TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    Op geheel eigen gezag bouwde Fokker in 1936 een voor die tijd zeer modern uitziend vliegtuig. Opvallend waren de dubbele staart, de korte romp en de twee motoren. Hoewel bedoeld als een jachtvliegtuig, werd aan het toestel de typering jachtkruiser meegegeven om de meerwaarde ten opzichte van een jachtvliegtuig uit te drukken.Het was ook waarlijk een kruiser. Ook al had het toestel nog geen enkele vlucht gemaakt, met zijn uiterlijk en zware bewapening ( 2 snelvuurkanonnen 23 mm. Madsen en 2 mitrailleurs van 7,9 mm in de neus en een beweegbare 7,9 mm mitrailleur achter in de romp) trok het al gelijk de aandacht op de Parijse Luchtvaartsalon in 1936.


    301 (hier nog met nummer 30) Bron: NIMH 2160_033464

    Definitielijst

    kruiser
    Snelvarend oorlogsschip van 8000-15000 ton, geschikt voor diverse taken als verkenning, verkenningsafweer en konvooibescherming.
    mitrailleur
    Machinegeweer, een automatisch, zwaar snelvuurwapen.

    Ontwikkeling

    In een recordtijd van slechts een half jaar wist het ontwerpteam van Fokker een jager te ontwikkelen die eigenlijk bedoeld was voor de Franse markt. Men wist dat concurrent Koolhoven zich op deze markt ging begeven en daar trachtte Fokker bij aan te sluiten. Het ontwerp dat gemaakt was op basis van Franse specificaties, werd door de Fransen totaal niet interessant bevonden. De fabriek zelf zag echter wel potentieel en liet het ontwerp 129 op eigen kosten verder ontwikkelen. Het duurde tot 16 maart 1937 voordat het prototype, de X-2, het luchtruim koos. Het bleek een uitstekend vliegtuig dat zich zeker met tijdgenoten moest kunnen meten. Voor de bewapening werd aanvankelijk gekozen voor twee Madsen 23 mm kanonnen en twee 7,9 mm Madsen machinegeweren in de neus en een Madsen machinegeweer achter in de cockpit. Het toestel gaf aanvankelijk weinig problemen, maar al snel bleken de gekozen Hispano Suiza motoren door oververhitting een probleemkindje te worden. Uiteindelijk konden de problemen alleen maar worden opgelost door te kiezen voor andere motoren. De keuze viel uiteindelijk op de Pratt & Whittney Jr. SB4-G Wasp. Het prototype dat hierop werd gebaseerd, kreeg vreemd genoeg dezelfde aanduiding, X-2.


    Prototype X-2 Bron: NIMH 2161_026409

    Ondertussen had de Nederlandse Luchtvaartafdeling (LVA) ook interesse gekregen voor het toestel. Nederland had echter gekozen voor de Bristol Mercury VIII motor als standaard voor al haar vliegtuigen. Hierdoor diende het oorspronkelijke ontwerp voor de G.I te worden aangepast. De motoren hadden een grotere diameter, waardoor de vorm van motor en staartbomen iets wijzigde. Het toestel diende tevens hoger op het landingsgestel te komen om de propeller van de grond te houden. Ook het prototype voor dit toestel kreeg de aanduiding X-2. Het resultaat was echter ruim voldoende voor de LVA.

    Er is geen enkele G.1 bewaard gebleven voor het nageslacht. Hoewel er in de loop de jaren wel enige wrakstukken zijn gevonden, is slechts de replica van het toestel in het Nationaal Militair Museum te Soesterberg het enige dat ons tastbaar herinnert aan een uitstekend ontwerp.

    Typenoverzicht

    Fokker G.1 prototype
    prototype FD-322
    1
    Fokker G.1 Mercury
    Fokker III-J, Mercury VI-S-motor
    12
    Fokker G.1 Wasp
    productie Pratt & Whitney SB4G Wasp Jr.-motor
    36

    Fokker G.1 Mercury

    Nederland bestelde voor de Luchtvaartafdeling 36 toestellen. Deze weken echter af van het prototype doordat het een iets grotere afmeting had, andere motoren (Bristol Mercury VIII) en maar liefst een bewapening van acht 7,9 mm mitrailleurs M-20 FN Browning in de neus en eenzelfde beweegbare achter in de romp. Het toestel was ontworpen om tot 400 kg aan bommenlast mee te voeren.


    302, 3e Jachtvliegafdeeling (3e JaVA), Bergen, 1939 Bron: NIMH 2157_008856

    De 36 toestellen werden in dienst genomen vanaf 1938 onder de registratienummers 300 t/m 335. De toestellen werden verdeeld over de 3e en 4e JaVa (JachtVliegtuigAfdeling). Hoewel de toestellen aanvankelijk waren ontworpen om met een bemanning van drie koppen te vliegen, zijn alleen de eerste vier toestellen zodanig afgeleverd. De middelste zitplaats werd echter al snel verwijderd. De derde persoon was vooral bedoeld indien het toestel als bommenwerper dienst zou doen. Er was echter al besloten om de G.1 niet als zodanig in te zetten.

    Gedurende de korte inzetperiode van de G.1 is als test nog een aantal varianten ontwikkeld. Denemarken toonde grote interesse voor de G.1, maar wilde dit toestel ook als duikbommenwerper kunnen inzetten. Om dit concept te testen, werd de 302 voorzien van duikremmen, vergelijkbaar met die van de Junkers Ju 87, en uitgebreid getest. Naast Denemarken testten ook piloten van Finland, Zweden, België en Turkije dit toestel. Tot een praktische toepassing is het echter nooit gekomen. Om de G.1 als verkenner te kunnen gebruiken, werd de 304 voorzien van een observatiekoepel onder de romp. In de volksmond werd dit de "Badkuip" genoemd. Dit was echter geen succes. Toch heeft Zweden, toen zij een order plaatste voor de G.1, 12 van deze koepels besteld.


    304 met badkuip Bron: NIMH 2161_026431

    Technische gegevens Fokker G.1 Mercury

     Type: Fokker G.1 "Mercury"
     Taak:
    jachtkruiser
     Bemanning:
    2
     Spanwijdte:
    17,16 meter
     Vleugeloppervlakte:
    35,70 m2
     Lengte:
    10,89 meter
     Hoogte:
    3,35 meter
     Gewicht:
    Leeggewicht: 3,360 kg
    Max. gewicht: 4.800 kg
     Motor:
    2x Bristol Mercury VIII
    830 pk (? kW) elk
     Snelheid:
    Max. snelheid: 475 km/u
    Kruissnelheid: 356 km/u
     Bereik:
    1.410 km
     Plafond:
    9.300 meter
     Bewapening:
    8x 7,9mm. Browning FN machinegeweren (neus)
    1x 7,9mm. Browning FN machinegeweer (achter in cockpit)
     Productie:
    36

    Fokker G.1 Wasp

    Niet alleen in Nederland was belangstelling voor de G.1, ook landen als de Spaanse Republiek, Finland, Denemarken en Zweden bestelden ze. Deze waren echter alle van hetzelfde type als het prototype, echter met andere motoren. Voor deze versie werd uiteindelijk gekozen voor de bij het tweede prototypeconcept uitgeteste Pratt & Whittney Jr. SB4-G Wasp. Dit toestel was geheel gelijk aan dat prototype. Echter had men hier voor een bewapening gekozen van vier 7,9 mm M-20 FN Browning mitrailleurs in de neus en een vijfde achter in de romp.

    De eerste serie die werd besteld, waren 26 toestellen voor Spanje. Deze toestellen zouden via Estland en Frankrijk worden geleverd, maar toen ze klaar waren, was de Spaanse Republiek al gevallen. Estland had de order over willen nemen. Door de Nederlandse mobilisatie werden de tien gereedstaande toestellen echter in Nederland gehouden en zocht men naarstig naar geschikte bewapening om ze in dienst te kunnen nemen. Uiteindelijk konden vier toestellen op 10 mei 1940 aan de gevechtshandelingen deelnemen. De rest zou ongeschonden in Duitse handen vallen.


    342, Schiphol, 14 mei 1940 Bron: NIMH 2189-01-03-006

    Definitielijst

    mobilisatie
    Een leger in staat van oorlog brengen, dus eigenlijk de overgang van vredestoestand naar oorlogstoestand. Het Nederlandse leger werd gemobiliseerd op 29 augustus 1939.

    Technische gegevens Fokker G.1 Wasp

     Type: Fokker G.1 "Wasp"
     Taak:
    jachtkruiser
     Bemanning:
    2
     Spanwijdte:
    17,15 meter
     Vleugeloppervlakte:
    35,70 m2
     Lengte:
    10,30 meter
     Hoogte:
    3,37 meter
     Gewicht:
    Leeggewicht: 3,150 kg
    Max. gewicht: 4.400 kg
     Motor:
    2x Pratt & Whitney Wasp Jr.SB4G
    750 pk (? kW) elk
     Snelheid:
    Max. snelheid: 475 km/u
    Kruissnelheid: 356 km/u
     Bereik:
    1.410 km
     Plafond:
    9.300 meter
     Bewapening:
    4x 7,9mm. Browning FN machinegeweren (neus)
    1x 7,9mm. Browning FN machinegeweer (achter in cockpit)
     Productie:
    ca 26

    Overige buitenlandse interesse

    Naast Spanje toonde ook Finland interesse. Doordat men echter in Finland grote problemen had met de beschikbaarheid van motoren, is het nooit tot een order gekomen. Op 20 januari 1939 plaatsen de Denen wel een order. Zij wilden 12 Mercury versies met duikremmen en bewapend met twee 20 mm kanonnen en twee 7,9 mm mitrailleurs in de neus. De 12 toestellen zijn ook daadwerkelijk in onderdelen naar Denemarken gestuurd. Bij de Duitse inval was men echter nog maar een enkel exemplaar aan het assembleren. Allen zijn ze vrijwel zeker in Duitse handen gevallen. Vlak voor de Duitse inval had Denemarken overigens nog een vervolgorder van 24 toestellen geplaatst. Deze zijn echter nooit geleverd.

    Een ander land dat uiteindelijk een order plaatste, was Zweden. Dit land bestelde 18 Mercury's met de beruchte "badkuipen". Deze zouden als benaming Fokker S-13 krijgen. Er is echter nooit een exemplaar geleverd. Ook Estland had interesse. Aanvankelijk wilde men 6 toestellen bestellen, maar de order werd later weer ingetrokken. Ook had men interesse in de voor Spanje bedoelde toestellen die toch via Estland geleverd zouden worden. Door de situatie in Nederland is het hier echter nooit toe gekomen. Andere landen die interesse hadden, maar uiteindelijk om uiteenlopende redenen geen order plaatsten, waren Frankrijk, België, Turkije, Hongarije en Zwitserland.

    De Meidagen

    Op 10 mei konden 23 G.1 Mercury's aan de gevechten deelnemen. Op Bergen stond de 4e JaVa klaar met de 301, 304, 305, 308, 310, 317, 318, 321, 322, 325, 331 en 332. Eveneens op Bergen stonden de 313 en 317 in de hangar voor reparaties. De 302, 309, 311, 312, 315, 319, 328, 329, 330, 334 en 335 stonden op vliegveld Waalhaven als de 3e JaVa. Van een aantal toestellen is onbekend waar ze zich op 10 mei bevonden en een aantal stond bij vliegscholen of was op een ander vliegveld ondergebracht. De voor Spanje bestemde Wasp's waren allen formeel in dienst genomen onder de registratienummers 341 t/m 365. Slechts vier waren er gevechtsklaar. De overige stonden in diverse stadia van gereedheid op verschillende plaatsen in het land.

    De G.1's hebben zich, voor zover ze aan de gevechtshandelingen hebben kunnen meedoen, uitstekend verweerd en hebben getoond zich te kunnen meten met de beste Duitse jagers. Door de slechte opstelling van de Nederlandse toestellen op de vliegvelden gingen helaas al 12 "Mercury" toestellen aan de grond verloren. Negen van dit type gingen verloren door gevechtsacties en een Mercury en een Wasp gingen verloren door ongevallen.


    door eigen personeel vernielde 325 bij Schiphol, 14 mei 1940 Bron: NIMH 2157_009379

    Luftwaffe

    Er is met geen enkele zekerheid te zeggen hoeveel G.1's er uiteindelijk in Duitse handen zijn gevallen. Er kan worden aangenomen dat diverse Nederlandse Mercury's en een groot aantal Wasp's onbeschadigd in Duitse handen zijn gekomen. Ook kan worden aangenomen dat een aantal van de Deense toestellen door de Duitsers in beslag zijn genomen. Van een dertigtal toestellen is vrijwel zeker dat ze door de Luftwaffe in dienst is genomen, maar van zeker 20 toestellen is het uiteindelijke lot nog onbekend.


    G.1 op Waalhaven, voorzien van Luftwaffe kentekens Bron: NIMH 2189-025-006-001

    Duitsland gebruikte de G.1 voornamelijk als testvliegtuig en als trainingsvliegtuig. Met één van de testvliegtuigen wisten Leegstra en Vos op 5 mei 1941 in een gedurfde actie te ontkomen naar Groot-Brittannië. Dit toestel is uiteindelijk in het slechte Engelse klimaat weggerot, bij wijze van test door de Miles vliegtuigfabriek. Het is niet geheel bekend bij welke eenheden de Duitse G.1's allemaal waren ingedeeld. In iedere geval hebben de Flugzeugfuhrerschule C8, C11 en de ZS 1 met het toestel gevlogen.

    Definitielijst

    Luftwaffe
    Duitse luchtmacht.

    Bronnen

    • Hooftman H., Fokker G-1, Cockpit
    • Klaauw B. van der, Jachtvliegtuigen Wereldoorlog 2, deel 3, Uitgeverij de Alk B.V., Alkmaar, 1977
    • Nater J.P., 10 mei 1940 Luchtoorlog boven Nederland, Donker
    • Stichting Fokker G.1