineke Verdoner een lied over haar geschreven. De schrijver Theun de Vries heeft een roman over haar leven geschreven. Dit boek is in 1981 verfilmd als 'Het meisje met het rode haar' onder regie van Ben Verbong en met Renée Soutendijk in de hoofdrol.

    Definitielijst

    geallieerden
    Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
    Kriegsmarine
    Duitse marine, naast de Heer en de Luftwaffe onderdeel van de Duitse Wehrmacht.
    propaganda
    Vaak misleidende informatie die gebruikt wordt om aanhangers / steun te winnen. Vaak gebruikt om ideele en politieke doelen te verwezenlijken.
    Volkenbond
    Internationale volkerenorganisatie voor samenwerking en veiligheid (1920-1941). De bond was gevestigd in Genčve, in het altijd neutrale Zwitserland. In de dertiger jaren kon zij weinig uitrichten tegen het agressieve optreden van Japan (Mantsjoerije), Italië (Abessinië) en Hitler. De Volkenbond was in feite de voorganger van de Verenigde Naties.

    Afbeeldingen

    Hannie Schaft. Bron: Hannie Schaft Stichting.
    Jan Bonekamp. Bron: Hannie Schaft Stichting.
    Het graf van Hannie Schaft, de enige vrouw op de Eerebegraafplaats in de Kennemer duinen van Bloemendaal / Overveen. Bron: Hannie Schaft Stichting.
    Na de oorlog werd onder andere een plein naar Hannie Schaft vernoemd. Bron: Hannie Schaft Stichting.

    Informatie

    Artikel door:
    Hans Molier
    Geplaatst op:
    28-11-2004
    Laatst gewijzigd:
    24-11-2023
    Feedback?
    Stuur het in!

    Nieuws

    Onbekende jeugdfoto’s van verzetsicoon Hannie Schaft opgedoken

    nov2020

    Onbekende jeugdfoto’s van verzetsicoon Hannie Schaft opgedoken

    75 jaar na de dood van Hannie Schaft, icoon van het Nederlands verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, is er een album opgedoken met haar jeugdfoto's. De foto's laten de onbezorgde kindertijd zien van 'het meisje met het rode haar', zoals Hannie later bekend werd, tot aan het plotselinge overlijden van haar zusje in 1927.

    Lees meer

    100 jaar Hannie Schaft met vicepremier Kajsa Ollongren

    nov2020

    100 jaar Hannie Schaft met vicepremier Kajsa Ollongren

    Dit jaar is het precies 100 jaar geleden dat Nederlands vrouwelijk gewapend Verzetsicoon uit de Tweede Wereldoorlog, Hannie Schaft (‘het meisje met het rode haar’), werd geboren. Op 29 november vieren we dit eeuwfeest met een groots programma in de Grote of St. Bavokerk in Haarlem. In verband met Covid-19 zal deze bijeenkomst besloten zijn en uitsluitend live op TV en online gevolgd kunnen worden. In plaats van de jaarlijkse herdenking zal dit jaar vooral het karakter van een viering hebben. We vieren het feit dat Hannie bestaan heeft en zoveel heeft betekend voor de vrijheid van Nederland. Omlijst door afwisselende muzikale optredens van onder meer Dekoor uit Utrecht, zangeres Wyke van Weelden en het Haarlems Kinderkoor, zal vicepremier Kajsa Ollongren de Hannie Schaftlezing 2020 verzorgen.

    Lees meer

    Gerelateerde bezienswaardigheden