TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    De Noorse maritieme verkenner Marinens Flyvebaatfabrikk M.F.11, soms ook aangeduid als Höver M.F.11 kwam vanaf 1932 in dienst bij de Noorse Marine. Ten tijde van de Duitse invasie in april 1940 was het toestel nog volop in gebruik. Een aantal toestellen van dit type ontkwam naar Groot-Brittannië en, de meeste, naar Finland. De toestellen werden in Finland geïnterneerd en in gebruik genomen door de Finnen zelf. De in Noorwegen achtergebleven toestellen werden in gebruik genomen door de Luftwaffe.


    Bron: Public Domain (onbekend)

    Definitielijst

    invasie
    Gewapende inval.
    Luftwaffe
    Duitse luchtmacht.

    Geschiedenis

    De Marinens Flyvebaatfabrikk in Horten beëindigde in 1929 de productie van de in licentie gebouwde Hansa Brandenburg W 33. Op dat moment was het al duidelijk dat spoedig een opvolger nodig was voor dienst bij de Noorse Marine. De hoofdontwerper van de fabriek, J.E. Höver, kreeg dan ook de opdracht een nieuw drijvervliegtuig voor verkenningsopdrachten te ontwerpen. Binnen een jaar tijd ontwierp hij in overleg met piloten, waarnemers en andere specialisten de M.F. 11. Gedurende deze tijd werd door de Noorse Marine ook naar buitenlandse ontwerpen gekeken. Toch werd op 11 oktober 1930 besloten opdracht te verlenen om de M.F. 11 in productie te nemen.[1]

    Het toestel werd uiteindelijk een dubbeldekker met een lengte van bijna 12 meter en een spanwijdte van iets meer dan 15 meter. De romp werd opgebouwd uit een stalen buizen constructie en houten vormsteunen, overtrokken met canvas. Middels een Gosport buizen systeem kon de bemanning van drie personen met elkaar communiceren. De toestellen werden aangedreven door een Armstrong Siddeley Panther II radiaal motor met een vermogen van 575 pk.

    Het eerste toestel, de F.300, koos op 29 september 1931 voor het eerst het luchtruim. Tot en met de F.313 werden uit Engeland geïmporteerde motoren gebruikt. Vanaf de F.314 werden in licentie gebouwde motoren ingebouwd. In 1938 werd de licentie bouw van de motoren beëindigd omdat op de markt veel motoren van dit type voorradig waren. De laatste modellen kregen dan ook weer Britse motoren. Totaal werden 29 toestellen gebouwd.

    Kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd besloten de veel gebruikte toestellen te vervangen. Hiervoor werden op 8 maart 1940 een totaal van 24 stuks Northrop N-3PB toestellen besteld. Toen de Duitse invasie op 9 april 1940 aanving, was nog geen enkel nieuw toestel geleverd en moest de M.F.11 volop in actie komen. Ten tijde van de Duitse inval waren nog 20 toestellen in dienst waarvan 17 op dat moment operationeel.[2]

    Na de strijd wist één toestel, de F.342, te ontkomen naar Engeland. Het toestel raakte ernstig beschadigd bij aankomst. Drie toestellen, de F.310, F.336 en F.346, wisten naar Finland te ontkomen. De bemanning werd geïnterneerd en de drie toestellen ingelijfd bij de Finse strijdkrachten met de nummers NK-171, NK-172 en NK-173. In 1944 werden ze uit de dienst teruggetrokken en opgeslagen.[3]


    Finse NK-172 Bron: Public Domain (onbekend)

    Een totaal van zestien toestellen was in Noorwegen achtergebleven en werden door de Luftwaffe buitgemaakt. De F.302 en F.318 stonden in reparatie en werden intact overgenomen. De F.304, F.308 en F.338 werden in Dröbak buitgemaakt, de F.322 in Flatöy, de F.324 in Sola en de F.l312, F.334 en F.344 in Tromsö. De F.348, F.350, F.352 en F.354 waren nog in aanbouw in Horten en werden voor de Luftwaffe afgebouwd. Van de F.314 en de F.326 kon niet worden achterhaald wat er mee is gebeurd. De Luftwaffe gebruikte de toestellen vooral in Noorwegen en Noordoost Duitsland voor communicatie- en postvluchten. Het is onduidelijk hoe lang de toestellen door de Luftwaffe werden gebruikt maar reparatielijsten spreken van februari 1942.

    Definitielijst

    invasie
    Gewapende inval.
    Luftwaffe
    Duitse luchtmacht.

    Technische gegevens

     Type: Marinens Flyvebaatfabrikk M.F.11
     Taak:
    Maritieme verkenner/Drijvervliegtuig
     Bemanning:
    3
     Spanwijdte:
    15,40 meter
     Vleugeloppervlakte:
    53,50 m2
     Lengte:
    11,72 meter
     Hoogte:
    4,45 meter
     Gewicht:
    Leeggewicht: 1.850 kg
    Max. gewicht: 2.850 kg
     Motor:
    1x Armstrong Siddeley Panther IIA motor
    575 pk (429 kW)
     Snelheid:
    Max. snelheid: 235 km/u
    Kruissnelheid: 170 km/u
     Bereik:
    800 km
     Plafond:
    4.999 meter
     Bewapening:
    2x 7,7 mm M1919 Browning machinegeweren
    max 3x 100 kg bommenlast
     Productie:
    29

    Noten

    1. Green, 1962, pag. 152
    2. Beck, 2020, pag. 29
    3. Joseph, 2012, pag. 127

    Informatie

    Artikel door:
    Wilco Vermeer
    Geplaatst op:
    28-07-2022
    Feedback?
    Stuur het in!

    Gerelateerde boeken

    The Axis Air Forces
    Arado Ar 196 Units in Combat
    Blitzkrieg