TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Geruisloos verdwenen uit de bibliotheekgeschiedenis

Titel:Geruisloos verdwenen uit de bibliotheekgeschiedenis - Het lot van de ontslagen Joodse bibliotheekmedewerkers
Schrijver:Deckers, M.
Uitgever:Walburgpers
Uitgebracht:2022
Pagina's:192
ISBN:9789462498990
Omschrijving:

Toevalsbevinding betekent dat je tijdens het zoeken naar iets stuit op een onderwerp dat ook interessant genoeg is om te onderzoeken. Dit gebeurde auteur Mark Deckers toen hij archiefonderzoek deed naar een briefje waarin schrijfster Annie M.G. Schmidt een reprimande kreeg voor roken in de leeszaal van de Koninklijke Bibliotheek. Deckers vond het briefje niet, maar stuitte in de archieven wel op een lijst met elf Joodse bibliotheekmedewerkers die tijdens de Duitse bezetting eind 1940 hun baan verloren. Het verbaasde Deckers dat dit ontslag zo snel na de inval had plaatsgevonden, ruim voordat er sprake was van razzia’s en deportaties. Het lot van deze Joodse medewerkers interesseerde Deckers en zette hem ertoe aan hun geschiedenissen uit te zoeken en vast te leggen in het boek ‘Geruisloos verdwenen uit de bibliotheekgeschiedenis’.

Deckers’ motivatie wat hij bij toeval ontdekte verder te onderzoeken, is omdat hij meent dat het lot van deze elf medewerkers in de geschreven geschiedenis van de bibliotheken in Nederland onderbelicht is gebleven. Deckers is zelf bibliothecaris en wilde deze collega’s uit een ver verleden "opnieuw een gezicht (...) geven." In letterlijke zin is hem dat bij vijf van de elf niet gelukt. Van hen zijn geen foto’s bewaard gebleven. Ook zijn van diverse bibliotheekmedewerkers weinig gegevens bekend. Het is moeilijk om in zo’n geval een redelijk complete biografische schets te schrijven. Een voorbeeld hiervan betreft Fanny Simons, die aldus Deckers een van de grondleggers is van het muziekbibliotheekwerk in Nederland. In haar biografie zitten veel gaten; er is vrij weinig over haar te vinden in de diverse archieven, aldus Deckers.

Van andere Joodse bibliotheekmedewerkers is meer bekend. Een voorbeeld hiervan is Josef Cohen, directeur van de bibliotheek in Groningen. Cohen was ook schrijver en dichter en zelfs enige tijd lid van kunstenaarscollectief De Ploeg. Een van zijn boeken, ‘Nederlandse sagen en legenden’, kreeg Anne Frank cadeau op haar dertiende verjaardag. Cohen wordt omschreven als bohemien; een man die zijn werk als directeur ook niet altijd even serieus nam en nauwgezet uitvoerde. Cohen overleefde de oorlog, maar keerde niet terug als directeur. Men had na zijn verplichte ontslag een opvolger gevonden waar men zeer tevreden over was. Uiteindelijk zal hij tot aan zijn pensioen in 1951 als bibliograaf door het leven gaan.

De elf schetsen van de ontslagen Joodse bibliotheekmedewerkers zijn chronologisch opgebouwd en lezen gemakkelijk. Maar ze staan ook relatief los van elkaar. En dat terwijl er in de geschiedenissen van deze mensen patronen en structuren zijn te herkennen die bij elkaar gevoegd een inzichtelijk beeld geven van het lot van de Joodse medewerkers van de bibliotheken en leeszalen. Laten we eens enkele patronen langslopen. Deckers was verrast door de snelheid van het ontslag. Nadat bibliotheekmedewerkers in oktober 1940 een ariërverklaring moesten ondertekenen, volgde in december 1940 voor Joodse medewerkers schorsing in afwachting van ontslag. Dit formele ontslag kreeg in het voorjaar van 1941 zijn beslag. In de bibliotheekwereld werd afgesproken deze ontslagen Joodse medewerkers financieel te compenseren in de vorm van wachtgeld. Die compensatie was voor veel kleine bibliotheken een probleem. In Steenwijk werd directeur Julia de Vries ontslagen. De vacante plek moest worden ingevuld én De Vries moest worden betaald. Dit leidde ertoe, mede omdat er geen landelijk solidariteitsfonds van de grond kwam, dat er door het stichtingsbestuur lastige en moreel pittige keuzes moesten worden gemaakt. Koos men voor de ontslagen werknemer of toch voor de collectie.

Een ander patroon is de vervolging van bibliotheekmedewerkers. Van de elf in het boek geportretteerde personen overleefden zes de oorlog. Maar allemaal kregen ze te maken met steeds strengere maatregelen en uiteindelijk deportatie. Een aantal van hen, zoals Dora Belinfante uit Zeist, lukte het om op de lijst van Frederiks en Van Dam te komen. Dit waren lijsten met Joodse Nederlanders die een bijzondere betekenis voor Nederland of Duitsland hadden en niet gedeporteerd moesten worden. Het betrof met name mensen uit de kunst en cultuur. Voor Belinfante is niet te achterhalen hoe zij op de lijst is gekomen, maar het heeft er waarschijnlijk mede voor gezorgd dat zij niet naar een vernietigingskamp is gestuurd, maar naar Theresienstadt. Van daaruit werd ze uiteindelijk naar Zwitserland gestuurd, waar ze het einde van de oorlog afwachtte. Iets vergelijkbaars overkwam Hannie Wolff, die in Den Haag werkte. Ook zij kwam op een van de lijsten en werd getransporteerd naar Theresienstadt, alwaar ze de oorlog overleefde.

Interessant is ook de wijze waarop de overlevenden zijn teruggekeerd in het bibliotheekwezen. Zoals gezegd werd Cohen in Groningen een andere baan aangeboden. Daarover was hij zo ontevreden dat hij tot zijn pensionering geen woord wisselde met de directeur die door zijn schorsing en ontslag op de directeursplek was gekomen. Belinfante keert terug op haar plek in Zeist, maar ook daar zit al een vervanger. Ze solliciteert al snel naar een functie van bibliograaf bij de Koninklijke Bibliotheek. Hannie Wolff speelde na de oorlog een belangrijke rol in de totstandkoming van schoolbibliotheken. Interessant is ook Fanny Simons (Den Haag). Ook zij stond op de lijst van Van Dam en overleefde oorlog. Ze was zeer verknocht aan haar werk en wilde toen ze rond 1950 de pensioengerechtigde leeftijd bereikte het liefst doorwerken. En hiermee hebben we nog een patroon te pakken. De elf geportretteerde Joodse bibliotheekmedewerkers hadden allen een liefde voor hun werk in bibliotheek of leeszaal.

Deckers heeft in zijn boek een klein monument opgericht voor deze elf Joodse bibliotheekmedewerkers. Het is een boek dat vooral lezers met een interesse voor het bibliotheekwezen zal interesseren, maar het zal zeker ook de lezer aanspreken die geïnteresseerd is in persoonlijke verhalen over de Tweede Wereldoorlog.

Beoordeling: Goed

Informatie

Artikel door:
Martin Bootsma
Geplaatst op:
20-05-2022
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen