TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Dietrich Bonhoeffer: Wie houdt stand? (12-1942)

    Voorwoord

    Onderstaande tekst uit december 1942 is van de Duitse protestantse theoloog en verzetsman Dietrich Bonhoeffer (1906-1945). Hij was één van de bekendste vertegenwoordigers van de Bekennende Kirche. Omdat hij Joden had helpen ontsnappen naar Zwitserland werd hij in april 1943 gearresteerd door de nazi’s. Op 9 april 1945 zou hij in concentratiekamp Flossenbürg worden geëxecuteerd, vanwege zijn betrokkenheid bij de voorbereidingen op de aanslag en staatsgreep van 20 juli 1944.

    De protestantse kerk in nazi-Duitsland werd op 23 juli 1933 verenigd binnen de Deutsche Evangelische Kirche (DEK, of Reichskirche), onder aanvoering van rijksbisschop Ludwig Müller. Deze door de nazistaat gecontroleerde kerk was naar het Führerprincipe georganiseerd en propageerde de eenwording van kerkelijke en rassendoctrines. Toen de nieuwe kerkleiding de ‘Arierparagraph’ (ariërparagraaf) invoerde, waardoor kerkambten enkel nog bekleed mochten worden door ariërs, en het oude testament wilde afschaffen, richtten tegenstanders de "Bekennende Kirche" op. Deze kerk vond de nationaalsocialistische rassenideologie en het christendom niet verenigbaar en pleegde met circa 300 pastoors (religieus) verzet tegen de nazidictatuur.


    Wie houdt stand?


    De grote maskerade van het kwaad heeft alle ethische begrippen door elkaar gegooid. Dat het kwaad in de vorm van het licht, van weldaad, van wat historisch noodzakelijk is, van wat sociaal rechtvaardig is, verschijnt, is – voor de ons traditionele ethische begrippen – alleen verwarrend. Voor de christen die volgens de Bijbel leeft, is het juist de bevestiging van de verwerpelijke slechtheid van het kwaad.

    Het is duidelijk dat het falen van de "redelijken", die met beste bedoelingen en een naïeve blindheid voor de werkelijkheid menen dat de verschoven dakspanten met een beetje verstand weer samen gebogen zouden kunnen worden. In hun gebrek aan visie willen zij aan alle kanten recht doen en daardoor worden zij door tegengestelde krachten kapot getrokken zonder dat ze iets bereikt hebben. Teleurgesteld over de onverstandigheid van de wereld zien zij zich veroordeeld tot onvruchtbaarheid. Zij treden gelaten aan de kant of vervallen onstandvastig aan de macht van de sterkeren.

    Schokkender is het falen van al het ethische fanatisme. Met de reinheid van een principe denkt de fanaticus zich tegen de macht van het kwaad te kunnen verzetten. Maar als een stier rent hij op de rode lap af in plaats van op de toreador, vermoeid en onderworpen. Hij wordt vastgezet in het onwezenlijke en valt in de val van zijn slimmere tegenstander.

    Eenzaam weerstaat de man van het geweten de overmacht van de dilemma’s die de beslissing vereisen. Maar de omvang van de conflicten waaruit hij kan kiezen – door niets anders geadviseerd en gedragen dan door zijn eigen geweten – verscheurt hem. De talloze eerbare en verleidelijke vermommingen, waarin het kwaad de man benadert, maakt zijn geweten bang en onzeker totdat hij er uiteindelijk genoegen mee neemt, om in plaats van een goed (geweten) een gered geweten te hebben, totdat hij ook tegen zijn eigen geweten liegt om niet te wanhopen. Immers dat een kwaad geweten heilzamer en sterker kan zijn dan een bedrogen geweten, dat snapt een man die zich aan zijn eigen geweten vastklampt niet.

    Uit de verwarrende overvloed aan mogelijke keuzes lijkt de veilige weg van de plicht een uitweg te zijn. Hier worden de bevelen opgevat als de meest juiste, de verantwoordelijkheid voor het bevel wordt gedragen door de bevelvoerder, niet door de uitvoerder. In de beperking tot de plicht komt het niet tot het wagen van de daad verricht vanuit eigen verantwoordelijkheid, alleen die is in staat om het kwaad in het hart te raken en te overwinnen. De plichtsgetrouwe zal uiteindelijk ook zijn plicht tegenover de duivel moeten vervullen.

    Maar wie het aandurft in zijn eigen vrijheid zijn mannetje in de wereld te staan, wie de noodzakelijke daad hoger inschat dan de onberispelijkheid van het eigen geweten en reputatie, wie voor het vruchtbare compromis, een schraal principe, of ook voor een vruchtbaar radicalisme, een onvruchtbare wijsheid van de middelmaat wil opofferen, die moet ervoor oppassen dat zijn vrijheid hem niet ten val brengt. Hij zal zich met het kwaad inlaten om erger te voorkomen en hij zal daarbij niet langer kunnen erkennen dat juist het ergere dat hij wil voorkomen, uiteindelijk het betere zou kunnen zijn. Dit is het oerbeginsel van tragediën.

    Op de vlucht voor de openbare confrontatie bereikt deze man de vrijplaats van private deugden. Maar hij moet zijn ogen en mond sluiten voor het onrecht in zijn omgeving. Alleen ten koste van het zelfbedrog kan hij zich rein houden voor de bezoedeling door verantwoord handelen. Door alles wat hij doet, zal dat wat hij nalaat hem geen rust bezorgen. Hij zal of aan deze onrust te gronde gaan of de schijnheiligste van alle Farizeeërs worden.

    Wie houdt stand? Alleen degene voor wie noch zijn verstand, noch zijn principe, noch zijn geweten, noch zijn vrijheid, noch zijn deugd de laatste maatstaaf is, maar hij die bereid is dit alles op te offeren wanneer hij in het geloof en in de enige binding aan God tot een gehoorzame en verantwoordelijke daad wordt geroepen. De verantwoordelijke wiens leven niets anders wil zijn dan een antwoord op Gods vraag en roeping. Waar zijn deze verantwoordelijken?

    Burgerlijke moed


    Wat zit er achter het geklaag over de ontbrekende burgermoed? Wij hebben gedurende deze jaren heel veel dapperheid en opofferingsvermogen gevonden, maar bijna nergens burgermoed. Ook niet bij onszelf. Het zou een naïeve soort psychologie zijn dit tekort simpelweg op persoonlijke lafheid terug te leiden. De aanleidingen van deze beslissingen zijn heel anders. Wij Duitsers hebben in een lange geschiedenis de noodzakelijkheid en de kracht van de gehoorzaamheid moeten leren. In de subordinatie van alle persoonlijke wensen en gedachtes aan de opdracht die ons was toevertrouwd, zagen wij het nut en de grootheid van ons eigen leven.

    Onze blikken zijn naar boven gericht en niet in een slaafse angst, maar in het vrije vertrouwen dat in een opdracht een beroep zag en in een beroep een roeping. Het is een vorm van gerechtvaardigd wantrouwen tegen het eigen hart waaruit de bereidwilligheid ontstaat om liever een bevel van "boven" dan het eigen goeddunken te volgen. Wie zou willen bestrijden dat de Duitser wat betreft gehoorzaamheid, in opdracht en in het beroep steeds opnieuw het uiterste van dapperheid en inzet getoond heeft? De vrijheid van de Duitsers lag daarin – waar in de wereld is passievoller over de vrijheid gesproken dan in Duitsland, van Luther tot de filosofie van het Idealisme? – dat hij probeerde zich te bevrijden van zijn eigen wil ten dienste van het grote geheel. Beroep en vrijheid waren voor hem als twee kanten van dezelfde medaille. Maar daarmee kende hij de wereld niet echt; hij had er niet op gerekend dat zijn bereidheid tot subordinatie en inzet voor de opdracht door het kwaad misbruikt zou kunnen worden. Als dit gebeurt, zou de uitoefening van het beroep zelf vragen kunnen oproepen. Alle zedelijke grondbegrippen van het Duits-zijn zouden dan wankelen.

    Het moest blijken dat het de Duitser nog steeds aan beslissende basiskennis ontbrak: namelijk die van de noodzakelijkheid van de vrije en verantwoordelijke daad, tegen het beroep en de opdracht. Daarvoor in plaats trad aan de ene kant onverantwoorde gewetenloosheid op en aan de andere kant zelfkwellende zorgvuldigheid die nooit tot een daad leidde. Burgermoed kan ook alleen op de vrije verantwoordelijkheid van een vrije man groeien. De Duitsers beginnen pas vandaag te ontdekken wat vrije verantwoordelijkheid betekent. Zij berust op een God die oproept tot vrije geloofsbelijdenis als daad van verantwoordelijkheid en die diegene die daartegen zondigt, zal troosten en vergeven.

    Definitielijst

    nazi
    Afkorting voor een nationaal socialist.
    staatsgreep
    Poging om met geweld de macht in de staat over te nemen.

    Informatie

    Vertaald door:
    Eva Fiolet
    Geplaatst op:
    01-07-2018
    Laatst gewijzigd:
    25-12-2018
    Feedback?
    Stuur het in!