Ontwikkeling
De Curtiss F11C-2 kwam beschikbaar voor de US Navy in april 1933. De Amerikaanse marine bestelde 28 exemplaren, die als BFC-2 in dienst werden gesteld en in de volksmond "Goshawk" werden genoemd. Het was een dubbeldekker met vast landingsgestel. Voordat het type werd geaccepteerd waren twee prototypen (XBFC-1/2) aan de productie voorafgegaan. De als vliegdekschip-jachtbommenwerper geïntroduceerde jager was in feite al verouderd toen het in dienst kwam. De open cockpit en het vaste landingsgestel waren karakteristieken waar men al langzamerhand afstand van begon te nemen. Het bleek echter wel dat vanuit het buitenland de nodige interesse voor het toestel was. Voor de export werd dan ook snel een landversie ontwikkeld, de Curtiss Hawk I. De landversie was uitgerust met een extra externe branstoftank onder de romp om de actieradius te vergroten.
Van de Hawk I werden 85 exemplaren gebouwd, waarvan de Chinese luchtmacht er alleen al 60 afnam. Van de overige exemplaren gingen er 3 naar Cuba, 1 naar Japan en 8 naar Nederland.
In 1935 werd er echter al een verbeterde versie op de markt gebracht, de Curtiss Hawk II.
Curtiss Hawk II
De Curtiss Hawk II was identiek aan de Hawk I, maar had een grotere brandstofcapaciteit en werd voorzien van een Wright Cyclone R-1820-78 motor. Er werden twee modellen geproduceerd. Van de eerste, fabrieksmodel 35, werden 126 exemplaren verkocht aan het buitenland. Zo gingen er 9 naar Boilivia, 4 naar Chili (die ook een onbekend aantal licentietoestellen bouwde), 50 naar China, 26 naar Colombia (als drijverversie), vier naar Cuba, 2 naar Duitsland (privébezit van Ernst Udet), 12 naar Thailand en 19 naar Turkije. Het tweede model, fabrieksmodel 47, was een iets verbeterd model gebaseerd op het demonstratietoestel van model 35. Van deze versie gingen 47 exemplaren naar Noorwegen. Alleen China en Thailand maakten tijdens de Tweede Wereldoorlog nog operationeel gebruik van de Hawk II.
Curtiss Hawk III
In een poging het type toch nog aantrekkelijk te maken voor de US Navy werd in augustus 1934 een verbeterde versie aangeboden, de F11C-3 (fabrieksmodel 68). Het toestel had een intrekbaar landingsgestel gekregen, een nieuwere motor en een half gesloten cockpit. Alhoewel de US Navy er 27 aankocht als BF2C-1, werd het toestel al na enkele maanden uit de operationele dienst teruggetrokken. Echter, ook hier bleek weer internationale interesse te zijn en werd wederom een exportversie ontwikkeld. De Curtiss Hawk III kwam in juni 1935 beschikbaar en was redelijk succesvol. Om bij de marineversie opgetreden vibratieproblemen op te lossen, werden de metalen vleugels vervangen door houten vleugels.
Er werden nog heel wat toestellen verkocht aan diverse landen. Argentinië kocht 10
Hawk III, China 102 Hawk III (30 van Curtiss en 72 als licentiebouw), Thailand 24 Hawk III en Turkije 1 Hawk III.
Argentinië kocht tevens een toestel met gesloten cockpit en een 745 pk Wright Cyclone R-1820-F56 motor. Dit toestel was een verbouwde Hawk II en het enige exemplaar uit de Hawk IV serie.
Technische gegevens:
Model: | Curtiss Hawk III | |
Taak: | jager/jachtbommenwerper | |
Bemanning: | 1 | |
Afmetingen: | Spanwijdte: 9,58 m Vleugeloppervlak: m2 Lengte: 7,15 m Hoogte: m | |
Gewicht: | Leeggewicht: kg Max. Gewicht: kg | |
Prestaties: | Max. snelheid: 387 km/u | |
Motor: | Een Wright R-1820-F53 motor met een vermogen van 785 pk | |
Bewapening: | Twee 7,7 mm Browning mitrailleurs aan de bovenzijde in de neus, maximale bommenlast van 215 kg |
De Chinese Hawks zijn nog volop ingezet in de strijd tegen de Japanse invasie in 1937, maar moesten het al snel afleggen tegen de kwalitatief veel betere Japanse jagers. De Thaise toestellen zijn intensief ingezet in de Thais-Franse oorlog om Frans Indochina in januari 1941 en kortstondig bij de Japanse inval in Thailand in december 1941.