TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Nieuwste artikelen

M6A2E1
  • Artikel door Ruben Krutzen
  • Geplaatst op 4 augustus 2024

M6A2E1

In de Tweede Wereldoorlog ontwikkelden de Amerikanen enkele zware tanks die nooit aan het front werden ingezet. Na de invasie van Europa op 6 juni 1944 was het Ordnance Department van mening dat een beperkt aantal tanks gebouwd moesten worden die vooral ingezet werden om sterke verdedigingslinies zoals de Siegfried Linie te doorbreken. Een van de voorstellen was om bestaande prototype tanks om te bouwen of te testen met zwaardere bewapening en bepantsering. De modificatie van enkele, nooit aan het front ingezette T1E1 zware tanks was een van de pogingen om een nieuwe tank te ontwikkelen en produceren die aan die taak voldeed.

T30
  • Artikel door Ruben Krutzen
  • Geplaatst op 31 juli 2024

T30

Japans Vliegdekschip Ryujo (1931) - 龍驤
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 30 juni 2024

Japans Vliegdekschip Ryujo (1931) - 龍驤

Het lichte vliegkampschip Ryujo werd begin jaren 1930 gebouwd en in gebruik genomen. Het schip was speciaal ontworpen en gebouwd als vliegdekschip binnen de criteria die door het vlootverdrag van Washington in 1922 waren opgesteld. Het schip werd ingezet tijden de Tweede Chinees-Japanse Oorlog en tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Ryujo nam deel aan de strijd om Maleisië, de Filippijnen, Nederlands-Indië en de operatie in de Indische Oceaan. Vervolgens nam het schip deel aan de strijd rond de Aleoeten. Tijdens de slag om de Oostelijke Solomon Eilanden in augustus 1942 werd het schip door vliegtuigen van Amerikaanse vliegdekschepen tot zinken gebracht.

Australische Lichte-kruisers
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 22 juni 2024

Australische Lichte-kruisers

Pas vanaf 1913 schafte de Royal Australian Navy (RAN) zelf grotere oorlogsbodems aan die verder weg konden opereren dan de eigen rivieren en kustwateren. Vanaf dat moment nam de RAN ook zelf Lichte-kruisers in dienst. Deze werden veelal overgenomen van de Royal Navy of werden via de Royal Navy besteld binnen grotere bestellingen van de Royal Navy zelf. Desondanks zou het aantal Lichte-kruisers beperkt blijven net als dat van andere grotere oorlogsbodems.

Amerikaanse Zware-kruisers
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 21 juni 2024

Amerikaanse Zware-kruisers

De term Zware-kruiser deed bij de U.S. Navy haar intrede na het London Naval Treaty van 1930. Vanaf dat moment werden kruisers ingedeeld volgens bewapening en niet meer volgens pantserbescherming. Dit betekende dat alle tot dat moment in dienst zijnde kruisers opnieuw werden ingedeeld. Voor de Zware-kruiser werd de term "Heavy Cruisers" (CA) ingevoerd op basis van geschut vanaf 203 mm. De nummering van de schepen werd echter voortgezet volgens het systeem waarbij Lichte- en Zware-kruisers, door elkaar en opeenvolgend werden genummerd. Dit bleef in gebruik tot eind jaren 1950 de geleide wapenkruisers werden ingevoerd.

Amerikaanse Zware-kruisers van de Northampton-klasse (1929)
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 21 juni 2024

Amerikaanse Zware-kruisers van de Northampton-klasse (1929)

De Northampton-klasse kruisers werden aanvankelijk gebouwd als Lichte-kruiser, maar werden in 1931 op basis van internationale verdragen, nieuw geclassificeerd als Zware-kruisers. De klasse bevatte zes schepen, waarvan er drie als vlaggenschip waren ingericht. De bewapening van de schepen, met name de secondaire en luchtafweer-bewapening, werd diverse malen aangepast. Drie van de zes schepen gingen tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren, terwijl de drie overgebleven schepen in maart 1959 werden afgevoerd.

Amerikaanse Slag- en Grote-kruisers
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 20 juni 2024

Amerikaanse Slag- en Grote-kruisers

De Amerikaanse U.S. Navy stelde in de Eerste Wereldoorlog voor om een klasse slagkruisers te bouwen teneinde in tijd van oorlog een groep schepen te bezitten welke in staat was onder alle weersomstandigheden een vijandelijke vloot te kunnen opsporen en schaduwen. De schepen moesten door hun zware bewapening en snelheid in staat zijn grotere tegenstanders aan te vallen zoals slagschepen. Eind jaren 1930 ontstond het idee om over te gaan tot de constructie van schepen die in staat waren vijandelijke kruisers van elk type aan te vallen. Veel marines noemden deze schepen slagkruisers, maar bij de Amerikanen en Japanners werden dergelijke schepen aangeduid als Grote-kruisers.

Nederlandse Torpedobootjagers
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 27 mei 2024

Nederlandse Torpedobootjagers

Nederland nam aanvankelijk weinig torpedobootjagers in dienst. De eerste werden in de jaren 1910 in gebruik genomen en gebouwd volgens Brits ontwerp. Ook hierop volgende series werden gebouwd volgens een Brits concept en tijdens en direct na de Tweede Wereldoorlog nam de Koninklijke Marine een aantal voormalige Britse torpedobootjagers over. Alleen tijdens de Tweede Wereldoorlog werd tijdelijk de voormalige Amerikaanse torpedobootjager USS Buchanan (DD-131), de later HMS Campbeltown (I42), korte tijd als Hr. Ms. Campbeltown (I42) dienst deed. Na de Tweede Wereldoorlog werden schepen gebouwd volgens eigen concept waarvan de laatsten in de jaren 1980 buiten gebruik werden gesteld. De meeste taken van de torpedobootjager werden bij de Koninklijke Marine overgenomen door Fregatten en Patrouilleschepen.

Britse Marine-trawlers van de Castle-klasse (1917)
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 26 mei 2024

Britse Marine-trawlers van de Castle-klasse (1917)

De Castle-klasse marine trawlers waren een klasse marine trawlers gebouwd tijdens de Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog De schepen waren geschikt voor mijnenveeg operaties, patrouilles en anti-onderzeeboot operaties. De meeste schepen die de Eerste Wereldoorlog overleefden, werden na de oorlog ingezet als visserij trawlers. Een groot aantal werd bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog weer door de Admiralty gevorderd. De klasse kende twee typen, Non-standard en Standard. Daarnaast werden er reeksen van dit type gebouwd in Canada (TR-series), India (Indian built) en Nieuw Zeeland (T-series). De meeste Nieuw-Zeelandse schepen werden tijdens de Tweede Wereldoorlog gebouwd.

Britse Vliegdekschepen van de Colossus-klasse (1943)
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 22 mei 2024

Britse Vliegdekschepen van de Colossus-klasse (1943)

Om in relatief korte tijd de Royal Navy te kunnen voorzien van kleinere vliegdekschepen als tussenvorm tussen de lichte escorte vliegdekschepen en de grotere, duurdere vloot vliegdekschepen, werd rond 1942 een ontwerp gelanceerd, het 1942 Design Light Fleet Carrier, ook wel de British Light Fleet Carrier. Van dit ontwerp werden aanvankelijk 16 schepen besteld, maar slechts acht werden afgebouwd volgens het oorspronkelijke ontwerp. De meeste schepen kwamen te laat om enige rol tijdens de Tweede Wereldoorlog te spelen, maar name deel aan de Korea Oorlog en de Suez Crisis. Vier schepen uit deze klasse kwamen uiteindelijk bij ander marines terecht, waaronder Nederland (Hr. Ms. Karel Doorman).

Britse Vliegdekschepen
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 15 mei 2024

Britse Vliegdekschepen

Met het in dienst nemen van HMS Argus (I49) in 1918, luidde de Britse Royal Navy het gebruik in van het (vloot) vliegdekschip. De in gebruik name van dit schip luidde de bouw in van diverse individuele en klassen vliegdekschepen voor gebruik in relatie met militaire vlooteenheden, welke tot op de dag van vandaag voortduurt. Hoewel, met name tijdens de Tweede Wereldoorlog ook andere typen vliegdekschepen, zoals escorte vliegdekschepen, in gebruik werden genomen, bleef het 'vloot' vliegdekschip één van de voornaamste vlooteenheden bij de Royal Navy.

Nederlandse Lichte-kruisers
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 29 april 2024

Nederlandse Lichte-kruisers

Aan het einde van de 19e eeuw bestonden de grootste Nederlandse oorlogsbodems uit pantserschepen en pantserdekschepen. Bij de modernisering welke, kort voor de Eerste Wereldoorlog werd ingezet, werd gekozen voor nieuwe schepen, die toen nog onder de noemer kruiser vielen. In 1930 werd bij het Vlootverdrag van Londen bepaald dat kruisers voortaan werden gesplitst in Zware-kruisers en Lichte-kruisers. Hoewel er pogingen werden gedaan de Nederlandse marine te voorzien van Slagschepen (Voorstel Slagschepen Koninklijke Marine 1913) en slagkruisers (Ontwerp slagkruiser klasse 1047), zouden de grootste Nederlandse marineschepen, buiten een vliegdekschip na de Tweede Wereldoorlog, Lichte-kruisers worden.

Duitse Torpedobootjagers
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 10 april 2024

Duitse Torpedobootjagers

In 1871 ontstond het "Deutsche Reich" ten gevolge van de Frans-Duitse oorlog. De tot dan toe voornamelijk door Pruissen gedomineerde marines werden samengevoegd tot één Reichsmarine. Aan het eind van de 19e eeuw had ook Duitsland diverse torpedoboten in dienst. Als gevolg van de ontwikkelingen bij de torpedoboten, ontstonden uiteindelijk kort voor de Eerste Wereldoorlog ook de torpedobootjager als antwoord op de torpedoboot. Toch zou het nog tot kort voor de Tweede Wereldoorlog duren voordat men in Duitsland daadwerkelijk over de Torpedobootjager ofwel Zerstörer zou spreken.

Duitse Torpedobootjagers van het Type 1936
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 1 april 2024

Duitse Torpedobootjagers van het Type 1936

Het Type 1936 Torpedobootjager werd besteld in 1935 en zou in totaal 26 schepen moeten tellen. Het ontwerp was een duidelijke verbetering op de voorgaande klassen waarbij vooral de zeewaardigheid werd verbeterd. Uiteindelijk werden zes schepen in deze klasse gebouwd. Vijf van deze zes schepen gingen verloren in april 1940 bij de strijd in Noorwegen. Eén schip overleefde de oorlog, kwam terecht bij de Sovjet marine en werd in 1956 gesloopt.

Nederlandse Patrouilleboten van de P 1-klasse (1939)
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 1 april 2024

Nederlandse Patrouilleboten van de P 1-klasse (1939)

Tot vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in Europa, kende de Koninklijke Marine geen patrouilleschepen die speciaal voor dat doel waren ontworpen en gebouwd. Voor de bewaking van havens, kanaaltoegangen, riviermondingen en kustwateren werden veelal oude mijnenvegers, oude kanonneerboten, gehuurde of gevorderde schepen en dergelijke ingezet indien de situatie dit noodzakelijk maakte. Voor deinst in Nederlands-Indië werden tegen 1939 echter vier klassen speciaal voor dat doel ontworpen en gebouwde patrouillevaartuigen gebouwd. De eerste klasse was de uit vier schepen bestaande P 1-klasse.

Nederlands Koopvaardijschip s.s. Simon Bolivar (1926)
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 1 april 2024

Nederlands Koopvaardijschip s.s. Simon Bolivar (1926)

In 1927 werd bij de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij (KNSM) een nieuw vracht-/passagierschip in gebruik genomen dat in recordtijd was gebouwd bij de Rotterdamse Droogdok Maatschappij (RDM). Na een decennium gebruik door de KNSM voor tochten naar met name West-Indië, liep het schip op 18 november 1939, onderweg naar Curaçao, bij de Britse kust op een mijn en zonk.

Beechcraft Model 18
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 1 april 2024

Beechcraft Model 18

In 1940 bestelde de Amerikaanse U.S. Army Air Corps bij de firma Beechcraft een militaire versie van de civiele Beechcraft Model 18. Aanvankelijk werden twee varianten besteld maar al snel werd dit uitgebreid met een aantal andere varianten. Zowel de Model 18 als de militaire C-45 werden voor civiele en militaire doeleinden gebruikt. Van de zo ontstane civiele en militaire varianten werden uiteindelijk meer dan 9.000 toestellen gebouwd voor onder andere de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Canada. Daarnaast gebruikten diverse landen vele varianten van dit type en werden er vele gemodificeerde varianten geproduceerd tussen 1937 en 1970.

Duitse Torpedobootjagers van het Type 1934A
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 1 april 2024

Duitse Torpedobootjagers van het Type 1934A

Als opvolging van de Type 1934 Torpedobootjagers werd een reeks schepen gebouwd, gebaseerd op hetzelfde ontwerp, de Type 1934A Torpedobootjager. De twaalf van dit type gebouwde torpedobootjagers dienden de gehele Tweede Wereldoorlog. Hiervan gingen er zeven verloren, waarvan vier tijdens Weserübung-Nord. Twee kwamen er na de Tweede Wereldoorlog in dienst bij de Franse Marine en twee bij de marine van de Sovjet-Unie.

Fokker D.XXIII (D-23)
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 11 februari 2024

Fokker D.XXIII (D-23)

De Fokker D.XXIII was de laatste Fokker jager die voor de Tweede Wereldoorlog in ontwikkeling was en waar een prototype van was gebouwd. Het prototype heeft nog voor de oorlog gevlogen. Het toestel werd in mei 1940 vernield bij een bombardement op Schiphol.

Noorse Vrachtschepen van de Oria-klasse (1920)
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 11 februari 2024

Noorse Vrachtschepen van de Oria-klasse (1920)

In 1920 en 1921 bouwde de North Hilton scheepswerf van Osbourne, Graham & Co., twee schepen van eenzelfde type, de s.s. Oria en s.s. Navarra voor de Noorse rederij D/S I/S Garonne - Fearnley & Eger, Christiania uit Oslo. Beide schepen waren nog in gebruik toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. De Navarra werd in 1940 door een Duitse onderzeeboot getorpedeerd en de Oria verging in Duitse dienst in 1944 tijdens een storm in de Middellandse Zee.

Nederlandse Kanonneerboten van de Thor-klasse (1878)
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 11 februari 2024

Nederlandse Kanonneerboten van de Thor-klasse (1878)

In de jaren 1870 tot en met 1890 werden 16 kanonneerboten gebouwd voor de Koninklijke Marine ter verdediging van kustwateren, binnenwateren en havens. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd een deel van deze schepen verbouwd om als hulpmijnenveger/-visser, dienst te doen. Deels werden de schepen later ingezet als rivierkanonneerboot en ten tijde van het begin van de Tweede Wereldoorlog waren nog negen schepen in deze klasse in dienst. Nagenoeg al deze negen schepen gingen in de meidagen verloren of werden kort daarna door de Duitsers gesloopt. Ten minste één schip werd door de Kriegsmarine gebruikt.

Britse Vrachtschepen van de Umtata-klasse (1935)
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 3 december 2023

Britse Vrachtschepen van de Umtata-klasse (1935)

De Bullard King & Company Ltd, liet voor haar Natal Direct Line een prototype bouwen, de s.s. Umtata, voor het vervoer van goederen en passagiers van Londen naar Durban en Oost-Afrika. In de jaren daarna volgden nog eens twee schepen van hetzelfde type, de s.s. Umtali en s.s. Umgeni. Beide laatste schepen overleefden de Tweede Wereldoorlog, maar de Umtata werd maar liefst twee keer getorpedeerd voordat het in 1942 zonk.

Japanse Mijnenvegers van de W 17-klasse (1935)
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 2 december 2023

Japanse Mijnenvegers van de W 17-klasse (1935)

Van de oorspronkelijk zes geplande W 13-klasse (1933) mijnenvegers, werd het ontwerp voor de bouw van de laatste twee schepen, W 17 en W 18, volledig herzien, waardoor deze twee schepen eigen technische specificaties kregen. De stabiliteit werd verbeterd en de boeg kreeg een iets andere vorm. Alleen de W 17 overleefde de Tweede Wereldoorlog en werd in 1948 gesloopt.

Britse Vrachtschepen van de Northwestern Miller-klasse (1914)
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 19 oktober 2023

Britse Vrachtschepen van de Northwestern Miller-klasse (1914)

Eind 1914 werden door de Britse Furness, Withy & Co., twee vrachtschepen voor het vervoer van bloem besteld bij de scheepswerf van de Northumberland Shipbuilding Co Ltd.. Hoewel de beide schepen, de s.s. Northwestern Miller en de s.s. Southwestern Miller van eenzelfde ontwerp waren, verschilden de schepen qua afmetingen en waterverplaatsingen licht. Beide schepen werden in 1927 verkocht aan de Norddeutscher Lloyd in Bremen als s.s. Augsburg en s.s. Giessen. De Giessen verging in maart 1929, de Augsburg kwam uiteindelijk als s.s. Teiryu Maru in Japan terecht, waarbij het schip in juli 1944 verloren ging.

Japanse Hulpmijnenvegers
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 11 oktober 2023

Japanse Hulpmijnenvegers

Tot in de jaren 1920, werd door de Japanse Keizerlijke Marine voornamelijk gebruik gemaakt van mijnenleggers en hulpmijnenvegers (schepen die tijdelijk de functie van mijnenveger kregen) voor het vegen van mijnen. Nadat begin jaren 1920 de Japanse Keizerlijke Marine mijnenvegers speciaal voor het vegen van mijnen ging produceren, bleef men ook gebruik maken van hulpmijnenvegers.

Japanse Mijnenvegers van de W 13-klasse (1933) - 第十三号型掃海艇
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 29 september 2023

Japanse Mijnenvegers van de W 13-klasse (1933) - 第十三号型掃海艇

De W 13-klasse mijnenvegers werden in het begin van de jaren 1930 gebouwd en in dienst gesteld. Het was een groep van vier schepen, waarvan het ontwerp een verbeterde variant op de W 1-klasse (1923) vormde. Twee aanvullende schepen kregen een aanzienlijke verbouwing waardoor deze veelal als W 17-klasse (1935) worden aangeduid. Alle vier de W 13-klasse schepen gingen tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren.

Japanse Vrachtschepen van de Sakito Maru-klasse (1939)
  • Artikel door Wilco Vermeer
  • Geplaatst op 19 september 2023

Japanse Vrachtschepen van de Sakito Maru-klasse (1939)

Van 1939 tot 1941 bouwde Japan aan de scheepswerf van Mitsubishi in Nagasaki en aan de Yokohama Droogdokmaatschappij een zevental snelle vrachtschepen met passagiersaccommodatie aangedreven door dieselmotoren. De zeven schepen, Sakito Maru, Sanuki Maru, Sado Maru, Sagami Maru, Sagara Maru, Sakura Maru en Sasago Maru, werden gedurende de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog allen gemilitariseerd. De Sado Maru deed dienst als luchtafweerschip, de Sakito Maru, Sagami Maru, Sakura Maru en Sasago Maru als transportschip en de Sanuki Maru en Sagara Maru als vliegtuigmoederschepen. Alle schepen in deze klasse gingen tijdens de oorlog verloren.