TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Proloog

    Nadat de Duitsers in 1939 en 1940 Polen, Denemarken, Noorwegen, de Lage Landen en Frankrijk onder de voet hadden gelopen, was de Sovjet-Unie het voornaamste volgende doelwit. Vanaf 22 juni 1941, de dag dat de Wehrmacht onder de codenaam operatie Barbarossa, de Sovjetgrenzen schond, vochten de Sovjets tegen een schier onoverwinnelijke vijand in een nietsontziende, brute oorlog vol middeleeuwse barbaarsheden. De Britse premier Winston Churchill wilde kost wat kost voorkomen dat Sovjetdictator Joseph V. Stalin het onderspit zou delven omdat hij bang was dat Adolf Hitler zich daarna weer zou concentreren op het westfront. De Amerikaanse president Franklin Roosevelt was het met zijn Britse bondgenoot eens en ondanks dat de Verenigde Staten net als de Britten anticommunistisch waren, besloot ook hij dat Stalin een bondgenoot was omdat hij tegen nazi-Duitsland vocht.

    Het broze bondgenootschap tussen de drie onwaarschijnlijke partners kwam onder grote druk te staan toen Churchill en Roosevelt tegen het einde van de zomer van 1941 nog steeds geen tweede westelijk front hadden geopend wat volgens de Sovjets essentieel was. Stalin was woedend, maar de VS en Groot-Brittannië waren van mening dat hun strijdkrachten nog niet sterk genoeg waren om de strijd tegen de Duitsers op het slagveld aan te gaan. Daarom besloten Londen en Washington oorlogsmateriaal naar de Sovjet-Unie te sturen om het wankelende Rode Leger op de been te houden.

    Er werd een luchtbrug geopend van Alaska naar Siberië en een bevoorradingsroute over land gestart van Basra in Irak, door Iran, naar de Kaukasus. Deze wijzen van bevoorrading waren betrekkelijk veilig, maar leverden door de enorme afstanden te weinig materialen op voor de noodlijdende Sovjets. Er moest een aanlevering van oorlogsmateriaal over zee komen. De Middellandse Zee was geen optie omdat Zuid-Europa en Noord-Afrika stevig in handen waren van de Duitsers en hun Italiaanse en Vichy-Franse bondgenoten. De belangrijkste konvooiroute over zee naar de Sovjet-Unie werd daarom de noordelijke, naar de havens Moermansk en Archangelsk.

    De route van IJsland naar het onherbergzame noordwesten van Rusland, door de noordelijke Atlantische Oceaan, de Noordelijke IJszee en de Barentszzee was echter zeer gevaarlijk. Niet alleen door de Duitse gevechtsvliegtuigen en U-boten, die in bezet Noorwegen waren gestationeerd, maar ook door de verraderlijke weersomstandigheden. ‘s Winters was de Noordelijke IJszee bedekt met pakijs en `s zomers bleef het de klok rond licht zodat de koopvaardijschepen, volgeladen met munitie, explosieven, tanks en vliegtuigen, gemakkelijk te spotten waren door vijandelijke verkenningsvliegtuigen. De tussenliggende seizoenen werden gekenmerkt door gierende stormwinden, torenhoge golven, sneeuw en regen. Bovendien zorgde de samenkomst van het betrekkelijke warme water van de golfstroom en het ijskoude poolwater geregeld voor enorme, ondoordringbare mistbanken. Toch slaagden Britse en Amerikaanse koopvaardijschepen er vanaf eind 1941 in om voorraden af te leveren door in konvooiverband de Russische ijsvrije havens te bereiken.

    Nadat de Duitsers doorkregen dat de Russen door de Anglo-Amerikaanse bevoorrading hun tegenstand vol konden houden, besloten ze de aanvoerlijnen van de Arctische konvooien aan te vallen. Hiervoor stationeerden zij tientallen vliegtuigen, U-boten en oppervlakteschepen in Noord-Noorwegen. Begin 1942 kwam er voor de geallieerde schepen nog een veel groter gevaar bij. In januari van dat jaar arriveerde het Duitse slagschip Tirpitz in Noord-Noorwegen en werd in een fjord voor anker gelegd, klaar om als een wolf de schapen van de geallieerde konvooien te verschalken. Vooral Winston Churchill was als de dood voor het grootste Duitse oorlogsschip, maar voorlopig kwam de Tirpitz niet uit haar schuilplaats. Dit kwam enerzijds door een chronisch brandstofgebrek en anderzijds omdat Hitler geen enkel risico wilde nemen met het zusterschip van het in mei 1941 gezonken slagschip Bismarck. De dreiging die van de Tirpitz uitging was echter enorm.

    Definitielijst

    luchtbrug
    Verbinding door de lucht, met een belegerd of geblokkeerd gebied.
    nazi
    Afkorting voor een nationaal socialist.
    Rode Leger
    Leger van de Sovjetunie.
    slagschip
    Zwaar gepantserd oorlogsschip met geschut van zeer zwaar kaliber.
    Sovjet-Unie
    Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.

    Afbeeldingen

    Eén van de zinkende schepen van een Arctisch konvooi. Bron: P. Kimenai.
    Sovjetdictator Jozef Stalin wilde graag zien dat de Amerikanen en de Britten een tweede westelijke front zouden openen. Bron: Wikipedia.
    de Amerikaanse president Roosevelt en de Britse premier Churchill, hier tijdens de Cairo Conference in 1943, durfden dat in 1941 nog niet aan. Bron: Wikipedia.
    De haven van Moermansk gedurende de Tweede Wereldoorlog. Bron: Port Murmansk.

    Totstandkoming van de Arctische konvooien

    Om de Amerikaanse hulp aan de Sovjet-Unie mogelijk te maken, moest Roosevelt de Lend & Lease Act aanpassen wat eind augustus 1941 gebeurde. Die Leen & Pachtwet was al van toepassing op Groot-Brittannië. De wet was de manier waarop Roosevelt, officieel nog neutraal, zijn bondgenoten militair toch kon bijstaan. De wet gaf de Amerikaanse president het recht om wapens en hulpmiddelen te sturen naar ‘de regering van enig land waarvan hij de verdediging als cruciaal voor de veiligheid van de Verenigde Staten beschouwt’. Eind augustus 1941 schreven Roosevelt en Churchill aldus een gezamenlijke brief aan Stalin waarin ze hem beloofden een enorme hoeveelheid oorlogsmaterieel te sturen via konvooien die naar de noordelijke havensteden Moermansk en Archangelsk zouden varen.

    Meteen na het versturen van deze brief werd op 12 augustus een eerste konvooi van zes schepen vanuit Liverpool naar Archangelsk gestuurd waar het op 31 augustus behouden aankwam. Dit konvooi voer onder codenaam operatie Dervish en bracht behalve goederen een RAF Airwing, compleet met bemanning, ter verdediging van de Russische havenstad en een diplomatieke delegatie naar Rusland. Deze operatie werd van 30 augustus tot 14 september 1941 gevolgd door een soortgelijke onderneming onder de codenaam operatie Strength.

    Deze eerste bevoorradingsschepen waren relatief eenvoudig en zonder noemenswaardige problemen aangekomen en daarna werd een coderingssysteem toegepast op de konvooien. Omdat de Amerikanen nog neutraal waren, stond de bevoorrading naar Rusland onder operationele leiding van de Britten. Die zouden daarom ook verantwoordelijk zijn voor de beveiliging van de koopvaardijschepen. De Britse admiraliteit belastte stafofficier Peter Quennel Russell met de organisatie van de konvooien en de benodigde escortes. Op 29 september 1941 vertrok het eerste konvooi van tien schepen onder codenaam PQ-1 vanuit de Hvalfjord in Zuidwest-IJsland. Het kwam op 11 oktober zonder verliezen aan in Archangelsk. Er zouden nog veertien konvooien volgen, PQ-2 tot en met PQ-15, waarbij niet al te veel verliezen geleden werden. Terugkerende konvooien kregen codenamen met de letters QP. Vanaf PQ-8 werden aan boord van Amerikaanse koopvaardijschepen acht tot tien leden van de US Navy Armed Guard geplaatst. Dit waren marinevrijwilligers die de kanonnen en luchtafweermitrailleurs op de bevoorradingsschepen bemanden. Bovendien droegen de militairen hun kennis aan boord zoveel mogelijk over aan de bemanningsleden van de koopvaarders zodat ze hen eventueel konden bijstaan of zelfs vervangen.

    De konvooien vertrokken vanuit de Hvalfjord bij Reykjavik op IJsland of vanuit Loch Ewe in Schotland. Vanuit IJsland naar Moermansk bedroeg de afstand ongeveer 1.700 zeemijlen en naar Archangelsk 2.150 zeemijlen. Onder ideale omstandigheden deden de schepen er acht, respectievelijk tien dagen over. Dankzij de warme golfstroom waren ook toentertijd de Noordelijke IJszee en de Barentszzee het gehele jaar door bevaarbaar. Maar deze warmte resulteerde ook in zeer ruwe zeeën. De relatief warme lucht boven de noordelijke zeeën kwam voortdurend in botsing met de koude lucht uit de poolstreek. De rotatie van de aardbol gaf deze luchtsoorten een spiraalbeweging waaruit diepe depressies ontstonden, met zware stormen en hoge golven als gevolg. Buiswater bevroor zodra het in aanraking kwam met de schepen. Het ijs moest steeds weggebikt worden om te voorkomen dat de schepen topzwaar zouden worden en zouden kunnen kapseizen.

    Tijdens de korte poolzomers was de kans op storm weliswaar een stuk kleiner, maar nooit afwezig. Bovendien werd het zeewater nooit warmer dan vier graden Celsius zodat elke drenkeling binnen tien minuten buiten bewustzijn zou raken en zou verdrinken. De konvooien voeren dicht langs het pakijs dat erg instabiel was. Aanvaringen met ijsbergen waren een risico waarmee elke gezagvoerder rekening moest houden. Volgens de zeelieden speelde de Noordelijke IJszee bovendien steeds spelletjes met hen. Zo dicht bij het magnetische noorden weken de kompasnaalden af, zorgden luchtspiegelingen tijdens de poolzomer voor een constante plaag en vormde het verschil tussen warmte en kou in het water thermische lagen in de verticale waterkolom, waardoor sonarapparatuur van slag raakte. Verder zorgde de combinatie van relatief warme en koude luchtlagen voor zware mistbanken die soms dagenlang konden blijven hangen.

    Vergeleken met alles wat de noordelijke zeeën tegen de zeelieden van de geallieerde schepen konden gebruiken, vormden de Duitsers een nog veel groter gevaar. Tijdens de eerste konvooien konden zij nog niet veel ondernemen tegen de bevoorradingsschepen en hun escortes, maar door enkele Britse commandoacties op de Noorse kust was Adolf Hitler ervan overtuigd dat de geallieerden via Noorwegen Europa wilden bevrijden. Daarom begon hij de immens lange kustlijn van Noorwegen te versterken. Hij stemde in met het plan van Großadmiral Erich Raeder, de opperbevelhebber van de Kriegsmarine, om het slagschip Tirpitz naar Noord-Noorwegen te sturen. Ook stuurde hij de zware kruiser Admiral Hipper en de vestzakslagschepen Admiral Scheer en Lützow en een aantal torpedobootjagers naar het Scandinavische land. "Elk schip dat niet in Noorwegen is, is op de verkeerde plek", zou Hitler gezegd hebben. De Tirpitz arriveerde op 16 januari 1942 in de Noorse wateren en er ging meteen een enorme dreiging uit van het zusterschip van de Bismarck. Churchill klaagde dat de Tirpitz zo`n groot gevaar vormde voor de Arctische konvooien dat het viermaal zoveel Britse oorlogsschepen lamlegde. Hitler had echter een voorwaarde gesteld aan de inzet van het slagschip. Zolang vliegdekschepen deel uitmaakten van het escorte van de Arctische konvooien, mocht de Tirpitz niet ingezet worden om de koopvaardijschepen aan te vallen. De geallieerden waren niet op de hoogte van deze beperking voor de Kriegsmarine.

    In het voorjaar van 1942 begonnen de Duitsers enige coördinatie te brengen in de aanvallen op de Moermanskkonvooien zoals ze door de Britten genoemd werden. PQ-13 voer op 20 maart uit vanuit Reykjavik en werd zowel door Duitse vliegtuigen als U-boten en oppervlakteschepen aangevallen. Het konvooi werd in eerste instantie teruggeroepen omdat de Britse admiraliteit dacht dat de Tirpitz was uitgevaren, maar dit bleek loos alarm. Het konvooi verloor vijf schepen. In een poging de koopvaardijschepen te verdedigen ging de lichte kruiser HMS Trinidad verloren. PQ-16 werd vijf lange dagen bestookt door de Luftwaffe en verloor zeven schepen. Verder raakten er twee beschadigd.

    Definitielijst

    geallieerden
    Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
    Kriegsmarine
    Duitse marine, naast de Heer en de Luftwaffe onderdeel van de Duitse Wehrmacht.
    kruiser
    Snelvarend oorlogsschip van 8000-15000 ton, geschikt voor diverse taken als verkenning, verkenningsafweer en konvooibescherming.
    Luftwaffe
    Duitse luchtmacht.
    operatie Dervish
    Eerste Britse konvooi met hulpgoederen voor Rusland via de IJszee in augustus 1941.
    slagschip
    Zwaar gepantserd oorlogsschip met geschut van zeer zwaar kaliber.
    Sovjet-Unie
    Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.

    Afbeeldingen

    Een Arctisch konvooi in de Noordelijke IJszee. Bron: P. Kimenai.
    De bemanningsleden van de Arctische konvooien werkten onder ijzige omstandigheden. Bron: Wikimedia Commons.
    Een geallieerde kruiser met aangevroren buiswater op de bak. Bron: P. Kimenai.
    De Britse kruiser HMS Trinidad zonk in maart 1942 als gevolg van een eigen torpedo met een gyroscopische afwijking tijdens een poging PQ-13 te verdedigen. Bron: Wikipedia.
    Escorteschepen voor konvooi PQ-17 in de Hvalfjord, IJsland, juni 1942. Bron: Naval History and Heritage Command.

    Arctisch konvooi PQ-17

    De koopvaardijschepen die konvooi PQ-17 zouden gaan vormen, kwamen eind juni 1942 samen in de Hvalfjord, IJsland. De vloot bestond op 27 juni uit 35 schepen waarvan er 22 de Amerikaanse vlag voerden, acht de Britse, twee onder de Panamese vlag voeren, twee onder de Sovjetvlag terwijl in de mast van één schip de Nederlandse driekleur wapperde. Acht van de schepen waren nieuwe Liberty schepen. Dit was het grootste Arctische konvooi tot nu toe en in de ruimen en op de dekken lag en stond voor 700 miljoen Amerikaanse dollars aan oorlogsgoederen. Hieronder bevonden zich 300 gevechtsvliegtuigen, 600 Sherman tanks, 4.000 trucks en trailers en verder ruim 150.000 ton munitie, explosieven, brandstof, rubber, kleding, voedsel, staal, aluminium, canvas, leer en chemicaliën zoals fosfor en zink. De schepen waren door de Britse marine en de Amerikaanse War Shipping Administration uitgekozen op grond van hun lading en staat van paraatheid. De konvooikapitein was Commodore J.C.K. Dowding, een doorgewinterde reserveofficier van de Royal Navy, die zijn sporen had verdiend tijdens de Eerste Wereldoorlog en tijdens de evacuatie van Duinkerken in juni 1940 (operatie Dynamo).

    Het konvooi werd direct geëscorteerd door de Britse First Escort Group (EG 1) onder commando van Commander J.E. Broome. De groep bestond uit de torpedobootjagers HMS Keppel, Fury, Leamington, Ledbury, Offa en Wilton, de luchtverdedigingsschepen HMS Palomares en Pozarica, de korvetten HMS Lotus, Poppy, La Malouine en Dianella, de mijnenvegers HMS Halycon, Salamander en Britomart en de antionderzeeboot trawlers HMS Lord Middleton, Lord Austin, Ayrshire en Northern Gem. Op een afstand van veertig zeemijlen zou het First Cruiser Squadron onder Rear Admiral L.H.K. Hamilton volgen. Dit smaldeel bestond uit de Britse kruisers HMS London en HMS Norfolk en de Amerikaanse kruisers USS Wichita en USS Tuscaloosa bijgestaan door twee torpedobootjagers van de Royal Navy en twee van de US Navy. Een tweede, zware dekkingsvloot zou het konvooi volgen op ruim 200 zeemijlen om eventuele Duitse oppervlakte schepen aan te vallen. Deze vloot bestond uit het vliegdekschip HMS Victorious, de slagschepen HMS Duke of York en USS Washington, de kruisers HMS Cumberland en HMS Nigeria en negen torpedobootjagers onder commando van Admiral J. Tovey.

    Het konvooi vertrok uit IJsland op 27 juni 1942. De 35 koopvaardijschepen verlieten de Hvalfjord in kiellinie, maar vormden eenmaal op open zee negen rijen van drie of vier schepen lang, die met een langzame vaart van zo`n zeven of acht knopen aan hun reis naar Rusland begonnen. Meteen ging het al fout voor twee schepen van het konvooi. Op de dag van vertrek liep het Amerikaanse stoomschip Richard Bland aan de grond en keerde, na bij hoogtij weer losgeraakt te zijn, terug naar IJsland. Twee dagen later kreeg het eveneens Amerikaanse schip ss Exford machinekamerproblemen en ook dit schip werd door Commodore Dowding terug naar de vertrekhaven gestuurd. Wat nog een groter probleem voor PQ-17 zou gaan vormen, was het feit dat het vanaf dag één geschaduwd werd door U-456. De Duitsers waren namelijk via spionagebronnen al ruim voor het vertrek van de schepen op de hoogte van de details omtrent het konvooi.

    Vroeg in de morgen op 1 juli ontdekte een Duits verkenningsvliegtuig, een vliegboot van het type Blohm & Voss Bv 138, PQ-17 op het moment dat het konvooi QP-13 passeerde. De Duitsers besloten de in ballast varende schepen van het terugkerende konvooi met rust te laten en zich te concentreren op de zwaar beladen schepen. Helaas voor de terugkerende schepen kwam QP-13 in de Straat van Denemarken terecht in een geallieerd mijnenveld zodat alsnog vier schepen verloren gingen.

    De volgende dag om 06:30 uur werd PQ-17 aangevallen door zeven Heinkel 115 torpedobommenwerpers. De Duitse gevechtsvliegtuigen werden echter door geconcentreerd luchtafweer van zowel de koopvaardijschepen als hun directe escortes verdreven. Twee Heinkels werden uit de lucht geschoten. Op 4 juli was het wel raak. Het Amerikaanse Liberty schip Christopher Newport werd getorpedeerd door U-457. Het zwaar beschadigde schip werd verlaten voordat het in de ijskoude golven verdween. Later die dag werd het konvooi weer aangevallen door He 115-toestellen, maar weer werden de Duitse vliegtuigen door hevig luchtafweer verdreven. Enkele uren later verschenen er zeker 25 Duitse gevechtsvliegtuigen boven PQ-17 en Junkers 88 duikbommenwerpers begonnen bommen af te werpen zodat de geallieerde luchtafweer werd beziggehouden. Tijdens deze bomaanvallen konden He 115-torpedobommenwerpers zeker twintig luchttorpedo`s afwerpen waarvan er drie doel troffen. Het Britse schip Navarino en het Amerikaanse schip William Hooper werden tot zinken gebracht en de Sovjettanker Azerbaijan werd zwaar beschadigd.

    Definitielijst

    Eerste Wereldoorlog
    Ook wel Grote Oorlog genoemd, conflict dat ontstond na een groei van het nationalisme, militarisme en neo-kolonialisme in Europa en waarbij twee allianties elkaar bestreden gedurende een vier jaar durende strijd, die zich na een turbulent begin, geheel afspeelde in de loopgraven. De strijdende partijen waren Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland aan de ene kant (de Triple Entente), op den duur versterkt door o.a. Italië en de Verenigde Staten, en Duitsland, Bulgarije, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk aan de andere kant (de Centrale Mogendheden of Centralen). De strijd werd gekenmerkt door enorme aantallen slachtoffers en de inzet van vele nieuwe wapens (vlammenwerpers, vliegtuigen, gifgas, tanks). De oorlog eindigde met de onvoorwaardelijke overgave van Duitsland en zijn bondgenoten in 1918.
    smaldeel
    Deel van een oorlogsvloot die zelfstandig opereert.

    Afbeeldingen

    Het nieuwe Liberty ship William Hooper was pas opgeleverd door de North Carolina Shipbuilding Co. te Wilmington. Bron: Uboat.
    Kleinere oorlogsschepen zoals het luchtverdedigingsschip HMS Palomares vormden het directe escorte van PQ-17. Bron: Wikipedia.
    Ook korvetten als HMS Lotus vormden de eerste bescherming van PQ-17. Bron: Wikipedia.
    Escorteschepen voor PQ-17 in IJsland, juni 1942. Op de voorgrond het slagschip USS Washington. Bron: Naval History and Heritage Command.
    Een Blohm & Voss 138 vliegboot schaduwde het konvooi vanaf een van de eerste dagen. Bron: Bundesarchiv.

    Operatie Rösselsprung

    Het antwoord van de Kriegsmarine op PQ-17 bestond uit een operatie die de codenaam Rösselsprung meekreeg. Operatie Rösselsprung zou bestaan uit een gecoördineerde aanval van twee smaldelen Duitse oppervlakteschepen. Het eerste eskader bestond uit het slagschip Tirpitz, de zware kruiser Admiral Hipper, vijf torpedobootjagers en twee torpedoboten onder commando van Admiral O. Schniewind. De Duitse oorlogsschepen vertrokken op 2 juli, om 20:00 uur vanuit de Faettenfjord richting open zee. De volgende dag om 12:30 uur vertrokken de vestzakslagschepen Lützow en Admiral Scheer en vijf torpedobootjagers vanuit de Bogenfjord bij Narvik. De eskadercommandant was Admiral O. Kummetz.

    Tijdens het navigeren door de vele eilandjes en rotsen voor de ruige Noorse kust, kwamen beide Duitse smaldelen al snel in moeilijkheden. Sommige rotseilandjes bleken niet op de Duitse zeekaarten te staan en drie torpedobootjagers van de Tirpitz-groep en de Lützow liepen schade op tijdens aanvaringen met de obstakels. De vier oorlogsschepen moesten noodgedwongen terugkeren naar hun thuishavens. De overgebleven Duitse schepen kwamen op 4 juli samen in de Altenfjord, in het uiterste noorden van Noorwegen.

    De Britse militaire geheime dienst was al snel op de hoogte van de verplaatsingen van de Duitse schepen. Ze waren echter nog steeds niet op de hoogte van het feit dat Hitler de inzet van zijn kostbare slagschip verboden had als PQ-17 geëscorteerd zou worden door vliegdekschepen. Door vertragingen in het decoderen van de Duitse radioberichten wisten de Britten ook niet waar de Tirpitz zich precies bevond.

    De British Admiralty, geleid door First Sea Lord Admiral Sir Dudley Pound, moest nu beslissingen nemen op grond van inschattingen. Pound vermoedde dat het Duitse slagschip met een vaart van dertig knopen door de ijskoude golven van de Noordelijke IJszee richting de koopvaardijschepen van PQ-17 zou ploegen. In een vlaag van angst en paniek zag hij het slagschip afrekenen met het First Cruiser Squadron en zich botvieren op de zwaar beladen en langzaam varende koopvaardijschepen nog voordat het zware escorte kon ingrijpen. Pound verzamelde snel zijn stafofficieren om zich heen voor spoedberaad, maar zijn besluit stond op dat moment waarschijnlijk al vast. Hij vroeg de officieren één voor één wat zij zouden doen in deze situatie. Ze antwoordden allemaal dat het konvooi één geheel moest blijven vormen. Alleen Vice Admiral Sir Henry Moore voegde er aan toe dat als, en alleen als, het konvooi uit elkaar zou moeten gaan, dit bevel meteen gegeven moest worden omdat er anders door het oprukkende pakijs geen ruimte meer zou zijn voor de schepen om zich te verspreiden. De First Sea Lord bedankte zijn officieren en wendde zich tot zijn verbindingsofficier met de boodschap: "The convoy is to disperse (het konvooi moet zich verspreiden)."

    De met stomheid geslagen escortecommandanten kregen op 4 juli 1942 om 21:11 uur de radioboodschap: "Most Immediate. Cruiser force withdraw westward at high speed (Hoogst onmiddellijk. Kruisers met hoge snelheid terugtrekken in westelijke richting)." Om 21:23 uur volgde een bericht dat bestemd was voor alle schepen van PQ-17: "Immediate. Owing to the threat of surface warships, convoy is to disperse and proceed to Russian ports (Onmiddellijk. Als gevolg van de dreiging van oppervlakte oorlogsschepen moet het konvooi zich verspreiden en zijn weg vervolgen richting Russische havens)." Dit bericht werd om 21:36 uur gevolgd door de onheilspellende boodschap: "Most Immediate. Convoy is to scatter (Hoogst onmiddellijk. Het konvooi moet uit elkaar gaan)." Pound wilde niet het risico lopen dat zijn kostbare oorlogsschepen verloren zouden gaan in een ongelijke strijd met de Tirpitz en hij vond dat de koopvaardijschepen een betere overlevingskans zouden hebben als zij zich individueel uit de voeten zouden maken. Nadat de orders van Pound geconformeerd waren, hadden de koopvaardijkapiteins het nakijken naar hun directe escorteschepen, die omkeerden en met hoge snelheid achter de kruisers aangingen.

    De meeste escortecommandanten hadden het gevoel dat de admiraliteit wel over heel harde bewijzen moest beschikken dat de Tirpitz en de andere Duitse oppervlakteschepen elk moment contact met PQ-17 konden maken. Zij dachten dat de kruisers zich terug moesten trekken om de Kriegsmarine-schepen af te leiden. Eén van hen stuurde een laatste radiobericht naar de koopvaardijschepen: "Escort to merchant ships… sorry to leave you like this… good luck… looks like a bloody business… (Escorte voor koopvaardijschepen… sorry om jullie zo achter te moeten laten… veel geluk… lijkt een verdomde zaak te zijn…)."

    Nog voordat de laatste escorteschepen aan de horizon verdwenen waren, begonnen de koopvaardijschepen van PQ-17 te verspreiden. Sommige kozen een noordelijke richting naar de rand van het pakijs, andere bleven de oostelijke richting aanhouden richting Nova Zembla en enkele gingen direct richting het zuidoosten, de kortste route naar de Russische havens. Op het moment dat het uiteenvallen van PQ-17 doordrong tot de Kriegsmarine, gaf Großadmiral Erich Raeder de Tirpitz order uit te varen. Rond het middaguur van 5 juli voeren de Tirpitz, de Admiral Hipper, de Admiral Scheer en vijf torpedobootjagers uit. Omdat Raeder niet op de hoogte was van de exacte positie van de zware geallieerde escorteschepen en omdat hij steeds meer berichten kreeg van succesvolle aanvallen op de konvooischepen door U-boten en de Luftwaffe, gaf hij die avond, om 21:30 uur, bevel aan zijn oppervlakte schepen om terug te keren naar de veiligheid van de Altenfjord. De aanval op PQ-17 werd volledig overgelaten aan de onderzeeboten en gevechtsvliegtuigen.

    Nog diezelfde nacht sijpelden de eerste berichten over de terugtrekking van de Duitse oppervlakteschepen door bij de Britse admiraliteit. Die informatie werd snel gedeeld met Admiral Pound in de hoop dat deze de escorteschepen zou laten terugkeren, maar de First Sea Lord greep niet in. Zijns inziens hadden de schepen van PQ-17 allang gereageerd op de orders zich te verspreiden. Hij bleef bij zijn besluit.

    Definitielijst

    Kriegsmarine
    Duitse marine, naast de Heer en de Luftwaffe onderdeel van de Duitse Wehrmacht.
    kruiser
    Snelvarend oorlogsschip van 8000-15000 ton, geschikt voor diverse taken als verkenning, verkenningsafweer en konvooibescherming.
    Luftwaffe
    Duitse luchtmacht.
    Operatie Rösselsprung
    Codenaam van de geplande Duitse aanval op Arctic convoy PQ-17 door onder andere het slagschip Tirpitz, de zware kruisers Admiral Hipper, Admiral Scheer en Lützow, juli 1942.
    slagschip
    Zwaar gepantserd oorlogsschip met geschut van zeer zwaar kaliber.

    Afbeeldingen

    De Lützow, hier nog verborgen in een fjord, maakte deel uit van operatie Rösselsprung. Bron: Naval History and Heritage Command.
    Operatie Rösselsprung was opgebouwd rond het slagschip Tirpitz dat beschikte over acht 38cm kanonnen. Hier ligt het verborgen in de Noorse Kaafjord. Bron: Courtesy of M.W. Pocock.
    De Tirpitz, de Admiral Hipper en een aantal torpedobootjagers gaan op weg om PQ-17 te onderscheppen. Bron: Courtesy of M.W. Pocock.
    U-boot bemanningen gaan aan boord van hun onderzeeboten om PQ-17 aan te vallen. Bron: Naval History and Heritage Command.
    First Sea Lord Admiral Sir Dudley Pound nam de noodlottige beslissing om konvooi PQ-17 te laten verspreiden. Bron: Wikipedia.

    Ondergang van konvooi PQ-17

    Het prijsschieten op de weerloze koopvaardijschepen van konvooi PQ-17 was op de ochtend van die 5e juli al begonnen. Al om 08:30 uur werd de Britse vrachtvaarder Empire Byron getorpedeerd door U-703. Het volgende slachtoffer was het Amerikaanse schip Carlton dat tot zinken gebracht werd door U-88. Vervolgens viel een vlucht van negen Ju 88 duikbommenwerpers de schepen Daniel Morgan en Washington aan, die beide zwaar beschadigd werden. De Carlton werd verlaten en later die dag tot zinken gebracht door U-88, terwijl de Washington zonk als gevolg van de luchtaanvallen. Nog voordat de schemerige duisternis inviel verloor PQ-17 de Honomu, de River Afton, de Bolton Castle, de Earlston, de Pankraft, de Aldersdale, de Zaafaran, de Fairfield City en de Peter Kerr als gevolg van zowel lucht- als U-boot-aanvallen.

    Ook het enige Nederlandse schip van PQ-17, het ss Paulus Potter, werd op 5 juli aangevallen door Ju 88 duikbommenwerpers. Enkele indirecte treffers veroorzaakten ernstige schade aan de spanten en toen de schotten van de kolenbunkers het begaven en de stuurmachine defect raakte, werd de toestand hachelijk. Op het moment dat kapitein Willem J. Sissingh te horen kreeg dat de munitievoorraad van de luchtafweermitrailleurs uitgeput was, gaf hij opdracht het schip te verlaten. De hoofdwerktuigkundige, J. Kluwen, was er van overtuigd dat de Paulus Potter zou blijven drijven, maar de kapitein besloot toch dat de bemanning plaats moest nemen in de vier reddingssloepen. Een stuurman keerde nog terug aan boord om warme kleding en dekens op te pikken en daarna zetten de sloepen koers naar Nova Zembla. De bemanning had echter verzuimd om de scheepsdocumenten, zoals het logboek en de konvooi-instructies, overboord te zetten in een verzwaarde zak. Deze vielen op 13 juli dan ook in handen van de enterploeg van U-255, evenals grote hoeveelheden drank, sigaretten en voedsel. Nadat de Duitsers alles aan boord van hun onderzeeboot hadden gebracht, werd de Paulus Potter met een enkele torpedo tot zinken gebracht. De 73 bemanningsleden van het Nederlandse schip bereikten na een barre zeiltocht de Russische watervliegtuigenbasis op Nova Zembla en werden allen gered. Wel hadden 27 opvarenden last van bevroren ledematen en bij velen van hen moesten vingers, tenen en zelfs armen of voeten geamputeerd worden.

    De commandant van de gewapende trawler HMS Ayrshire, lieutenant J.L.A. Gradwell van de Royal Navy Volunteer Reserve, stond door de terugtrekorder van de admiraliteit voor een dilemma. Om de thuisreis te kunnen maken had hij kolen nodig en die zou hij bunkeren vanuit één van de vrachtschepen van het konvooi. Hij besloot de orders te negeren en zich aan te sluiten bij de drie koopvaardijschepen ss Silver Sword, ss Ironclad en ss Troubadour, die zich in het pakijs begaven. De Ayrshire kon kolen laden uit het laatstgenoemde schip en de drie koopvaardijschepen konden door de trawler enigszins beschermd worden. Eenmaal vast in het pakijs werden de schepen wit geschilderd en ze dreven dagenlang met het ijs in oostelijke richting. Nadat de vier schepen losgeraakt waren uit het ijs konden ze de relatief korte afstand naar Nova Zembla behouden overbruggen. De vier witgeschilderde schepen zouden bekend worden als de ‘Ghostships of Archangelsk’.

    De volgende drie dagen, 6, 7 en 8 juli 1942, werden de Pan Atlantic, de John Witherspoon, de Alcoa Ranger, de Olopana en de Hartlebury door vliegtuigen en onderzeeboten tot zinken gebracht. Het stoomschip Winston Salem werd beschadigd aan de grond gezet op Nova Zembla en de lading kon gedeeltelijk geborgen worden. Op 9 juli werden geen schepen van konvooi PQ-17 tot zinken gebracht, maar de volgende dag verdwenen de Hoosier en de El Capitan in de golven van de Barentszzee tijdens hun wanhopige laatste sprint richting Moermansk. Ze waren nog maar honderd zeemijlen van de Russische haven verwijderd geweest. Slechts twee schepen bereikten op 9 juli Archangelsk en dagenlang bereikten zo nu en dan een beschadigd schip de haven. Commodore Dowding, die de ondergang van de River Afton overleefd had, was met de bemanning in reddingsboten aangekomen op Nova Zembla. Daar verzamelde hij de overgebleven schepen van PQ-17 en leidde hen naar Archangelsk waar ze op 25 juli aankwamen.

    Het verspreiden en zonder escorte achterlaten van konvooi PQ-17 kostte 153 opvarenden het leven. Vele overlevenden moesten hun hachelijke overlevingstocht in het barre noorden bekopen met afgezette ledematen. Slechts elf van de 35 schepen die op 27 juni vertrokken waren uit IJsland, kwamen aan in Rusland. Meer dan twee derde van de schepen lag op de bodem van de Noordelijke IJszee, de Barentszzee en de Witte Zee. Aan boord van die gezonken schepen bevonden zich 210 vliegtuigen, 430 Sherman tanks, 3.350 voertuigen en bijna 100.000 ton goederen ter waarde van een half miljard dollar.

    Voor de Royal Navy werd de ondergang van konvooi PQ-17 één van de zwartste bladzijdes uit de geschiedenis. Details over de verliezen werden pas na de oorlog bekend gemaakt bij het grote publiek. Admiral Ernest J. King, opperbevelhebber van de US Navy, was woedend op de Britse marine en vroeg zich hardop af of de Amerikaanse marine nog wel samen moest werken met de Royal Navy. Churchill schreef later in zijn memoires dat alle risico’s genomen hadden moeten worden in de verdediging van PQ-17. Het ergste was misschien nog wel het feit dat Stalin niet geloofde dat er 22 bevoorradingsschepen tot zinken waren gebracht. Hij dacht dat de geallieerden zich gewoon niet aan de afspraken hadden gehouden. Die hebben dan ook nooit een enkel woord van dank gehad van de Sovjet-Unie voor de ontvangst van al die duizenden tonnen voorraden die wel aankwamen en die het Rode Leger op de been hielden.

    President Roosevelt en premier Winston Churchill waren zo geschrokken van het enorme verlies van PQ-17 dat ze het vertrek van PQ-18 uitstelden tot in het najaar, ondanks Stalins protesten. Toen het konvooi van veertig schepen op 2 september 1942 dan toch vertrok, werd het geëscorteerd door niet minder dan 53 oorlogsschepen. Die konden niet verhinderen dat de Duitsers dertien van de transportschepen tot zinken brachten. Onder de indruk van dit getal werden de volgende Arctische konvooien uitgesteld tot de winter waarin de schepen de dekking van de duisternis hadden. Vanaf 15 december 1942 werden de konvooinummers naar Moermansk en Archangelsk voorafgegaan door de willekeurige letters JW. Terugkerende konvooien kregen nummers die vooraf werden gegaan met de letters RA. Naarmate de oorlog vorderde werden steeds minder konvooischepen aangevallen en tot zinken gebracht omdat de Duitsers over steeds minder middelen beschikten om ze aan te vallen.

    Definitielijst

    geallieerden
    Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
    Ranger
    Amerikaanse benaming voor een speciaal opgeleide soldaat (vergelijkdaar met commando).
    Rode Leger
    Leger van de Sovjetunie.
    Sovjet-Unie
    Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.
    torpedo
    Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.
    U-boot
    Duitse benaming voor onderzeeboot. Duitse U(ntersee)-boten hebben tot in mei 1943 een belangrijke rol gespeeld in de oorlogvoering. Ook veel vracht- en passagiersboten werden door deze sluipmoordenaars van de zee getorpedeerd en tot zinken gebracht.

    Afbeeldingen

    De Duitse Junkers 88 duikbommenwerper was een gevreesde tegenstander van de Arctische konvooien. Bron: Bundesarchiv.
    Ook de Heinkel 115 torpedobommenwerper was verantwoordelijk voor veel amok onder de konvooischepen. Bron: Wikimedia.
    Het ss Pan Atlantic, hier onder de Cape Cod Railroadbridge in 1938, ging ten onder met konvooi PQ-17. Bron: National WW2 Museum.
    De Troubadour, ploegend door de ijskoude golven van de Noordelijke IJszee, kwam op 25 juli 1942 aan in Archangelsk. Bron: Naval History and Heritage Command.
    Een konvooischip wordt getorpedeerd. Bron: P. Kimenai.

    Lijst van schepen van konvooi PQ-17

    SchipTonnage (BRT)Vlag
    ss Alcoa Ranger5.116Verenigde Staten07-07-1942 tot zinken gebracht door U-255
    ss Azerbaijan6.114Sovjet-UnieAangekomen in Archangelsk
    ss Bellingham5.345Verenigde StatenAangekomen in Archangelsk
    ss Benjamin Harrison7.191Verenigde StatenAangekomen in Moermansk
    ss Bolton Castle5.203Groot Brittannië05-07-1942 tot zinken gebracht door Luftwaffe
    ss Carlton5.127Verenigde Staten05-07-1942 tot zinken gebracht door U-88
    ss Christopher Newport7.176Verenigde Staten04-07-1942 tot zinken gebracht door U-457
    ss Daniel Morgan7.177Verenigde staten05-07-1942 tot zinken gebracht door U-88
    ss Donbass7.925Sovjet-UnieAangekomen in Rusland
    ss Earlston7.494Groot Brittannië05-07-1942 tot zinken gebracht door U-334
    ss El Capitan5.255Panama10-07-1942 tot zinken gebracht door U-251
    ss Empire Brown6.645Groot Brittannië05-07-1942 tot zinken gebracht door U-703
    ss Empire Tide6.978Groot BrittanniëAangekomen in Archangelsk
    ss Exford4.969Verenigde StatenOp 29-06-1942 teruggekeerd naar IJsland
    ss Fairfield City5.686Verenigde Staten05-07-1942 tot zinken gebracht door Ju 88
    ss Hartlebury5.082Groot Brittannië07-07-1942 tot zinken gebracht door U-355
    ss Honomu6.977Verenigde Staten05-07-1942 tot zinken gebracht door U-703
    ss Hoosier5.060Verenigde Staten10-07-1942 tot zinken gebracht door U-376
    ss Ironclad5.685Verenigde Staten25-07-1942 aangekomen in Archangelsk
    ss John Witherspoon7.180Verenigde Staten06-07-1942 tot zinken gebracht door U-255
    ss Navarino4.841Groot Brittannië04-07-1942 tot zinken gebracht door He 115
    ss Ocean Freedom7.173Groot BrittanniëAangekomen in Archangelsk
    ss Olopana6.069Verenigde Staten08-07-1942 tot zinken gebracht door U-255
    ss Pan Atlantic5.411Verenigde Staten06-07-1942 tot zinken gebracht door Ju 88
    ss Pan Kraft5.644Verenigde Staten05-07-1942 tot zinken gebracht door Ju 88
    ss Paulus Potter7.168Nederland05-07-1942 tot stilstand gebracht door Ju 88, 13-07-1942 tot zinken gebracht door U-255
    ss Peter Kerr6.476Verenigde Staten05-07-1942 tot zinken gebracht door Ju 88
    ss Richard Bland7.191Verenigde Staten27-06-1942 aan de grond gelopen en teruggekeerd naar IJsland
    ss River Afton5.479Groot Brittannië05-07-1942 tot zinken gebracht door U-703
    ss Samuel Chase7.191Verenigde StatenAangekomen in Moermansk
    ss Silver Sword4.937Verenigde Staten25-07-1942 aangekomen in Archangelsk
    ss Troubadour6.428Panama25-07-1942 aangekomen in Archangelsk
    ss Washington5.564Verenigde Staten05-07-1942 tot zinken gebracht door Ju 88
    ss William Hooper7.177Verenigde Staten04-07-1942 tot stilstand gebracht door He 111, 05-07-1942 tot zinken gebracht door U-334
    ss Winston Salem6.223Verenigde Staten08-07-1942 aan de grond gezet op Nova Zembla, 28-07-1942 aangekomen in Archangelsk

    Definitielijst

    Luftwaffe
    Duitse luchtmacht.
    Ranger
    Amerikaanse benaming voor een speciaal opgeleide soldaat (vergelijkdaar met commando).
    Sovjet-Unie
    Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.

    Afbeeldingen

    Het stoomvrachtschip Carlton werd in 1920 gebouwd door de American International Shipbuilding Corp. - Hog Island te Philadelphia. Bron: P. Kimenai.
    Het stoomschip El Capitan vlak na de afbouw in 1917. Bron: Naval History and Heritage Command.
    ss Honomu werd in 1919 als ss Edmore gebouwd door de Skinner & Eddy Corp. te Seattle. Bron: P. Kimenai.

    Epiloog

    Van 1941 tot 1945 brachten de 78 Arctische konvooien meer dan vier miljoen ton oorlogsmateriaal naar de Sovjet-Unie met een waarde van ruim 12 miljard dollar. Omgerekend naar huidige maatstaven is dat 180 miljard dollar. Deze konvooien vertegenwoordigden ruwweg een derde van de totale Lend & Lease Act-transporten naar het Stalinregime. Het overige twee derde deel bereikte de Sovjet-Unie hoofdzakelijk via de zuidelijke route door Irak tijdens de laatste jaren van de oorlog. Maar tijdens de oorlogsjaren 1941 en 1942, toen het Rode Leger en de Sovjetoorlogsindustrie op het punt stonden te bezwijken en het overleven van Rusland, en misschien wel van heel Europa, op het spel stond, waren de Arctische konvooien de belangrijkste levenslijn van het Westen naar de Sovjet-Unie.

    Samen brachten de noordelijke en de zuidelijke konvooien meer dan 10.000 tanks, 10.000 stuks artillerie, 14.500 vliegtuigen en 450.000 vrachtwagens en trailers plus de benodigde brandstof naar de Sovjet-Unie. Ook leverden ze de nieuwste radio- en radarapparatuur om het Rode Leger te moderniseren. Ze vervoerden 100.000 ton rubber en grote hoeveelheden staal, aluminium en chemicaliën om de Sovjetfabrieken weer op gang te krijgen na de eerste schok van de Duitse invasie. Soms werden hele Amerikaanse fabrieken ontmanteld en naar Rusland verscheept zoals de River Rouge-bandenfabriek van Ford in Dearborn, Michigan. De konvooien brachten 2,3 miljoen ton voedsel, variërend van vlees in blik tot gezouten vis, eierpoeder en bonen tot suiker, thee en koffie. Ze leverden Rusland medicijnen, kleding en andere artikelen van speelgoed tot visgerei en gereedschappen.

    Van de ongeveer 1.400 geallieerde koopvaardijschepen die naar Noordwest-Rusland vertrokken, werden er 104 onderweg, aan de kades van Moermansk of Archangelsk, of op de terugreis tot zinken gebracht. Hierbij kwamen 829 zeelieden van de koopvaardijschepen om het leven. Bij dat aantal zijn de 29 Sovjetschepen die verloren gingen met een onbekend aantal opvarenden niet inbegrepen. Verder werden er nog achttien Britse oorlogsschepen, die de konvooien moesten beschermen, waaronder de kruisers HMS Trinidad en HMS Edinburgh, met 1.944 slachtoffers tot zinken gebracht. De Duitsers verloren tijdens hun aanvallen op de Arctische konvooien vijf oppervlakteschepen, 31 U-boten en tientallen vliegtuigen waarbij naar schatting enkele duizenden doden te betreuren vielen. Hoewel de geallieerde verliezen op de veel drukkere Noord-Atlantische routes in absolute aantallen veel groter waren, was de Moermanskroute relatief gezien de gevaarlijkste zeeroute van de Tweede Wereldoorlog.

    Het Arctische konvooi waarbij de meeste schepen en lading verloren gingen, was overduidelijk PQ-17. De gerespecteerde Amerikaanse maritiem historicus Samuel Eliot Morison zei over het ontbinden van konvooi PQ-17: ‘Niets in onze maritieme geschiedenis is hiermee te vergelijken.’ De Seafarers International Union, een Amerikaanse zeeliedenvakbond, noemde PQ-17 ‘de meest tragische gebeurtenis van de oorlog op zee’. Churchill zelf noemde het ‘een van de treurigst stemmende maritieme gebeurtenissen van de hele oorlog.’ Het verhaal van PQ-17 ging deel uitmaken van een lange lijst schrikverhalen, waarvan de oudste teruggingen tot het begin van de oorlogvoering zelf, waarin bevelhebbers die zich ver van het slagveld bevonden een ernstige fout maakten omdat ze hun oordeel zwaarder lieten wegen dan dat van de mannen die aan het front hun levens waagden.

    Moderne historici bestuderen de ondergang van konvooi PQ-17 nog altijd om er lessen uit te leren over goed leiderschap. In 2015 trok Milan Vego, hoogleraar aan het U.S. Naval War College in Newport, Rhode Island, de conclusie dat het besluit om konvooi PQ-17 door te laten gaan wel te rechtvaardigen was, maar dat First Sea Lord Pound een van de basisprincipes van het maritiem leiderschap had overtreden door de belangrijkste beslissingen uit handen te nemen van zijn bevelhebbers ter plaatse. En over de fundamentele principes schreef Vigo: ‘Geen enkel konvooi zou op eigen houtje verder moeten varen zonder dekking, zowel direct als op afstand’.

    Helemaal ongegrond was de angst voor de Tirpitz van First Sea Lord Pound natuurlijk niet. Nauwelijks een jaar daarvoor had de Royal Navy moeten afrekenen met het zusterschip van de Tirpitz, de Bismarck. Tijdens een eerste zeeslag met het Duitse slagschip was de trots van de Britse marine, HMS Hood, na enkele schotenwisselingen ten onder gegaan. Slechts drie van de 1.418 bemanningsleden overleefden de ondergang van de ‘Mighty Hood’. Vervolgens zette de Royal Navy alles op alles om de Bismarck tot zinken te brengen. Dat lukte uiteindelijk op 27 mei 1941, maar daar hadden de Britten twee slagschepen, twee kruisers en een aantal torpedobootjagers voor nodig gehad. Gezamenlijk hadden de Britse oorlogsschepen de Bismarck met enkele duizenden granaten en zeven torpedo’s moeten treffen en dan nog moest het zinken van het slagschip uiteindelijk bespoedigd worden door het openen van alle afsluiters door de bemanning zelf, om te voorkomen dat er ook maar iets van het schip in geallieerde handen zou vallen.

    Om de Tirpitz te vernietigen, moesten de Britten uiteindelijk speciale bommen gebruiken, zogenaamde Tallboys. Deze 1.200 ponds bommen waren speciaal ontwikkeld om dikke bepantsering en betonnen bunkers te doorboren voordat ze explodeerden. De Tirpitz werd op 12 november 1944, na talloze mislukte pogingen, tot zinken gebracht bij Tromsø, Noorwegen. Deze laatste aanval op het Duitse slagschip vond plaats onder de codenaam operatie Catechism. De Tirpitz had nauwelijks in actie hoeven te komen tegen de Arctische konvooien, maar had ze tot 12 november 1944 zodanig bedreigd dat de Royal Navy genoodzaakt was zeer drastische maatregelen te nemen om de koopvaardijschepen te beschermen.

    Definitielijst

    artillerie
    Verzamelnaam voor krijgswerktuigen waarmee men projectielen afschiet. De moderne term artillerie duidt in het algemeen geschut aan, waarvan de schootsafstanden en kalibers boven bepaalde grenzen vallen. Met artillerie duidt men ook een legeronderdeel aan dat zich voornamelijk van geschut bedient.
    invasie
    Gewapende inval.
    operatie Catechism
    Codenaam van de Britse operatie waarbij het Duitse slagschip Tirpitz definitief uitgeschakeld werd door 30 Avro Lancaster bommenwerpers op 12 november 1944.
    Rode Leger
    Leger van de Sovjetunie.
    slagschip
    Zwaar gepantserd oorlogsschip met geschut van zeer zwaar kaliber.
    Sovjet-Unie
    Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.
    torpedo
    Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.

    Afbeeldingen

    De verliezen van PQ-17 in kaart gebracht. Bron: Marcel Kuster, TracesOfWar.
    U-255 keert triomfantelijk terug in haar thuishaven Narvik met vlaggen van tot zinken gebrachte schepen in top. Bron: Naval History and Heritage Command.
    De Anti-Submarine Warfare (ASW-) trawler HMS Northern Gem maakte deel uit van de directe bescherming van PQ-17. Bron: Uboat.