TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Carey, Frank Reginald Carey 'Chota'

Geboortedatum:
7 mei 1912 (Brixton/London,Groot-Brittannië)
Overlijdensdatum:
6 december 2004 (Bognor Regis/West Sussex, Groot-Brittannië)
Dienstnummer:
561516 / 43132
Nationaliteit:
Britse (1801-heden, Koninkrijk)

Biografie

Carey werd in 1912 in Brixton, Zuid-Londen geboren en ging naar de Belvedere school in Haywards Heath in Sussex. Toen hij 15 jaar was ging hij bij de RAF als leerling op Halton en werd in 1930 een gekwalificeerd metaalwerker. Drie jaar later werd hij een monteur en 1935 kreeg hij vliegtraining en kwam bij No. 43 Squadron als Sergeant Pilot. In 1940 kreeg hij een aanstelling en ging direct naar Frankrijk met No. 3 Squadron toen de Blitzkrieg door Noord-Europa raasde. Op 10 mei kwam hij in actie. Later die maand, in zijn ijver om een Dornier-17 neer te zien gaan, werd hij geraakt door de staartschutter waarbij hij ernstig gewond raakte aan zijn been. Op een of andere manier slaag hij erin om zijn Hurricane aan de grond te zetten en werd naar het ziekenhuis in Dieppe vervoerd waar hij rummy speelde met de Hertog van Norfolk die zich tegenover hem excuseerde omdat hij daar voor niets meer zat dan jicht.
Toen de vijand snel naderde, werden Carey en de Hertog op een hospitaaltrein gezet die werd gebombardeerd. Ze deden allebei wat ze konden voor de gewonden en duwden vervolgens, samen met anderen, het brandende gedeelte van de trein een mijl over het spoor.
Carey herstelde van zijn verwonding in een chique hotel vlakbij Nantes en kreeg in juni een bericht dat op een plaatselijk vliegveld een Bristol Bombay vrachtvliegtuig stond die was achtergelaten. Met een half dozijn anderen vlogen zij het terug naar Hendon met Carey als staartschutter. Terwijl hij in Frankrijk was, werd zijn familie geïnformeerd dat hij "vermist waarschijnlijk gedood" was. Hij keerde voor de Slag om Engeland terug. Gedurende die periode vloog hij 100 missies, soms zes dagen achter elkaar van anderhalf uur elk.
Zware gevechten omstreeks half-augustus brachten Carey vier bevestigde en vier waarschijnlijke overwinningen in een tijdsbestek van zes dagen. Maar op de 18e werd hij zelf geraakt en "door de hele cockpit heen gestoken".
Hij kon zijn ervaringen aan jongere piloten overbrengen toen hij werd geplaatst bij No. 52 Operational Training Unit als instructeur. In 1941 kreeg Carey het commando over No. 135 Squadron dat in november naar het Midden-Oosten voer maar afboog naar het Verre Oosten na de aanval van Japan op Pearl Harbor.
Bij Rangoon kwam No. 135 Squadron al snel in actie tegen de Japanse aanvallers tegen de stad. Net zoals in Duinkerken twee jaar eerder, waren de Britse strijdkrachten op de terugtocht en stonden tegenover een numerieke meerderheid. Op 29 januari 1942 claimde hij zijn eerste Japanse overwinning toen hij een Nakajima Ki-27 boven Rangoon neerschoot. In februari werd hij bevorderd tot Wing Commander. Zijn aanpak ten opzichte van zijn piloten in de extreem moeilijke maanden die volgden staalden hen om de steeds verder oprukkende Japanners hard te raken. Hij leidde verwoestende aanvallen om de terugtrekkende Geallieerde troepen te beschermen en ging door met overwinningen te boeken. Zijn laatste claim was op 25 oktober toen een Nakijima Ki-43 "Oscar een mogelijke overwinning was. Hij werd aangevallen toen hij opsteeg vanaf Chittagong door een aantal "Oscars" en na een gevecht op lage hoogte vloog een "Oscar" in een heuvel.
In november 1944 nam hij het bevel over van No. 73 OTU op Fayid in Egypte. Tegen het einde van de oorlog had hij 25 bevestigde overwinningen waaronder 14 Duitse vliegtuigen in vier dagen boven het Nauw van Calais. Zijn score tegen de Japanners, waar hij vaak 5 tegen 1 in zijn nadeel vloog, bedraagt zeven maar met de Geallieerden op de terugtocht en archieven verloren dachten velen die met hem vochten dat hij aanzienlijk meer had vernietigd waarbij zijn totaal tot boven de 30 zou komen.
Na zijn tijd in Azië kreeg hij een vaste aanstelling en gaf les in tactiek op de Central Fighter Establishment. Een opeenvolging van stafaanstellingen volgden tot 1958 toen hij Air Adviser werd voor de British High Commission in Australië werd. In 1960 werd hij Commander of the Order of the British Empire.
Hij verliet de Raf in 1962, na 35 dienstjaren en ging werken bij Rolls Royce als hun aero divisie-vertegenwoordiger in Australië, Nieuw-Zeeland en Fiji. Zijn laatst jaren bracht hij door in Bognor Regis

Bevorderingen:
1 april 1940: Pilot Officer
1 april 1941: Flying Officer
23 november 1941: Flight Lieutenant
6 mei 1942: Squadron Leader
6 mei 1945: Wing Commander

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Sergeant
Eenheid:
No. 43 (The Fighting Cocks) Squadron, Royal Air Force
Toegekend op:
1 maart 1940
Voordracht:
"In januari 1940 ging deze vliegenier, samen met zijn sectieleider, het gevecht aan met een vijandelijk vliegtuig boven de Noordzee terwijl die scheepvaart aanviel. Ook in februari 1940, terwijl hij een sectie van twee vliegtuigen leidde, ging hij het gevecht aan met een vijandelijk vliegtuig boven de Noordzee en schoot het neer. Gedurende deze gevechten was er een laag wolkendek maar Sergeant Carey's initiatief, vastberadendheid en vaardigheid voorkwamen dat de vijand daar dekking van kreeg en bracht de gevechten tot een succesvol einde."
Distinguished Flying Medal (DFM)
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Pilot Officer
Eenheid:
No. 3 Squadron, Royal Air Force
Toegekend op:
31 mei 1940
Distinguished Flying Cross (DFC)
Voordracht:
"Deze officier heeft vroeg in de operaties van mei vijf vijandelijke vliegtuigen vernietigd en door zijn activiteit en moed het hoogste voorbeeld van heldhaftigheid gesteld voor het squadron."
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Pilot Officer
Eenheid:
No. 3 Squadron, Royal Air Force
Toegekend op:
31 mei 1940
Distinguished Flying Cross (DFC)
Voordracht:
"Deze oficier heeft nog vier vijandelijke vliegtuigen neergeschoten waarmee hij zijn totaal op negen brengt. Gedurende de operaties was hij constant op zoek naar vijandelijke vliegtuigen en was hij een inspiratie voor allen die met hem vlogen. Zijn moreel was altijd van het hoogste niveau."

Tweede DFC toegekend als gesp voor op het lint van het eerste DFC
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Pilot Officer (2e Luitenant-vlieger)
Toegekend op:
1 januari 1941
Mentioned in Dispatches
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Acting Wing Commander
Eenheid:
No. 43 (The Fighting Cocks) Squadron, Royal Air Force
Toegekend op:
24 maart 1942
Voordracht:
"Toen hij het squadron of de wing leidde, heeft deze officier grote leiderschapskwaliteiten vertoond en een groot voorbeeld gesteld door zijn moed en toewijding aan de plicht. Wing Commander Carey heeft ten minste 5 vijandelijke vliegtuigen vernietigd."

Derde DFC toegekend als tweede gesp voor op het lint van het eerste DFC
Distinguished Flying Cross (DFC)
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Acting Group Captain
Toegekend op:
1 januari 1945
Air Force Cross (AFC)
Periode:
Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
Rang:
Group Captain
Toegekend op:
14 juni 1946
Silver Star Medal (SSM)

Bronnen