Steinbach trad tijdens de Eerste Wereldoorlog in dienst bij de marine. Hij diende aan boord van de SMS Freya en de SMS Thüringen en nam deel aan de beslissende Slag bij Jutland (Skagerrak-Schlacht) in 1916. Van 1917 tot 1918 werd hij overgeplaatst naar SMS Westfalen en volgde later een opleiding aan de U-Bootschool, wat de strategische nadruk van Duitsland op onderzeebootoorlogvoering weerspiegelde.
Na de oorlog sloot Steinbach zich aan bij de Brigade Ehrhardt, een paramilitaire eenheid van het Freikorps die actief was tijdens de turbulente Weimarjaren. Hij keerde in de jaren 20 terug naar de marine en diende bij de I. Schiffsstammdivisie en aan boord van de kruiser Arcona. Hij voerde het bevel over de tenders Drache en Hay en diende later als wachtofficier op het slagschip Schlesien.
In de jaren 30 bekleedde Steinbach diverse administratieve en leidinggevende functies, waaronder die van chef van de VI. Marineartillerieabteilung (M.A.A.) en artillerieofficier aan boord van de kruiser Emden. Van 1932 tot 1939 was hij gestationeerd bij de vesting Wilhelmshaven, waar hij toezicht hield op de kustversterkingen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog keerde Steinbach terug naar actieve dienst op zee aan boord van de Emden en diende als artillerie-inspecteur. Van 1940 tot 1942 bekleedde hij een reeks steeds belangrijker wordende functies in de kustverdediging: hij was commandant van het II. M.A.A., artilleriecommandant voor Pas-de-Calais en marinecommandant van de Kanaaleilanden. Deze functies plaatsten hem centraal in de verdediging van de Atlantikwall van Duitsland, waar hij toezicht hield op strategische sectoren tegenover Groot-Brittannië. Hij diende ook als stafchef van de zware marineartillerie-eenheden.
Van 1942 tot 1945 was Steinbach geplaatst bij het Wehrbezirkkommando Hamburg, waar hij regimentscommandant werd van het 2e Defensieregiment Hamburg, een functie die tot in de laatste fase van de oorlog voortduurde.
Na de nederlaag van Duitsland maakte Steinbach de overstap naar het burgerleven. Van 1945 tot 1947 werkte hij in een textielfabriek in Melsungen en van 1948 tot 1960 was hij directeur van de Oostfriese Zuurstoffabriek (Ostfriesisches Sauerstoffwerk Orb) in Emden.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!