TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Stützpunkt Fichte "Nord Batterie" Flakbedding 1 type Fla 14a West Souburg

Verscholen in een klein bos aan de Vrijburgstraat iets ten noorden van West-Souburg bevinden zich nog restanten van een luchtdoelbatterij "Batterie Nord". Na de verovering van Nederland in 1940 door de Duitsers werd ten oosten van de Buitenhaven te Vlissingen een luchtdoelbatterij geplaatst om luchtaanvallen te kunnen afweren. Zeer snel daaropvolgend werd deze vervangen door twee luchtdoelbatterijen, één in de zeewering ten oosten en één ten westen van Vlissingen. Dit bleek al snel onvoldoende en in het daar opvolgende jaar werd bij West-Souburg en wat later ook bij Breskens een zware luchtdoelbatterij opgesteld. Elke batterij kreeg de naam van de richting die het ten opzichte van Vlissingen had. Zo werd de stelling bij West-Souburg "Batterie Nord" genoemd. De vier zware luchtdoelbatterijen waren voorzien van ieder vier stukken 10,5 cm S.K.C/32. Net als de drie andere zware Flakbatterijen rond Vlissingen waren de luchtdoelkanonnen in dunstalen koepels gemonteerd. De koepels boden bescherming tegen weersinvloeden en terugvallende scherven maar een voltreffer van een zware granaat of bom konden ze niet weerstaan. Op 31 maart 1944 werd op deze zwakte gewezen tijdens een inspectie van de bevelhebber van het 1se Leger. Het antwoord was, dat op last van Rommel geen munitiebunkers meer gebouwd mochten worden. Hierdoor bleven alle functies van de batterij onder de bescherming van 30 cm gewapend beton. Ze stonden op VF- werken van het type Fla 14. Een aantal van deze VF- werken is nu overdekt met aarde.

In het midden van de batterij ligt een bunker, waarschijnlijk gebouwd voor de stroomverzorging. Deze en de twee bunkers van het type Fla 14a zijn goed toegankelijk en in redelijke staat. Het was statisch geschut dat oorspronkelijk ontworpen was voor inzet op schepen. Met deze destijds moderne vuurmonden ontstond een krachtige verdediging van het luchtruim boven Vlissingen; defensief tegen directe aanvallen en offensief tegen de luchtkonvooien die hun aanvliegroute over Vlissingen hadden. De Duitse marine achtte deze bescherming noodzakelijk omdat de havens, de scheepswerf 'De Schelde' en het vliegveld (wat opgeheven werd in de loop van 1941) een belangrijke strategische en economische waarde hadden. Achteraf blijkt dit niet verkeerd ingezien wanneer geconstateerd wordt dat Vlissingen tot de meest gebombardeerde steden van Nederland behoort. Luchtaanvallen die in eerste instantie het lot van Vlissingen leken te gaan bepalen, maar uiteindelijk de ondergang voor geheel Walcheren teweegbrachten, toen de dijken bij Westkapelle, Vlissingen, Veere en Ritthem in het najaar van 1944 werden gebombardeerd. Het waren deze luchtdoelbatterijen die de luchtaanvallen moesten afweren. Toen in oktober 1944 de geallieerden Walcheren naderden kwamen de luchtdoelbatterijen onder de aandacht van de geallieerden te liggen door het verhoogde aantal luchtacties boven Walcheren en doordat ze de Canadese opmars hinderden. De gehele maand oktober 1944 werden gerichte succesvolle aanvallen tegen deze batterijen uitgevoerd en werden zij allen buiten gevecht gesteld. De eerste problemen die de "Batterie Nord" ondervond werden niet veroorzaakt door luchtaanvallen op de stelling zelf, maar door het bombardement van 3 oktober 1944 op de zeedijk bij Westkapelle. De lokale marineautoriteiten voorzagen dat het opkomende water uiteindelijk problemen zou gaan geven voor de stelling. Men achtte het raadzaam de gehele batterij te verplaatsen naar Veere. Toen de Nolledijk te Vlissingen werd gebombardeerd werd het besluit over deze verplaatsing acuut. De bevelvoerende admiraal in Nederland, die in Utrecht zetelde, meende echter dat de kanonnen moesten blijven waar ze waren. De gehele stelling moest maar omringd worden door een dijk. Als dit mogelijk bleek, konden gezien het gesloten karakter van de batterij de openingen tussen de bunkers worden afgesloten. Hij was ook van mening dat binnendringend grondwater tegengehouden kon worden door een extra cementlaag op de vloeren te smeren. Op Walcheren dacht men er anders over. De opstelling lag erbij als een gestrand schip omsloten door zeewater zonder enige mogelijkheid iets te kunnen camoufleren en zo werd de batterij een schietschijf voor geallieerde luchtaanvallen waartegen de militairen zich niet konden beschermen.

De situatie van "Batterie Nord" werd duidelijk gemaakt aan een gemachtigde van de bevelvoerende admiraal in Nederland toen deze in de periode van 22 tot 25 oktober naar Walcheren kwam. Er werd een dijk om de gehele stelling gelegd en om de bunkers afzonderlijk. Aggregaten werden eerst hoger in de bunker opgesteld en uiteindelijk op het dak geplaatst. Op 18 oktober was de batterij geheel omringd door water. De radar voor de vuurleiding was al ten prooi aan het water gevallen en een licht luchtdoelkanon dreigde te volgen. Een dag later was het onderbrengen van militairen door binnendringend grondwater onmogelijk geworden. Alleen in alarmsituaties werden de bovenste van de stapelbedden van drie hoog beslapen. De manschappen en keuken werden ondergebracht op de bovenetages van de huizen aan de Kerklaan. Om hier te geraken werd een 700 meter lange en 2 meter hoge loopbrug van de batterij naar West-Souburg aangelegd. Op 30 oktober werd hiervan een deel vernield bij een luchtaanval. Doordat op 10 oktober door de "Batterie Nord " ondersteuningsvuur werd gegeven voor de verdedigers van West-Zeeuws- Vlaanderen werd de batterij aangevallen door jachtvliegtuigen. "Nord" bleef in vergelijking met de andere drie luchtdoelopstellingen het langst vuurbereid. Het laatste inzetbare kanon raakte een dag voor de aanval op Walcheren, 31 oktober, buiten gebruik omdat bij een bomtreffer drie tonnen vloeibare pek de lucht in werden geslingerd en de inhoud op dit stuk geschut terecht kwam. Door schoonmaakwerkzaamheden was het wapen 24 uur buiten gevecht. Op 1 november werd met een kanon nog het vuur geopend op het landingsstrand van Vlissingen. Een dag later was de batterij definitief buiten gebruik. De bezetting sloot zich aan bij de landmacht en werd ingezet bij de verdediging van de kanaalbrug bij Souburg.
In de Eerste Wereldoorlog was het vliegtuig al een serieus luchtwapen waartegen nieuwe wapens ontwikkeld moesten worden. Dit waren dan de luchtdoel, of luchtafweerkanonnen, die in de Tweede Wereldoorlog ook deel gingen nemen aan de geschiedenis van Zeeland. Wat is daar in dat bosje dan zo bijzonder? Buiten de ruďne in het bosje aan de Vrijburgstraat zijn op Walcheren geen overblijfselen meer van de allesbepalende luchtoorlog terug te vinden. In de oorlog werd namelijk de raket geboren waardoor dit soort betonnen opstellingen richting het rijk der palissaden en bastions werd gezonden. Raketten onder de naam V1 en V2, werden het nieuwe wapen. Een verhaal dat door particulieren uit stoffige archieven, verspreid over geheel Europa, is teruggevonden. Hier aan de Vrijburgstraat zijn de meeste restanten van de toenmalige "Batterie Nord" terug te vinden. Een deel is verwoest door oorlogsschade een ander deel door een naoorlogse sloopdrift. Wat resteert zijn twee 7 hoekige geschutsopstellingen welk typerend zijn voor de architectuur binnen de vestingbouw van de Duitse marine. Een hiervan is, mogelijk door oorlogsgeweld, beschadigd. Tussen deze twee emplacementen staat een onderkomen. Dit is waarschijnlijk gebouwd naar een plaatselijk ontwerp wat zich ook goed laat aflezen aan zijn minder geperfectioneerde vormgeving, waardoor het een wat onafgewerkt voorkomen heeft.

Tekst op het eerste informatiebord:
Tijdens de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) werd Vlissingen met vele honderden bunkers en versperringen uitgebouwd als onderdeel van de Atlantikwall. Een verdedigingslinie die zich uitstrekte van de Noordkaap in Noorwegen tot de Frans-Spaanse grens bij de Golf van Biskaje. De Atlantikwall moest een geallieerde invasie op de bezette West-Europese kust voorkomen. Een belangrijk onderdeel van de verdediging van Vlissingen was de luchtdoelartillerie, die in vier middelzware batterijen rond de Scheldestad stond opgesteld. De belangrijke havens en de scheepswerf ‘de Schelde’ noodzaakten deze luchtverdediging en maakten Vlissingen tot één van de meest gebombardeerde steden van Nederland.

In dit bos liggen de restanten van de noordelijke luchtafweerbatterij van Vlissingen. Herstel en behoud van het bunkercomplex is een samenwerkingsverband van Stichting Bunkerbehoud, Stichting Landschapsbeheer Zeeland en gemeente Vlissingen.
U bent van harte welkom. Betreden van de bunker(s) is op eigen risico.

Tekst op het tweede informatiebord:
De batterij Vrijburg.
Deze bunkerrestanten vormen de overblijfselen van de noordelijke luchtafweerbatterij van Vlissingen (Marineflakbatterie Nord), bewapend met vier 10,5 cm luchtafweerkanonnen. De vuurleiding voor dit geschut werd verzorgd door een zogeheten ‘Leitstand’, die centraal in de batterij lag. Met behulp van afstandsmeters en hoekkijkers berekende men hier de positie van de vijandelijke vliegtuigen. Voor het huisvesten van de geschutsbediening en de opslag van de munitie zijn meerdere onderkomens gebouwd, verspreid over de batterijstelling.

De batterij als monument: Na de oorlog werd een deel van de bunkers gesloopt en onder de grond weggewerkt. Alleen twee geschutsopstellingen en een personeelsbunker bleven zichtbaar. In 2000 ontving de Stichting Bunkerbehoud een aanmoedigingsprijs van Stichting Landschapsbeheer Zeeland. In samenwerking met gemeente Vlissingen werd een plan opgesteld voor behoud en herstel van het bunkercomplex. Hierin gaan cultuur, historie, natuur en recreatie samen. Zo biedt het personeelsonderkomen nu onderdak aan overwinterende vleermuizen als de grootoor-, water- en baardvleermuis. In het najaar van 2002 is de batterij en het omliggende bos opgeschoond en toegankelijk gemaakt voor het publiek. De batterij is nu een monument voor de luchtoorlog boven Vlissingen, die op de grond zoveel slachtoffers heeft gekost.

De batterij en de bevrijding: In november 1944 voerden de geallieerden een landing uit op de Walcherse kust. Doel hiervan as het eiland te bevrijden en de geallieerde konvooivaart naar Antwerpen te vergemakkelijken. Om de Duitse verdediging vooraf te verzwakken, werd het eiland onder water gezet door een bombardement op de dijken. Om de Vrijburg batterij tegen het opkomende water te beschermen werd een dijk aangelegd. De aanwezige bunkers werden gedeeltelijk dichtgemetseld en via steigers met elkaar verbonden. Na een aantal zware bombardementen was het merendeel van het geschut uitgeschakeld. Eén van de opstellingen voor het 10,5 geschut is door een directe treffer geheel vernield. Na deze aanvallen speelde de batterij in de verdere strijd geen echte rol meer.
U bent van harte welkom. Betreden van de objecten op eigen risico.

Foto: 1 De Flakbedding.
Foto: 2 Ruimtes voor munitie.
Foto: 3 Ingang naar de bedding.
Foto's 4 & 5 Munitieruimtes van dichtbij te zien.

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)

51.470624, 3.58813