TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Oorlog in onderzoek - 75 jaar NIOD

Titel:Oorlog in onderzoek - 75 jaar NIOD
Schrijver:Kemperman, J. e.a.
Uitgever:Boom
Uitgebracht:2020
Pagina's:160
ISBN:9789024430932
Omschrijving:

Wie tien jaar geleden dacht dat de Tweede Wereldoorlog nu wel met pensioen zou gaan, heeft het mis gehad. Nog steeds is de belangstelling voor de periode 1940-1945 onverminderd groot. De studiezaal van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) op de Herengracht in Amsterdam, tegenwoordig Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (CHGS), zit dagelijks vol onderzoekers én particulieren, die in de uitgebreide collecties en archieven op zoek zijn naar materiaal over de oorlog en zijn nasleep.

Dat NIOD bestaat 75 jaar, reden voor de medewerkers Marjo Bakker, Petra Drenth, Jeroen Kemperman en Hinke Piersma om de bundel ‘Oorlog in onderzoek. 75 jaar NIOD’ samen te stellen. In ruim twintig bijdragen, waaronder interviews met oud-directeur Hans Blom, oud-medewerker David Barnouw, directiesecretaris Monique Kessels en voormalig hoofd afdeling beheer Hans de Vries, belichten dik dertig auteurs, van wie velen al decennia ‘in dienst’, de bewogen geschiedenis van hun instituut. Een instituut dat op 8 mei 1945 begon met het tijdelijk verzamelen en ordenen van nationaal oorlogsmateriaal uit de bezettingsjaren en nu al decennialang gezaghebbend nationaal en internationaal onderzoek verricht naar oorlog, massaal geweld en genocide.

Het eerste artikel gaat – hoe kan het ook anders – over Loe de Jong, de vermaarde ‘chef’ van het toenmalige Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD) van 1945 tot 1979 en de schrijver van de veertiendelige serie ‘Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog’. Lange tijd dreef het instituut op de totstandkoming van dat ‘Hoofdwerk’, sinds 1947 de hoofdklus van het instituut, waarvan De Jong na vijf jaar strategisch manoeuvreren de baas en de enige auteur was worden. Het maakte De Jong, wiens naam in de bundel natuurlijk regelmatig opduikt, tot dé deskundige op het gebied van de Tweede Wereldoorlog, ook in zijn eigen ogen; na voltooiing van het Hoofdwerk kon het instituut de deuren wel sluiten – vond De Jong.

Dat gebeurde niet, al hing het voortbestaan van het NIOD in latere jaren soms aan een zijden draadje. Zoals in 2013 toen de voor het NIOD zo kenmerkende unieke eenheid tussen collectie, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening verloren dreigde te gaan in een conglomeratie met het Meertens Instituut, het Huygens ING, het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) en het Netherlands Institute for Advanced Studies (NIAS). Gelukkig heeft het vermeende ‘(te) kleine geesteswetenschappelijke instituut’ en ‘fenomeen van het verleden’ van toenmalig directeur Marjan Schwegman zo’n grootschalige reorganisatie weten te verhinderen.

Interessanter dan uitweidingen over organisatorische perikelen zijn de stukken over de lange traditie van de publieksdienstverlening en de veranderende opstelling van studiezaal-bezoekers ("Ik ben niet geïnteresseerd in Buchenwald, ik ben geïnteresseerd in m’n opa"), en over ervaringen van medewerkers en de inhoud van hun werk. Door de nooit-neutrale onderzoeksthema’s en de gevoelige maatschappelijke context waarin het NIOD opereert – iedereen vindt wel iets van de Holocaust, de bezettingsjaren en oorlog en geweld – lag en ligt dat werk regelmatig onder een vergrootglas. Dat heeft niet zelden interne frictie en wrijving, fel publiek debat of spraakmakende affaires tot gevolg.

Zoals vrij recent de discussie rond een beoogde uitgave van een hertaalde, geannoteerde en wetenschappelijke editie van ‘Mein Kampf’. Uit angst voor negatieve respons uit de samenleving blies men het project af. De kans om nu eens weg te komen van de geijkte (veel gemakkelijkere) bagatellisering en demonisering van Hitlers denkbeelden en dieper inzicht te geven in de ontegenzeggelijke aantrekkingskracht van de nazi-ideologie – helaas óók een product van de westerse beschaving – werd helaas niet benut. Het geplande voorwoord door Ewoud Kieft verscheen overigens als de zeer lezenswaardige zelfstandige publicatie ‘Het Verboden Boek. Mein Kampf en de aantrekkingskracht van het nazisme’.

‘Oorlog in onderzoek’ is een compacte én rijke bundel tegelijk, boordevol informatie en anekdotes over het verleden en heden van een ‘instituut met toekomst’, zoals directeur Frank van Vree het NIOD in zijn afsluitende hoofdstuk typeert. Die toekomst zit niet in de laatste plaats ook in de bestudering van hedendaagse brandhaarden als Syrië. Want "massaal geweld is niet alleen iets van het verleden, maar ook een van de meest prangende problemen van onze tijd", schrijft Ugur Umit Ungor, projectleider van het Syria Oral History Project, dat belevenissen van Syrische vluchtelingen documenteert en onderzoekt. Tot slot: de auteurs van deze jubileumuitgave weten een breed publiek aan te spreken én vermijden de loftrompet op het eigen werk. Dat is een compliment waard, al zal het de lezer niet ontgaan dat het NIOD in hoog aanzien staat en als een droominstituut voor studenten en historici geldt.

Beoordeling: Zeer goed

Informatie

Artikel door:
Marie-Cécile van Hintum
Geplaatst op:
30-01-2021
Laatst gewijzigd:
31-01-2021
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen