Humor is al vele malen de zachte, helende zalf op de wonde gebleken. Dé ultieme film die Frankrijk en een groot deel van Europa om de verschrikking van de oorlog kon doen lachen is zonder twijfel “La grande Vadrouille” (de grote omzwerving/boemeltocht) .

Louis de Funès en André Bourvil, de Franse koningen van de slapstick, schitteren in deze film als Stanislas Lefort & Augustin Bouvet. De ene een erg pedante dirigent, de andere een knullige schilder die door het noodlot uitgekozen worden om drie Engelse piloten het bezette Frankrijk uit te smokkelen.

We volgen onze Franse en Engelse vrienden (die élk hun eigen taal spreken in deze film, wat zeker een pluspunt is) op een dolle tocht, vanuit Parijs dwars door Frankrijk, doorspekt met klunzige Duitsers, hopeloze misverstanden en heldenmoed.

De kracht van deze film ligt zowel in het thema, het goede scenario en de uitmuntende prestaties van de acteurs. Geen moment zal deze film de kijker vervelen, en hoewel de grappen (soms) van eenvoudige aard zijn, blijven ze leuk en worden ze nooit platvloers. Natuurlijk schieten de Duitsers nooit raak, en blijkbaar is een welgemikte pompoen even gevaarlijk dan een machinegeweer, maar de geloofwaardigheid van en betrokkenheid met de hoofdfiguren blijft intact; dit is de Funès op z’n best!