TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Stolpersteine Weststraße 7a (voorheen Weststraße 5)

Deze kleine koperen gedenkplaten (Stolpersteine ​​of struikelstenen) herdenken:

* Betty Oppenheim née Maron, geboren 1872, vluchtte naar Nederland 1939, geïnterneerd in Westerbork, gedeporteerd 1943 Sobibor, vermoord 7 mei 1943.
* Emanel Mandel, geboren 1892, gedwongen te verhuizen naar Berlijn 1941, gedeporteerd 1943, vermoord in Auschwitz.
* Anni Luise Mandel geboren Oppenheim, geboren in 1904, gedwongen te verhuizen naar Berlijn 1941, gedeporteerd in 1943, vermoord in Auschwitz.
* Inge Elisabeth Mandel, geboren 1930, vluchtte naar Nederland 1939, geïnterneerd in Westerbork, gedeporteerd 1943 Bergen-Belsen, 1944 Auschwitz, vermoord.
* Stephanie Cäcilie Mandel, geboren 1933, vluchtte naar Nederland 1939, geïnterneerd in Westerbork, gedeporteerd 1943 Bergen-Belsen, 1944 Auschwitz, vermoord.

Op dit adres, dat vroeger Weststraße 5 was, worden drie generaties herdacht.

Betty Maron trouwde met Hugo Max Openheim, en ze kregen drie kinderen: Fritz, Wilhelm Alexander en Anni. Zoon Fritz sneuvelde in de Eerste Wereldoorlog. In 1920 verhuisde Hugo Max zijn kousen- en handschoenenfabriek, Heidenheim, Oppenheim & Co., naar Adorferstrasse 2 in Chemnitz. Nadat hij het jaar daarop stierf, leidden zijn vrouw Betty en zoon Wilhelm Alexander de fabriek met succes.

In 1930 trouwde Anni Oppenheim met Emanuel Mandel, een ingenieur uit Wenen. Het echtpaar kreeg 2 dochters - Inge Elisabeth en Stefanie. Hij werd ook Mano en Enoch genoemd.

De omstandigheden voor joden verslechterden in de jaren dertig. In 1939 emigreerde Wilhelm Oppenheim met zijn vrouw en zoon naar Schotland. In de herfst van datzelfde jaar vluchtten Betty Oppenheim en haar kleindochters Inge (9 jaar) en Stephanie (6 jaar) Mandel naar Amsterdam, Nederland. Hun ouders, Emanuel en Anni, bleven in Duitsland.

Voor dit gezin begonnen de deportaties naar concentratiekampen in 1943. Eerst werden Emanuel en Anni op 19 februari van Berlijn naar Auschwitz gedeporteerd en vermoord. Betty Oppenheim en haar kleindochters werden naar Westerbork op transport gesteld. Vervolgens werd Betty in mei vanuit Westerbork naar Sobibor gedeporteerd en vermoord. De twee meisjes zijn in september vanuit Westerbork naar Bergen-Belsen gedeporteerd, 8 maanden later op 24 mei 1944 naar Auschwitz en vermoord. Inge was 13 en Stephanie was 10.

"Stolpersteine" is een kunstproject in Europa van Gunter Demnig ter herdenking van slachtoffers van het Nationaal-Socialisme (nazisme). Stolpersteine (struikelstenen) zijn kleine, 10x10cm messing plaquettes geplaatst in de stoep voor de laatste vrijwillige residentie van (meestal Joodse) slachtoffers die zijn vermoord door de nazi's. Elke plaquette is gegraveerd met de naam van het slachtoffer, de geboortedatum en de plaats (meestal een concentratiekamp) en de datum van overlijden. Op deze manier geeft Gunter Demnig een individueel gedenkteken aan elk slachtoffer. Eén steen, één naam, één persoon. Hij citeert de Talmoed: "Een mens wordt alleen vergeten als zijn of haar naam wordt vergeten."

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)

50.833234, 12.911194