TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    De politieke verwikkelingen tijdens de Spaanse Burgeroorlog zijn minstens zo interessant als de strijd zelf. Het is het verhaal van een volk dat het juk van de dictatuur van zich afwierp maar het is ook het verhaal van de vele politieke belangen en ideologieën die uiteindelijk leidden tot een burgeroorlog binnen de burgeroorlog. Het is het verhaal van vele machtswisselingen en van wisselende coalities. Het verhaal gaat echter niet alleen over de politieke verhoudingen binnen Spanje, maar ook over de internationale politiek en hoe die in dit conflict een rol speelde. De opstelling van vele westerse naties in dit conflict tekende de Burgeroorlog en hebben zelfs uiteindelijk de uitkomst mede bepaald.


    Koning Alfonso XIII en Miguel Primo de Rivera, hun dictatotiaal bewind zou later leiden tot de Spaanse Burgeroorlog Bron: Public Domain (onbekend)

    Definitielijst

    dictatuur
    Staatsvorm waarbij de macht in een land in de handen is van één persoon, de dictator. Oorspronkelijk een Romeinse staatsvorm voor tijden van nood, waarbij de totale macht 6 maanden in de handen lag van één persoon om de crisis het hoofd te bieden.
    ideologie
    Het geheel van beginselen en ideeën van een bepaald stelsel.

    Voorwoord

    Op de volgende pagina's kunt u van jaar tot jaar de belangrijkste ontwikkelingen op politiek gebied volgen. Middels doorverwijzingen kunt u nader kennis maken met de belangrijkste personen uit die politiek, de belangrijkste organisaties en verklaring van de genoemde termen. Het begon allemaal met de gigantische overwinning van de Republikeinse partijen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 1931. Deze overwinning bracht een golfbeweging teweeg waarbij op diverse plaatsen de republiek werd uitgeroepen. Deze verkiezingen maakten een einde aan een zeven jaar durende dictatuur. De republikeinse leider Zamorra eiste het vertrek van koning Alfonso XIII en de republiek was een feit. De linkse Republikein Manuel Azaña Díaz werd minister-president.

    In de jaren daarna bleven antidemocratische bewegingen zoals de Falange van José Antonio Primo de Rivera echter een belangrijke rol spelen. De regering bleef worstelen met grote politieke en economische tegenstellingen. Links vond de hervormingen nooit ver genoeg gaan, terwijl rechts met heimwee terug keek naar oude tijden. Ook het vraagstuk van de verlangde autonomie van Catalonië en Baskenland bleef een probleem voor de Republiek. Dit vraagstuk zorgde in Catalonië in 1932 zelfs voor een staatsgreep onder leiding van generaal José Sanjurjo. De staatsgreep werd een mislukking, maar de halfslachtige maatregelen die werden genomen en het feit dat de coupplegers al snel gratie kregen zette het nodige kwaad bloed. In 1933 wonnen de conservatieven de verkiezingen. Deze overwinning was vooral te wijten aan het solistisch optreden van de socialisten. Het Spaanse kiessysteem was namelijk altijd in het voordeel van partijen die in die verkiezingen coalities aangingen. De socialisten dachten dat ze andere linkse partijen niet nodig hadden. Een pijnlijke misrekening. De grootste partij, de CEDA, werd echter buiten de regering gehouden. Dit was vooral omdat de Republikeinse president, CEDA-leider Gil Robles, verdacht van fascistische sympathieën.

    De jaren daarna tekenden zich door economische onlusten. In 1934 mondde dit uit in een algemene staking, geleid door de CNT, UGT en de Alianza Obrera. De voornaamste reden van deze staking was het feit dat de CEDA alsnog in de regering werd opgenomen. De economische situatie in Spanje bleef echter een struikelblok in de politiek en toen in 1936 het tot Volksfront verenigde linkse blok onder leiding van Azaña en Indalecio Prieto de verkiezingen won zagen de arbeiders hun kans schoon. In feite was het land gedompeld in een socialistische revolutie. De regering voerde grote landhervormingen door met onteigeningen van grootgrondbezitters.

    Uiteindelijk was de moord op het koningsgezinde parlementslid Sotelo op 13 juli 1936 het startsein voor een aantal ontevreden militaire leiders tot een militaire staatsgreep. De moord was een represaille op de dodelijke aanslag die fascisten hadden uitgevoerd op luitenant Castillo. 17 Juli was voor het legergarnizoen in Melilla de maat vol. De eenheid was de eerste die openlijk de wapens opnam tegen de eigen regering. We moeten hier echter bij vermelden dat de moord niet meer was dan een openlijke aanleiding. De militaire staatsgreep werd al geruime tijd voorbereid en de opstandelingen zaten eigenlijk te wachten op het startsein dat hen door Francisco Franco zou worden gegeven. De regering onder leiding van Pereira besloot arbeidersmilities op te zetten, het leger te ontbinden en riep de algehele mobilisatie uit. De Spaanse Burgeroorlog was een feit.

    Definitielijst

    dictatuur
    Staatsvorm waarbij de macht in een land in de handen is van één persoon, de dictator. Oorspronkelijk een Romeinse staatsvorm voor tijden van nood, waarbij de totale macht 6 maanden in de handen lag van één persoon om de crisis het hoofd te bieden.
    mobilisatie
    Een leger in staat van oorlog brengen, dus eigenlijk de overgang van vredestoestand naar oorlogstoestand. Het Nederlandse leger werd gemobiliseerd op 29 augustus 1939.
    revolutie
    Meestal plotselinge en gewelddadige ommekeer van bestaande (politieke) verhoudingen en situaties.
    staatsgreep
    Poging om met geweld de macht in de staat over te nemen.

    Schematisch Overzicht

    Datum: Spanje: Internationaal:
    14 april 1931 Spaanse republiek ontstaat met Manuel Azaña Díaz als premier
    21 september
    Japan bezet Mantsjoerije
    augustus 1932 Mislukte staatsgreep van generaal José Sanjurjo
    30 januari 1933
    Hitler Rijkskanselier
    oktober 1933 Oprichting van de Falange met José Antonio Primo de Rivera als leider
    november 1933 Verkiezingsoverwinning van de conservatieven
    1934 Algemene stakingen
    3 oktober 1935
    Italië valt Abessinië (Ethiopië) binnen
    4 september 1936 Verkiezingsoverwinning Volksfront van Francisco Largo Caballero
    7 maart 1936
    Duitse troepen bezetten het Rijnland
    mei Manuel Azaña Díaz wordt president
    13 juli Moord op José Calvo Sotelo
    17 juli Poging tot militaire staatsgreep
    19 juli Regeringsformatie mislukt, arbeidersmilities worden gevormd
    20 juli Premier José Giral verzoekt de linkse Franse regering om wapenleveranties. De nationalistische leider van de opstand Sanjurjo vind de dood bij vliegtuigongeval. Generaal Franco vraagt Duitsland en Italië om hulp
    23 juli In Burgos komt het Comité van Nationale Verdediging voor het eerst bijeen.
    26 juli De Komintern en Duitsland sturen hulp
    8 augustus Begin van non interventie politiek
    24 augustus Nieuwe Sovjet ambassadeur komt aan samen met groot aantal militaire adviseurs
    4 september Regeringscoalitie van socialisten, communisten en Republikeinen benoemen Caballero tot premier
    7 september Baskenland wordt autonome republiek met José Aguirre als leider
    29 september Franco wordt opperbevelhebber en staatshoofd van de Nationalisten
    1 oktober Formele onafhankelijkheid Baskenland
    25 oktober Groot deel Spaanse goudreserve als betaling voor geleverde diensten overgebracht naar Moskou
    4 november Republikeinen verplaatsen de regeringszetel van Madrid naar Valencia
    18 november Duitsland en Italië erkennen de Nationalistische regering
    17 december Communisten stoten de POUM uit de Generalitad
    23 december Republikeinse regering erkent de autonomie van Aragon
    19 april 1937 Falange en Carlisten fuseren tot de FET
    3-5 mei In Barcelona komt het tot botsingen tussen de CNT/POUM en de Communisten/Generalitad
    15 mei Premier Caballero treedt af
    mei Socialistische leider Juan Negrin premier
    16 juni POUM wordt verboden
    21 juni Sovjet agenten vermoorden POUM leider Andres Nin
    7 juli
    Japans-Chinese oorlog zet ook dit deel van de wereld in vuur en vlam.
    10 augustus Republikeinen ontbinden de autonome raad van Aragon
    15 augustus Communisten richten een politieorganisatie, de SIM op, geschoold naar Sovjet-voorbeeld
    1 oktober Caballero wordt afgezet als leider van de UGT
    12 maart 1938
    Anschluss van Oostenrijk
    1 mei 1938 Premier Negrin tracht een vredesakkoord te sluiten met Franco
    21 september Negrin trekt de Internationale Brigades terug uit de strijd
    29 september 1938 Akkoord van München. Akkoord van München geeft Franco vrij spel in Spanje.
    11 oktober- 1 november Rechtzaak in Barcelona tegen de leiders van de POUM
    1 februari 1939 Laatste bijeenkomst van het Republikeinse parlement in Figueras
    28 februari Azaña treedt af als president
    4-12 maart Interne revolutie brengt de Nationale Verdedigingsraad van Carado de controle over de Republiek

    Negrin en zijn kabinet vlucht met de Sovjets naar Moskou
    1 april 1939 Franco verklaart dat de Spaanse Burgeroorlog voorbij is

    Definitielijst

    Anschluss
    Duitse term voor aansluiting waarmee de annexatie van Oostenrijk door Nazi-Duitsland in 1938 (12 maart) wordt bedoeld. Hiermee ging Oostenrijk deel uitmaken van het Groot-Duitse Rijk.
    Komintern
    Internationaal samenwerkingsverband van communistische partijen tussen 1919 en 1943. De Komintern werd vanuit Moskou geleid.
    revolutie
    Meestal plotselinge en gewelddadige ommekeer van bestaande (politieke) verhoudingen en situaties.
    Rijkskanselier
    Benaming voor het Duitse staatshoofd, vanaf 1933 tot 1945 was Hitler Rijkskanselier van Duitsland
    Rijnland
    Duitstalig na WO I gedemilitariseerd gebied aan de rechteroever van de Rijn dat door Hitler bezet werd in 1936.
    staatsgreep
    Poging om met geweld de macht in de staat over te nemen.

    Het eerste bedrijf, 1936

    Direct na het uitbreken van de opstand in diverse Spaanse garnizoenen was het hele land in rep en roer. De Republikeinse regering trachtte de opstand neer te slaan en slaagde daar gedeeltelijk in. De premier van Spanje, Santiago Casares Quiroga, trad af en president Manuel Azaña Díaz verzocht de gematigde leider Diego Martinez Barrio een regering te vormen. De belangrijkste opdracht was een dialoog te beginnen met de opstandelingen. Met deze opdracht bleek het echter onmogelijk om een kabinet te formeren en de Republikein José Giral werd de premier van een radicalere regering.

    Deze regering begon direkt met het uitdelen van wapens aan de vele arbeidersmilities die in het land waren ontstaan. De arbeiders hadden nagenoeg spontaan op de militaire opstand gereageerd. In het land vond in feite een spontane socialistische revolutie plaats. De grootste vakbonden CNT en UGT steunden de arbeiders openlijk in hun revolutionaire opstelling. Linkse politieke krachten sprongen hier direct op in. Alleen de communisten bleven nog een afwachtende houding aannemen. Pas toen de Sovjet-Unie zich met het conflict bemoeide begonnen ook zij zich te roeren en zouden al snel de belangrijkste kracht in het Republikeinse front worden. Op 20 juli 1936 verzocht Giral de Franse socialistische premier Léon Blum om hulp in de strijd tegen de opstand. De regering Blum was in Frankrijk ook aan de macht gekomen na vele arbeidersonlusten en Giral zag in hem een lotgenoot. Op datzelfde moment nam de militaire leider van de opstand, Francisco Franco, kontakt op met Adolf Hitler en Benito Mussolini en vroeg hen om hulp. De dreiging van een nieuw internationaal conflict leek nabij.

    Als tegenhanger van de Republikeinse regering werd op 23 juli voor het eerst een bijeenkomst gehouden van het Comité van Nationale Verdediging (Het Parlement) van de Nationalisten. Twee dagen later arriveerden de eerste Franse wapenzendingen voor de Republikeinen. Toen op 26 juli ook het Komintern op aandringen van Stalin hulp toezegde besloten Hitler en Mussolini om Franco te hulp te komen. De Franse hulp was echter maar voor korte duur. Onder druk van de eigen bevolking en landen als de Verenigde Staten en Groot-Britannië startte Frankrijk een nieuwe politiek van non-interventie en verbood het alle wapenleveranties aan de Republikeinen. Op 24 augustus 1936 arriveerden de nieuwe Sovjet-ambassadeur, M. Rosenberg. Samen met hem kwamen de eerste Sovjet-leveringen van materieel en "adviseurs".

    Op 4 september van datzelfde jaar werd het premierschap overgenomen door de socialist Francisco Largo Caballero. Dit markeerde gelijk een verlinksing van de Republikeinse overheid. De nieuwe regering was een coalitie van socialisten, links-Republikeinen en de snel groeiende communisten. Door het vervolg van de strijd kwam het Baskische deel van de Republiek steeds geïsoleerder te staan. De toch al op autonomie ingestelde Basken vormden een eigen regering met José Antonio Aguirre aan het hoofd. Deze stap zou leiden tot het aannemen van een resolutie door de Republikeinse regering, waarin de autonomie werd verleend op 1 oktober. Aguirre was vanaf dat moment de eerste president van de onafhankelijke Baskische staat: Euzkadi. De internationale ontwikkelingen waren echter niet rooskleurig. In Londen vergaderde op 9 september het Non-Interventie Comité voor de eerste maal, waardoor de kans op meer hulp van andere landen aan de Republikeinen was verkeken. De enige hulp die wel arriveerde was van de Sovjet-Unie, die zich vanaf 12 oktober openlijk in de strijd mengde. Deze Sovjethulp werd wel "betaald", door op 25 oktober het grootste deel van de Spaanse goudvoorraad naar Moskou te sturen. Ondertussen was op 1 oktober Franco tot opperbevelhebber en staatshoofd benoemd door de Nationalisten.

    In november werd de situatie rond Madrid zo dreigend dat men verwachtte dat de stad ieder moment in Nationalistische handen zou vallen. Op 6 november werd dan ook overgegaan tot verplaatsing van de regeringszetel door de Republikeinen van Madrid naar Valencia. Het einde van 1936 stond in het teken van een aantal gebeurtenissen. Deze werden ingeleid met de erkenning van de Nationalistische regering door Duitsland en Italië op 18 november. Dit werd gevolgd door meningsverschillen binnen het Republikeinse front. Op 10 november overleed de anarchistische leider Buenaventura Durruti aan tijdens de dag daarvoor opgelopen verwondingen. Diezelfde dag werd door de Republikeinse overheid de door hen bij aanvang van de opstand opgepakte Falangeleider Miguel Primero de Rivera geëxecuteerd. De marxistische POUM werd niet meer vertrouwd en door toedoen van de communisten uit de Catalaanse regering (Generalitat) gezet. Deze partij werd door hen als anti-Stalinistisch bestempeld. Nog voor het einde van het jaar werd de door de CNT geleide Raad van Aragon erkend als overheid en kreeg Aragon een autonome status binnen de Republiek.

    De invloed van Stalin en zijn agenten begon echter gevolgen te krijgen voor de eenheid in het Republikeinse front. Steeds vaker kwamen diverse politieke facties met elkaar in gevecht in plaats van met de Nationalisten. In feite betekende deze manier van Sovjet-inmenging het einde voor de Republiek, alhoewel de strijd nog jaren zou voortduren.

    Definitielijst

    Komintern
    Internationaal samenwerkingsverband van communistische partijen tussen 1919 en 1943. De Komintern werd vanuit Moskou geleid.
    revolutie
    Meestal plotselinge en gewelddadige ommekeer van bestaande (politieke) verhoudingen en situaties.
    Sovjet-Unie
    Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.

    Het tweede bedrijf, de verwikkelingen tijdens de jaren 1936-1939

    In juli 1936 stonden er dus globaal genomen twee groepen tegenover elkaar. Aan de ene zijde stonden de coupplegers verenigd in het Nationalistische front. Daartegenover stond een breed front van groeperingen die de Republiek bleven steunen, het Republikeinse front. Door vooral het felle verzet van de vele arbeidersmilities was op veel plaatsen de coup mislukt. Binnen het Republikeinse contingent werkten vele uiteenlopende groeperingen samen. Republikeinen, anarchisten, socialisten en communisten werkten zo goed en zo kwaad als zij konden samen aan een eenheidsfront. Op militair vlak lukte dit, zeker in de beginperiode, nog redelijk. Op politiek vlak zouden zich echter al snel vele conflictsituaties voordoen, die zeker het verloop van de strijd hebben beïnvloed. Binnen het Nationalistische kamp kwamen buiten de militaire coupplegers vooral de fascisten en koningsgezinden samen. Ook hier had men verschil van inzicht. De Nationalisten waren echter bij machte om de geschillen opzij te zetten ten voordele van de strijd. Direct na de opstand werd door hen een militaire leiding opgezet met de generaals Emilio Mola, De Gonzalo Queipo de Llano en Francisco Franco.

    In de jaren na het eerste oorlogsjaar begonnen de onderlinge politieke geschillen bij de Republikeinen, zowel op politiek gebied als op militair gebied hun tol te eisen. Door de Sovjet-inmenging werd vooral de PCE een belangrijke machtsfactor. Het gevolg hiervan was dat organisaties die door de Sovjets als anti-stalinistisch werden bestempeld, zoals de POUM en de anarchisten, langzaam maar zeker een positie gingen innemen die meer tegenover de Republiek kwam te staan dan ernaast. In april 1937 wisten de Falange en de Carlisten hun geschillen definitief bij te leggen en fuseerden zij tot de FET. Hiermee ontstond aan Nationalistische zijde de belangrijkste politieke stroming die lang de Spaanse politiek zou gaan domineren. Op 15 mei 1937 was de rol van Francisco Largo Caballero als premier uitgespeeld en trad hij af. De socialist Juan Negrin nam de functie over en werd premier van een door de communisten gedomineerd kabinet.
    Een maand later nam de onderdrukking van andersgezinden definitieve vormen aan door het in de ban doen van de POUM en het arresteren van haar leiders. De POUM werd door de Sovjet geheime dienst NKVD ervan beschuldigd een anti-stalinistische, pro-Trotski ideologie aan te hangen, wat in die tijd een doodzonde was. Haar leider, Andres Nin, verdween eind juni spoorloos. Over zijn lot is tot op heden niets bekend, maar aangenomen wordt dat hij door Sovjet-agenten werd vermoord. Het zou nog tot 11 oktober 1938 duren voordat de overige POUM-leden voor de rechtbank moesten verschijnen.
    Op 10 augustus 1937 was het alweer gedaan met de autonomie van de Raad van Aragon nadat deze op last van de Republiek werd ontbonden.

    Om meer controle te krijgen op de verschillende politieke stromingen in de Republikeinse strijdkrachten werd, geheel naar Sovjet-voorbeeld, een politieke politiemacht opgebouwd, de SIM. Deze door communisten gecontroleerde organisatie had vooral tot doel het uitschakelen van die elementen die de regering mogelijk tijdens en na de strijd in de weg zouden kunnen lopen. Gezegd moet worden dat mede hierdoor de eenheid wel werd bevorderd. Het mag duidelijk zij dat vele Sovjet geheim agenten van de NKVD als "adviseurs" onderdeel uitmaakten van de SIM. De volgende stap in de interne onderdrukkingspolitiek door de communisten werd op 1 oktober 1937 de ontzetting van Caballero uit het leiderschap van de UGT. Hiermee werd definitief afscheid genomen van de eenheidsgedachte binnen het Republikeinse front en werd de macht van de PCE definitief gevestigd. Eind november 1937 was de situatie in het land dusdanig dat de Republiek zich andermaal gedwongen voelde om de regeringszetel te verplaatsen, ditmaal van Valencia naar Barcelona. Het zou de laatste strohalm worden. De eerste maanden van 1938 verslechterde de Republikeinse positie met de dag. Barcelona werd totaal in puin geschoten en gebombardeerd.

    In 1938 was de situatie zodanig dat premier Juan Negrin zich genoodzaakt zag om op 1 mei te trachten een vredesovereenkomst met Franco te sluiten. Deze verlangde echter niets minder dan de totale overgave. Onder druk van het Non-Interventie Comité en de Volkenbond kondigde dezelfde Negrin op 21 september tijdens de Algemene Vergadering van de Volkenbond aan dat de Internationale Brigades uit de strijd zouden worden teruggetrokken en de dag daarop werd de daad bij het woord gevoegd. Op 28 februari 1939 zag de president het niet meer zitten en Manuel Azaña Díaz trad op die dag af. In Madrid was het intussen gekomen tot onderlinge gevechten tussen de Republikeinen. De onmacht van de communistische regering van Negrin werd hier pas duidelijk. Men was niet in staat meer om de partijen bijeen te brengen. De Nationale Verdedigingsraad onder leiding van kolonel Sigismundo Casado wist de macht naar zich toe te trekken en ging onderhandelingen aan met Franco. Negrin vluchtte met het voltallige kabinet en de Sovjet-adviseurs naar het buitenland. Op 28 maart trokken de Nationalisten uiteindelijk Madrid binnen en een dag later waren de gevechten voorbij.

    Op 1 april 1939 veklaarde generaal Francisco Franco het einde van de Spaanse Burgeroorlog. De jaren daarna stonden in het teken van onderdrukking. Vele overlevenden van de Republiek werden alsnog geëxecuteerd en het zou nog tot ver na de Tweede Wereldoorlog duren voordat het tijdperk-Franco werd afgesloten.

    Definitielijst

    ideologie
    Het geheel van beginselen en ideeën van een bepaald stelsel.
    NKVD
    Benaming van de veiligheidsdienst van de Sovjetunie ten tijde van WO II.
    Volkenbond
    Internationale volkerenorganisatie voor samenwerking en veiligheid (1920-1941). De bond was gevestigd in Genève, in het altijd neutrale Zwitserland. In de dertiger jaren kon zij weinig uitrichten tegen het agressieve optreden van Japan (Mantsjoerije), Italië (Abessinië) en Hitler. De Volkenbond was in feite de voorganger van de Verenigde Naties.

    Belangrijkste Politieke Organisaties tijdens de Spaanse Burgeroorlog

    Nationalisten:

    Carlisten: Volgelingen van Don Carlos, troonpretendent van Spanje. Dit was de tak van de voormalige koningin Isabella II. Zij stonden voor een traditioneel, katholiek Spanje onder streng vorstelijk toezicht. De groepering bestond uit milities (Requetes), de Carlistische vrouwenorganisatie (Margeritas) en een jongerenorganisatie (Pelayos).

    CEDA: Confederacion Española de Derechas Autonomas. Rechts-katholieke partij. Opname van deze partij in de regering in 1934 bracht een golf van arbeidersopstanden teweeg, die uiteindelijk de weg vrijmaakten voor de stichting van de linkse Republiek na de verkiezingen. De partij was in 1933 opgericht door Gil Robles en een samenvoeging van de Accion Popular, de Partido Agrario en de JAP (Juventudes de Accion Popular) een jongerenorganisatie. De partij verdween nagenoeg na de verkiezingen van 1936, waarna de meeste aanhangers massaal overgingen naar de Falange.

    Comité van Nationale Verdediging: Ook wel de Nationale Verdedigingsraad. Dit was formeel het parlement van de Nationalistiche regering.

    Junta de Defensa Nacional: Deze Junta fungeerde als overheidsinstantie (regering) voor de Natonalisten. Het was dit orgaan dat op 29 september 1936 Franco benoemde tot hoofd van de regering en opperbevelhebber en daarmee de toekomst voor Spanje voor lange tijd vastlegde.

    Falange: In 1933 opgericht door Jose Antonio Primo de Rivera, zoon van de voormalige dictator van Spanje. Het was een in aanvang kleine fascistische partij die zou uitgroeien tot de belangrijkste politieke macht in Spanje. De populariteit steeg toen in 1934 de JONS (Juntas de Offensiva Nacional-Sindicalista) opging in de Falange.

    FET: Falange Española Tradicionalista y de las Junta de Offenciva Nacional-Sindicalista. Fusie partij van de Carlisten en Falange, opgericht in 1937.

    JONS: Juntas de Ofensiva Nacional Sindicalista. Fascistische Jongerenorganisatie.

    Monarchisten: Verzamelnaam voor verschillende koningsgezinde groeperingen in Spanje die alle streefden naar terugkeer van het Spaanse koningshuis. De belangrijkste groeperingen waren Accion Española en Renovacion Española.

    Republikeinen:

    Alianze Obrera: Communistische vakbond, die samen met de UGT en CNT de arbeidersopstanden van 1934 zou leiden.

    Anarchisten: De Spaanse anarchisten verenigd onder de noemer anarcho-syndicalisten, was de grootste anarchistische organisatie in Europa. De grootste aanhang vond men onder de arbeiders in Barcelona. Hun belangrijkste vakbond was de CNT. De invloedrijkste organisatie binnen de anarchisten was de FAI. De anarchisten waren moedige en gedreven strijders die echter weinig sturing van bovenaf duldden. De meeste anarchistische milities opereerden dan ook vaak op eigen initiatief en waren moeilijk te sturen door de Republikeinse regering.

    Baskenland: Spaanse provincie met eigen cultuur, achtergrond en taal. Al eeuwenlang het toneel van pogingen tot afscheiding en autonomie. De grootste politieke organisatie PNV (Partido Nacionalista Vasco) was in 1895 opgericht en was zeer populair. Onder de Republiek werd Baskenland een autonome staat. Wordt ook wel Euzkadi genoemd, wat ook de officiële landsnaam werd.

    Catalanen: Gelijksoortige provincie als Baskenland. Ook hier was de roep naar autonomie zeer sterk. Hier waren echter veel meer verschillende politieke stromingen. De belangrijkste waren: ERC (Esquerra Republikana de Catalunya), een links-republikeinse partij en de PSUC (zie beneden) die later zou verworden tot de Catelaanse Communistische partij.

    CNT: Confederacion Nacional de Trabajo. Anarcho-syndicalistische vakbond. Eén van de grootste vakbonden en leidend in de arbeidersopstanden na de couppoging in juni 1936. Nam door deze actie op veel plaatsen de leidende rol op zich in de verdediging van de republiek in de beginperiode van de Burgeroorlog. De leider van de CNT was Largo Caballero die het zou brengen tot premier waarmee het unicum ontstond van een vakbond als deelnemer aan een kabinet. De vakbond was in 1911 ontstaan uit het samengaan van verschillende vakorganisaties.

    Communisten: zie PCE

    Euzkadi: zie Baskenland

    FAI: Fedaracion Anarquista Iberica. Anarchistische politieke organisatie. Deze was in het geheim onder de dictatuur in 1927 opgericht en had nauwe banden met de CNT. Vele FAI-leden hadden belangrijke posities binnen de CNT.

    Generalitad: Catelaanse parlement en regering tijdens de kortstondige autonomie

    KOMINTERN: Communistische Internationale. Internationaal samenwerkingsverband van communistische politieke partijen onder de vleugels van de Sovjet Unie.

    Marxisten: Verzamelnaam voor een aantal kleinere, doch niet minder belangrijke linkse groeperingen met een kritische houding ten opzichte van de Sovjet-Unie. De belangrijkste hiervan was de POUM (zie beneden).

    NKVD: Narodnyj Kommissariat Vnutrennich Del. Russische geheime dienst, de voorloper van de KGB.

    PCE: Partido Communista de España. Spaanse communistische partij binnen de Komintern. Was nog onbetekend aan het begin van de Spaanse Burgeroorlog, met maar enkele honderden leden. Door haar inzet tijdens het verloop van de oorlog en de steun die men ontving van de Sovjet-Unie groeide de PCE uit tot de belangrijkste politieke organisatie aan Rebublikeinse zijde. Haar ledental groeide enorm tijdens het verloop van de strijd.

    POUM: Partido Obrero de Unificacion Marxista. Samenwerkingspartij van een aantal anti-stalinistische communistische organisaties. De belangrijkste poten van deze samenwerking waren de BOC van Maurin en de Izquierda Communista van Andres Nin.

    PSOE: Partido Socialista Obrero Español. Sociaal-democratische partij van Spanje. Het was een intern verdeelde partij met vele stromingen. Aanvankelijk had de linkervleugel van vakbondsleider Caballero de overhand wat resulteerde in zijn premierschap in 1937. In dat jaar kreeg met behulp van de communisten de rechtervleugel van Indalecio Prieto de overhand.

    PSUC: Partit Socialista Unificat de Catalunya. Catalaanse partij, waarin socialisten en communisten samenwerkten. Deze partij had zich aangesloten bij de Komintern.

    Republikeinen: De Republikeinse politiek partijen werden opgericht in de onrustige periode in 1934. De belangrijkste waren de Izquierda Republikana (van sociaal-democratische oorsprong) en de Union Republicana van Giral. De eerste partij leverde tot 1936 de premier in de persoon van Santiago Casares Quiroga.

    Socialisten: De socialisten vormden de grootste politieke factor van betekenis voorafgaand aan de Spaanse Burgeroorlog. In 1879 was de PSOE opgericht. Onder deze beweging viel ook de grootste vakbond, de UGT en jongerenorganisatie FJS (Federacion de Juventudes Socialistas) die later zou opgaan in de communistische jeugdorganisatie JSU (Juventudes Socialistas Unificadas).

    SIM: Servicio Investigacion Militar. Militaire politieke politie macht met als doel het zuiveren van het leger van anti-stalinistische personen.

    UGT: Union General de Trabajadores. Aan de socialisten verbonden vakorganisatie. Concurrent van de grotere CNT. Steunde eveneens openlijk de arbeidersopstanden in het begin van de Burgeroorlog.

    Volksfront: Linkse samenwerking van politieke partijen, die gezamenlijk een monsteroverwinning behaalde bij de parlementsverkiezingen in 1936. Haar leider Manuel Azaña Díaz zou de president worden na deze verkiezingen.

    Definitielijst

    dictatuur
    Staatsvorm waarbij de macht in een land in de handen is van één persoon, de dictator. Oorspronkelijk een Romeinse staatsvorm voor tijden van nood, waarbij de totale macht 6 maanden in de handen lag van één persoon om de crisis het hoofd te bieden.
    KOMINTERN
    Internationaal samenwerkingsverband van communistische partijen tussen 1919 en 1943. De Komintern werd vanuit Moskou geleid.
    NKVD
    Benaming van de veiligheidsdienst van de Sovjetunie ten tijde van WO II.
    Sovjet-Unie
    Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.