TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Schulz, Günther Ernst Heinz

Geboortedatum:
28 november 1921 (Holten)
Overlijdensdatum:
14 juni 1945 (Denstorf, Duitsland)
Dienstnummer:
-1647-4./Flg.Ausb.Rgt.52
Nationaliteit:
Duitse (1933-1945, Derde Rijk)

Biografie

Een van de best gedocumenteerde teams van de operatie Greif is het team rond Luitenant Günther Schulz. Tot dit 4-mans team behoorden Manfred Bronny, Hans Reich en Karlheinz Weisenfeld. Toch is de kennis over dit team over het algemeen slecht. Men weet hooguit te vertellen dat ze op 19.12.1944 bij Luik gepakt werden. Over de details en hoe de luitenant in de buurt van Braunschweig terecht kwam is nauwelijks iets bekend. Hier zal op bijna alle vragen antwoord worden gegeven.
Günther Schulz leefde destijds in Neuss; daar had de vader van Günther Schulz een hogere ambtenaarsfunctie. Günther Schulz werd geboren in Sterkrade. Sterkrade is nu een deelgemeente van Oberhausen, en een stadsdeel van Holten. De moeder van Günther stierf reeds in 1925. De vader hertrouwde en stierf 1973, zijn weduwe 1993. Dit laatste is van betekenis voor het graf omdat het graf nog een rol krijgt in het verhaal.

Wellicht vanwege zijn baan bij de overheid was Heinrich Schulz lid bij de NSDAP. Over zijn politieke activiteiten is verder niets bekend. Bij het Militärarchiv in Freiburg ligt een personeelsdossier van zijn zoon Günther. Voordat hij bij de Wehrmacht kwam gaf Günther Schulz leiding bij de Hitlerjugend; hij was daar als Jungstammführer actief. Günther Schulz deed vanaf februari 1940 dienst bij de Reichsarbeitsdienst (R.A.D.) Leverkusen-Schlebusch . In 1940 behaalde Günther Schulz zijn "Abitur" (hier VWO). Günther Schulz had plannen om arts te worden. Hij wilde na de oorlog, samen met zijn verloofde, naar de Duitse koloniën in Afrika gaan. Ze wilden daar als arts aan de slag. Van al die plannen kwam niets terecht. Günther Schulz werd opgeroepen om zijn plicht voor het vaderland te doen.

Vanaf 28.06.1940 deed hij dienst bij het Flug-Ausbildungs-Regiment 52 in Bromberg, 12.01.1942 Fliegerhorst Münster-Loddenheide (Zweefvliegtuig), 06.11.1942 Flug-Anwärter-Bataillon III (Lorient (Frankrijk), 1943 Flugführerschule A/B 11 en tot slot 01.11.1943 1. Fernaufklärungsgeschwader 101 in Grossenhain/Sa. (1. Schülerkompanie).

In het personeelsdossier van Günther Schulz zijn enkele beoordelingen te vinden. Deze zijn net zo interessant als zijn loopbaan. In april 1942 beoordeelt men hem als iemand die intelligent is en goed kan omgaan met spanningen. Ondanks zijn jonge leeftijd zit hij stevig in zijn vel. Hij is open en eerlijk. En vooral dat laatste is de moeite waard om even te onthouden. Na een cursus voor "Kriegsoffiziernachwuchs" in juni 1942 volgt wederom een beoordeling. Volgens die beoordeling heeft Günther Schulz een gezond zelfvertrouwen en zelfbewustzijn en is geestelijk bovengemiddeld aangelegd. Het leervermogen is goed. Deze beoordeling eindigt met de opmerking dat de leerling bereid is om een officiersloopbaan in te slaan, wel met een tijdelijk dienstverband. In februari 1943 de volgende beoordeling. In deze beoordeling valt vooral één woord op. Volgens zijn meerdere beschikt Günther Schulz over improvisatietalent.

In zijn personeelsdossier is naast zijn beoordelingen nog iets te vinden. Günther Schulz moest op 03.06.1944 in Grossenhain voor een krijgsraad (Feldkriegsgericht) verschijnen. De jonge luitenant (I/Fernaufklärungs Geschwader 101) was aangeklaagd voor het aanzetten van diefstal (militärischer Diebstahl). Uit het vonnis blijkt niet wat er destijds gebeurd is en wie erbij betrokken waren. De opgelegde straf was 4 maanden cel en hij zou zijn rang kwijtraken! Op 26.09.1944 werd het vonnis afgezwakt. De celstraf werd met de helft verminderd en opgeschort. Hij mocht zijn rang houden maar moest zich aan het front bewijzen. Vanwege de veroordeling en wellicht ook om een geschikte plek aan het front te vinden werd hij op 26.09.1944 in Grossenhain opnieuw beoordeeld. Men omschrijft Günther Schulz als een fervent en overtuigd Nationaal Socialist. Daarnaast vermeldt men dat hij nog geen gelegenheid had zich voor de vijand te bewijzen. En als puntje op de "i" staat te lezen; "Heeft zich met nadruk gemeldt om als parachutist aan het front te worden ingezet". En dan wijst men weer op het vermogen met spanningen om te kunnen gaan en het vermogen voor het ontplooien van eigen initiatief. Helaas is verder niet gedocumenteerd hoe Günther Schulz uiteindelijk bij de operatie Greif terecht kwam. Het woord "vrijwilliger" moet vanaf nu wel heel erg ruim genomen worden. En toch blijft de jonge luitenant zijn regime trouw.

Dit is ook het moment om te vermelden dat het voorafgaande niet bekend was bij de familie. Günther Schulz duikt uiteindelijk weer op in het procesdossier van Otto Skorzeny (M1106 Otto Skorzeny et al). In het dossier van Skorzeny zijn alle doodsvonnissen te vinden die aan deelnemers van Greif werden opgelegd. Dat niet alle doodsvonnissen werden uitgevoerd zorgt tot op heden nog voor verwarring. Naast de doodstraffen is één strafzaak volledig bij Skorzenys dossier gevoegd, namelijk de casus Schulz.

De heropende strafzaak tegen Luitenant Günther Schulz vond plaats op 05.05.1945. Het team van Günther Schulz werd op 19.12.1944 tussen 21.00 – 22.00 uur nabij/in Luik opgepakt. Op 23.12.1944 heeft men het militaire proces beperkt tot Manfred Bronny, Hans Reich en Karlheinz Weisenfeld. Günther Schulz trad als getuige op en de drie andere teamleden werden veroordeeld en terechtgesteld. Günther Schulz vertelde de rechtbank dat hij naar Frankrijk werd gebracht. In februari 1945 bracht men hem terug naar Duitsland. In die periode heeft Luitenant Schulz informatie verstrekt. Ondanks alle pogingen ook maar iets over de verstrekte informatie te weten te komen is het niet gelukt om verhoorprotocollen of zelfs maar één tekening in handen te krijgen. Maandenlange verhoren moeten ongetwijfeld hun sporen bij het Amerikaanse Nationale Archief in Washington (NARA) hebben achtergelaten. Het verloop van de tijdlijn vanaf gevangenneming tot en met het proces is interessant, de verhoren van de Luitenant zijn het eveneens. Hoe hij in de Ardennen terecht kwam beschreef Günther Schulz als volgt: "Ik was in augustus 1944 in Einsheim voor een Duitse rechtbank, omdat ik had geprobeerd over de Amerikaanse linie te komen. Daarvoor kreeg ik 3 maanden gevangenis opgelegd bovendien zou ik ontslag krijgen. Het Gerecht bepaalde dan dat ik naar het front moest, en 3 maanden gevangenis kreeg. Zo staat het in mijn papieren".

Zijn verhaal begint weer waarheidsgetrouwe trekken te krijgen als hij bij de gebeurtenissen van 07.11.1944 is aangekomen. Hij kwam naar Berlijn, bij het hoofdkwartier van de parachutisten. Hij moest daar papieren invullen en werd naar de eenheid van Skorzeny gestuurd. Daar werd zijn Engels en Frans getoetst. Hij verteld dat daar 4 groepen waren en dat de mensen naar gelang hun taalkennis in één van die groepen ingedeeld werden. Dan werd hij naar Grafenwöhr gestuurd. Hij noemt ook de codenaam "Rabenhuegel". Bij aankomst in Grafenwöhr is hij bij Oberleutnant Stielau terecht gekomen. Nadat ook hier de taalvaardigheid getoetst werd zou hem gezegd zijn dat hij als tolk zou moeten gaan werken. Dat de soldaten als tolk zouden worden ingezet is ook op andere plekken te lezen. In een artikel in "Der Stern" van 20.04.2001 komt de voormalige Obergefreiter Fritz Christ aan het woord. Hij vertelt over zijn belevenissen als deelnemer aan de operatie Greif. Ook hij beschrijft in het artikel dat hij in eerste instantie te horen had gekregen dat hij als tolk zou worden ingezet. Een andere bron is het document van de Duitse vertaling proces groep Arno Krause. Daarin is eveneens sprake ervan dat de soldaten als tolk zouden worden ingezet. Dat dit niet het geval was weten we nu. De vraag waar het verhaal zijn oorsprong heeft moet hier onbeantwoordt blijven. Duidelijk is dat verschillende personen op verschillende momenten met hetzelfde verhaal komen.

Na het proces tegen Bronny, Reich en Weisenfeld werd Luitenant Schulz naar Frankrijk afgevoerd. Schulz werd in Versailles over een door Skorzeny geplande aanslag op generaal Eisenhower verhoord. De geloofwaardigheid van Schulz komt weer behoorlijk onder druk te staan als hij beweert dat vrienden van hem aan een aanslag op Adolf Hitler hadden deelgenomen. In het proces gaat het uitvoerig over de route die het team in de Ardennen heeft gereden en over de kleding die de mannen droegen. Opvallend is dat Schulz in Reims door zowel Amerikanen als ook door Engelsen gehoord werd. Over dat laatste staat verder niets vermeld. Staff Sergeant L. Hansen van het 769th Military Police Battalion (Company C) werd tijdens het proces van Luitenant Schulz uitvoerig gehoord over de zaak. Hij vertelde hoe en waar de jeep gestopt werd. Het team werd gestopt op de N3 daar waar de N3 het kanaal kruist, het kanaal dat vanuit Aken naar Luik loopt. Het waren veel kleine details die niet klopten. Een van de teamleden had zijn documenten in cellofaan opgeborgen, hoogst ongebruikelijk voor een Amerikaan. Daarnaast week het nummer op zijn ID-plaatje af van het nummer dat de man, ook bij herhaling, opnoemde. In de jeep werden explosieven aangetroffen. De getuige omschrijft het als springstof in de vorm van Amerikaanse kantineflessen gevuld met vaste springstof voorzien van ontstekers. Verder lagen een groot aantal ontstekers met elektrische draden in de jeep. De aangetroffen wapens waren o.a. 2 machinepistolen en een hoop handgranaten. De soldaten hadden zowel Engels als ook Amerikaans geld bij zich. Bij het opnieuw doorzoeken van de jeep werd bovendien een grote stapel landkaarten gevonden (ca. 30 stuks). Over de kleding van de 4 soldaten wist de Sergeant nog te vertellen dat Bronny zwarte Duitse schoenen droeg. Weisenfeld en Reich hadden complete Amerikaanse uniformen aan. Hansen meende zich te herinneren dat Schulz een Duitse trui en een Duits onderhemd droeg. Alle 4 droegen Amerikaanse jassen, en helmen. Een andere getuige, Frederich Wellach, First Lieutenant, G-2 Section First Army verklaarde dat hij de gevangenen er vanaf het begin op wees dat zij volgens hem door hun handelen niet beschermd werden door de Haagse Conventie en zouden worden geëxecuteerd. Wellach verklaarde zijdelings dat hij in Eupen bij het verhoor van het team Billing betrokken was. Schulz antwoordde destijds dat hij niets anders verwachtte. Tegenover hem had Schulz verklaard lid te zijn van de Einheit Stielau en deel uitmaakte van een "Nachrichtenzerstörertruppe". Hun opdracht was het blokkeren van wegen en op de wegen in richting Luik voor verwarring te zorgen. Tijdens dat verhoor vertelde Schulz ook dat hij zich bij een andere groep had moeten melden, een jeep met zendapparatuur. Die eenheid zou zijn meldingen doorgeven aan de centrale post (Nachrichtenzentralstelle) van de 150. Panzerbrigade.
Uiteindelijk kreeg Leutnant Günther Schulz zijn straf te horen en zoals verwacht was dat de doodstraf.

De executie vond op 14.06.1945 in een grindgroeve nabij Denstorf (nabij Braunschweig) plaats. In december 1945 ontving een pastoor in Neuss post van zijn ambtsbroeder in Braunschweig. Deze deelde mee dat hij op 14 juni aanwezig was bij de executie van Leutnant Günther Schulz en 5 anderen. Schulz had hem een halsdoek gegeven dat voor zijn verloofde bestemd was. Pastoor Freise schreef dat Schulz als Duitse officier gestorven was. Zijn laatste woorden waren: "Ik ben onschuldig, ik weet niet waarom ik moet sterven. Ik sterf voor Duitsland". Op Tweede Kerstdag schreef Pastoor Freise een brief aan de verloofde van Günther Schulz. In die brief beschreef hij wat op 14 juni 1944 gebeurde. Op 13 juni werd hij naar de gevangenis geroepen. Hij kreeg te horen dat de volgende dag 6 Duitse soldaten zouden worden geëxecuteerd. Hij bezocht de delinquenten en stelde vast dat Günther Schulz heel rustig was. De volgende morgen kwam de pastoor te laat bij de gevangenis aan. De gevangenen waren al weg. Uiteindelijk kwam de pastoor toch nog op tijd op de executieplek.

Vanaf nu is de verloop van de brief overeenkomstig het beeldmateriaal dat van de executie bekend is. De pastoor loopt mee tot aan de paal waar Günther Schulz zal sterven. Günther Schulz zegt wederom dat hij onschuldig is en vraagt de pastoor om zijn verloofde te groeten. Naast de brieven die de pastoor schreef zijn er ook nog afscheidsbrieven van Günther Schulz aan zijn vader en zijn verloofde. Ook in die brieven geeft Schulz overduidelijk aan onschuldig te zijn. De volledige brieven zijn te vinden op de site in de bronvermelding. Het tijdelijke graf van Günther Schulz was op het centrale kerkhof in Braunschweig. Zijn lichaam werd op 28.11.1948 opgegraven en gecremeerd, de urn werd in het familiegraf op het kerkhof in Neuss bijgezet.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Bronnen

Foto

Thema's