Italiaanse hulp Spaanse Burgeroorlog

Het tweede land waar Franco zich direct naar wendde, was Italië. De Italianen waren eveneens betrokken bij de luchtbrug tussen Spaans Marokko en het Spaanse vasteland.
De verdere Italiaanse bijdrage was vrij fors.
Het land leverde veel marineschepen, vooral onderzeeboten en transportschepen, maar liefst 660 vliegtuigen inclusief bemanning, 150 tanks inclusief manschappen, 1000 stuks geschut en 75.000 soldaten. Ter vergelijking, uit Spaans Marokko werden eveneens 75.000 soldaten overgebracht.

Op 23 december 1936 landden de eerste Italiaanse troepen in Cadiz om de Nationalisten bij te staan. Vanaf dat moment nam het land openlijk deel aan het conflict. De Italianen waren volledig bewapend en brachten hun eigen tanks en artillerie mee.

De grootste marinebijdrage bestond uit maar liefst 58 onderzeeboten van de Italiaanse marine, terwijl de Archimede en de Torricelli aan de Nationalisten werden overgedragen. De schepen hebben een grote rol gespeeld bij zowel het onmogelijk maken van de Republikeinse scheepvaart als het bijdragen aan kustbombardementen.

De Italiaanse luchtmacht opereerde vanaf 6 september van een basis op Mallorca en voerde vele bombardementsvluchten uit. De commandant van de Italiaanse troepen was kolonel R. Bonomi.