TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

De in 1919 als Minesweeper No. 20 in dienst genomen mijnenveger USS Bobolink nam direct na de Eerste Wereldoorlog deel aan het North Sea Minesweeping Detachment. Het schip was in Pearl Harbor ten tijde van de Japanse aanval op 7 december 1941. Tussen mei en juli 1942 werd het schip omgebouwd tot zeesleepboot en in deed als dusdanig dienst bij de US Navy tot het schip in 1946 buiten dienst werd gesteld.

Definitielijst

Eerste Wereldoorlog
Ook wel Grote Oorlog genoemd, conflict dat ontstond na een groei van het nationalisme, militarisme en neo-kolonialisme in Europa en waarbij twee allianties elkaar bestreden gedurende een vier jaar durende strijd, die zich na een turbulent begin, geheel afspeelde in de loopgraven. De strijdende partijen waren Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland aan de ene kant (de Triple Entente), op den duur versterkt door o.a. Italië en de Verenigde Staten, en Duitsland, Bulgarije, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk aan de andere kant (de Centrale Mogendheden of Centralen). De strijd werd gekenmerkt door enorme aantallen slachtoffers en de inzet van vele nieuwe wapens (vlammenwerpers, vliegtuigen, gifgas, tanks). De oorlog eindigde met de onvoorwaardelijke overgave van Duitsland en zijn bondgenoten in 1918.

Gegevens


Pearl Harbor Attack, 9 December 1941, USS California (BB 44), USS Bobolink, USS Vireo (AM 52) en YW-10 Bron: U.S. Navy photo NH 95569
Gebouwd door:
Kiel gelegd:
Te waterlating:
In dienst:
Einde:
Baltimore Dry Dock and
Shipbuilding Company[1],
Baltimore,
Maryland
29 oktober 1917[2]
15 juni 1918[3]
28 januari 1919[4]
1 juni 1942[5]
(sleepboot)
Bouwnummer : 94





Data:

Naam:

Indeling:
28 januari 1919
17 juli 1920
Mijnenveger USS Bobolink (Minesweeper No. 20),
US Navy

17 juli 1920
1 juni 1942
Mijnenveger USS Bobolink (AM-20), US Navy

1 juni 1942
15 mei 1944
Sleepboot USS Bobolink (AT-131), US Navy

15 mei 1944
22 februari 1946[6]
(5 oktober 1946: verkocht)
Sleepboot USS Bobolink (ATO-131), US Navy

Geschiedenis USS Bobolink (AM-20)

De kiel voor de Lapwing-klasse mijnenveger werd gelegd aan de Baltimore Dry Dock and Shipbuilding Company, in Baltimore, Maryland[7]. Het schip werd te water gelaten op 15 juni 1918 en op 28 januari 1919 als Minesweeper No. 20 in dienst gesteld onder bevel van Lieutenant Frank M. Bruce[8].

In april 1919 vertrok de mijnenveger naar Kirkwall, Orkney Eilanden om zich aan te sluiten bij Division 2 van het North Sea Minesweeping Detachment[9]. Deze eenheid was betrokken bij het vegen van één van de grootste mijnenvelden uit de Eerste Wereldoorlog, in het noorden van de Noordzee. Op 14 mei 1919 explodeerde een mijn bij het schip waardoor ernstige schade ontstond en waarbij Lieutenant Bruce om het leven kwam[10]. Na zes maanden reparatie in de Devonport Dockyard in Engeland, keerde het schip in januari 1921 terug in Norfolk, Verenigde Staten.

Tot in 1931 opereerde de USS Bobolink (AM-20) zoals het schip vanaf 17 juli 1920 werd aangeduid, bij Fleet Base Force, Scouting Fleet aan de Amerikaanse oostkust[11]. Vanaf 3 maart 1932 volgde operaties aan de westkust vanuit San Diego met de Fleet Train. In 1935 volgde een uitstap naar Hawaii en tussen januari en maart 1939 naar de Caraïben.

Vanaf september 1940 maakte het schip deel uit van Train, Base Force met als thuisbasis Pearl Harbor[12]. Op 7 december 1941 lag het schip in een droogdok samen met zes torpedobootjagers. Het schip bleef onbeschadigd en kon de periode daarna als reddingsschip en bergingsschip fungeren[13]. Vanaf 20 mei 1942 tot 2 juli 1942 volgde een verbouwing tot zeesleepboot, waarna het schip in dienst kwam als USS Bobolink (AT-131)[[14].

Definitielijst

Eerste Wereldoorlog
Ook wel Grote Oorlog genoemd, conflict dat ontstond na een groei van het nationalisme, militarisme en neo-kolonialisme in Europa en waarbij twee allianties elkaar bestreden gedurende een vier jaar durende strijd, die zich na een turbulent begin, geheel afspeelde in de loopgraven. De strijdende partijen waren Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland aan de ene kant (de Triple Entente), op den duur versterkt door o.a. Italië en de Verenigde Staten, en Duitsland, Bulgarije, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk aan de andere kant (de Centrale Mogendheden of Centralen). De strijd werd gekenmerkt door enorme aantallen slachtoffers en de inzet van vele nieuwe wapens (vlammenwerpers, vliegtuigen, gifgas, tanks). De oorlog eindigde met de onvoorwaardelijke overgave van Duitsland en zijn bondgenoten in 1918.

Technische gegevens USS Bobolink (AM-20)


 Naam: USS Bobolink (AM-20)

 Callsign/Registratie:
GTRS, NIJJ / Minesweeper No. 20, AM-20

 Bouwer:
Baltimore Dry Dock and Shipbuilding Co., Baltimore

 Bouwnummer:
94

 Type/Klasse:
Mijnenveger / Lapwing-klasse

 Waterverplaatsing:
950 t

 Lengte:
57,25 meter

 Breedte:
10,82 meter

 Diepgang:
2,97 meter

 Aandrijving
2x Babcock and Wilcox boilers
1x stoommachine
1500 pk
1 schacht

 Snelheid:
14 knopen (26 km/u) maximaal

 Bereik:
? km (bij ? knopen)

 Bewapening:
2x1 76 mm geschut

 Bemanning
72

Commanding Officers USS Bobolink (AM-20)

Frank M. Bruce
Lieutenant (Luitenant ter zee der 2de klasse der oudste categorie)
28 januari 1919
14 mei 1919
Orie Hugh Small
Lieutenant Jg (Luitenant ter Zee der 2e Klasse)
14 mei 1919
16 mei 1919
Howard James Gordon
Lieutenant Jg (Luitenant ter Zee der 2e Klasse)
16 mei 1919

John Ross McKean
Lieutenant (Luitenant ter zee der 2de klasse der oudste categorie)
30 augustus 1921
21 november 1921
Frank Kinne
Lieutenant (Luitenant ter zee der 2de klasse der oudste categorie)
21 november 1921
20 januari 1923
Floyd Matthews
Lieutenant (Luitenant ter zee der 2de klasse der oudste categorie)
20 januari 1923
23 juli 1923
Birney Osro Halliwell
Boatswain (Bootsman)
23 juli 1923

Albert Charles Fraenzel
Boatswain (Bootsman)
15 januari 1926

Joseph Casper Konieczny
Boatswain (Bootsman)
27 augustus 1926

Albert Charles Fraenzel
Boatswain (Bootsman)
21 juli 1927

Clyde Charlie Laws
Lieutenant (Luitenant ter zee der 2de klasse der oudste categorie)
30 mei 1929

Walter Clayton Haight
Lieutenant (Luitenant ter zee der 2de klasse der oudste categorie)
17 juni 1932

Carl Frederick Espe
Lieutenant (Luitenant ter zee der 2de klasse der oudste categorie)
21 mei 1933

Norman Barton Hopkins
Lieutenant (Luitenant ter zee der 2de klasse der oudste categorie)
8 juni 1934

William Hartenstein
Lieutenant (Luitenant ter zee der 2de klasse der oudste categorie)
4 januari 1937

Hal Carter Jones
Lieutenant (Luitenant ter zee der 2de klasse der oudste categorie)
23 juni 1939

James Louis Foley
Lieutenant (Luitenant ter zee der 2de klasse der oudste categorie)
10 november 1941
8 juni 1943

Geschiedenis USS Bobolink (AT-131/ATO-131)

Na de ombouw tot zeesleepboot bleef het schip tot september 1942 in Pearl Harbor waarna de thuishaven werd verlegd naar Guadalcanal op de Solomon eilanden[15]. In de tijd hierna opereerde het schip achtereenvolgens als sleepboot vanuit Espiritu Santo, Nieuwe Hebriden en Noumea, Nieuw Caledonië. De USS Bobolink vertrok in februari 1944 naar de Verenigde Staten en kwam op 4 maart 1944 aan in Long Beach, Californië.


USS Bobolink (AT-131), Pearl Harbor 6 augustus 1942 Bron: National Archives photo 19-N-34740

Na reparaties keerde het op 29 juni 1944[16] terug in Pearl Harbor. Vanwege een herschikking in de aanduidingen van marineschepen waarbij oude en nieuwe sleepboten van elkaar werden onderscheiden had de USS Bobolink op 15 mei 1944 ondertussen de aanduiding ATO-131 ontvangen[17]. Tot in het najaar van 1945 verbleef het schip in Pearl Harbor. Voor haar aandeel aan de strijd tijdens de Tweede Wereldoorlog ontving het schip één campagnester.

Eind 1945 werd de USS Bobolink (ATO-131) naar de Mare Island Navy Yard in New York gestuurd. Hier werd het schip op 22 februari 1946 uit dienst genomen. Uiteindelijk werd het schip op 5 oktober 1946 door de Maritime Commission verkocht.

Technische gegevens USS Bobolink (AT-131/ATO-131)


 Naam: USS Bobolink (AT-131)

 Callsign/Registratie:
NIJJ, NPNF / AT-131, ATO-131

 Bouwer:
Baltimore Dry Dock and Shipbuilding Co., Baltimore

 Bouwnummer:
94

 Type/Klasse:
Sleepboot / Bobolink-klasse

 Waterverplaatsing:
950 t

 Lengte:
57,25 meter

 Breedte:
10,82 meter

 Diepgang:
3,33 meter

 Aandrijving
2x 200psi Babcock and Wilcox boilers
1x 1.400shp Newport News Shipbuilding and Dry Dock Co. stoommachine
1 schacht

 Snelheid:
11,8 knopen (21,8 km/u) maximaal

 Bereik:
? km (bij ? knopen)

 Bewapening:
2x1 76 mm geschut
2x1 20 mm luchtafweer

 Bemanning
78

Commanding Officers USS Bobolink (AT-131/ATO-131)

James Louis Foley
Lieutenant (Luitenant ter zee der 2de klasse der oudste categorie)
10 november 1941
8 juni 1943
Harry Lee Sigleer
Lieutenant (Luitenant ter zee der 2de klasse der oudste categorie)
8 juni 1943
1 oktober 1943
Fulton Glen Reed
Ensign (Luitenant ter Zee der 3e Klasse)
1 oktober 1943
5 december 1943
Elmar Louis Alfred Rau
Lieutenant (Luitenant ter zee der 2de klasse der oudste categorie)
5 december 1943
30 augustus 1944
Fulton Glen Reed
Lieutenant Jg (Luitenant ter Zee der 2e Klasse)
30 augustus 1944
1 april 1945
Edward Lewis Givins
Lieutenant (Luitenant ter zee der 2de klasse der oudste categorie)
1 april 1945
1 september 1945
Clair Augustine
Lieutenant Jg (Luitenant ter Zee der 2e Klasse)
1 september 1945
1 december 1945
James Calder Linville
Lieutenant (Luitenant ter zee der 2de klasse der oudste categorie)
1 december 1945
22 februari 1946

Noten

  1. Bobolink (AM-20) / NavSource Online
  2. Mooney, 1970, pag. 448
  3. Mooney, 1970, pag. 448
  4. Mooney, 1964, pag. 136
  5. Mooney, 1964, pag. 136
  6. Mooney, 1964, pag. 136
  7. Mooney, 1970, pag. 448
  8. Mooney, 1970, pag. 448
  9. Mooney, 1964, pag. 136
  10. Armstrong, 2017, pag. 37
  11. Mooney, 1964, pag. 136
  12. Mooney, 1964, pag. 136
  13. Spiller, 2015, pag. 149
  14. Mooney, 1964, pag. 136
  15. Generous, 2010, pag. 96
  16. Mooney, 1964, pag. 136
  17. Mooney, 1964, pag. 136