TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Voorgeschiedenis

    Inleiding

    Het was een exclusief gezelschap dat begin mei 1945 verzameld was in het in chaletstijl opgetrokken hotel Pragser Wildsee in Zuid-Tirol, Italië. De groep telde bijna 140 personen van 17 verschillende nationaliteiten. Er waren ministers, hoge geestelijken, generaals en prinsen bij. Twee Churchills waren ook present. Vanuit hun hotelkamers keken ze uit op een blauwgroen bergmeer, omringd door naaldbomen en besneeuwde bergtoppen. Eén van de hotelgasten noemde de locatie een "paradijs op aarde". Voor velen van hen was het voor het eerst sinds maanden of zelfs jaren dat ze konden slapen op een gewoon bed zonder bang te hoeven zijn voor de dag van morgen. Eindelijk waren ze ontsnapt uit de klauwen van de SS.

    Alpenfestung

    Zuid-Tirol maakte onderdeel uit van de Alpenfestung, het laatste verzetsbolwerk van de nazi’s in het Alpengebied. Het was het plan dat samengeraapte nazi-eenheden vanuit versterkingen in de Alpen een guerrillastrijd zouden voeren tegen de westerse geallieerden, die moest leiden tot een wapenstilstand aan het westfront. De westerse geallieerden zouden zich daarna moeten aansluiten bij de Duitse strijd tegen de Sovjetbondgenoot. Voor de geallieerde opperbevelhebber Dwight Eisenhower was een strijd tegen onverzettelijke naziguerrilla’s een dusdanig schrikbeeld dat hij de verovering van Berlijn overliet aan het Rode Leger, terwijl hij zijn eigen troepen liet oprukken richting de Alpen.

    De door Eisenhower gevreesde uitputtingsstrijd bleef uit, maar dat betekende niet dat de Alpenfestung slechts een mythe was. Al in de zomer van 1944 had SS-leider Heinrich Himmler geologen naar de Alpenregio gestuurd om geschikte locaties voor vestingwerken te vinden. Van een massale verplaatsing van Duitse troepen naar het zuiden was echter geen sprake. Ook de zogenoemde Werwolf-eenheden, verzetsgroepen die terreur moesten zaaien achter de geallieerde linies, waren dominanter in de propaganda dan in werkelijkheid.

    Gijzelaars

    Een belangrijke pleitbezorger van de Alpenfestung was SS-Obergruppenführer Ernst Kaltenbrunner. Hij was in januari 1943 benoemd tot chef van het Reichssicherheitshauptamt (RSHA), nadat zijn voorganger, Reinhard Heydrich, als gevolg van een aanslag op zijn leven was omgekomen. Samen met zijn chef, SS-leider Heinrich Himmler, dacht Kaltenbrunner in de laatste weken van het Derde Rijk nog een belangrijke troef in handen te hebben om de westerse geallieerden aan de onderhandelingstafel te krijgen. Verspreid over het Rijk zaten vele tientallen prominente buitenlanders gevangen in kampen en op speciale locaties. Door hen als ruilmiddel in te zetten hoopte de SS-leiding een stok tussen de deur te hebben om geaccepteerd te worden als onderhandelingspartners.

    Op bevel van Kaltenbrunner werden in het voorjaar van 1945 de meeste prominente gevangenen, ofwel Sonderhäftlinge, als gijzelaars overgebracht naar de Alpenfestung. Datzelfde gold ook voor Sippenhäftlinge, familieleden van de betrokkenen bij de aanslag en staatsgreep van 20 juli 1944. Het ging onder andere om familie van aanslagpleger Claus Schenk Graf von Stauffenberg en van oud-burgemeester Carl Friedrich Goerdeler, die na een geslaagde staatsgreep premier zou zijn geworden. Kaltenbrunner probeerde via zijn adjudant Wilhelm Höttl onderhandelingen te voeren met Allen Welsh Dulles, de latere directeur van de CIA die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Bern was gestationeerd als agent van het Office of Strategic Services (OSS), de geheime militaire inlichtingendienst van de VS. Die wees echter alle contact met de SS af. Daarmee hing de gijzelaars een onzeker lot boven hun hoofd.

    Definitielijst

    Alpenfestung
    In 1944 als eerste door de Amerikanen opgemerkte ontwikkeling in de Alpen. De amerikanen vreesden een zogeheten Alpenvesting als laatste Nazi-bolwerk. Dit plan is omgeven van de mysterie. Enerzijds zou de Alpenfestung voor de SS het laatste SS-bolwerk wat de geallieerde troepen alsnog de kop zou kunnen gaan kosten. Er zouden enorme wapenopslagplaatsen gebouwd worden en elite-eenheden zouden zich overal ind e Alpen verstoppen en soms zelf in geallieerde uniformen dood en verderf achter de linies zaaien. Deze angstwekkende ontwikkeling werd versterkt door de Duitse propagandamachine die de Amerikaanse troepen richting de Alpen wilde lokken in plaats van ze de Rijn te laten oversteken. Hoewel de Britten hier voor waarschuwden besloten de Amerikanen hun troepen op te delen en ze zowel naar Berlijn als naar het Zuiden te sturen. De alpenfestung bleek echter een spookbeeld.
    geallieerden
    Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
    nazi
    Afkorting voor een nationaal socialist.
    propaganda
    Vaak misleidende informatie die gebruikt wordt om aanhangers / steun te winnen. Vaak gebruikt om ideele en politieke doelen te verwezenlijken.
    Rode Leger
    Leger van de Sovjetunie.
    RSHA
    Reichssicherheitshauptambt. De centrale inlichtingen en veiligheidsdienst van het Derde Rijk
    staatsgreep
    Poging om met geweld de macht in de staat over te nemen.

    Afbeeldingen

    De Pragser Wildsee in Zuid-Tirol, een “paradijs op aarde”. Bron: Wikimedia Commons.
    RSHA-chef Ernst Kaltenbrunner. Bron: Publiek domein.

    Verzameld in Dachau

    Lange en angstige reis

    Aan hun overplaatsing naar de Alpen ging voor de meeste gijzelaars een lange en angstige reis vooraf. Voor Fey von Hassell, de dochter van verzetsman Ulrich von Hassell, en andere Sippenhäftlinge begon hun transport al in november 1944, toen ze vanuit verschillende gevangenissen en concentratiekampen werden overgeplaatst naar hotel Hindenburg-Baude bij Bad Reinerz in Neder-Silezië. Op dat moment was er nog geen plan om hen naar het zuiden te transporteren en werd hun reis op 30 november vervolgd in noordelijke richting. Hun bestemming was het concentratiekamp Stutthof bij Danzig aan de Oostzee. Daar zouden ze ongeveer twee maanden verblijven, totdat ze eind januari 1945 vanwege de nadering van het Rode Leger werden geëvacueerd om te voorkomen dat ze in handen van de Sovjets vielen. Via verschillende tussenstations bereikten ze uiteindelijk op 3 maart 1945 concentratiekamp Buchenwald bij Weimar.

    Voor Fey von Hassell was de verhuizing van kamp naar kamp zenuwslopend. Ze had onderweg vernomen dat haar vader in september 1944 terechtgesteld was nadat het Volksgericht de doodstraf tegen hem had uitgesproken. Over het lot van haar twee zoontjes wist ze echter nog niets. Pas na de oorlog zou ze met hen herenigd worden.

    In Buchenwald waren tegelijkertijd met de Sippenhäftlinge ook acht Sonderhäftlinge uit Hongarije gearriveerd, waaronder minister van Binnenlandse Zaken Péter Schell. Al sinds 1943 zaten de Franse oud-premier Léon Blum en zijn vrouw Jeanne in totale isolatie gevangen in een valkeniershuis in het kamp. Op 7 februari 1945 werden ook meerdere Sonderhäflinge vanuit Berlijn afgevoerd naar Buchenwald, waaronder de Russische luitenant Vasily Vasilyevich Kokorin. De enige reden dat hij werd beschouwd als prominente gevangene was dat hij een neef was van de invloedrijke Sovjetpoliticus Vyacheslav M. Molotov, die als minister van Buitenlandse Zaken in 1939 het niet-aanvalsverdrag met naziminister Joachim von Ribbentrop afsloot. Theoloog en verzetsman Dietrich Bonhoeffer werd eveneens vanuit Berlijn naar Buchenwald gedeporteerd.

    Prominenten in Flossenbürg

    Een achttal andere prominente gevangenen werd vanuit de gevangenis van het Gestapo-hoofdkwartier aan de Prinz-Albrechtstrasse 8 en concentratiekamp Sachsenhausen afgevoerd naar concentratiekamp Flossenbürg. Onder hen meerdere personen die verdacht werden van betrokkenheid bij het julicomplot, zoals ex-naziminister van Economische Zaken en oud-president van de Rijksbank Hjalmar Schacht en de voormalige chef van de generale staf van de landmacht, Generaloberst Franz Halder. Kurt Schuschnigg, de Oostenrijkse bondskanselier van 1934 tot 1938, behoorde eveneens tot deze groep prominenten. In Flossenbürg verbleven onder andere ook de Britse Lieutenant Colonel Jack Churchill en Captain Peter Churchill, die allebei onterecht werden beschouwd als familieleden van de Britse premier Winston Churchill.

    Na een verblijf van enkele weken in het kamp werden alle Sonderhäflinge in drie transporten, op 8, 9 en 15 april 1945, verder vervoerd naar Dachau. Onder hen bevond zich ook prins Philipp von Hesse, een neef van de Duitse keizer Wilhelm II en een achterkleinkind van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk. Deze goede vriend van nazibons Hermann Göring was de echtgenoot van prinses Mafalda, de dochter van de Italiaanse koning. Na de val van de Italiaanse dictator Benito Mussolini in 1943 was hij opgepakt op verdenking van betrokkenheid hierbij. Prinses Mafalda raakte bij een bombardement op Buchenwald op 24 augustus 1944 gewond en stierf de volgende dag na een slecht uitgevoerde amputatie van haar linker arm.

    Naar Dachau

    Ook de prominenten in Buchenwald werden verder zuidwaarts verplaatst. Dat gebeurde op 3 april in twee bussen voor de Sippenhäftlinge, een gevangenenwagen voor de Sonderhäftlinge en een personenauto voor het echtpaar Blum. Het konvooi bereikte allereerst Flossenbürg, maar werd door de kampcommandant niet toegelaten omdat het kamp overvol was. De reis werd vervolgd via Regensburg naar Schönberg in het Beierse Woud, dat op 6 april bereikt werd. Hier kregen de gevangenen, achter de rug om van de SS, levensmiddelen toegestopt door de lokale bevolking. Het was ook hier dat de Gestapo twee gevangenen uit de groep ophaalde: Dietrich Bonhoeffer en General der Artillerie Friedrich von Rabenau. Beide mannen, verdacht van betrokkenheid bij het julicomplot, werden naar Flossenbürg gebracht en daar diezelfde maand nog geëxecuteerd. De overige gevangenen van het transport arriveerden op 16 en 17 april in Dachau.

    Behalve de transporten vanuit Flossenbürg en Buchenwald arriveerde in Dachau ook een transport dat op 15 april vanuit concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk vertrokken was. Het bestond onder meer uit de Hongaarse minister-president Miklós Kállay en zijn landgenoot Miklós Horthy jr., de zoon van het in 1944 afgetreden staatshoofd van Hongarije. Enkele andere prominente gevangenen verbleven al langere tijd in Dachau, zoals pastoor en verzetsman Martin Niemöller, die sinds 1938 in concentratiekampen gevangen had gezeten, eerst in Sachsenhausen en later in Dachau. Hij werd beschouwd als persoonlijke gevangene van Hitler. Dat gold ook voor zijn medegevangene Georg Elser, de pleger van de aanslag op Hitler op 8 november 1939 in de Bürgerbräukeller in München. Anders dan Niemöller zou hij niet worden overgeplaatst naar de Alpenfestung, maar werd hij op 9 april 1945 geëxecuteerd op bevel van Gestapo-chef Heinrich Müller.

    Definitielijst

    Alpenfestung
    In 1944 als eerste door de Amerikanen opgemerkte ontwikkeling in de Alpen. De amerikanen vreesden een zogeheten Alpenvesting als laatste Nazi-bolwerk. Dit plan is omgeven van de mysterie. Enerzijds zou de Alpenfestung voor de SS het laatste SS-bolwerk wat de geallieerde troepen alsnog de kop zou kunnen gaan kosten. Er zouden enorme wapenopslagplaatsen gebouwd worden en elite-eenheden zouden zich overal ind e Alpen verstoppen en soms zelf in geallieerde uniformen dood en verderf achter de linies zaaien. Deze angstwekkende ontwikkeling werd versterkt door de Duitse propagandamachine die de Amerikaanse troepen richting de Alpen wilde lokken in plaats van ze de Rijn te laten oversteken. Hoewel de Britten hier voor waarschuwden besloten de Amerikanen hun troepen op te delen en ze zowel naar Berlijn als naar het Zuiden te sturen. De alpenfestung bleek echter een spookbeeld.
    Artillerie
    Verzamelnaam voor krijgswerktuigen waarmee men projectielen afschiet. De moderne term artillerie duidt in het algemeen geschut aan, waarvan de schootsafstanden en kalibers boven bepaalde grenzen vallen. Met artillerie duidt men ook een legeronderdeel aan dat zich voornamelijk van geschut bedient.
    Mauthausen
    Plaats in Oostenrijk waar de nazi’s van 1938 tot 1945 een concentratiekamp gevestigd hadden.
    Rode Leger
    Leger van de Sovjetunie.

    Afbeeldingen

    Fey von Hassell met haar vader Ulrich von Hassell. Bron: Roberto Birzio-Pirolli.
    Toespraak van Léon Blum op een socialistisch congres in 1932. Bron: Bibliothèque nationale de France.
    Prins Philip von Hesse met prinses Mafalda op hun huwelijk in 1925. Bron: Wikimedia Commons.
    De evangelische pastoor en theoloog Dietrich Bonhoeffer. Bron: Bundesarchiv, Bild 146-1987-074-16 / CC-BY-SA 3.0.

    Van Dachau naar Niederdorf

    Bonte groep

    De 98 Sonder- en 37 Sippenhäftlingen van 17 nationaliteiten die eind april 1945 in Dachau verzameld waren, vormden een bonte groep. Behalve de eerder genoemde prins Philipp von Hesse telde het gezelschap ook andere royals, zoals prins Xavier de Bourbon, de broer van keizerin Zita, de echtgenote van keizer Karl I van Oostenrijk. De eerder genoemde militairen kregen gezelschap van onder andere de Griekse opperbevelhebber generaal Alexandros Papagos en zijn generale staf, die in juli 1943 naar concentratiekamp Dachau waren afgevoerd. Naast Kokorin telde de groep nog vijf andere Sovjetmilitairen, inclusief NKVD-generaal Ivan Georgievich Bessonov, die als krijgsgevangene van de Duitsers medeverantwoordelijk was geweest voor de mislukte operatie Goelag. In het kader van deze operatie moesten in het geheim door de Duitsers opgeleide Sovjetkrijgsgevangenen Goelagkampen in Siberië aanvallen en gevangenen rekruteren in de strijd tegen het Rode Leger.

    In drie afzonderlijke transporten, respectievelijk op 17, 24 en 26 april, vertrokken de gijzelaars vanuit Dachau. SS-Obersturmführer Edgar Stiller voerde de leiding over het transport. Dertig bewakers vanuit Dachau en een SS-Sonderkommando van twintig man onder bevel van SS-Untersturmführer Ernst Bader bewaakten de gijzelaars. In overvolle vrachtwagens werden ze getransporteerd naar het 200 kilometer zuidelijker gelegen Arbeitserziehungslager Reichenau bij Innsbruck. In het kamp in Reichenau waren de omstandigheden slecht: de barakken waren vergeven van de luizen en de toiletten waren open beerputten.

    Boulevard of Broken Dreams

    Omdat Stiller het vervuilde kamp Reichenau geen geschikte verblijfplaats vond voor de aan hem toevertrouwde gevangenen verzocht hij de Gauleitung in Innsbruck om een betere locatie. Als nieuw kwartier werd hotel Pragser Wildsee toegewezen, vlakbij Niederdorf/Villabassa in het Hochpustertal/Alta Pusteria in Zuid-Tirol. In dit deel van Italië wordt door de meerderheid van de bevolking Duits gesproken. In de avond van 27 april vertrok het transport met vijf touringcars naar de nieuwe bestemming. De gijzelaars waren niet op de hoogte gebracht van hun bestemming en vreesden voor wat komen zou. In een bus bevonden zich onder andere de Britse gevangenen en de populaire Berlijnse cabaretière en accordeoniste Isa Vermehren. Nadat haar broer, Abwehr-agent Erich Vermehren, met zijn vrouw op 27 januari 1944 in Istanbul naar de Britten overgelopen was, werden Isa en haar ouders in Sippenhaft genomen. Op de top van de Brennerpas zongen Isa en de andere passagiers luid de melancholische musicalhit ‘Boulevard of Broken Dreams’ uit Moulin Rouge.

    Gastvrije dorpelingen

    De volgende dag arriveerde het konvooi in Niederdorf in de stromende regen. De gijzelaars werden uit hun bussen gehaald en konden eindelijk hun benen strekken. Ondertussen bleek er een probleem te zijn: hotel Pragser Wildsee werd bezet door de Wehrmacht. Dat betekende dat er voor de gijzelaars alsnog elders onderdak gevonden moest worden. De gastvrije bevolking van het dorp was de redder in nood, want zowel particulieren als herbergiers waren bereid hen op te vangen. Een grote groep bracht de nacht door op strobedden in het gemeentehuis. De geestelijken werden ondergebracht in de pastorie. Voedsel voor hun onverwachte gasten werd door de dorpelingen ook verzorgd.

    De SS vestigde zich in hotel Bachmann aan het dorpsplein. Er werd door de bewakers veel alcohol gedronken, wat de situatie enkel hachelijker maakte voor de gevangenen. Vooral de aanwezigheid van SS-Untersturmführer Bader baarde hen grote zorgen. Weliswaar was hij lager in rang dan Stiller, maar hij had meer autoriteit. Gefluisterd werd dat hij de leiding had gevoerd over een liquidatie-eenheid van de Gestapo.

    Maar er waren meer aanwijzingen die de gijzelaars sterk verontrustten. Sommigen van hen hadden gezien hoe een krat gevuld met granaten in één van de bussen getild was. De Duitse gijzelaar Oberst Bogislav von Bonin, die in januari 1945 gevangen was genomen na het weigeren van een bevel van de Führer, had SS’ers horen fluisteren over een bom onder de bus. Volgens een ander gerucht zouden de gijzelaars gefusilleerd worden. Hun lichamen zouden naar het hotel worden gebracht, waarna het gebouw in vlam gezet moest worden. Stiller zou bekend hebben dat hij inderdaad de opdracht had om zijn gevangenen op de 29e te liquideren om te voorkomen dat ze in geallieerde handen vielen. Als gijzelaars hadden ze geen waarde meer, nu duidelijk was dat de geallieerden niet bereid waren tot onderhandelingen en slechts genoegen namen met een Duitse nederlaag aan alle fronten.

    Bevrijding door de Wehrmacht

    Van Stiller bleken de gijzelaars de volgende dag weinig te hoeven vrezen. Tijdens een bijeenkomst in hotel Bachmann droeg hij de leiding over het transport vrijwillig over aan het door de Brit Sigismund Payne Best in het leven geroepen gevangenencomité. Deze agent van de Britse Secret Intelligence Service (SIS) werd al op 9 november 1939, tegelijkertijd met zijn collega Richard Stevens, door de Duitsers gevangen genomen tijdens het Venlo-incident, waarbij ze in een val van de SS liepen. Beide mannen verbleven sindsdien in Sachsenhausen en waren via Dachau toegevoegd aan de gijzelaarsgroep. Het was Best die zich vanwege zijn vloeiende beheersing van de Duitse taal en vaderlijke karakter ontpopte tot officieuze woordvoerder van de gijzelaars.

    Naast Best speelde ook de Duitse kolonel Bonin een belangrijke rol bij de gebeurtenissen op 29 april. Hij slaagde die dag erin om telefonisch de hulp in te roepen van General Hans Röttiger, chef van de staf van Heeresgruppe C in Bozen/Bolzano. Hauptmann Wichard von Alvensleben werd vanuit het ongeveer 20 kilometer ten oosten van Niederdorf gelegen Moos/Moso naar het dorp gezonden en arriveerde nog diezelfde avond. Hij vond de situatie waarin de gijzelaars zich bevonden bedreigend genoeg om de volgende dag in de vroege ochtend terug te keren met een stoottroep van 15 onderofficieren met machinegeweren. Om de SS in mankracht te overtreffen, riep Alvensleben telefonisch de versterking op van een compagnie van de Wehrmacht uit het een paar kilometer verderop gelegen Toblach, die twee uur later met 150 soldaten arriveerde. Alvensleben liet het dorpsplein omsingelen, waarna de SS geen kant meer op kon.

    De SS’ers kozen eieren voor hun geld en lieten zich ontwapenen door de overmacht aan soldaten van de Wehrmacht. Gedurende de bedreigende situatie hadden de leden van de familie Stauffenberg, die het meest gehaat werden door de SS’ers, zich verborgen in een afgesloten ruimte in de pastorie. Ze konden tevoorschijn komen nadat de SS het dorp verlaten had in opdracht van Alvensleben en met instemming van SS-Obergruppenführer Karl Wolff, de hoogste SS- en politieleider in Italië. De gijzelaars waren bevrijd.

    Definitielijst

    Führer
    Duits woord voor leider. Hitler was gedurende zijn machtsperiode de führer van nazi-Duitsland.
    geallieerden
    Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
    Goelag
    Officieel de naam van de overheidsinstantie verantwoordelijk voor het beheer van de werkkampen van de Sovjet-Unie, maar vaker gebruikt als benaming voor deze kampen. De kampen bevonden zich in het Russische noordpoolgebied en waren een belangrijk onderdeel van het systeem van Sovjetrepressie. Gevangenen waren vaak vermeende tegenstanders van het regime. Van 1929 tot Stalins dood in 1953 werden 18 miljoen Sovjetburgers afgevoerd naar de Goelag, geschat wordt dat 4 ½ miljoen gevangenen hier stierven.
    Heeresgruppe
    Was de grootste Duitse grondformatie en was direct ondergeschikt aan het OKH. Bestond meestal uit een aantal Armeen met weinig andere direct ondergeschikte eenheden. Een Heeresgruppe opereerde in een groot gebied en kon een paar 100.000 man groot worden.
    liquideren
    Uitschakelen, uit de weg ruimen.
    NKVD
    Benaming van de veiligheidsdienst van de Sovjetunie ten tijde van WO II.
    Rode Leger
    Leger van de Sovjetunie.

    Afbeeldingen

    De afgelegde route door het gevangenentransport. Bron: Roger Paulissen, TracesOfWar.com.
    De populaire Berlijnse cabaretière en accordeoniste Isa Vermehren. Bron: Willy Brandt Stiftung.
    De Griekse opperbevelhebber generaal Alexandros Papagos (links). Hier met de Britse generaal Archibald Wavell in Athene, 1941. Bron: Athens War Museum / Publiek domein.
    Captain Sigismund Payne Best van de Britse Secret Intelligence Service (SIS). Bron: Nationaal Archief.
    Het hotel Pragser Wildsee in april 2007. Bron: Luca Lorenzi / CC-BY-SA 3.0.

    In hotel Pragser Wildsee

    Hotel Pragser Wildsee

    De vorige dag al was het SS-officier Stiller, dankzij tussenkomst van de verantwoordelijke kwartiermeester van de Wehrmacht, gelukt om het hotel Pragser Wildsee te ontruimen. De bevrijde gijzelaars werden in legervrachtwagens vervoerd naar het op 1.496 meter hoogte gelegen berghotel. Het kostte de zwaar beladen vrachtwagens grote moeite de steile en besneeuwde bergweg te bestijgen. De aankomst bij het uniek gelegen hotel aan de rand van het gelijknamige bergmeer en uitkijkend op de 2.810 meter hoge Seekofel, moet voor de groep een overweldigende ervaring zijn geweest. Er was echter één bijkomstigheid en dat was dat het hotel enkel in de zomer geopend was. De hoteleigenaresse, Emma Heiss-Hellenstainer ontving haar onverwachte gasten desondanks met open armen.

    Griesmeelsoep

    "De welwillende bezitster van het hotel Pragser Wildsee had zich onmiddellijk bereid verklaard haar grote gebouw als veilig onderkomen ter beschikking te stellen voor onze op zo merkwaardige wijze hierheen opgedreven groep", aldus Isa Vermehren. "Het speet haar dat het enkel een zomerhotel was en dat ze daarom niet in staat was ons tegen de heersende kou te beschermen, maar ze zou alles in het werk stellen om het ons aangenaam te maken." Bij het kwartier maken kreeg de gastvrouw hulp van Fregattenkapitän Franz Liedig, die in november 1944 gearresteerd was op verdenking van betrokkenheid bij de samenzwering tegen Hitler. Samen maakten ze een kamerindeling, waarbij nationaliteiten zoveel mogelijk bij elkaar werden geplaatst en families met kinderen een kamer met kachel toegewezen kregen.

    Terwijl er anders culinaire lekkernijen op de menukaart stonden, moesten de hotelgasten die eerste dag genoegen nemen met griesmeelsoep, bereid met een kleine zak griesmeel die de gijzelaars meegebracht hadden vanuit Dachau. Met hun kommen en lepels, eveneens uit het kamp, gingen ze in de rij staan toen de soep verdeeld werd. De lokale bevolking schoot opnieuw te hulp door levensmiddelen en kleding te geven aan de hotelgasten.

    Kleine Volkerenbond

    De bijzondere locatie van het hotel had een helend effect op het gemoed van de mannen en vrouwen die de voorafgaande periode zoveel hadden moeten doorstaan. Fey von Hassell noemde de plek "het paradijs op aarde". De sfeer tussen de vips van 17 nationaliteiten was opperbest. Er werd zo respectvol met elkaar omgegaan dat Isa Vermehren de groep later een "kleine Volkerenbond" noemde. In de karakteristieke huiskapel van de familie Hellenstainer, vlakbij het hotel, werd op 1 mei 1945 een kerkdienst georganiseerd, waarbij de ex-gijzelaars hun dank betuigden voor hun redding.

    Amerikanen

    Ondanks de idyllische omgeving, loerde er nog steeds gevaar voor de bevrijde gijzelaars. Om hen te beschermen tegen gedeserteerde Duitse soldaten, die aan het plunderen geslagen waren, en Italiaanse partizanen werd de toevallig in de buurt aanwezige Gebhard von Alvensleben, een neef van Wichard von Alvensleben, belast met de bewaking van het hotel. Hij had 80 soldaten onder zich die gelegerd waren in Toblach. Er zouden zich echter geen incidenten voordoen. Op 2 mei capituleerde de Wehrmacht in Italië, waarna op 4 mei circa 170 Amerikaanse soldaten van de 85th Division van het V Army, onder aanvoering van Captain John Atwell, hotel Pragser Wildsee bereikten. Ze namen de Duitse bewakers krijgsgevangen, maar niet voordat Payne Best zowel Wichard als Gebhard von Alvensleben had bedankt voor hun ridderlijke houding en een goed woordje voor hen deed bij de Amerikanen.

    Gedurende de laatste dagen in het hotel stonden de gijzelaars onder Amerikaans toezicht. Het ontbrak hun aan niets, want de Amerikanen hadden voldoende voedsel, kleding en medicijnen meegenomen. De hotelgasten werden bedolven onder de sigaretten en chocolade. Kort na de Amerikaanse militairen arriveerde ook de internationale pers die het opmerkelijke verhaal van de gijzelaars wereldkundig maakte.

    Na de oorlog

    Na een verblijf van ruim een week in hotel Pragser Wildsee werd het internationale gezelschap door de Amerikanen via Verona naar Napels overgebracht, waarvandaan de meeste niet-Duitse vips terugkeerden naar hun moederland. Hoewel ook de Duitsers hoopten op een vlugge terugkeer naar hun Heimat werden zij eerst ondergebracht in hotel Paradiso Eden in Anacapri op het eiland Capri. Daar werden ze door de Amerikanen onderworpen aan een nauwkeurig onderzoek naar een mogelijk naziverleden. De Duitse militairen werden als krijgsgevangenen overgebracht naar een militaire gevangenis in Duitsland.

    Meerdere Duitsers uit de gijzelaarsgroep zouden later vervolgd worden vanwege hun rol in het Derde Rijk, waaronder Hjalmar Schacht, die tijdens het proces van Neurenberg vrijgesproken werd van alle beschuldigingen (zie: slotverklaring Schacht en Vonnis Schacht). SS-Obersturmbannführer Stiller, de aanvoerder van het gijzelaarstransport, werd na de oorlog gearresteerd en kwam op 14 september 1951 vrij uit Amerikaanse gevangenschap.

    Enkele niet-Duitse gijzelaars speelden na de oorlog opnieuw een belangrijke rol in hun land. Léon Blum was van 1946 tot 1947 voorzitter van de voorlopige Franse regering en Alexandros Papagos was van 19 november 1952 tot zijn dood op 4 oktober 1955 premier van Griekenland. De enige Nederlandse ex-gijzelaar, oud-minister van Defensie Jannes Johannes Cornelis van Dijk, keerde niet meer terug in de politiek.

    Hereniging

    In 2005 vond in de kapel bij hotel Pragser Wildsee een hereniging plaats tussen de nog levende ex-gijzelaars. Een monument werd onthuld met daarop de namen van alle gijzelaars die op 30 april 1945 in het hotel opgevangen werden.

    Meer informatie?

    Een uitgebreidere beschrijving van deze geschiedenis is te vinden in het boek ‘Meer dan alleen Auschwitz’ van dezelfde schrijver.

    Afbeeldingen

    Hotel Pragser Wildsee aan het begin van de 20e eeuw. Bron: Archiv Pragser Wildsee.
    De gijzelaars bij hotel Pragser Wildsee na de aankomst van de Amerikanen. Bron: Archiv Pragser Wildsee.
    Bogislav von Bonin (in het uniform van de Wehrmacht) met Sigismund Payne Best (meest rechts) na het arriveren van de Amerikanen. Bron: Archiv Pragser Wildsee.
    Groepsfoto van de bevrijde gijzelaars voor het hotel. Bron: Archiv Pragser Wildsee.
    Bericht uit Trouw van 19 mei 1945. Bron: Koninklijke Bibliotheek.