TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Opkomst van de Wehrmacht in Noord-Afrika

    Noord-Afrika was een front dat in 1941 door Adolf Hitler geopend werd nadat de Italianen bij de aanval vanuit hun kolonie Libië op Brits-Egypte een enorm verlies hadden geleden in de slag om Beda Fomm tegen de Britten tussen 5 en 7 februari 1941. Die slag was het slotstuk van operatie Compass, die de Britten op 9 december 1940 lanceerden. De Italianen werden daarna door de Britten nog verder tot El Agheila teruggedrongen. De geallieerden waren daardoor in twee maanden 800 km opgerukt en hadden daarbij een leger van 10 divisies vernietigd, 130.000 man krijgsgevangenen gemaakt, en 180 middelzware tanks, 200 lichte tanks en 845 kanonnen buitgemaakt. Het nadeel van deze overwinning was dat Duitsland zich in de strijd ging mengen.


    Overzicht Noord-Afrika (boven) en de terugtocht van het Italiaanse leger, eindigend met de vernietigende nederlaag bij Beda Fomm (onder, februari 1941). Bron: Marcel Kuster

    Hitler was allerminst te spreken over deze gang van zaken bij de Italianen en beval Generalleutnant Erwin Rommel op 6 februari 1941 in Berlijn om het commando over een kleine Duitse eenheid in Noord-Afrika te nemen. Deze eenheid had mede als doel om de Italiaanse bondgenoten van de ondergang te redden en te voorkomen dat het Vichy-Franse leger zich in Noord-Afrika bij de Britten zou aansluiten. De keuze voor Rommel werd overigens afgekeurd door een aantal officieren binnen het Oberkommando des Heeres. Zij hadden liever dat Generalmajor Hans Freiherr von Funck op deze post werd benoemd, omdat hij kennis had van het terrein aldaar. Hitler mocht Von Funk echter niet, omdat deze goed bevriend was met de in 1938 in ongenade geval Generaloberst Werner von Fritsch. Overigens zijn er aanwijzingen dat het Deutsches Afrikakorps (DAK) onderdeel vormden van een grotere operatie om uiteindelijk dwars door het Midden-Oosten richting de Kaukasus op te rukken. De eenheid bestond initieel uit twee divisies, de 5. Leichte Division en de 15. Panzer Division (die pas in mei 1941 arriveerde). Daarnaast kreeg Rommel het commando over nog twee Italiaanse divisies. Formeel gezien was de Duitse commandant ondergeschikt aan de Italiaanse generaal Italo Garibaldi, waar hij later behoorlijk veel discussies mee had. In de praktijk had Rommel een directe lijn met Berlijn, het Oberkommando des Heeres en Hitler, waardoor hij in de praktijk veel om de Italianen heen werkte.

    De logistieke situatie was voor het Afrikakorps behoorlijk ingewikkeld, omdat de Britten met de Royal Navy in de Middellandse Zee en de Royal Air Force op Malta veel slagkracht hadden, waardoor zij tamelijk ongeremd de aanvoerlijnen konden bestoken. In Duits voordeel was de onderschatting van de Britse commandant General Sir Archibald Wavell, die vooral de offensieve instelling van het DAK verkeerd inschatte. Wat de situatie op de langere termijn verder bemoeilijkte was de planning en uitvoering van operatie Barbarossa, de enorme operatie van Duitsland tegen de Sovjet-Unie. Deze aanval startte op 22 juni 1941 en zou veel manschappen en logistieke middelen in beslag nemen, met het gevolg dat het DAK zeker niet bovenaan het prioriteitenlijstje stond van de legerleiding.

    In juli 1941 werd het DAK uitgebreid met enkele Italiaanse eenheden: het 20e Italiaanse gemotoriseerde en het 21e Italiaanse infanteriekorps, waaraan later het 10e Italiaanse infanteriekorps werd toegevoegd. Dit kan gezien worden als een beloning van Hitler en Mussolini voor de successen van Erwin Rommel. Vanuit Duitsland kreeg hij daarnaast toestemming om van enkele losse Duitse eenheden in Noord-Afrika (die niet tot de reeds genoemde eenheden behoorden), de 90. Leichte Afrika Division te vormen. Waarschijnlijk vanwege de intussen lopende operatie Barbarossa waarbij de Wehrmacht de Sovjet-Unie op de knieën probeerde te dwingen, kreeg Rommel verder geen nieuwe Duitse troepen.

    Definitielijst

    geallieerden
    Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
    kolonie
    Overzees gebiedsdeel.
    operatie Compass
    Aanval van troepen van het Britse Gemenebest op de Italianen in de forten, Nibeiwa, Oost-en West-Tumar en de plaatsen Sidi Barrani en Buq Buq in december 1940.
    Sovjet-Unie
    Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.

    De voortdurende logistieke uitdagingen

    Erwin Rommel werd bekend vanwege zijn gedurfde manier van oorlog voeren, waarbij tanks en snelheid enorm belangrijk waren. Doordat de tanks van Rommel vaak snel progressie maakten, was het in het uitgestrekte woestijnlandschap een enorme opgave om deze troepen ook van nieuwe voorraden te voorzien. Daar kwam nog bij dat er in het Middellands Zeegebied nog steeds veel schepen van de Britse marine voeren, die het zeker niet zouden nalaten om bevoorradingsschepen van DAK onder vuur te nemen. De Britten hadden ook het eiland Malta in handen en konden vanaf dat eiland zorgen dat Rommel steeds minder dan 60% van zijn benodigde bevoorrading kreeg. Deze twee feiten maakten dat DAK met behoorlijke logistieke uitdagingen kampte. Die situatie veranderde niet tijdens de gehele inzet, ook niet toen het DAK onderdeel werd van Panzerarmee Afrika. Het is zo belangrijk om de logistieke problemen te benadrukken, omdat ze vaak de inzetmogelijkheden van troepen voor commandanten fors beperkten. Vooral in 1942 werd dat pijnlijk duidelijk, zoals hieronder te lezen is.

    Vele van Rommels officieren werden ziek tijdens de gevechten in Noord-Afrika, waardoor veel sleutelfiguren vaak voor medische behandeling naar Duitsland moesten. De slechte bevoorrading van brandstof, munitie en voedsel, waardoor de troepen te weinig of slecht te eten kregen, hielp zeker niet mee. Dit was een rode draad in de gevechten tijdens de gehele aanwezigheid van het Afrikakorps en later de Panzerarmee.


    Een ME-109 die klaar staat voor vertrek in Noord-Afrika Bron: Wikimedia Commons

    Woestijnoorlog tot december 1941

    Rommel slaagde er na zijn aankomst in, de Italiaanse troepen te reorganiseren en zo hun vlucht voor het Britse leger tot staan te brengen. Het DAK had in februari 1941 orders om te wachten met operaties totdat de 15. Panzer Division in mei 1941 volledig was gearriveerd. Commandant Rommel had echter de kracht van de Britten overschat en ontdekte dat de Britten eigenlijk veel zwakker waren. Daarom besloot hij om met het Afrikakorps vast de stad El Agheila aan te vallen op 24 maart 1941 met de 5. Leichte Division en deed dat met succes. Voordat het DAK volledig was ontplooid in Noord-Afrika, vervolgde Erwin Rommel zijn opmars begin april, omdat hij ontdekte dat de Britten zich terug aan het trekken waren. Dat deed hij tot ieders verbazing met succes, want in maart en april van 1941 wist hij met zijn troepen geheel Cyrenaica te veroveren, een gebied dat heel Oost-Libië omvat. Al die tijd had hij nog niet de beschikking over de 15. Panzerdivision, maar alleen over de 5. Leichte Division en de Italiaanse Brescia divisie (infanterie) en Ariete divisie (gemechaniseerd). De opmars stopte pas ter hoogte van Sollum eind mei 1941. Een deel van de krachten van het Afrikakorps werd toen gespendeerd aan het eerste beleg van Tobruk, de havenstad die de Duitsers in 1941 nog niet wisten in te nemen. De factoren in de snelle opmars van het Afrikakorps waren pure bluf, goede communicatie tussen verschillende legeronderdelen en de concentratie van de aanval op de zwakkere onderdelen van het Britse leger (zoals de licht bepantserde infanterievoertuigen, in plaats van de Britse tanks). Ook concentreerde Rommel het DAK op één punt om daar een beslissende doorbraak te forceren en hij kreeg dit voor elkaar, geholpen door de tamelijk chaotische terugtocht van de Britse troepen.


    Rommel viel aan voordat de 15. Panzerdivision gearriveerd was in mei 1941 en verraste vriend en vijand met zijn overwinningen. Bron: Marcel Kuster

    Hij trok met zijn gepantserde voorhoede om versterkte posities heen om deze vervolgens in de rug aan te vallen of hij liet zijn infanterie-eenheden ermee afrekenen. Hij liet zijn vijanden meestal geen tijd om zich te hergroeperen. Zijn optreden bezorgde hem de Britse bijnaam The Desert Fox. Hierbij speelde ook zeker een rol dat de Britten er belang bij hadden om de prestaties van Rommel op te hemelen om zo hun nederlagen te verklaren en het falende leiderschap te verdoezelen. Rommel was niet altijd even populair bij zijn ondergeschikten. Vooral omdat hij zich bij zijn aanvalsdrang weinig bekommerde om de levens van zijn manschappen. De commandant van de 5. Leichte Division, Generalmajor Heinrich Kirchheim schreef in april 1941 naar Generalstabchef Generaloberst Franz Halder over Rommel: "Hij pendelt de hele dag tussen zijn verspreid liggende troepen, geeft bevel om aan te vallen en jaagt zijn manschappen er doorheen." Aan de andere kant dwong hij ook respect af bij de gewone militairen, omdat hij vaak aan het front verbleef en deelde in hun ontberingen.

    Het eerste succes van Rommel hield niet lang stand, omdat het 10. Luftwaffekorps orders ontving om het hoofdkwartier naar de Balkan te verplaatsen, in plaats van op Sicilië. Hierdoor konden de Duitsers hun grip op Malta niet vasthouden en kregen de Britten de ruimte om hun luchtbasis op Malta te verstevigen. Dat was zo succesvol dat in de tweede helft van 1941 tot 77% van de bevoorrading van het Afrikakorps nooit aankwam in Noord-Afrika. Malta was zodoende een serieuze bedreiging geworden voor het voortbestaan van de Duitse en Italiaanse troepen. Op 21 juli 1941 verving Churchill general Archibald Wavell door General Sir Claude Auchinleck. Toen onder zijn leiding operatie Crusader werd gelanceerd op 18 november 1941, werd het DAK mede door de belabberde logistieke situatie, uiteindelijk verslagen en weer verdreven uit Cyrenaica. Hierbij speelde ook zeker het Britse overwicht in manschappen en materieel een rol. Desalniettemin wist het DAK nog behoorlijke schade toe te brengen aan de aanvallende Britse troepen in een gedurfde tegenaanval tussen 21 en 27 november 1941. Het succes van die aanval rond Gabr Saleh en Sidi Rezegh, veel vernietigde Britse tanks, zorgde zelfs voor grote kopzorgen bij de Britse commandanten (met name general Norrie, commandant van het XXX Army Corps), die wanhopig troepen terugtrokken. Het Afrikakorps had op een haar na het tij van Crusader tegen de Britten gekeerd. De geallieerden herpakten zich echter, geholpen door onontdekte Britse voorraden door het Afrikakorps en goed leiderschap van general Auchinleck,, en dreven de Duits-Italiaanse troepen terug. Rond de jaarwisseling was Rommel met zijn troepen weer terug bij af.


    De Britten vielen het Afrikakorps aan in operatie Crusader (november 1941-januari 1942) en wonnen initieel terrein. Bron: Marcel Kuster

    Tijdens Crusader ging Rommel in de tegenaanval en deels met succes. De Britten trokken echter aan het langste eind en dreven het Afrikakorps uit Cyrenaica, terug naar Rommels uitgangspositie (inzet onder). Bron: Marcel Kuster

    Definitielijst

    divisie
    Bestond meestal uit tussen de een en vier Regimenten en maakte meestal deel uit van een Korps. In theorie bestond een Divisie uit 10.000 - 20.000 man.
    geallieerden
    Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
    infanterie
    Het voetvolk van een leger (infanterist).
    Tobruk
    Kleine bunker. Meestal door één soldaat met een machinegeweer bemand, maar er bestonden ook grotere tobruks waar een kanon of mortier in was geplaatst.

    Rommel in de tegenaanval tot de Gazala linie

    In de loop van januari 1942 kreeg het Afrikakorps versterkingen en werd het omgevormd tot de Panzergruppe Afrika. De eenheden die er op dat moment onder vielen waren:
    • Afrikakorps: 21. Panzerdivision, 15. Panzerdivision.
    • 90. Leichte Motorisierte Division.
    • XX Italienische Motorisiertes Korps: Ariete Division, Trieste Division.
    • XXI Italienische Infanteriekorps: Pavia Division,Trento Division, Sabratha Division.
    • X Italienische Infanteriekorps: Bologna Division, Brescia Division.
    Met deze troepen had de Panzergruppe Afrika een behoorlijke slagkracht en kon het overgaan tot het offensief. Op 22 januari 1942 benoemde Hitler de Panzergruppe Afrika officieel tot Panzerarmee Afrika.

    In januari 1942 begon Rommel een nieuw offensief, mede om zijn uitvalsbasis en zeehaven Tripoli in Libië niet door de Britten te laten ontnemen. Gegeven was dat de Britten door hun overwinning in de Cyrenaica hele lange aanvoerlijnen hadden en daar wilde Rommel gebruik van maken. Daarnaast konden de Duitsers berichten van de Amerikaanse militair attaché kolonel Bonner Fellers onderscheppen en ontcijferen, nadat Italiaanse agenten een codeboek uit de Amerikaanse ambassade hadden gestolen. Rommel kon met die inlichtingen exact inzien wat de status van zijn Britse opponent was. Om het beeld helemaal compleet te maken, had de Panzeramee zelf ook inlichtingen vergaard (onder meer door het onderscheppen van radioverkeer van de Eighth Army) over zijn tegenstander en daar kwam duidelijk uit naar voren dat de Britten helemaal niet goed waren gepositioneerd.

    Op basis van al deze informatie werd een aanval gepland op 21 januari 1942 om de Britten weer terug te drijven. De plannen van deze aanval werden voor iedereen, behalve een select groepje officieren geheim gehouden. Ook het Oberkommando der Wehrmacht (OKW), waar de Panzerarmee sinds december 1941 onder viel, wist niets van de aanval. Dit had te maken met de Italianen die in 1941 al eens eerder informatie naar de Britten hadden gelekt (veroorzaakt door infiltratie van geheim agenten in het hoogste Italiaanse militaire commando). Ook het OKW had weleens informatie gelekt aan de Italianen, die dat op hun beurt weer naar de Britten doorspeelden. Rommel besloot hen zelfs leugens te vertellen, waardoor de tegenstander op het verkeerde been stond toen de aanval daadwerkelijk begon. Door de aanval geheim te houden kwam de aanval echt als een verrassing. Toen de tanks van Panzerarmee Afrika begonnen te rollen, verrasten zij de Britten volledig.

    De Britten hadden na operatie Crusader, waarbij ze het Afrikakorps weer uit Cyrenaica verdreven, niet verwacht dat hun opponent zo snel weer zou overgaan tot de tegenaanval. De Britse troepen waren verspreid over heel Oost-Libië, waardoor ze geen vuist konden maken tegen de Duits-Italiaanse troepen. De troepen verkeerde bovendien in een slechte staat. De 7th Armored Division verbleef in Caïro voor onderhoud en was vervangen door de onervaren 1st Armored Division. Andere ervaren eenheden, zoals de Australiërs die het jaar daarvoor hardnekkig en heldhaftig weerstand hadden geboden in de Libische havenstad Tobroek, waren overgeplaatst naar het Verre Oosten waar Japan in december 1941 in het offensief was gegaan. Lieutenant General Sir Neil Ritchie was commandant van het Britse Eighth Army en had een behoorlijk succesvolle militaire carrière, maar dit was voornamelijk als stafofficier. Als commandant van een eenheid had Ritchie bitterweinig ervaring en dat kwam hem duur te staan toen Panzerarmee Afrika op 21 januari 1942 aanviel. Ritchie negeerde adviezen van zijn veteranen om terug te trekken, waardoor de 1st Armoured Brigade in de pan werd gehakt.


    Erwin Rommel. Bron: Wikimedia Commons

    Groep Duitse soldaten op een voertuig in Noord-Afrika. Bron: Wikimedia Commons

    De Duits-Italiaanse troepenmacht ging door en koerste op 29 januari 1942 richting Benghazi, de hoofdprijs van deze aanval en het slaagde erin, mede door misleiding van het commando van Ritchie, de stad in te nemen. Daar bleef het niet bij, want de Britten trokken terug tot de zogenoemde Gazala linie. Panzerarmee Afrika joeg de Britten na tot die lijn en konden daarna niet meer verder aanvallen, waardoor de operatie stopte. Het was een groot succes, want de Britten waren compleet verrast en waren weer verdreven uit de Cyrenaica met forse verliezen. Na deze aanval was er een periode van relatieve rust voor de grondtroepen aan weerszijden in Noord-Afrika. Die periode duurde tot 26 mei 1942, maar gold niet voor logistieke, lucht- en zeetroepen die onverminderd fel vochten om de invloed in het Middellands Zeegebied.

    Definitielijst

    Brigade
    Bestond meestal uit twee of meer Regimenten. Kon onafhankelijk of als een deel van een Divisie dienen. Soms waren ze deel van een Korps in plaats van een Divisie. In theorie bestond een Brigade uit 5.000 - 7.000 man.
    infiltratie
    Het binnendringen.
    offensief
    Aanval in kleinere of grote schaal.

    Opmars tot Tobroek

    In de eerste helft van 1942 werd de bevoorrading van Rommels troepen bepaald niet beter, maar los van de numerieke minderheid in tanks, begon nu ook de achterstand in technologie te tellen. De Britten konden in 1942 de M3 Grant tank uit de Verenigde Staten (VS) ten tonele brengen. Deze tanks waren met hun 75mm kanon superieur aan de Duitse PzKpfw III-tanks, die waren bewapend met 50 mm-geschut. Het Oostfront kreeg voor nazi-Duitsland prioriteit en dat begon in Noord-Afrika een probleem te vormen. Daar kwam bij dat de Britten er nog steeds in slaagden om de Duitse aanvoerroutes te verstoren.

    In de rustiger periode voor de landlegers, bouwden de Britten aan de zogenoemde Gazala-linie. Een oorspronkelijk Italiaanse verdedigingslinie in Libië die door de Britten versterkt werd. Er werden uitgestrekte mijnenvelden aangelegd en er werd voor reservetroepen en bevoorrading achter de verdedigingslinie gezorgd. De Britten hadden superioriteit in manschappen en techniek op dat moment.

    Rommel besloot op basis van bluf aan te vallen. Dat deed hij dan ook op 26 mei. Panzerarmee Afrika viel met een deel infanterie eenheden frontaal de Gazala-linie aan (Italiaanse 10e en 11e leger), terwijl Rommel onder persoonlijk bevel met het Afrikakorps (15.Panzerdivision, 21. Panzerdivision, 90. Motorisierte Division, aangevuld met Italiaanse Ariete gemotoriseerde divisie) om de linie heen trok en de Britten in de rug aanviel. Doordat de Britten superieur waren in manschappen en materieel en door incomplete informatie aan Rommel’s kant, betekende deze aanval bijna het einde voor de Duits-Italiaanse troepen. Door slecht gecoördineerde Britse aanvallen, die weliswaar veel schade toebrachten, kon Rommel met zijn leger tóch doorvechten, maar het lot van de troepen aan Duitse zijde hing aan een zijden draad. Als de Britse aanvallen beter gecoördineerd waren geweest, was het volledige Afrikakorps van de Panzerarmee beslissend verslagen. Op 4 juni trad een gevechtspauze in, die duurde tot het moment dat de Britten nog een tegenaanval wilden uitvoeren.


    Lüdwig Crüwell in overleg met Fritz Bayerlein. Bron: Wikimedia Commons

    Erwin Rommel bij een tactische bespreking. Bron: Wikimedia Commons

    Tijdens de hierboven beschreven aanval deed zich een unieke situatie voor, zeker voor Duitse begrippen. De plaatsvervangende commandant van Panzerarmee Afrika, General der Panzertruppe Ludwig Crüwell, raakte vermist toen hij tijdens een inspectievlucht in een Fieseler Fi 156 op 29 mei 1942 naar het front ernstig uit koers raakte en op Brits territorium terecht kwam. Crüwell werd gevangen genomen en de oorlog was voor hem ten einde. Dat was een enorme aderlating voor het hoofdkwartier van Erwin Rommel, die zelf ook aan het front was. Generalfeldmarschall Albert Kesselring was op dat moment toevallig op bezoek bij het hoofdkwartier van de Panzerarmee en Major Friedrich Wilhelm von Mellenthin, één van de stafofficieren, vroeg of Kesselring bereid was om tijdelijk Crüwell’s commando waar te nemen. Er was namelijk een reëel gevaar dat de Italianen anders zouden muiten. Kesselring accepteerde met frisse tegenzin, waardoor een Generalfeldmarschall (Kesselring) zich voor even ondergeschikt maakte aan een Generaloberst (Rommel).


    De opmars van Rommel richting Tobruk (boven, januari-juni 1942)) en de aanval van de Panzerarmee bij Gazala (onder, eind mei/begin juni 1942), waarbij ze de Britten wisten te verslaan. Bron: Marcel Kuster

    De tegenaanval van de Britten volgde op 5 juni, maar miste overtuiging, waardoor ze de linies van de Duits-Italiaanse troepen niet konden doorbreken. Daar kwam nog bij dat de Duitsers en Italianen grote delen van het door de Britten gelegde mijnenveld hadden opgeruimd. Hierdoor was er veel meer bewegingsruimte ontstaan. De Britse tegenaanval werd afgeslagen en de Duitsers behielden hun posities. Rommel wilde met zijn leger ook nog de stad Bir Hacheim veroveren, want die was een potentieel gevaar voor hun posities. Op 8 juni viel Bir Hacheim in handen van de Panzerarmee, ondanks hevig verzet van de Franse 1ère Brigade (Vrije Fransen) onder bevel van Général Marie-Pierre Kœnig. Rommel wist zo zijn positie op het slagveld te consolideren.

    Op 11 juni kwam een laatste offensief waarvan het doel was om de Britse slagkracht te breken. De Britten hadden nog steeds een numeriek overwicht in tanks en manschappen. Echter wisten de Duitsers een Brits radiosignaal met marsorders te onderscheppen, waardoor zij precies wisten wat de Britten van plan waren. Rommels troepen manoeuvreerde de Britse tegenstander in een hinderlaag, waardoor de Britten de helft van hun tanks verloren en de Panzerarmee deze slag beslissend had gewonnen.

    Definitielijst

    Brigade
    Bestond meestal uit twee of meer Regimenten. Kon onafhankelijk of als een deel van een Divisie dienen. Soms waren ze deel van een Korps in plaats van een Divisie. In theorie bestond een Brigade uit 5.000 - 7.000 man.
    divisie
    Bestond meestal uit tussen de een en vier Regimenten en maakte meestal deel uit van een Korps. In theorie bestond een Divisie uit 10.000 - 20.000 man.
    infanterie
    Het voetvolk van een leger (infanterist).
    kanon
    ook bekend als Kanone (Du) en Gun (En). Wordt vaak gebruikt om allerlei geschut aan te duiden. Eigenlijk slaat de term op vlakbaan geschut. Wordt gekenmerkt door een langere loop en grotere dracht.
    nazi
    Afkorting voor een nationaal socialist.
    offensief
    Aanval in kleinere of grote schaal.

    De verovering van Tobroek

    Het volgende doel kwam in zicht, de stad Tobroek, waar Rommel eerder (het jaar daarvoor) het verzet niet had weten te breken door uitgeputte troepen en een dramatische logistieke situatie. Voordat Rommel naar Tobroek kon optrekken, moesten de Britten eerst uit hun posities op de Gazala-linie verdreven worden. Door de overwinning in Bir Hacheim en het decimeren van de Britse slagkracht, konden de troepen van de Panzerarmee dat vrij eenvoudig doen en langs de kust naar Tobroek trekken, de Britten najagend.

    Panzerarmee Afrika had vervolgens het gebied ten westen en ten zuiden van Tobroek in handen, dus nu probeerden zij ook het oostelijk gebied in handen te krijgen om de stad volledig te omsingelen. Hiertoe moest Rommel met zijn troepen de stad Gambut innemen, een stad ten oosten van Tobroek. Dat gebeurde op 17 juni, toen de Britse 4th Armoured Brigade verslagen werd en bij het terugtrekken op de hielen werd gezeten door de Duitse 90. Leichte Motorisierte Division. De omsingeling van Tobroek was een feit.

    Rondom Tobroek was de Duitse uitgangssituatie niet slecht. De stad werd verdedigd door onvoldoende troepen, die kampten met een laag moraal en de verdedigingswerken waren in slechte staat. De oorzaak was de opbouw van de Gazala-linie, waarvoor materiaal vanuit Tobroek werd gebruikt (onder andere mijnen werden hergebruikt). De aanval begon met een groot bombardement vanuit de lucht, waarna vanuit zuidwestelijke richting een schijnaanval werd ingezet richting Tobruk. De hoofdaanval werd uitgevoerd door het Afrikakorps (de twee Duitse pantserdivisies), die de Britse 32nd Tank Brigade moesten verschalken. De Britten hadden al behoorlijk aan slagkracht ingeboet door eerdere verliezen en nu hadden de troepen van het Afrikakorps slechts een uur nodig om de brigade compleet te vernietigen. Panzerarmee Afrika trok dichter en dichter naar de stad toe.


    Een door de Duitsers nabij Tobruk buitgemaakte Mark II "Mathilda" tank van Engelse makelij. Bron: Wikimedia Commons

    Nadat de Britse 32nd Tank Brigade vernietigd was, was de weerstand in de stad snel gebroken en wist Rommel Tobroek op 21 juni 1942 volledig in te nemen. De garnizoenscommandant, de onervaren Zuid-Afrikaanse Major General Hendrik Klopper, gaf de stad over terwijl de havenfaciliteiten nog niet vernietigd waren, zodat deze ongeschonden en samen met grote hoeveelheden Britse olie, voedsel en materieel in Duitse handen vielen. Deze overgave resulteerde in 19.000 Britse, 2.500 Indiase en 10.500 Zuid-Afrikaanse soldaten in Duits krijgsgevangenschap. De val van Tobroek was het einde van een grote reeks nederlagen die de Britten tegen de Duitsers leden. Panzerarmee Afrika had een ontzettend hoog moreel door de overwinningen en dat droeg zeker bij aan de goede prestaties op het slagveld. Rommel kende het terrein erg goed door de gevechten van een jaar eerder, beter dan zijn Britse tegenstander. De Britten hadden daarnaast een tekort aan anti-tank bewapening en hadden te maken met een kwakkelend leiderschap dat niet in staat was om serieus tegenstand te organiseren. Na de zege werd Rommel bevorderd tot Generalfeldmarschall, de jongste in het Duitse leger op dat moment. Zelf had hij veel liever versterkingen gekregen om het vervolg van dit succes vorm te kunnen geven.

    Definitielijst

    Brigade
    Bestond meestal uit twee of meer Regimenten. Kon onafhankelijk of als een deel van een Divisie dienen. Soms waren ze deel van een Korps in plaats van een Divisie. In theorie bestond een Brigade uit 5.000 - 7.000 man.
    Tobruk
    Kleine bunker. Meestal door één soldaat met een machinegeweer bemand, maar er bestonden ook grotere tobruks waar een kanon of mortier in was geplaatst.

    De opmars naar Egypte

    Na de val van Tobroek werd er toestemming gevraagd om Egypte binnen te vallen, het volgende doel. Ook al waren er geen echte versterkingen ontvangen, hoopte Rommel dit te kunnen bereiken met 2.000 veroverde Britse voertuigen. Dit was een momentum dat hij niet wilde verliezen. Hij was de enige die overtuigd was van het mogelijke succes, want zowel de Duitse als de Italiaanse legertop vonden het een bijzonder slecht plan. Malta was namelijk nog steeds in Britse handen en daardoor kon de aanval lastig worden bijgestaan door Duitse luchtsteun. Toch kreeg Rommel toestemming, omdat Hitler zich aan zijn zijde schaarde.

    De logistiek werd na de inname van havenstad Tobroek niet beter, omdat de Italiaanse marine nauwelijks gebruik maakte van de nieuw verworven haven. Ze voeren liever op Tripoli of Benghazi, omdat die havens dichterbij Italië lagen. Hiermee bemoeilijkte de Italiaanse marine Rommel zijn logistieke problemen verder, omdat alles daarna nog minstens 1150 kilometer over land vervoerd moest worden. Daarbij kwam dat het Italiaanse leger kampte met een groot tekort aan gemotoriseerd vervoer en de door hen verstrekte brandstof- en voedselrantsoenen vaak van slechte kwaliteit waren. Toen de Britten volledige superioriteit in de lucht verwierven midden 1942 was die levensader erg gevoelig voor Panzerarmee Afrika.

    De verantwoordelijkheid van de bevoorrading lag bij het Italiaanse oppercommando in Rome, maar dit orgaan was bepaald niet gesteld op Rommel en de Duitse inmenging in Noord-Afrika. Rommel had dat deels aan zichzelf te danken, omdat hij zich tamelijk arrogant kon gedragen. Hierdoor alloceerden ze vaak veel meer voorraden aan Italiaanse eenheden, waardoor de Duitse eenheden veel minder kregen dan wat ze nodig hadden, soms tot wel 70% minder. Toen Rommel in juli 1942 vele Britse aanvallen afsloeg, wachtten er ongeveer honderd Duitse tanks in Italiaanse havens op transport. Op een voorstel om Generalfeldmarschall Albert Kesselring verantwoordelijk te maken voor de logistieke situatie van de Panzerarmee Afrika, reageerde Rome furieus en legde dat idee naast zich neer.

    Slechts één dag rust kregen de troepen van Panzerarmee Afrika, waarna ze Rommels marsorders kregen om de Britse Eighth Army aan te vallen en te verslaan. Het eerste doel was Mersa Matruh, een plaats ongeveer 225 kilometer ten oosten van Tobroek. Dat was ook de volgende plaats waarop de Britten waren teruggevallen. Er was een groot gevaar voor Rommel en de Panzerarmee tijdens deze aanval, want de gehele weg naar Mersa Matruh was open en daardoor kon de Britse Royal Air Force (RAF) en dan specifiek de Desert Air Force de Duitse troepen bestoken en Malta was daarbij ook nog in Britse handen, waardoor Duitse luchtsteun minimaal zou zijn. Dit scenario ontvouwde zich op 23 juni, toen de troepen van Rommel ten aanval gingen. Ze maakten terreinwinst en joegen de Britten terug, maar tegelijkertijd werden ze genadeloos toegetakeld door de RAF vanuit de lucht. Op 25 juni hadden de troepen van de Panzerarmee een positie 50 kilometer ten oosten van Mersa Matruh bereikt en stonden ze in Egypte. Wel waren de Duitsers en Italianen zwaar gehavend, want er waren bijvoorbeeld maar 42 operationele tanks over in het Afrikakorps, die nog steeds de slagkracht van Rommels leger vormde.

    De snelle opmars was zondermeer knap, maar had Panzerarmee Afrika ook veel gekost. Het moreel was hoog door de opmars, ondanks het achterstallige onderhoud aan het materieel en de gebrekkige bevoorrading. Ondertussen, terwijl de positie bij Mersa Matruh bereikt was, werden de luchtaanvallen van de RAF voortgezet zonder aan intensiteit te verliezen.

    Binnen enkele dagen, op 28 juni, hadden troepen van het Afrikakorps en de 90. Leichte Motorisierte Division ook Mersa Matruh veroverd. Vervolgens zetten de troepen de achtervolging in op de Britten in de richting van Alexandrië. Daarbij reden ze voornamelijk in buitgemaakte Britse voertuigen en op Britse brandstof. Het originele Duitse of Italiaanse materieel was nagenoeg opgebruikt. De manschappen waren uitgeput, sommigen hadden al 4 dagen nauwelijks geslapen, maar door het uitstekende moreel konden ze doorzetten. De Britten hadden een nieuwe verdedigingslinie opgebouwd bij El Alamein. Het voordeel van deze positie was dat deze alleen frontaal aangevallen kon worden, omdat ze werd geflankeerd door de zee aan de ene en de Kattaradepressie (een zoutmoeras gekenmerkt door drijfzand) aan de andere zijde. Hier werd de opmars van Panzerarmee Afrika gestopt door heftig artillerievuur en de nog immer constante RAF bombardementen. Daarnaast speelde een nijpend tekort aan tanks en andere pantservoertuigen zeker een grote rol. Na deze aanval had het geduchte Afrikakorps nog ongeveer vijftien tanks over. Wat Rommel ook nog van plan zou zijn, Panzerarmee Afrika was haar slagkracht kwijt. Hiermee was de droom om Caïro te bereiken eens en voor altijd van de baan. De Britten waren aan zet.

    Definitielijst

    El Alamein
    Stad in Noord-Afrika. De Slag bij El Alamein van oktober tot november 1942, vormde een keerpunt in de oorlog. De Duits/Italiaanse opmars in Noord-Afrika werd definitief gestopt door geallieerden.

    De situatie bij El Alamein

    Toen Rommel op 30 augustus 1942 zijn eerste aanval op El Alamein voorbereidde had hij zo weinig voorraden dat zijn tanks elk nog maar 120 kilometer konden rijden. Toen Kesselring beweerde dat hij de benodigde brandstoffen door de lucht kon garanderen, kon Rommel zijn aanval voortzetten. Ter vergelijking: Panzerarmee Afrika ontving eind augustus 17.000 ton aan bevoorrading, terwijl de Britten 500.000 ton aan bevoorrading konden bijschrijven. Daarnaast waren de aanvoerlijnen over land van de Panzerarmee uitermate lang, waardoor de weinige hoeveelheid ook nog eens bestookt kon worden door de Desert Air Force.

    Dankzij een groot aantal opgegraven Britse landmijnen, aangevuld met varianten van Duitse makelij, kon Rommel redelijk goede defensieve posities opbouwen. Hiermee wist hij een eerste tegenaanval van generaal Auchinleck af te slaan tussen 5 en 9 juli 1942. Hierna besloot Rommel toch weer aan te vallen met zijn leger, maar moest die plannen uitstellen toen alle leden van zijn inlichtingencompagnie omkwamen of gevangen werden genomen tijdens een aanval door de troepen van de 2nd New Zealand Division op 10 juli. Onder meer zijn belangrijkste intelligence officier Kapitän Alfred Seebohm werd bij deze aanval gedood. De Panzerarmee zou deze klap niet meer te boven komen. Met de dood van Seebohm wisten de Britten tevens zijn aantekeningen buit te maken. Dit was een zwaar verlies voor Rommel. Daarvóór had hij dankzij zijn goede inlichtingenapparaat altijd een accuraat beeld van de vijandelijke posities en strijdmacht gehad. Nu moest hij zijn tactiek bepalen zonder dat voordeel. Daar kwam bij dat de Amerikanen op aandringen van de Britten de codes voor de militaire attachees wijzigden, waardoor ook deze informatiebron wegviel.

    Daarna kwamen de restanten van Panzerarmee Afrika nog steeds niet aan offensieve acties toe, omdat Auchinleck zijn volgende aanval had gepland. De Britten boekten geen terreinwinst, maar zorgden wel voor een nóg penibeler situatie met de munitievoorraad aan de Duits-Italiaanse zijde. De positie van het Britse Eighth Army bij El Alamein kon alleen frontaal worden aangevallen en Rommel besloot dat risico dan ook te nemen, maar zijn aanval strandde. Inmiddels had Auchinleck door dat veel van de Italiaanse eenheden van de Panzerarmee beduidend sneller de strijd opgaven dan hun Duitse collega’s en zich krijgsgevangen lieten nemen. Daarom viel hij voornamelijk de Italiaanse sectoren met succes aan en diende de Duitse eenheden van het legeronderdeel als een soort brandweer achter het front. Generaal Auchinleck lanceerde met het Eighth Army in totaal een tiental offensieven tegen de Panzerarmee in juli 1942 en ze mislukten allemaal. Ondanks dat de Duits-Italiaanse troepen in slechte staat waren, hadden ze nog voldoende kracht om hun posities te handhaven en de Britten telkens weer af te slaan. Tegen het einde van juli 1942 brak er een korte gevechtspauze aan, waarin beide zijden zich voorbereidden op wat komen ging.


    Albert Kesselring op bezoek voor een inspectie. Bron: Wikimedia Commons

    In de tussentijd wisten de Britten in Noord-Afrika superioriteit te bereiken in de lucht. Dat was een enorm belangrijk gegeven, omdat dat de logistieke situatie van Rommel nog verder zou verslechteren en het zou de troepenverplaatsingen veel complexer maken. Daarnaast verslechterde zijn gezondheid door de brute omstandigheden en de enorme uitputting van de eerste helft van 1942, en was hij één van de vele soldaten die ziek waren geworden. Toch gingen ze door. Rommel moest eigenlijk voor medische behandeling terug naar Duitsland, maar toen zijn eigen keuze als vervanger Generaloberst Heinz Guderian hem geweigerd werd, bleef de Desert Fox in Noord-Afrika.

    Ondertussen kreeg het Eighth Army een nieuwe commandant, Lieutenant General Bernard Montgomery. Daarnaast werd General Auchinleck vervangen door General Sir Harold Alexander als commander-in-chief Middle East. Het eerste dat Montgomery deed was zorgen dat alle kleine aanvallen stopten, want hij wilde aanvallen, maar geconcentreerd en met grote overmacht. Iets wat Auchinleck in een eerder stadium ook had gewild.

    Definitielijst

    El Alamein
    Stad in Noord-Afrika. De Slag bij El Alamein van oktober tot november 1942, vormde een keerpunt in de oorlog. De Duits/Italiaanse opmars in Noord-Afrika werd definitief gestopt door geallieerden.

    Rommels aanval op El Alamein

    Rommel had met zijn troepen een aanval gepland op 30 augustus 1942. Bij aanvang daarvan hadden de Britten driemaal meer tanks en vijfmaal meer vliegtuigen tot hun beschikking. Daarnaast was Rommel totaal afhankelijk van de levering van nieuwe brandstof om zijn tanks rijdend te houden. De belofte van Kesselring om hiervoor door de lucht te zorgen werd waargemaakt, alleen moest de brandstof vervolgens nog naar het front vervoerd worden. Daar werd kostbare tijd verloren die de Panzerarmee niet had.


    Rommels aanval bij El Alamein (augustus-september 1942), ter hoogte van Alam el Halfa. Let op de opstelling van de Britse achterhoede (in lijn in de diepte), die de aanval verwachtten. Daarnaast hadden de Britten gigantische mijnenvelden aangelegd die elke mobiliteit verhinderden. Bron: Marcel Kuster

    Toch ging de aanval door en het succes ervan was volledig afhankelijk van snelheid. Er waren echter twee tekortkomingen in het aanvalsplan: er was het hierboven beschreven nijpende tekort aan brandstof en het was dezelfde tactiek die Rommel al vaker in de Noord-Afrikaanse woestijn had gebruikt, waardoor het element van verrassing volledig afwezig was.

    Daar kwam nog bij dat de Britten de plannen voor de aanval achterhaald hadden, doordat zij de Duitse Enigma-code hadden gekraakt, waardoor zij een groot deel van de Duitse communicatie konden decoderen. Montgomery wist precies wat er ging komen en richtte zijn defensieve plannen daarop in met een grote lineair geplaatse gemechaniseerde reserve. Die reserve moest de omtrekkende beweging van Rommel ter hoogte van Alam el Halfa stoppen. Het Afrikakorps dat zo vaak de slagkracht van de aanval moest vormen, was ook nu het belangrijkste stootwapen. Alleen strandden de troepen al snel in een enorm mijnenveld en werden door de Britten eenvoudig flink toegetakeld, omdat ze nergens heen konden. Er werd terreinwinst geboekt, maar ten koste van veel soldatenlevens en brandstof, waar toch al een tekort van was.

    De volgende dag vervolgde de Panzerarmee haar aanval op de Alam el Halfa verdedigingslinie, waar de Britten zich vakkundig hadden ingegraven. Tegelijk gingen de bombardementen door, dankzij het Britse overwicht in de lucht. Rommel was daarom genoodzaakt om zijn troepen op 2 september terug te trekken. Terwijl de Italianen en Duitsers hiermee bezig waren, bleef de RAF actief en dat zorgde voor behoorlijke verliezen in materieel en manschappen. De totale hoeveelheid verliezen van de Britten en de Asmogendheden waren vergelijkbaar, maar het verschil was dat Rommel de verliezen niet kon goedmaken en de verloren manschappen en materieel niet kon vervangen.


    Fritz Bayerlein, Erwin Rommel en Walter Nehring in een operationeel overleg. Bron: Wikimedia Commons

    Tegelijk met de door de Panzerarmee verloren slag bij Alam el Halfa hadden de Britten ook superioriteit in de lucht en op het water in het Middenlands Zeegebied bewerkstelligd. Daarnaast was de Amerikaanse luchtmacht ook ten tonele verschenen. Hierdoor waren de vooruitzichten behoorlijk slecht voor de Panzerarmee Afrika. Rommel realiseerde zich dat en óók dat zijn laatste kans om het Suezkanaal te bereiken verkeken was. Het tij was definitief gekeerd, nu in het nadeel van de Asmogendheden. Na de verloren slag trad er een gevechtspauze op, doordat Montgomery besloot zijn materieel overwicht zo groot mogelijk te laten aangroeien, tot het moment dat hij zeker wist dat hij Panzerarmee Afrika kon verslaan. Dit betekende in de praktijk dat er veel pauzes zaten tussen de verschillende Britse aanvallen.

    Definitielijst

    Enigma
    Cryptografische (de)coderingsmachine. In gebruik bij de Duitsers gedurende de oorlog. Enigma werd gekraakt door de Engelsen, geholpen door de Polen, waardoor veel Duitse (militaire) informatie bij hen vooraf bekend was.

    Ontwikkelingen in de gevechtpauze bij El Alamein

    Bij El Alamein werd pas echt duidelijk hoe slecht de bevoorrading van Panzerarmee Afrika eigenlijk altijd geweest was. Door de overwinningen op de Britten tot dit moment konden de Duitsers veel gebruik maken van Brits materieel en bijbehorende voorraden, maar eigen materieel en voorraad werden steeds schaarser. Aan de Britse zijde werd de bevoorrading steeds beter, geholpen door kortere aanvoerlijnen. Hierdoor kon het tij zich tegen de troepen van Rommel keren. De overmacht aan de andere kant was eenvoudigweg te groot geworden en door de gigantische behoefte aan Duitse troepeninzet in de Sovjet-Unie zou dat onmogelijk kunnen veranderen, er waren namelijk geen nieuwe Duitse eenheden beschikbaar.

    Rommel kreeg tijdens de slagen bij El Alamein na herhaaldelijk aandringen enkele versterkingen, vooral in de vorm van infanteriedivisies (één Duitse en drie Italiaanse). Ondertussen was het zeer slecht gesteld met zijn troepen op het slagveld. Er waren in het Afrikakorps maar enkele tientallen middelzware tanks beschikbaar en daarnaast nog enkele tientallen tanks in slechte staat of van een inferieur type. Bij de Italianen was de situatie niet beter. Zij hadden nog enkele honderden lichte tanks die voor dit soort veldslagen volstrekt tekort schoten. Daarnaast had de artillerie slechts twee stuks munitie per geschutstuk. Panzerarmee Afrika maakte daarom dankbaar gebruik van Britse wapens en munitie, maar dat nam niet weg dat de totale situatie ronduit belabberd was.

    De Duits-Italiaanse troepen mochten van Hitler onder geen beding terugtrekken, maar zelfs als ze dat gewild hadden dan was dat niet mogelijk geweest door een tekort aan brandstof. De eerste echte speldenprik van Montgomery was een poging om Tobroek te veroveren met de Long Range Desert Group in combinatie met de Royal Navy. Die actie mislukte jammerlijk, waarbij de Royal Navy vier destroyers en enkele escorteschepen verloor en de Long Range Desert Group zo goed als vernietigd werd.

    Bij Alamein begon Panzerarmee Afrika een verdedigingslinie op te bouwen ter hoogte van Alam el Halfa, het punt waar ze door het Eighth army eerder gestopt werden. Er werd gebruik gemaakt van de reeds aanwezige Britse mijnenvelden waarachter antitankgeschutstukken en luchtafweerkanonnen werden opgesteld. De situatie voor de troepen van Rommel was matig, aangezien ze al acht maanden maximaal 40% van hun benodigde bevoorrading ontvingen. Manschappen leefden op een minimum aan eten en drinken, en voertuigen beschikten over een minimum aan brandstof.

    Halverwege september 1942 ging Rommel via Italië naar Duitsland om zich medisch te laten behandelen, hij had namelijk maagzweren, een hoge bloeddruk en leverproblemen. Tegelijk werd hij naar Hitler ontboden om de situatie in Noord-Afrika uit te leggen, waarbij Rommel ervoer dat er in Duitsland een onjuist optimisme heerste over de situatie en het Oberkommando der Wehrmacht (OKW) zich niet realiseerde hoe ernstig de situatie was. Er werden allerlei toezeggingen gedaan die nauwelijks waargemaakt konden worden. Tegelijk werden er nieuwe commandanten aangesteld bij Panzerarmee Afrika. Stuk voor stuk zeer gerespecteerde officieren, die de belabberde situatie van het uitvallen van officieren eindelijk oplosten, maar daarmee was Rommel onvoldoende geholpen. Hij was ondertussen, september 1942, nog steeds aan het herstellen en in zijn afwezigheid had General der Panzertruppen Georg Stumme het commando over de Panzerarmee op zich genomen.

    Definitielijst

    artillerie
    Verzamelnaam voor krijgswerktuigen waarmee men projectielen afschiet. De moderne term artillerie duidt in het algemeen geschut aan, waarvan de schootsafstanden en kalibers boven bepaalde grenzen vallen. Met artillerie duidt men ook een legeronderdeel aan dat zich voornamelijk van geschut bedient.
    El Alamein
    Stad in Noord-Afrika. De Slag bij El Alamein van oktober tot november 1942, vormde een keerpunt in de oorlog. De Duits/Italiaanse opmars in Noord-Afrika werd definitief gestopt door geallieerden.
    Sovjet-Unie
    Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.

    De Britten gaan voor het eerst grootschalig in de aanval

    Op 9 oktober 1942 continueerden de gevechten en intensiveerden de Britten hun bombardementen op Panzerarmee Afrika. De doelen van die bombardementen waren voorraaddepots, vliegvelden en havens. De luchtaanvallen waren een voorbode voor een aanval tegen de Duitse pantsertroepen, waarbij zij eigenlijk niet veel anders konden dan zich ingraven en hopen op een zo gunstig mogelijk resultaat. Het gebrek aan brandstof smoorde elke andere ambitie in de kiem. Zo goed en zo kwaad als het kon werd echter aan de eerder genoemde verdedigingslinie gebouwd. Ondanks optimisme bij de Panzerarmee waren zij getalsmatig dusdanig in de minderheid dat de uitkomst van de komende slag van tevoren al vast stond.

    Op 23 oktober 1942 begon de Britse grondaanval op de Duits-Italiaanse stellingen met een enorme overmacht. Het begon met een artilleriebombardement dat vijf uur duurde met 1200 kanonnen. Hierdoor werden delen van de verdedigingslinie van de belegerden behoorlijk toegetakeld en werden communicatielijnen danig beschadigd. Bernard Montgomery viel aan in de noordelijke sector, omdat de verdedigingslinies daar het sterkst waren. Hij ging er daarom vanuit dat de Duitsers hier nooit een aanval zouden verwachten. Om deze indruk te versterken organiseerde hij een afleidingsmanoeuvre, waaruit moest blijken dat de aanval meer zuidelijk zou plaatsvinden. Het effect hiervan was echter minimaal. In tegenstelling tot wat Montgomery hoopte, stuurden de Duitsers en Italianen slechts weinig troepen naar de zuidelijke sector. Door het verloop van het Britse offensief, werd hen bovendien de gelegenheid geboden om hun troepen opnieuw in het noorden te hergroeperen om zo de aanval op te vangen. Hoewel bij de initiële aanval van de grondtroepen veel weerstand werd geboden en de winst niet zo snel ging als Montgomery had verwacht, kregen de Britten door hun overmacht en de tactiek van continue aanvallen uiteindelijk de overhand. Op 24 oktober 1942 werd General der Panzertruppen Georg Stumme bij een aanval gedood, waarop de Chef des Stabes van de Panzerarmee Rommel vroeg om vervroegd van zijn herstelperiode terug te keren.


    Een Duits licht pantservoertuig (Sd.Kfz. 223) met radioantenne in de woestijn. Bron: Wikimedia Commons

    Op het moment dat Rommel terugkeerde constateerde hij dat de troepen niet alleen hard door de Britten waren getroffen, maar ook door ziekte dankzij de ondervoeding als gevolg van het gebrek aan bevoorrading. Daarnaast waren de brandstofvoorraden opgeraakt, waardoor Rommel hemel en aarde moest bewegen om daar iets aan te doen. De numerieke superioriteit van de Britten op de grond en in de lucht begon langzaam zijn tol te eisen. De aanvallen gingen onverminderd door en de Panzerarmee wist ondanks de desastreuze status toch een aantal tegenaanvallen te plaatsen. Een succes werden ze echter niet en het tekort aan brandstof begon de strategie te bepalen.

    Op 29 oktober 1942 was er eindelijk een korte pauze voor de Duits-Italiaanse troepen. Tijdens deze pauze kreeg het hoofdkwartier bezoek van de Italiaanse logistieke officier die verantwoordelijk was voor de toelevering van voorraden. Hij kreeg de volle laag en leek eindelijk de ernst van de situatie in te zien en ook bij het Oberkommando der Wehrmacht (OKW) begon het optimisme te verdampen (men had tot dan toe geloofd dat de Panzerarmee wel stand zou houden). De volgende dag ontving Rommel zowaar 600 ton aan brandstof, waardoor de toestand van zijn leger zich enigszins verbeterde.

    Definitielijst

    offensief
    Aanval in kleinere of grote schaal.

    Operation Supercharge en de terugtocht van the Desert Fox

    Nog steeds was de situatie penibel en Panzerarmee Afrika kreeg al snel een nieuwe aanval te verduren van de Britten: operatie Supercharge. Die begon op 1 november 1942 met een groot aantal bombardementen van de RAF op de Duits-Italiaanse stellingen. Daarna werd in de nacht op 2 november de aanval ingezet door de Britten met ongeveer 800 tanks. Daar kon Rommel slechts 90 Duitse tanks tegenover stellen, aangevuld met enkele tientallen eerder veroverde Britse tanks en 140 Italiaanse lichte tanks, die inferieur waren aan de geallieerde tanks. Daar bovenop kampte de Panzerarmee nog steeds met een enorm munitietekort. Deze factoren zorgden ervoor dat operatie Supercharge uiteindelijk een succes werd, hoewel de Duitse pantsertroepen de Britten nog wel grote verliezen wisten toe te brengen met de tanks die ze nog hadden.

    Het Britse Eighth army slaagde erin om een bres in het front te slaan en die kon niet meer gedicht worden. De 15. Panzerdivision van het Afrikakorps probeerde dit wel, maar daarbij werden al haar tanks vernietigd en ook van het overige materieel bleef bitter weinig over. De 21. Panzerdivision was nu effectief nog de enige slagvaardige eenheid in het Afrikakorps en ook zij hadden nog maar 35 tanks die operationeel waren. Desondanks slaagde General der Panzertruppen Wilhelm von Thoma (commandant Afrikakorps) erin de frontlinie te herstellen, ook al was deze frontlijn flinterdun. Uiteindelijk had operatie Supercharge niet de vernietigende werking die Montgomery initieel verwacht had.

    Erwin Rommel realiseerde zich op 3 november 1942 dat het tijd was om terug te trekken. Hij had simpelweg niks meer om mee te verdedigen. De troepen aan de flanken, de Italiaanse en Duitse infanterie, waren als eerste aan de beurt. Zij moest handmatig hun kanonnen terugslepen en knapten dit op zonder dat de Britten de terugtocht meteen opmerkten. De Britten ontdekten de terugtocht pas de dag erna, waarna de Duits-Italiaanse troepen door de Desert Air Force werden gebombardeerd. Ondanks de slechte situatie van de Panzerarmee, hadden ze de Britten gedurende operatie Supercharge stevig partij geboden en hen hoge verliezen toegebracht. De Britten verloren ongeveer 13.500 man en 500 tanks. De Duitsers en Italianen telden 25.000 soldaten en ongeveer 200 tanks. De Britten maakten hier bovenop nog ongeveer 30.000 Duitse en Italiaanse krijgsgevangenen. De toch wel stevige verliezen zorgden ervoor dat Montgomery zijn aanval niet voortzette op de 3e november.

    Het was op dit moment dat Rommel een order van Hitler ontving om geen millimeter te wijken. Rommel, die een eed had afgelegd, verordonneerde daardoor de terugtrekking te staken. Maar nog geen 24 uur later kreeg hij last van zijn geweten en besloot de order van Hitler niet te gehoorzamen. Inmiddels waren zijn troepen in zeer slechte staat en werd de commandant van het Afrikakorps, Von Thoma, door de Britten gevangen genomen. Daarmee was Rommels opvolger in krijgsgevangenschap geraakt. Daarnaast werden maar liefst zes Italiaanse generaals gevangen genomen door het lange wachten met terugtrekken.

    Op 4 november 1942 begon dan toch echt de terugtocht. Rommel liet zijn troepen terugtrekken op de posities bij Fuka. Tijdens de tocht daar naartoe werden ze achtervolgd door de troepen van Montgomery, maar toch wist de Panzerarmee uit handen van de Britten te blijven, mede doordat Montgomery teveel aarzelde in de achtervolging. Toen de Duits-Italiaanse legers bij de positie te Fuka aankwamen, werden ze aangevallen door een overmacht aan Britse pantservoertuigen, waardoor Rommel genoodzaakt was om verder terug te trekken. Daarbij moest hij noodgedwongen het 10e Italiaanse infanteriekorps achterlaten, dat nog te ver weg was om aan te sluiten bij de terugtocht. De volgende linie was Mersa Matruh en onderweg daar naartoe raakte de 21. Panzerdivision zonder brandstof en kon geen kant meer op. Na op miraculeuze wijze Britse aanvallen te hebben afgeslagen, moesten ze alle vastgelopen tanks opblazen en achterlaten. Dat betekende dat Panzerarmee Afrika nog slechts 4 operationele tanks over had toen zij de posities bij Mersa Matruh bereikten op 6 november 1942.

    Wat hierna gebeurde was puur geluk, omdat tropische regens de Britse opmars vertraagden en in sommige gevallen zelfs stuitten. Dit gaf de troepen van de Panzerarmee een klein beetje lucht om te herorganiseren. Daarnaast ontvingen ze een kleine hoeveelheid brandstof, genoeg om de pantserdivisies van het Afrikakorps weer in beweging te krijgen. Tegelijk bleken 600 man uit de Ramcke Fallschirmbrigade ontsnapt te zijn bij El Alamein en konden zij zich bij Mersa Matruh weer bij Rommel zijn troepen voegen. De Britten lieten de Duitsers en Italianen niet lang genieten van die aangename verrassing, omdat ze snel weer aanvielen. Echter wist de Panzerarmee de tegenstander steeds iets te slim af te zijn, geholpen door Duitse mineurs die door boobytraps en vernietigen van infrastructuur de Britse opmars hielpen te vertragen. Rommel wist zijn troepen zo steeds net op tijd terug te trekken en voorkwam daarmee erger. Tegelijk was Montgomery erg voorzichtig en buitte kleine succesjes niet uit tot totaal succes.

    Definitielijst

    El Alamein
    Stad in Noord-Afrika. De Slag bij El Alamein van oktober tot november 1942, vormde een keerpunt in de oorlog. De Duits/Italiaanse opmars in Noord-Afrika werd definitief gestopt door geallieerden.
    infanterie
    Het voetvolk van een leger (infanterist).
    operatie Supercharge
    De uitbraak van eenheden van de Britse Gemenebest in november 1942 na operatie Lightfoot.

    Twee fronten in Noord-Afrika vanaf november 1942

    Tegelijk, op 8 november 1942, kwam er een nieuw leger aan land op de West-Afrikaanse kust, een Amerikaans-Brits leger onder leiding van Supreme Commander, Allied Expeditionary Forces Mediterranean Dwight Eisenhower. Dit veranderde het Noord-Afrikaanse theater in een tweefrontenoorlog voor Rommel. De Amerikaans-Britse operatie heette Torch, de landing van de troepen op de Marokkaanse en Tunesische kust en het innemen van Casablanca. Dit was een doorslaand succes, omdat de Vichy-Franse troepen in Marokko geringe weerstand boden. Zij werden krijgsgevangen genomen of sloten zich bij de geallieerden aan (de steun voor de Duitsers was onder Vichy-Franse troepen heel gering). Nu was hun volgende doel om een bruggenhoofd te creëren in Tunesië om de Panzerarmee Afrika van twee kanten in te sluiten. Rommel adviseerde Hitler om alle troepen naar de Zuid-Franse en Zuid-Italiaanse kust terug te trekken, maar Hitler beval Rommel om stand te houden.

    In Tunesië werden nieuwe Duitse troepen aangevoerd om de aanval af te slaan. Een parachutistenregiment onder leiding van Oberstleutnant Walter Koch probeerde in Tunis, de hoofdstad, de geallieerde operatie te verstoren. Dit lukte ternauwernood, voornamelijk geholpen door de tropische regenbuien. Tunesië had nog geen verharde wegen, waardoor de Amerikaans-Britse voertuigen snel vastliepen in de modder. Daarnaast liepen de aanvoerlijnen van deze nieuwe strijdmacht door de Atlantische Oceaan, waar de Duitse onderzeeërs nog steeds zeer actief waren. Dit zorgde ervoor dat Eisenhower snel kopzorgen kreeg over Duitse onderzeeërs die zijn bevoorrading danig teisterden. Daar bovenop wist de Luftwaffe boven Tunesië een overwicht in de lucht te bereiken, waardoor ze de Amerikaans-Britse troepen konden bestoken. Overigens is het belangrijk om te benoemen dat de Duitsers veel meer oorlogservaring hadden opgebouwd in de loop der jaren en dit succes was in belangrijke mate daaraan te danken. De Amerikaans-Britse troepen op de Afrikaanse westkust waren namelijk nieuwe rekruten en daarmee onervaren


    De nieuwe en heel gevaarlijke Duitse Pzkfw VI Tiger I tank. Bron: Wikimedia Commons

    General der Panzertruppen Walter Nehring kwam op 16 november 1942 naar Tunesië om leiding te geven aan het geïmproviseerd gevulde 90. Armeekorps. Hij moest met deze eenheid voorkomen dat de geallieerden een vaste voet aan de grond kregen in Tunesië. Hij was eerder in 1942 ook kort commandant geweest van het Afrikakorps. Op 20 november 1942 probeerden de Amerikaans-Britse troepen Medjez el Bab te veroveren met een overweldigend overwicht. Initieel leek dit ook te lukken, omdat alleen het regiment van Walter Koch die positie verdedigde en die kon pas standhouden nadat het 90. Armeekorps met hun 88 mm Flakkanonnen te hulp kwam. Daarnaast werd een tweede parachutistenregiment ingevlogen: het Barenthin Fallschirmregiment. De Duitsers wisten hun positie te consolideren en sloegen tussen 26 en 29 november 1942 een kleine amfibische landing af, evenals een landing met parachutisten in het achterland. Rond deze tijd was ook het grootste deel van de nieuwe 10. Panzerdivision gearriveerd, onder Generalleutnant Wolfgang Fischer, een zeer ervaren tankdivisie die al sinds de inval in Polen in 1939 actief was. Daarnaast had deze eenheid de beschikking over de nieuwste PzKpfw VI Tiger I, een hypermoderne tank met een formidabel 88mm tankkanon, die zijn gelijke niet kende op het Noord-Afrikaanse slagveld.

    Fischer liet zich meteen gelden door een tegenaaval uit te voeren, waarbij hij de slecht gecoördineerde Amerikaans-Britse troepen behoorlijk toetakelde met zijn nieuwe tanks. Hij wist daarna positie in te nemen in een nieuwe stelling, Djebel el Ahmera, en zo terreinwinst te boeken op de geallieerden. Dit succes zorgde voor rust op het Noord-Afrikaanse slagveld, omdat Panzerarmee Afrika hierdoor even geen rekening hoefde te houden met een aanval in de rug.


    Boven: De landingen van operation Torch in Noord-Afrika (november 1942) en het arriveren van extra Duitse troepen. Onder: Panzerarmee Afrika werd verslagen bij El Alamein en trok zich ver terug tot in Tunesië (Mareth linie). Bron: Marcel Kuster

    Definitielijst

    bruggenhoofd
    Een aan de andere kant van een (natuurlijk)opstakel veroverd stuk land waaruit de aanvaller zijn aanval verder kan voorzetten.
    geallieerden
    Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
    Luftwaffe
    Duitse luchtmacht.
    regiment
    Onderdeel van een divisie. Een divisie bestaat uit een aantal regimenten. Bij de landmacht van oudsher de benaming van de grootste organieke eenheid van één wapensoort.
    tweefrontenoorlog
    Toestand die ontstaat als een land aan twee grenzen of in twee verschillende gebieden oorlog moet voeren. Duitsland had tijdens beide wereldoorlogen het west- en het oostfront, gedurende WO II had Duitsland zelfs een Driefrontenoorlog met als zuidfront het Middellandsezee-gebied en Noord Afrika.

    De terugtocht uit Cyrenaica naar Tunesië

    Aan het einde van de eerste week van november 1942 vaardigde Rommel orders uit om de hele Panzerarmee terug te trekken tot de Gazala linie, maar nadat dit geslaagd was werden grote Britse troepenverplaatsingen ontdekt die het voortbestaan van zijn hele troepenmacht in gevaar zouden kunnen brengen. Mede daarom beval Rommel zijn troepen om vervolgens de gehele Cyrenaica te evacueren en uiteindelijk terug te vallen op een verdedigingslinie bij El Agheila, omdat zijn troepen anders een onvermijdelijke destructie stond te wachten.

    Op 15 en 16 november 1942, tijdens de terugtocht in de Cyrenaica, raakten de troepen van de Panzerarmee zonder brandstof. Ondanks dat zij hierdoor als ratten in de val zaten en de Eighth army eenvoudig hun lot had kunnen bezegelen, bleef dat eindoordeel uit. Op 17 november bereikten enkele brandstofvoorraden Rommel zijn troepen, waardoor ze de terugtocht konden voortzetten. Benghazi werd geëvacueerd en haveninstallaties opgeblazen, waarna Panzerarmee Afrika terug kon trekken op de verdedigingslinie bij El Agheila. Op weg daar naartoe kwam het leger opnieuw zonder brandstof te zitten, en werd elk voertuig naar de havens van Tripoli gestuurd om brandstof te halen. Doordat Montgomery eigenlijk veel te voorzichtig ten strijde trok, slaagde Rommel erin om de brandstof bij zijn troepen te krijgen met de eerder ingezette voertuigen. Hierna kon de hele Panzerarmee zich terugtrekken achter de verdedigingslinie bij El Agheila die hen wat tijd en lucht zou gunnen voor een mogelijke Britse aanval. Hiermee had de Panzerarmee op gelukkige en toch ook kundige wijze eerder dan de Britten de Cyrenaica doorkruist en redde daarmee een leger dat anders door de Britten in de pan gehakt zou zijn.

    De situatie was echter nog altijd zeer slecht en Rommel calculeerde dat hij van zijn eens machtige Panzerarmee in de beste situatie nog een bijna gevulde divisie over had. Toch waren zijn superieuren ervan overtuigd dat bij El Agheila stand gehouden moest worden. Rommel was furieus en vloog persoonlijk naar Hitler, omdat hij geloofde dat de Italianen de dictator veel te optimistische beelden voorschotelden. Echter stuitte hij bij Hitler op dovemans oren en ook hier kreeg hij geen toestemming om terug te trekken. Hij kreeg wel beloftes mee dat er eindelijk voorraden geleverd zouden worden, maar dit bleken loze beloftes. Nu hadden Rommels troepen niets meer om op terug te vallen, geen nieuwe manschappen om verliezen op te vangen of voorraden om de penibele materiële situatie iets beter te maken.

    De eens machtige Panzerarmee Afrika met zijn formidabele stootwapen het Afrikakorps was tot een lege huls geworden. Herhaaldelijke verzoeken op het Europese vasteland terug te trekken werden genegeerd en daarmee was het lot van deze eenheid eigenlijk al bezegeld. Montgomery bleef de achtervolging op de Duits-Italiaanse eenheid inzetten, maar slaagde er keer op keer niet in om die te verslaan. Doordat Rommel zich weinig aantrok van de bevelen om stand te houden, kon de Panzerarmee steeds net op tijd uit de klauwen van het Britse Eighth army blijven. Hierbij is de terugtocht vanuit de posities bij Agedabia wel zeer treffend, beter bekend als de Slag bij El Agheila. Rommel ontdekte troepenconcentraties ten zuiden van de Panzerarmee en kon zich met de staat van zijn legers geen tegenaanval veroorloven. Hij besloot terug te trekken op 12 december 1942 tot de Buerat positie, ongeveer 350 kilometer ten westen van El Agheila. Die positie wist hij tot in januari 1943 vast te houden, voornamelijk omdat de troepen van het Eighth Army enorme aanvoerlijnen hadden gekregen door het snelle terugtrekken van de Panzerarmee. Pas op 23 januari gingen de Britten opnieuw in de aanval.


    Een zwaar Duits geschut in Tunesië. Bron: Wikimedia Commons

    Panzerarmee Afrika trok vóór die dreigende aanval terug naar Tunesië, en blies bij het terugtrekken de haveninstallaties van Tripoli op. De troepen trokken terug naar de Mareth linie, ongeveer 100 kilometer ten westen van de grens met Libië, waar ze dichter op de aanvoerlijnen vanuit Tunis zaten en ook dichter bij versterkingen die daar vanwege operatie Torch waren geland. Er ontstond aan het oostelijk front met de Britten een korte gevechtspauze (omdat de Britten de haven van Tripoli moesten herstellen), waardoor Rommel zijn aandacht op het westelijk front kon richten, in samenwerking met Generaloberst Hans-Jürgen von Arnim die de nieuwe commandant van het nieuw opgerichtte 5. Panzerarmee was. Hij viel formeel niet onder Rommel, maar onder Kesselring als Oberbefehlshaber Süd (de Duitse commandant van het Middellands Zeegebied).

    Definitielijst

    divisie
    Bestond meestal uit tussen de een en vier Regimenten en maakte meestal deel uit van een Korps. In theorie bestond een Divisie uit 10.000 - 20.000 man.
    operatie Torch
    Geallieerde amfibische landingen in Marokko en Algerije op 8 November 1942. Voorgaande namen van Torch zijn (zie) Gymnast en Super-Gymnast.

    De laatste stuiptrekkingen

    Von Arnim kreeg in februari de leiding over een aanval in het westen van Tunesië, waarbij het doel was om de Amerikanen en Britten eerst terug te drijven en later mogelijk te verslaan. Rommel droeg bij met een zogenoemde Kampfgruppe, een gevechtseenheid samengesteld uit het Afrikakorps, in dit geval met delen van de 21. Panzerdivision. Dit werd aangevuld met een deel van de 10. Panzerdivision van Von Arnims leger. Hiermee wist Rommel op 21 februari 1943 de relatief onervaren Amerikanen en Britten op een behoorlijke nederlaag te trakteren door de Kasserinepas te veroveren en hen vervolgens in het defensief te dwingen. Hoewel dit een succes was, waarbij het Amerikaanse II. Corps bijvoorbeeld meer dan 600 voertuigen en 6000 manschappen verloor, schatte Rommel de capaciteiten van de Amerikanen en Britten dusdanig in dat hij niet wilde doorzetten. Amerikaanse versterkingen naderden snel en al op 22 februari 1943 begonnen de verliezen op te lopen door steeds sterker wordende Amerikaans-Britse weerstand (er waren versterkingen aangevoerd). Daarnaast wist hij dat de Britten in het oosten nog steeds het plan hadden om een aanval te lanceren en dat Panzerarmee Afrika die zo compleet mogelijk tegemoet moest treden.


    Rommels laatste gewonnen slag in februari 1943, in de slag om de Kasserine Pass met zijn Kampfgruppe die uit onderdelen vn het Afrikakorps bestond (aangegeven als DAK). Bron: Marcel Kuster

    De 21. Panzerdivision werd niet meteen vrijgegeven voor het oostelijke front om een aanval van de Britten te helpen weerstaan. Daardoor misten de oostelijk gestationeerde troepen van de Panzerarmee essentiële troepen om die aanval te stuiten. Hierdoor was er ook geen mogelijkheid om een succesvolle tegenaanval in te zetten tegen de getalsmatig superieure Britten, die bovendien door onderschepte berichten precies wisten waar de troepen van de Duitsers zich bevonden. Een tegenaanval ter hoogte van Medenine werd hierdoor snel in de pan gehakt door de Britten. Rommel verliet op 9 maart 1943 het Noord-Afrikaanse slagveld om in Duitsland behandeld te worden. Hij was al maandenlang ernstig ziek en werd daarnaast door Hitler behoed voor krijgsgevangenschap. Het commando van Panzerarmee Afrika kwam in Italiaanse handen en werd omgedoopt tot het Eerste Italiaanse Leger, hoewel Rommels stafchef Fritz Bayerlein in dat leger de controle hield over de Duitse troepen.

    Vanaf dit moment, maart 1943, vochten de Duitse en Italiaanse een verloren strijd. De Amerikanen en Britten belaagden de legers van het westen en oosten, en met een superieure hoeveelheid manschappen en wapens. De Panzerarmee behaalde roem door ogenschijnlijk onmogelijke overwinningen, maar de oorlog hebben ze uiteindelijk verloren. Op 22 april werd operatie Vulcan gelanceerd die de ring om de Duits-Italiaanse troepen moest sluiten. Via Enfidaville en Medjez el Bab kwamen de Britten en Amerikanen met grote overmacht verder Tunesië in. Een vervolgoperatie, genaamd Strike, zorgde voor de inname van hoofdstad Tunis en bezegelde het lot van de troepen van de As in Noord-Afrika. Op 13 mei 1943 werden alle troepen in krijgsgevangenschap genomen en was Noord Afrikaanse front gesloten, met een enorm troepenverlies van 250.000 man voor de Duitsers en Italianen tot gevolg. De strijd zou worden voortgezet op Europese vasteland. Doordat de Duitsers en Italianen Tunis wisten te behouden, geloofden hun dictators dat er nog een wonder mogelijk was. Ze zonden verse troepen met hagelnieuw materieel, ondanks waarschuwingen van hun commandanten om naar Zuid-Europa te evacueren. Alle nieuwe troepen inclusief materieel gingen verloren toen de troepen in Noord-Afrika zich overgaven, waardoor Zuid-Europa zeer kwetsbaar was geworden voor een geallieerde aanval.


    De Duits-Italiaanse troepen werden vernietigend verslagen in Noord-Afrika (maart-mei 1943) en gaven zich na de laatste geallieerde aanval vanaf Medjez el Bab op 13 mei 1943 over. Bron: Marcel Kuster

    Definitielijst

    Kampfgruppe
    Tijdelijke militaire formatie in het Duitse leger, samengesteld uit verschillende specialismen (pantsereenheden, artillerie, infanterie, anti-tankwapens en soms ook genie) met een speciale opdracht binnen het slagveld. De Kampfgruppen werden meestal genoemd naar de commandant van het verband.
    operatie Vulcan
    Geallieerd slot offensief in Tunesië en verdreven daarmee de Duitsers en Italianen uit Afrika, van 22 t/m 28 april 1943.

    Reputatie van het Afrikakorps en de Panzerarmee

    Erwin Rommel was de charismatische commandant van het Afrikakorps en daarna Panzerarmee Afrika. Alleen al door zijn aanwezigheid voelden zijn mannen zich gesterkt in de strijd. Ongeacht wat voor een status Hitler Rommel had toegedicht, was dit zeker Rommel zijn eigen verdienste. Dat maakte hem beslist niet onfeilbaar, hij maakte ook fouten, maar het zorgde wel voor een enorme impuls op het moreel van zijn troepen. De kenmerkende manier van oorlogvoeren, met hoge snelheid, geconcentreerd en zonder lange tussenpozen maakte het Afrikakorps en later de Panzerarmee beroemd. Daarnaast is na de oorlog het beeld ontstaan dat de eenheid menselijker was dan andere legergroepen van de Wehrmacht. Dat beeld heeft nuancering nodig. In het artikel over de Einsatzgruppen op deze website is te lezen dat ook in Noord-Afrika Joden vervolgd werden door een moordcommando onder leiding van SS’er Walter Rauff. Daarnaast waren er plannen om dit Einsatzkommando in Palestina in te zetten na de verovering van Egypte.

    Aangenomen kan echter worden dat het Duitse leger in Noord-Afrika zijn gevangenen beter behandelde dan dat zij dit deed in de Sovjet-Unie. Terwijl de strijd aan het Oostfront in de nazipropaganda werd neergezet als rassenoorlog tegen een zowel raciaal als ideologisch minderwaardige vijand, werden de Britten in Noord-Afrika beschouwd als een gelijkwaardige tegenstander. Er zijn verschillende voorbeelden van ‘ridderlijk’ handelen door Rommel, hoewel die niet allemaal exact na te trekken zijn. Na de strijd om Bir Hacheim bijvoorbeeld gaf Hitler Rommel het bevel om alle gevangengenomen leden van het Franse Vreemdelingenlegioen te executeren. Rommel voerde deze order echter niet uit en liet hen behandelen als gewone krijgsgevangenen. Ook is er een verhaal bekend van een Britse krijgsgevangene die bij Rommel zijn beklag deed over de slechte voeding die zij kregen, waarop Rommel bevel gaf hen hetzelfde te geven als zijn eigen soldaten. Na de overgave van Tobroek hadden de 30.000 krijgsgevangenen weinig water voor 48 uur, mede door de chaotische situatie. Dit gold echter ook voor de troepen van Rommel. Enkele Britse officieren eisten apart te slapen van de Oost-Afrikanen en Indiërs. Rommel wees die eis af met het argument dat elke soldaat, ongeacht afkomst hetzelfde is en dezelfde rechten heeft.

    Op het moment dat de troepen van Rommel richting El Alamein optrokken hadden de overwinningen van Panzerarmee Afrika het moreel van de Britten behoorlijk opgebroken. In Groot-Brittannië werd de regering van Winston Churchill bijna aan de kant geschoven (Churchill overleefde ter nauwer nood een motie van wantrouwen in het parlement) en in Alexandrië begon de Britse vloot al aanstalten te maken om te vertrekken. Er werden zelfs explosieventeams ingeschakeld om de haveninstallaties te vernietigen. Ook veel Egyptische burgers in Alexandrië hadden er geen vertrouwen meer in en vertrokken massaal naar Caïro en op de Britse ambassade in Egypte was men al begonnen met het verbranden van geheime documenten. Ten slotte was commandant van het achtste leger, Auchinleck, zelfs aan het overwegen om Egypte op te geven en naar Palestina terug te trekken. Hoewel deze drastische activiteiten helemaal niet de werkelijkheid op het slagveld weergaven (Panzerarmee Afrika was flink in de minderheid in personeel, vliegtuigen, voertuigen en logistiek), zeggen deze activiteiten wel heel veel over de impact die de Panzerarmee Afrika en commandant Rommel had met alle overwinningen.

    Interessant is dat in de volksmond nog steeds over Afrikakorps gesproken wordt als men het hele leger in Noord-Afrika wil aanduiden, echter is dit feitelijk onjuist, omdat de eenheid in januari 1942 een status als Armee kreeg en hierdoor Panzerarmee Afrika genoemd werd. In die hoedanigheid is ook langer opgetreden en zijn de meest markante overwinningen behaald, zoals de inname van havenstad Tobroek. Wel werd de slagkracht van die Panzerarmee gevormd door de Panzertruppen van het Afrikakorps met hun tanks. Zij speelden daarmee een essentiële rol in de manier van oorlogvoeren van Rommels leger.

    Definitielijst

    Armee
    Bestond uit meestal tussen de drie en zes Korps en andere ondergeschikte of onafhankelijke eenheden. Een Armee was ondergeschikt aan een Heeresgruppe of Armeegruppe en had in theorie 60.000 - 100.000 man.
    El Alamein
    Stad in Noord-Afrika. De Slag bij El Alamein van oktober tot november 1942, vormde een keerpunt in de oorlog. De Duits/Italiaanse opmars in Noord-Afrika werd definitief gestopt door geallieerden.
    Sovjet-Unie
    Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.
    Vreemdelingenlegioen
    Frans legeronderdeel waarvan de soldaten en onderofficieren buitenlandse huurlingen zijn. Ook in Spanje behoort een vreemdelingenlegioen tot de landstrijdkrachten.