TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Hitlers metamorfose

Titel: Hitlers metamorfose - Hoe een gewone soldaat de architect van nazi-Duitsland werd
Schrijver: Thomas Weber
Uitgever: Nieuw Amsterdam
Uitgebracht: 2016
Pagina's: 464
ISBN: 9789046821220
Omschrijving:

Aan de stroom boeken over Adolf Hitler lijkt maar geen einde te komen. Talloze keren is al beweerd dat nu zo ongeveer alles over de Duitse dictator wel is verteld, maar net zo vaak wordt dat weer gelogenstraft. Ron Rosenbaum, een Amerikaanse journalist en schrijver, publiceerde al in 1998 een indrukkend boek (‘Waarom Hitler? Een zoektocht naar de wortels van het kwaad’) waarin op indrukwekkende manier alles wat maar over het duistere verleden van Hitler te vinden was, werd belicht. En niet alleen van Hitler zelf, maar ook nog wat zich enkele generaties eerder in zijn familie zou hebben afgespeeld en een enorme impact gehad kan hebben op het hele wezen van de latere tiran. Maar na Rosenbaum kwamen toch weer anderen, die andere facetten uit het verleden van Hitler naar voren haalden.

Daarbij was een opvallende trend te zien meer de focus te leggen op de ervaringen van de jonge Hitler. De Oostenrijkse historica Brigitte Hamann legde nauwgezet bloot hoe Adolf Hitlers leven in het vooroorlogse Wenen eruitzag (‘Het Wenen van Hitler’), hoe goed de relatie van het gezin Hitler was met hun joodse huisarts Eduard Bloch (‘Hitlers Edeljude. Das Leben des Armenartzes Eduard Bloch’) en hoe vanaf eind twintiger jaren de reizende ster in de Duitse politiek goede banden kreeg met machtige industriëlen of invloedrijke families, zoals de nazaten van de componist Richard Wagner (‘Winifred Wagner oder Hitlers Bayreuth’). Recent liet de Amerikaanse auteur Peter Ross Range zien welke impact het proces in 1924 tegen de coupplegers in 1923 te München had (‘1924 - Het kanteljaar van Hitler’). In een normale rechtsorde had dat proces moeten leiden tot het einde van de jonge nationaalsocialistische beweging, tot een jarenlange gevangenisstraf van de leider en of anders toch minstens tot een uitzetting van de zelfverklaarde Duitser naar zijn Oostenrijkse vaderland. Het proces mondde echter uit in een beperkte gevangenisstraf en vooral in veel media-aandacht waarmee Adolf Hitler alle gelegenheid kreeg zich te profileren als de politicus die Duitsland uit het slop zou kunnen trekken.

In Nederland schreef Ewoud Kieft een indrukwekkende analyse (‘Het verboden boek - Mein Kampf en de aantrekkingskracht van het nazisme’) waarin hij overtuigend aantoont dat Mein Kampf ten onrechte altijd is aangezien voor een dom en onleesbaar geschrift, voor de onsamenhangende gedachtebrij van een paranoïde gek. Kieft laat zien dat zoveel miljoenen Duitsers zich in de twintiger en dertiger jaren lieten meeslepen door een ideologie, die achteraf door iedereen even weerzinwekkend als stompzinnig werd gevonden, omdat Hitlers ideeën en boek meer dan behoorlijk aansloten op wat er in brede lagen in de Duitse bevolking leefde en dus veel minder vreemd en weerzinwekkend werd gevonden dan vaak verondersteld. Kieft maakt in zijn analyse ook een verbinding met de huidige tijd met de dreiging van populisten van diverse pluimage. Veel van de mechanismen die Hitler verwerkt, zijn namelijk nog steeds van toepassing: het teruggrijpen naar vijandbeelden in tijden van crises en geweldsdreiging, het verlangen naar saamhorigheid, de energie van strijdlust, de behoefte aan zekerheid en doelgerichtheid in een chaotische wereld, de verbondenheid met je afkomst, vaderlandsliefde en kameraadschap.

En er is Thomas Weber, een Duitse historicus. In 2011 publiceerde hij ‘Adolf Hitler en de Eerste Wereldoorlog (2011)’ waarin hij Hitler opvoerde als een matennaaier, die veilig achter de linies zijn werk deed en vooral bezig was ervoor te zorgen dat hij goed maatjes was met zijn superieuren. Daaraan zou hij zijn twee onderscheidingen te danken hebben, waarover hij later zo zou pochen. Hij kenschetst Hitler tijdens zijn vier jaar aan het front als een Einzelgänger, die door zijn superieuren neerbuigend werd bekeken vanwege de slaafse manier waarop de zwijgende lange slungel hun bevelen uitvoerde. Hij die door zijn ‘kameraden’ die wel in de frontlinie als kanonnenvoer dienden een ‘Etappenschwein’ werd genoemd. Weber betoogt dat er niks klopt van de door Hitler zoveel geroemde kameraadschap van hem en de rest van het regiment. Die kameraadschap was er wel, maar Hitler maakte er in elk geval geen deel van uit. Deze Hitler komt begin 1919 terug in München, als een ronddolende zwerfhond met enige sociaaldemocratische sympathieën. Veel kopstukken uit de eerst jaren van de NSDAP, de eerste politieke strijdmakkers van Hitlers dus, kwamen voort uit rechts-extremistische groeperingen als de Thule-Gesellschaft (bijvoorbeeld Rudolf Hess) of het Freikorps Von Epp. De aanstaande aanvoerder van de nationaalsocialisten echter liep eind januari 1919 mee in de begrafenisstoet van de vermoorde linkse Kurt Eisner. Weber beschrijft Hitler als iemand zonder geestelijk kompas in een wereld die nog alle kanten op kon gaan. Het nationaalsocialisme was geen onvermijdelijkheid. Hitler was in die tijd ‘al wel losgeslagen, maar welke kant de gekte op zou gaan, was nog totaal niet duidelijk’.

In de recensie over dat boek van Weber is al opgemerkt dat de auteur hopelijk een vervolg schrijft, waarin hij de wonderbaarlijke transformatie in de periode januari 1919 - medio 1920 weet te verklaren. Begin januari 1919 zou Hitler immers nog tot het kamp van de jood Eisner met zijn semi-communistische en democratische ideeën hebben gehoord, in september 1919 trad hij toe tot de DAP aan de andere kant van het politieke spectrum en medio 1920 was hij de charismatische redenaar die alle mensen uit de rechts-radicale groeperingen, die nog niet zo lang daarvoor zijn vijanden waren, nu als zijn grootste volgelingen had. Die wonderbaarlijke transformatie komt nu aan bod in dit boek.

Weber markeert Hitlers benoeming begin 1919 tot Vertrauensmann binnen het leger waarvan hij nog steeds deel van bleef uitmaken, het was voor de arme sloeber de enige ‘familie’ die hij had, als het begin van Hitlers metamorfose, omdat hij voor het eerst een leidinggevende functie kreeg. Tegelijkertijd laat Hitlers promotie zien dat zijn kameraden, die overwegend SPD stemden, hem als gematigd links beschouwden. Europa leefde in die periode in grote angst voor linkse revoluties en nadat de Münchense Radenrepubliek, die Hitler gediend zou hebben, was vernietigd, liep de rasopportunist moeiteloos over naar het andere kamp. Hitler meldde zich als informant en moest gaan uitzoeken of leden van het regiment waarin hij had gediend actief waren in de communistische kringen binnen het leger. Om binnen het leger te kunnen blijven, volgde Hitler tussen 10 en 19 juli een propagandacursus. Men wilde namelijk redenaars opleiden, die burgers en soldaten vertrouwd moesten maken met de nieuwe politieke moraal. Al gauw viel Hitler op. Een van de sprekers, Karl Alexander von Müller, zei tegen de organisator van de cursus over Hitler: ‘Weet je dat je een natuurlijke redenaarstenor onder je pupillen hebt?’ Aan de hand van getuigenverklaringen en anekdotes laat Weber zien over welke enorme talenten Hitler beschikte. Zelfs fervente tegenstanders erkenden zijn retorische kracht. Hitlerbiograaf Konrad Heiden vond ‘zijn stem de regelrechte verklanking van kracht, standvastigheid, controle en wil. Het was de oerbrul van de onbezielde natuur, maar begeleid door flexibelere menselijke boventonen van vriendelijkheid, woede of minachting.’

Hitler begon nu ook voor zichzelf politieke lessen te trekken uit de Duitse nederlaag, te zien welke politieke mogelijkheden er in die turbulente periode lagen en welke sentimenten hij het beste kon bespelen. In de begindagen sprak hij voor een geselecteerd publiek, dat erg ontvankelijk was voor zijn politieke boodschap. Zodra hij meer naar buiten moest komen, kon het echter ook wel eens mis gaan. Toen hij in de zomer van 1919 voor een groep geharde Tiroler soldaten stond die de boodschap absoluut niet waardeerde, werd Hitler naar de grond getrokken en genadeloos in elkaar geslagen. Een leerproces kent pijnlijke momenten.

Nadat Hitler op 12 september 1919 als observant de obscure Deutsche Arbeiterpartei bezocht, beleefde hij zijn ‘Damascus-ervaring’. Een van de sprekers, Adalbert Baumann, hield een betoog over Beiers separatisme en pleitte voor een Oostenrijks-Beierse staat. Hitler schoot overeind, nam het woord en hield een kwartier lang een vurig betoog tegen separatisme en voor de alldeutsche overtuiging. Partijleider Anton Drexler herkende direct Hitlers talent. Hitler trad toe tot de partij, zette die binnen no time naar zijn hand en wist na een interne ruzie als partijleider dictatoriale bevoegdheden te krijgen.

Buiten Beieren was Hitler echter een onbeduidend figuur, verliep de fondsenwerving uiterst moeizaam en bleef de partij klein. Door de komst van fotograaf Heinrich Hoffmann, die Hitler als het energieke (messiaanse) gezicht van de toekomst presenteerde, veranderde dat. De mislukte couppoging van 8 november 1923 en het daaropvolgende proces deden de rest. Hitler was in een nationale bekendheid getransformeerd.

Hitlers politieke talent bestond uit het definiëren van zeer algemene doelen en het vermogen af te wachten tot zich situaties voordeden die hem de kans boden die doelen te verwezenlijken. Zo verliep de ontwikkeling van Hitlers antisemitische denkbeelden zeer grillig. Er valt volgens Weber dan ook geen rechte lijn te trekken van Hitlers antisemitisme in de jaren twintig naar Auschwitz. Zijn antisemitisme, waarvan hij vóór 1919 nooit blijk had gegeven, was volgens Weber in eerste instantie ‘instrumenteel’: de verwijdering van de Joden uit Duitsland zou het land sterker maken, maar vooral zou zijn toenemende woede over de ‘Joodse parasieten’ een middel zijn om de NSDAP te onderscheiden van de vele andere rechtse antisemitische partijen en groeperingen in Beieren. Hitlers vroege antisemitisme was ook antikapitalistisch, en niet, zoals gebruikelijk in Beieren, gericht tegen de bolsjewieken in de Sovjet-Unie. In eerste instantie vond Hitler namelijk dat Duitsland en Rusland, dat volgens hem snel van het communisme zou worden verlost, samen moesten optrekken tegen de door het Joodse Finanzkapital geregeerde Angelsaksische wereld. Pas na het overlijden van Lenin in 1924 en de voortzetting van het communistische regime veranderde hij van mening. Ineens was Rusland met zijn Slavische bevolking en communistische machthebbers van veelal Joodse komaf, de grote vijand. Toevallig lag in dit immense land ook nog eens de Lebensraum die het overbevolkte Duitsland zo hard nodig had.

‘Het verlangen om gehoord te worden én zich te onderscheiden van de vele rechtse partijen in München wakkerde de radicalisering van zijn ideeën aan’, zo stelt Weber. Naar aanleiding van Hitlers metamorfose met het precieze inzicht in Hitlers radicalisering, is al opgemerkt dat Hitlers gedaantewisseling in 1919-1920 verbluffend veel lijkt op die van islamitische jongemannen die wegens het vermeende onrecht dat moslims wordt aangedaan aan het moorden slaan. Een fascinerende en beangstigende parallel. ‘Weber verandert fundamenteel onze kijk op een van de meest bestudeerde figuren uit de twintigste eeuw’, aldus de Wall Street Journal. Dat klopt helemaal en is een prestatie van formaat.

Beoordeling: Uitstekend

Informatie

Artikel door:
Frans van den Muijsenberg
Geplaatst op:
24-04-2018
Laatst gewijzigd:
26-04-2018
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen