TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    De Amerikaanse onderzeeboot USS Atule werd in juni 1944 in dienst gesteld en ingezet in de Pacific. Na de Tweede Wereldoorlog werd het schip intensief verbouwd en gebruikt tot het in 1969 in reserve werd geplaatst. In 1970 werd het schip van de sterkte afgevoerd en vervolgens in 1973 verkocht aan Peru, waar het als Pacocha (SS-48) in dienst werd gesteld tot het schip in 1988 na een aanvaring zonk.

    Gegevens


    USS Atule, 1946 Bron: NavSource 0840321
    Gebouwd door:
    Kiel gelegd:
    Te waterlating:
    Aflevering:
    Einde:
    Portsmouth Naval Shipyard, Kittery,
    Maine
    2 december 1943
    6 maart 1944
    21 juni 1944
    26 augustus 1988
    (als BAP Pacocha (SS-48))
    Bouwnummer : ?





    Indeling:
    Datum in:
    Datum uit:
    Gegevens:

    juni 1944

    Fleet Sound School, Key West, Florida





    1946

    Submarine Squadron 2 (SubRon 2)

    8 maart 1951

    Submarine Squadron 8 (SubRon 8)

    januari 1958

    Submarine Squadron 12 (SubRon 12)

    15 september 1969

    Reserve

    1 oktober 1969
    15 augustus 1973
    USS Atule (AGSS-403)


    15 augustus 1973
    geschrapt van Naval Register

    juli 1974
    28 augustus 1988
    BAP Pacocha (SS-48), Marina de Guerra Peruana

    Geschiedenis USS Atule (SS-403/AGSS-403)

    De USS Atule was een Balao-klasse onderzeeboot waarvan de kiel op 25 november 1943 werd gelegd aan de werf van de Portsmouth Naval Shipyard in Kittery, Maine. Op 6 maart 1944 werd het schip te water gelaten en op 21 juni 1944 afgeleverd. Na de aflevering volgde een maand lange inwerkingsperiode aan de Amerikaanse oostkust, waarna het schip naar de Zuid-Pacific werd gezonden. In oktober 1944 kwam het schip aan in Pearl Harbor.[1][2]


    twee varianten van het embleem van de USS Atule Bron: Public Domain (onbekend)

    De eerste oorlogspatrouille vond plaats vanaf 9 oktober 1944, in samenwerking met zusterschepen USS Pintado (SS-387) en USS Jallao (SS-368) rond de Straat van Luzon en de Zuid-Chinese Zee. Op 1 november 1944 lukte het de Atule haar eerste twee slachtoffers te maken toen een Japans konvooi werd aangevallen. Omdat escorteschepen de onderzeeboten aanvielen kon niet worden bevestigd welke schepen tot zinken waren gebracht, maar de Atule ontving het krediet dat het de m.v. Asama Maru (1928) tot zinken had gebracht. Het zou tot 20 november duren voordat een volgend schip kon worden aangevallen. Op die dag bracht de Atule de Japanse mijnenveger W-88 tot zinken. Op 24 november bracht de Atule de m.s. Santos Maru (1925) tot zinken en beschadigde één van de escorteschepen, de Patrouilleboot Dai 88-Go shokaitei. Het volgende slachtoffer werd op 27 november gemaakt toen het een tussen het eiland Dequey en eiland Ibuhos een voor anker liggend schip torpedeerde. Het schip kon niet worden geïdentificeerd. De volgende dag trok de Atule naar het Atol Majuro, waar het op 11 december aankwam en haar eerste patrouille beëindigde.[3]

    Na een trainingsperiode vertrok het schip op 6 januari 1945 voor de volgende oorlogspatrouille in de Gele Zee. Op 24 januari viel de Atule hierbij een vrachtschip aan wat later de s.s. Taiman Maru No. 1 bleek te zijn. Na diverse torpedolanceringen en aanvallen met geschut, lukte het de vrachtvaarder tot zinken te brengen. Verdere successen werden op deze tweede patrouille niet geboekt en op 7 maart 1945 liep het schip de haven van Midway binnen.[4][5]

    Op 2 april 1945 vertrok de Atule naar Guam, van waaruit op 12 april haar derde oorlogspatrouille begon. Dit was vooral een patrouille om neergeschoten vliegtuigbemanningen te redden en mijnen op te sporen. Op 30 mei beëindigde het schip deze patrouille in Pearl Harbor.[6]

    Na een herstelperiode van drie weken en een oefenperiode van nog eens drie weken, vertrok de Atule op 3 juli 1945 uit Pearl Harbor voor haar vierde patrouille, wederom bedoeld als reddingsoperatie voor neergeschoten vliegtuigbemanningen om daarna voor de rest van haar patrouilletijd zich te begeven in de wateren rond Japan en mat name rond Honshu. Op 12 augustus werden twee kustverdedigingsschepen gesignaleerd, de twee D-type escorteschepen Dai-6 Go Kaibokan (2703) en Dai-16 Go Kaibokan (2708). De twee schepen werden door Atule aangevallen op 13 augustus, waarbij de Dai-6 Go Kaibokan (2703) tot zinken werd gebracht en de Dai-16 Go Kaibokan (2708) dusdanig werd beschadigd dat het schip niet meer kon worden hersteld. Nadat bekend werd op 15 augustus dat Japan zich had overgegeven vertrok de Atule via Pearl Harbor en het Panama Kanaal naar New London, Connecticut.[7]

    In New London werd het schip ingedeeld bij het Submarine Squadron 2 (SubRon 2) en voerde het opleidingsoperaties uit voor de Submarine School en de Prospective Commanding Officer's School. Hierna werd het schip uit de vaart genomen en ging het naar de Portsmouth Naval Shipyard voor een grote renovatie en verbouwing. Deze verbouwing werd op 3 februari 1946 afgerond.

    in juli 1946 werd het schip ingezet in het Noordpoolgebied tijdens Operatie Nanook, het opzetten van een weerstation in het gebied. De operatie werd 29 juli afgebroken waarna de Atule weer naar New London trok. Op 27 februari 1947 kwam de Atule aan in Philadelphia, Pennsylvania voor een buitendienststelling. Op 8 september 1947 volgde toevoeging aan de reservevloot bij de New London Group van de Atlantic Reserve Fleet. Drie jaar later werd het schip overgebracht naar de Portsmouth Naval Shipyard voor een volledige modernisering volgens een zogenaamd GUPPY IA type onderzeeboot. Uitgerust met een snorkel installatie en een gestroomlijnder bovenbouw, werd het schip op 8 maart 1951 weer in dienst gesteld.[8]

    De Atule maakte nu deel uit van Submarine Squadron 8 (SubRon 8) gestationeerd in de Atlantische Oceaan met als thuishaven New London. In deze periode opereerde het schip in de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee tot het op 19 november 1952 voor onderhoud aankwam bij de Portsmouth Naval Yard. Vanaf 4 april 1953 was het schip weer operationeel. In oktober brak brand uit aan boord van het schip en het moest op 27 oktober in New London in reparatie. Al in januari 1954 kon het schip weer op pad tot het in februari 1955 weer in onderhoud ging in Philadelphia. Na een operationele periode in de Middellandse Zee, werd de Atule in juli 1958 ingedeeld bij Submarine Squadron 12 (SubRon 12) te Key West.


    USS Atule, Barcelona, 1960 Bron: Public Domain (onbekend)

    De jaren daarna werd het schip ingezet bij experimenten met nieuwe technieken voor onderzeeboten en volgde van juli tot oktober 1960 inzet voor de NAVO in de Middellandse Zee. Hierna keerde het schip terug naar de Verenigde Staten voor groot onderhoud aan de Charleston Naval Shipyard welke tot april 1961 voortduurde. Hierna volgde inzet te Key West, Florida en Guantanamo Bay. Tussen oktober 1963 en februari 1964 volgde wederom een onderhoudsbeurt, dit keer aan de Norfolk Naval Shipyard. Na dit onderhoud volgde inzet vanuit Key West en vanaf juli in de Middellandse Zee tot november 1964. Van augustus 1965 tot december nam de Atule deel aan een oefenoperatie rond Zuid Amerika om vervolgens in Amerikaanse thuiswateren te opereren tot het schip op 5 juli 1966 weer in onderhoud ging, dit keer in Charleston. Op 26 januari 1967 vertrok het schip weer vanaf de werf en volgde wederom inzet rond de Verenigde Staten tot op 1 oktober 1968 weer naar de Middellandse Zee werd vertrokken. Vanaf 3 februari 1969 volgde weer inzet in thuiswateren.

    De USS Atule werd op 29 augustus 1969 naar Philadelphia gezonden waar het schip op 15 september in reserve ging. Op 1 oktober 1969 werd de Atule alweer gereactiveerd, dit keer als USS Atule (AGSS-403) om vervolgens op 6 april 1970 uit dienst te worden genomen. De naam van het schip werd op 15 augustus 1973 geschrapt uit het Naval Vessel Register en in mei 1974 verkocht aan Peru.[9]

    BAP Pacocha (SS-48)

    Nadat de USS Atule werd verkocht aan Peru, werd het schip op 28 mei 1974 als BAP Pacocha (SS-48) in dienst gesteld bij de Marina de Guerra Peruana (Peruaanse Marine). Op 26 augustus 1988 zonk het schip nadat het was geramd door de Japanse vissersboot Kiowa Maru. Het schip zonk met alle manschappen aan boord, waarbij vier van hen tijdens het zinken omkwamen, waaronder de bevelhebber. Een grote reddingsoperatie werd opgezet die uiteindelijk resulteerde in het levend en wel naar boven brengen van alle opvarenden. Eén opvarende overleed aan caissonziekte. Ook het schip zelf werd gelicht en kwam op 23 juli 1989 weer boven water. Na onderzoek werden alle bruikbare onderdelen van het schip gebruikt voor andere onderzeeboten van de Peruaanse Marine.

    Technische gegevens

     Naam:  USS Atule (SS-403)
     Callsign/Registratie:
     ? / ?
     Bouwer:
     Portsmouth Naval Shipyard, Kittery, Maine
     Bouwnummer:
     ?
     Type/Klasse:
     Onderzeboot / Balao-klasse
     Waterverplaatsing:
     1.526 lt (1.550 t) boven water
     2.391–2.424 lt (2.429–2.463 t) onder water
     Guppy Ia:
     1.830 tons (1.859 t) boven water
     2.440 tons (2.479 t) onder water
     Lengte:
     94,90 meter
     Guppy Ia:
     93,75 meter
     Breedte:
     8,30 meter
     Guppy Ia:
     8,33 meter
     Diepgang:
     5,13 meter
     Guppy Ia:
     5,20 meter
     Aandrijving:
     4x dieselaangedreven elektrische generatoren (Fairbanks-Morse of General Motors)
     2x 126-cell Sargo accu's
     4x elektrische motoren met gereduceerde versnelling of
     2x low-speed elektrische motoren (Elliott Company of General Electric)
     twee schachten
     5.400 shp (4.000 kW) boven water
     2.740 shp (2.040 kW) onder water
     Guppy Ia:
     Snorkel en verbeterde accu's
     Snelheid:
     20,25 knopen (38 km/h) boven water
     8,75 knots (16 km/h) onder water
     Guppy Ia:
     17,3 knopen (32,0 km/u) boven water
     15 knopen (28 km/u) onder water
     Bereik:
     20.000 km bij 10 knopen (19 km/h)
     Guppy Ia:
     31.000 km bij 11 knopen (23 km/u)
     Duikdiepte:
     120 meter
     Bewapening:
     10x 533 mm torpedolanceerbuizen
     (6 voor, 4 achter)
     24 torpedo's
     1x 127 mm / 25 kaliber dekgeschut
     1x 40 mm Bofors luchtafweer
     1x2 20 mm Oerlikon luchtafweer
     Guppy Ia:
     10x 533 mm torpedolanceerbuizen
     (6 voor, 4 achter)
     24 torpedo's
     Bemanning
     80
     Guppy Ia:
     85

    Definitielijst

    kaliber
    De inwendige diameter van de loop van een stuk geschut, gemeten bij de monding. De lengte van de loop wordt vaak aangegeven in het aantal kalibers. Zo is bv de loop van het kanon 15/24 24 ×15 cm lang.
    torpedo
    Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.

    Commanding Officers

    Commander John Howard Maurer (Kapitein-luitenant-ter-Zee)
    21 juni 1944 - 8 september 1947


    Capitán de Fragata Daniel Nieva Rodríguez (Kapitein-luitenant-ter-Zee)
    ? - 26 augustus 1988

    Noten

    1. Friedman, 1995, pag. 285-304
    2. Campbell, 2016, pag. 31
    3. United States Navy Department, 1947, pag. 2
    4. Campbell, 2019, pag. 8
    5. United States Navy Department, 1947, pag. 2
    6. Campbell, 2016, pag. 32
    7. United States Navy Department, 1947, pag. 2
    8. Friedman, 1995, pag. 285-304
    9. Friedman, 1995, pag. 285-304