Titel: | Kampfplatz Deutschland. Stalins Kriegspläne gegen den Westen |
Auteur: | Bogdan Musial |
Uitgever: | Propyläen |
Uitgebracht: | 2008 |
ISBN: | 978-3-549-07335-3 |
Bijzonderheden: | Duits |
Omschrijving: | Een laatste oorlogsraadsel De relaties tussen Duitsland en de Sovjet-Unie tijdens de periode 1939-41 en de precieze oorlogsplannen van beide dictaturen behoren tot één van de laatste ‘raadsels’ van de Tweede Wereldoorlog. De traditionele versie van deze cruciale periode tijdens de oorlog is genoeg bekend: Nazi-Duitsland blies met Operatie Barbarossa (de aanval op 22 juni 1941) het niet-aanvalspact op, zette de Sovjet-Unie in vuur en vlam maar werd door het ‘heroïsch’ verzet van het Rode Leger uiteindelijk teruggeslagen. Deze interpretatie was uiteraard vooral te horen uit de mond van Sovjet-Russische historici en strategen, maar werd tijdens en na de oorlog gretig in West-Europa overgenomen. Het bolsjewistische Rusland was nu eenmaal een bondgenoot van de Westerse geallieerden. Een tijdlang heerste in de geschiedschrijving zelfs de overtuiging dat Joseph V. Stalin tijdens de jaren 1930 er steeds naar streefde had om de wereldvrede zo lang mogelijk te bewaren. Zijn gigantisch bewapeningsprogramma was enkel gericht op een defensieve oorlog van de Sovjet-Unie. Sinds het eind van de vorige eeuw werd door een aantal ‘revisionistische’ historici de (vooral Duitse) stelling opgerakeld dat de aanval van 1941 een preventieve operatie was tegen de plannen van Stalin die er eigenlijk op uit was om Duitsland te overrompelen. Kortom, een preventieve oorlog tegen sovjet-imperialisme. Hierbij wordt graag verwezen naar enkele uitspraken van Adolf Hitler dat de Duitse aanval een noodzaak was om de Sovjet-Unie een halt toe te roepen. Als argument wordt vooral verwezen naar de opvallende concentratie van het Rode Leger aan de westgrens op de vooravond van Operatie Barbarossa, wat theoretisch zou kunnen wijzen op een geplande aanval op Duitsland. Een derde theorie is afkomstig van Viktor Soevorov. Deze naar Groot-Brittannië uitgeweken Sovjetofficier wekte in 1990 onder historici heel wat controverse door zijn stelling dat de Tweede Wereldoorlog doelbewust door Stalin werd uitgelokt om de kapitalistische landen tegen elkaar op te zetten en te verzwakken. Volgens hem dreef de communistische idee van de permanente revolutie Stalin in de richting van een stelselmatige bewapening die moest uitmonden in een aanval op Duitsland. Het Duitse verrassingsoffensief in 1941 diende dus enkel om deze aanval van het Rode Leger voor te zijn. Socialisme in één land?In Kampfplatz Deutschland borduurt de Poolse historicus Bogdan Musial verder op de theorie dat de Sovjet-Unie vroeg of laat een oorlog met het kapitalistische Westen wou ontketenen. Musial probeert te bewijzen dat de buitenlandse politiek van de Sovjet-Unie er steeds op gericht was om de bolsjewistische revolutie met geweld naar de rest van Europa over te dragen. Volgens de auteur moet deze obsessie voor een aanval op het Westen gezocht worden in de ervaringen uit de jaren van de Burgeroorlog (1918-20). In deze periode leek het prille Sovjetleger tot Warschau te kunnen doorstoten. In de ogen van Lenin en Trotzki vormde Polen immers de levensnoodzakelijke corridor met het welvarende Duitsland. In dit laatste land waren in 1918-19 overal arbeidersrevoluties uitgebroken, voor de Sovjets een bewijs dat de Oktoberrevolutie van 1917 ook in West-Europa aansloeg. Kortom, de communistische wereldrevolutie stond voor de deur. Het Poolse avontuur liep echter faliekant af en het Russische leger werd tot aan de grens met Oekraïne teruggeworpen. Deze nederlaag zorgde in Moskou voor een waar trauma omtrent Polen. De ontgoocheling nam niet weg dat de partijleiding tijdens de jaren 1920 luidop bleef dromen van een samenwerking met de Duitse arbeiders. Als konijnen voor een lichtbak keek de toen nog agrarische Sovjetstaat naar Duitsland met zijn enorm industrieel-technisch potentieel. Beide landen moesten en zouden het voortouw nemen in de vorming van een communistisch Europa. De crisis in Duitsland in 1923 (Ruhrbezetting, inflatiespiraal, linkse en rechtse agitatie) deed de hoop weer opleven. Tevergeefs echter. Intussen baande Joseph V. Stalin zich een weg naar de alleenheerschappij. Zijn machtsgreep ging officieel gepaard met een ideologische koerswijziging: het ‘socialisme in één land’ of de uitbouw van de socialistische samenleving in eigen land kreeg voorrang op de wereldrevolutie. De gedwongen collectivisering van de landbouw, de liquidatie van de kulakken, de uitbouw van de zware industrie, de bijna slavenarbeid in de staatsbedrijven, de terreurcampagnes,… het zijn allemaal facetten die we doorgaans met deze meer nationalistische interpretatie van het communisme associëren. Volgens Musial dwalen we nochtans. Het ‘socialisme in één land’ wou volgens hem enkel zand in de ogen strooien en diende maar één doel: de uitbouw van een sterke bewapeningsindustrie die nodig was om het Rode Leger tot het machtigste van het Euro-Aziatische continent om te vormen. De vader van het Sovjetrussische bewapeningsprogrammaEen belangrijke figuur in de bewapening van de Sovjet-Unie was Michail Tuchatschewski (1893-1937), één van de belangrijkste maarschalken in het Sovjet-Russische leger. Vanaf 1929 bestookte hij de partijleiding met rapporten over de erbarmelijke toestand van de strijdkrachten. Hij ontvouwde ook een plan om het leger volledig te moderniseren en aan te passen aan de nieuwe oorlogsvoering. Tuchatschewski zag in dat een volgende oorlog meer dan ooit een totale oorlog zou worden die alleen kon gewonnen worden door een massaal offensief van tankdivisies, luchtmacht en zware artillerie. Hij kon voor dit soort Blitzkrieg op de onvoorwaardelijke steun van Stalin rekenen. Commissies werden samengesteld om de pijnpunten van het leger te analyseren en op te lossen. Vijfjarenplannen moesten zorgen voor een hypermodern leger. Voorlopig bracht het allemaal weinig zoden aan de dijk. Musial bewijst minutieus dat het percentage van deserties, misdrijven, zelfmoord, alcoholisme,... in het Rode Leger onwaarschijnlijk hoog was. De gevolgen bleven niet uit voor Tuchatschewski. Tijdens de laatste grote zuiveringsactie in 1937 werd hij tijdens één van de vele showprocessen tot de dood veroordeeld. Na zijn liquidatie kwam er nochtans nauwelijks beterschap. De Sovjet-Unie kon wel indrukwekkende militaire cijfers voorleggen: de grootste luchtmacht, het meeste aantal tanks, de meeste manschappen in Europa,… Maar vooral de kwaliteit van het materieel en de motivatie van soldaten en lagere officieren lieten te wensen over. Het resulteerde in de nare ervaringen tijdens de Winteroorlog met Finland (1939-1940) waarmee het ‘superieure’ Sovjetleger de handen vol had. Ondanks de vele tekortkomingen binnen het leger zou Moskou volgens het boek dus meer in de richting van een offensieve oorlog zijn opgeschoven. Het ultieme bewijs vindt Musial in de beruchte toespraak van Stalin voor de militaire academie van Moskou (op 5 mei 1941, dus anderhalve maand vóór de Duitse aanval). Op vraag van Stalin mochten er hiervan geen nota’s genomen worden waaruit we dus kunnen afleiden dat hij off the record en niet voor propagandadoeleinden wou spreken. Toch zijn er hiervan twee bronnen bewaard en deze bevestigen dat de dictator het in deze toespraak uitvoerig had over de komende oorlog die de Sovjet-Unie zou beginnen. Musial verwijst ook uitgebreid naar het plan-Tuchatschewski dat na diens terechtstelling in wezen nooit veranderd is. De stelling van sommige historici dat de bewapening tijdens de jaren 1930 enkel een antwoord was op het Japanse imperialisme in het oosten wordt door Musial dan ook van de tafel geveegd met het argument dat Tuchatschewski’s concept van een tankoorlog wegens de logistieke en geografische problemen in dat gebied niet toepasbaar was. Dit zal wel kloppen aangezien slechts een fractie van het leger tijdens de Japanse veroveringen aan de oostgrens gestationeerd was en de meeste troepen zich inderdaad in de westelijke deelrepublieken bevonden. Een ideologische oorlog?Het boek kan overtuigen met de stelling dat Stalin er vooral op uit was om de conflicten tussen de kapitalistische landen op te drijven met de bedoeling hen te verzwakken en een militaire aanval op het Westen mogelijk te maken. Maar … eigenlijk is dit een bevestiging van de thesis van Soevorov. Het is dan ook vreemd dat Musial de controversiële auteur maar eenmaal noemt en dan vooral om het zwakste element in zijn stelling onderuit te halen, namelijk dat de Sovjet-Unie reeds in 1941 van plan was om Duitsland aan te vallen. Musial meent dat het Rode Leger pas in 1943, ten vroegste in 1942, paraat was voor een totale oorlog (hetgeen de geschiedenis ook heeft bewezen…). Verder betwist hij ook Soevorovs suggestie dat Adolf Hitler een preventieve oorlog voerde. Hij verwijst hier naar de talrijke bronnen waaruit blijkt dat de nazi’s de sterkte van het Rode Leger verkeerd hadden ingeschat en dus verrast waren door het grote verzet vanaf eind 1941. Blijft dan nog de stelling dat deze totale oorlog inderdaad een ideologische inspiratie had, namelijk de verspreiding van het communisme. Musial citeert hier herhaaldelijk Stalin en andere hoge partijfunctionarissen zoals Vyacheslav M. Molotov, Schdanov, Mikojan, Malenkov,… Allen beriepen zich graag op de erfenis van Lenin die reeds vóór de Russische revolutie had opgeroepen om het bolsjewisme naar de rest van de wereld te exporteren. De partijleiding realiseerde zich steeds meer dat de steun (al dan niet via het Komintern) aan de verschillende communistische partijen in de Europese landen een doodlopend straatje was. Verandering kon er enkel komen door de wapens te gebruiken. De uitlatingen van de Sovjetleiders zijn natuurlijk wat ze zijn, maar iedereen weet dat in een totalitaire staat de grens tussen propaganda en ware intenties meestal dun is. Mijn inziens hecht Musial te weinig aandacht aan het pragmatisme van Stalin die niet beroerd was om ideologie ondergeschikt te maken aan de noden en de uitdagingen van het ogenblik. Dat zijn omgeving in dezelfde zin spreekt, hoeft niet te verwonderen aangezien velen gewoon waren om hem naar de mond te praten. Ook houdt het boek onvoldoende rekening met de bijna keizerlijk-imperialistische ambities van Stalin zelf. Men leest er het uitstekende boek van Simon Montefiore (Stalin - Aan het hof van de rode tsaar, 2004) maar op na en men brengt Stalins niet aflatende bewapeningsplannen automatisch in verband met zijn bijna kinderlijke fascinatie voor de grote veldheren. Het verhaal van de wereldrevolutie via een revolutionaire oorlog lijkt dan ook niet meer dan een legitimatie of windowdressing van het imperialisme van de Sovjetleiders. De machtspolitiek van de Sovjet-Unie in Oost-Europa tijdens de naoorlogse periode heeft dit voldoende bewezen. Bedrogen bedriegersHoe lezenswaardig ook, Kampfplatz Deutschland voegt fundamenteel weinig toe aan het historisch debat. Het boek is vooral interessant omdat het zich uitvoerig baseert op nieuw bronnenmateriaal uit het Kremlin (onder andere de archieven van het Politburo en de Revolutionaire Krijgsraad van de Sovjet-Unie). Het heeft de verdienste dat deze historische bronnen definitief afrekenen met theorieën die de rol van zowel Duitsland als de Sovjet-Unie proberen te vergoelijken. Beiden hadden nu eenmaal imperialistische plannen en hoopten door het afsluiten van het niet-aanvalspact van 1939 tijd te winnen om op een gepast ogenblik toe te slaan. In 1941 leek eerst Stalin het deksel op de neus te krijgen, maar uiteindelijk werkte Hitler zichzelf in een onmogelijke positie. Of zoals de Nederlandse auteur Marius Broekmeyer het formuleert: Hitler en Stalin waren ‘bedrogen bedriegers’. Maar het was dan wel de laatste die in 1945 uiteindelijk aan het langste eind trok…
|
Beoordeling: | Goed |