Het dagboek van Pappie is een persoonlijk verslag van zijn gevangenneming, zijn verblijf in de concentratiekampen en van zijn uiteindelijke terugkeer naar huis. Het beschrijft een periode van bijna een jaar en wel van 23 mei 1944 tot 7 mei 1945.
Het is 1 november 1943 als een nieuwe groep studenten de trein uit stapt op het station van Herzberg am Harz. Deze studenten waren eerder in Braunschweig en daarna in Uslar tewerkgesteld.[1] In Herzberg kwam de groep te werken in een munitiefabriek aan de voet van kasteel Herzberg. "Wat huisvesting betreft hebben we het zelfs nog nooit zo goed gehad, een werktijd van 8 uur is een ongekende weelde en wat het vergiftigingsgevaar betreft dit is erg meegevallen."[2] Om te begrijpen hoe deze studenten precies in Herzberg terecht kwamen en hoe het hen verging, gaan we eerst een aantal maanden terug in de tijd.
Ernst Pawlas (1920-2004) vocht tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Duitse Jäger-Regiment 49 aan het Oostfront. Na de oorlog schreef hij hierover het onderstaande verslag dat we met toestemming van zijn zoon hier mogen publiceren. De tekst is door Arnold Palthe vanuit het Duits vertaald in het Nederlands, maar inhoudelijk ongewijzigd gelaten. Het is het onverbloemde verhaal van het Oostfront vanuit het perspectief van een Duitse militair.
"Ver van alles, waarvan ik heb gehouden, zwerf ik thans rond in alle eenzaamheid." Het is de eerste zin van het refrein van het Ommenlied, geschreven door studenten die in Kamp Erika in Ommen werden verzameld om naar Duitsland gestuurd te worden. De ruim 3.000 studenten werden voor de Arbeitseinsatz over Duitsland en Oostenrijk verspreid. Zij kwamen op 6 mei 1943 in Ommen aan en verbleven er enkele dagen tot ruim een week. Er gingen drie transporten naar Duitsland, op respectievelijk 8, 11 en 14 mei.
"Ik moet over de ziekte van Jan Heling vertellen. Het is niet zoals ik schreef griep of longontsteking, maar disenterie. Dat is vrijwel zeker. De dokter heeft 't niet willen zeggen, maar hij zei wel dat 't besmettelijk was." Gerard schreef hier over de eerste ziektes in het Lager in Dassel, Duitsland. Hier was hij met 21 andere studenten tewerkgesteld, omdat ze weigerden de loyaliteitsverklaring van de Duitse bezetter te tekenen. In totaal werden 3.000 studenten voor de Arbeitseinsatz in Duitsland ingezet. Dit is Gerards verhaal van de tweede helft van 1943.
Kurt Kröger diende in Rusland als onderofficier in I. Kompanie, Grenadier-Division 422 van de Rheinl.-Westf. Infanterie-Division van Heeresgruppe Nord. Zijn dagboek bestrijkt de periode tussen 31 october 1942 en 25 december 1944.
Tatsachenbericht von Ernst Pawlas über seine Kriegserlebnisse von 1940 – 1945 an die Ostfront
Het is ruim vijf jaar geleden dat de schrijver van dit artikel van een bevriend historicus een schriftje kreeg. Een eenvoudig groen-grijzig kaftje, met een wit labeltje en een naam er op. Het zijn slechts 26 velletjes, met potlood beschreven. Op de laatste pagina is getekend met een andere naam dan op de voorkant, de datum 26 november 1945. Het betreft een verslag van drie jonge jongens, geboren in 1927 en 1928, pas zeventien en achttien jaar in 1945. Het behandelt hun terugreis uit Duitsland die plaatsvond van maart tot en met juni van dat jaar.
Kurt Kröger diente als Unteroffizier im 1. Kompanie, Grenadier-Division 42, Rheinl.-Westf. Infanterie-Division der Heeresgruppe Nord in Rußland. Das Tagebuch umfaßt die Periode zwischen den 31sten Oktober 1942 bis den 25sten Dezember 1944.
Net als veel andere studenten weigerde Gerard Schampers in 1943 de loyaliteitsverklaring van de Duitse bezetter te tekenen. Hierdoor werd hij met 3.000 andere studenten voor de Arbeitseinsatz naar Duitsland gestuurd. Via Kamp Erika en een aantal plaatsen in Duitsland kwam hij op 26 mei 1943 in Dassel aan. Niet alleen, maar met 21 andere studenten. Van deze studenten kende hij er al een aantal, van zijn studie in Tilburg, of uit zijn woonplaats Helmond. Dit is zijn verhaal van de eerste twee maanden in Dassel tot de eerste der studenten naar huis terugkeerde.
"Even laat ik weten dat we weer 'ns op reis gaan. De reis gaat nu naar Dassel. We komen daar op 'n vrij kleine fabriek. Dassel is 'n gat. Het ligt bij Holzminden noordwest van Herzberg. Iets zuidoost van Bielefeld, 'n beetje dichter bij de grens. Op de rand van Westfalen. Vanmiddag om half drie gaan we er naar toe." Dat schreef Gerard Schampers op 26 mei 1943 naar huis. Hij had zich als student moeten melden voor de Arbeitseinsatz en was 6 mei 1943 uit Tilburg vertrokken. Dit is het verhaal van zijn reis naar Duitsland, waar hij anderhalf jaar zou blijven werken.
Op de achterkant van onderstaande foto staat: J.C. Lohmans, Breda, Rotterdam, Econ. Hij was een van de 22 Nederlandse studenten die weigerden de Duitse loyaliteitsverklaring te tekenen en daarom naar Duitsland werden gestuurd. Deze groep studenten belandde uiteindelijk in Dassel, waar ze in de Ruwo-fabriek werden tewerkgesteld.
Hieronder volgt een ingezonden bijdrage van auteur Lou Heynens. Als kenner van de Nederlandse adel onderzocht hij het precieze lot van de leden van de Nederlandse adel die omkwamen in Nederlands-Indië in de periode 1942-1949. Daaruit volgde dit overzicht dat tevens bedoeld is als eerbetoon.
Een historisch onderzoek naar de verkeerde datum op een grafsteen van een Amerikaanse soldaat.
Op zondag 8 oktober 1944 werden door Duitse bezetters in Sevenum 326 mannen (inwoners, evacués en onderduikers) gevangen genomen en naar Duitsland getransporteerd, om daar te verblijven in kampen en verplicht arbeid te verrichten op fabrieken. Een van deze gevangenen was Hendrik Baeten uit Sevenum.