Beiden schreven ze over een duo. Vader Matthijs over Erik en Gerard, een wachtmeester en een sergeant, die al snel een broederband opbouwen. Zoon Ben schreef over Arnout Vroom, een adjudant in Willemsdorp, en Hulst, een kapitein en meerdere van Arnout. Hulst ziet leiderschapstalent in Vroom, terwijl die laatste worstelt met de verantwoordelijkheid voor de levens van de mannen onder zijn bevel.
Erik en Gerard trekken door Noord-Brabant, op de vlucht voor de Duitse overmacht. In Den Bosch leggen ze contact met Franse pantserwagens en besluiten ze samen met de Fransen een aanval te wagen op de Moerdijkbruggen, die door Duitse parachutisten zijn bezet. Aan de andere kant van die bruggen zijn Vroom en Hulst, die krijgsgevangen zijn gemaakt, maar een ontsnapping beramen. Hulp van burgers, briljante improvisaties, maar ook krijgslisten en felle gevechten in Moerdijk en Zwijndrecht leiden tot een ontknoping in Dordrecht.
Tijdens onderzoek stuitte Ben op tijdschrift 'De Wacht', uitgegeven in de mobilisatietijd. Negen tekeningen uit dat tijdschrift, vijfentachtig jaar geleden ingezonden door (dienstplichtige) soldaten, verrijken nu dit verhaal. Nóg een connectie naar het verleden legden de auteurs door voor alle bijrollen namen van soldaten en burgers te kiezen, die in de meidagen zijn omgekomen (uit erelijst.nl, joodsmonument.nl en de oorlogsgravenstichting). Het boek is fictie, maar bevat veel gebeurtenissen die echt plaatsvonden.
Het boek is als epub gratis te downloaden op fallgelb.nl