TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Expositie over Joods Goeree-Overflakkee

De sjabbatstafel staat gedekt: het challebrood ligt nog onder het kleed, het gebedenboek ligt ernaast. In het Streekmuseum Goeree-Overflakkee is tot begin januari 2026 een expositie te zien over de verdwenen Joodse gemeenschap van het eiland. Daarbij is niet alleen aandacht voor de vernietiging, maar ook voor de vanzelfsprekende aanwezigheid van Flakkeese Joden op het eiland in de eeuwen daarvoor. Nazaat Ineke van der Meijden-Both ontstak tijdens de opening van de expositie symbolisch de menora; er brandt weer licht in de Flakkees-Joodse huiskamer van het museum. Burgemeester Grootenboer-Dubbelman opende de expositie door een mezoeza vast te spijkeren aan de deurpost.

Tijdens de door de bezetter verplichte registratie in 1941 woonden er nog 63 Joden op Goeree-Overflakkee. De gemeenschap was krimpend, zoals ook het geval was bij andere Joodse gemeenschappen op het platteland. In 1942 had gevierd moeten worden dat de Flakkeese synagoge een eeuw oud was. Het kwam er niet meer van vanwege alle beperkende maatregelen, integendeel: kort na de bewuste datum plunderden Duitse Wehrmachtsoldaten de inboedel van de synagoge en werd het pand in gebruik genomen als kolenhok. Een vergoeding daarvoor werd ook na de oorlog niet betaald. Slechts enkele voorwerpen overleefden de plundering. Het parochet (voorhangsel), bijvoorbeeld. Via onbekende wegen dook dit na de oorlog in Leiden op. Op de reproductie die nu de opening van de expositie vormt, zijn alle details zorgvuldig nagemaakt.

Burgemeester Ada Grootenboer-Dubbelman slaat de mezoeza aan.
Replica van het parochet uit de synagoge van Middelharnis.

Streekmuseum Goeree-Overflakkee
Het Streekmuseum Goeree-Overflakkee is gevestigd in de Kerkstraat van Sommelsdijk, een historisch straatje. Het museum bestaat uit zeven geschakelde arbeiderswoningen uit de zeventiende eeuw, waardoor bezoekers zich direct in het verleden wanen. Oude ambachten, een dorpswinkel, en een schooltje roepen de sfeer op van ‘toen’. De sfeer van de periode waarin Joodse Flakkeeënaars woonden en werkten op het eiland. Er is bewust voor gekozen om ook dit dagelijkse Joodse leven op te nemen in de expositie; zo was het immers decennialang, voordat de Joden tot slachtoffer gemaakt werden. Het keukentje van het museum is nu een ‘koosjere’ keuken, in de huiskamer is, naast de gedekte sjabbatstafel, ook een oude rabbijnenbijbel te vinden. Bij een verbouwing in 1957 van de voormalige Joodse school kwam deze Tenach van zo’n twee eeuwen oud tevoorschijn van tussen het plafond. De synagoge in Middelharnis was echter inmiddels opgeheven. Daarom werd hij eigendom van de meest dichtstbijzijnde synagoge, de Sjoel in Brielle. Nu ligt hij als bruikleen weer in de woonkamer van het Streekmuseum – voor het eerst sinds de plundering van 1942 verenigd met de originele lessenaar uit de Middelharnisse synagoge die het Streekmuseum zelf in bezit heeft.

De rabbijnenbijbel is weer terug op Goeree-Overflakkee.
Sjabbatstafel gedekt in de Flakkeese huiskamer.

Ook de sjocheetmessen van voorganger David Slager liggen in de vitrinekast, evenals het fotoalbum van zijn dochter Leni. Dat album biedt een prachtig inkijkje in het dagelijkse, onbezorgde vooroorlogse leven op Goeree-Overflakkee. Alle foto’s zijn overigens ook te bekijken op de grote digitafel van het museum.

Wegvoering en moord
Het fotoalbum van Leni is bewaard gebleven omdat een buurvrouw het vond in de hoek van het geplunderde huis van de familie Slager, nadat zij was weggevoerd. Ook dat verhaal, van wegvoering en moord, wordt verteld op de expositie. Op Goeree-Overflakkee zijn er twee grote transporten geweest, waarbij 57 Joden zijn gedeporteerd, via Westerbork naar Auschwitz en Sobibór. Geen van de weggevoerde Joden heeft dit overleefd. De zes Flakkeese Joden die de oorlog overleefden, deden dat in onderduik. Na de oorlog was er weinig aandacht voor het verschrikkelijke leed dat hen getroffen had. Er volgde getouwtrek om hun huizen en overige bezittingen, zo bleek uit onderzoek dat ik in opdracht van gemeente Goeree-Overflakkee in september 2024 presenteerde. Dit onderzoeksrapport is digitaal te lezen.

De titel is een uitspraak van mevrouw Debora Rood. Na de oorlog keerde zij als enige van haar gezin terug naar Middelharnis – de anderen waren vermoord. Zij woonde vlak naast de synagoge en had er zo graag nog een keer naar toe gewild. De sjoel was immers belangrijk voor haar, zo had ze al eerder gezegd: ‘Toen de Duitse bezetters de strop om de Joden steeds strakker aantrokken, was de synagoge de enige plek waar we elkaar ontmoetten. Ik wilde de straat niet op met die Jodenster.’ De synagoge was echter onherkenbaar, ze kon er niet meer naar toe: na het kolenhok van de bezetters was het een ijssalon en al snel daarna een dansgelegenheid geworden. In een brief aan een vriend, waarin ze uitlegde dat zij ook van Goeree-Overflakkee was vertrokken schrijft ze daarover: ‘Ik kon dat niet begrijpen.’

Zie de website van het Streekmuseum Goeree-Overflakkee voor adres, openingstijden en toegangsprijzen.

Herdenken en herinneren
Burgemeester Ada Grootenboer-Dubbelman zei hierover tijdens de opening van de expositie: ‘We kunnen niet veranderen wat er destijds is gebeurd. De Joodse gemeenschap is van Goeree-Overflakkee verdwenen. Maar we kunnen hun namen blijven noemen, we kunnen blijven vertellen welke herinneringen deze Joodse inwoners hebben achtergelaten, we kunnen zorgen dat ze niet vergeten worden.’

Precies dat is wat de expositie als doel heeft: herdenken en herinneren. In het schoollokaal van het museum staan daarom 57 bordjes met daarop de namen en de Stolpersteine van de vermoorde Joodse Flakkeeënaars. Naast deze expositie komen er dit najaar ook informatiepanelen op de drie Joodse begraafplaatsen van het eiland en bij de voormalige synagoge (die inmiddels afgebroken is). Daarnaast wordt gewerkt aan een website waarop van iedere Flakkeese Joodse familie het levensverhaal te lezen is.

Expositie
De onderduikbrieven van Debora Rood, het gebedenboek van Margaretha Haagens, het persoonsbewijs van Henriette Cohen met een grote J er op: ze zijn nog tot en met 3 januari te bekijken in het Streekmuseum Goeree-Overflakkee. Dit kan tijdens de wekelijkse rondleidingen op woensdagmorgen onder leiding van een gids of op eigen gelegenheid tijdens de openingstijden van het museum. ‘Een indrukwekkende expositie’, zo waardeert een bezoeker in het gastenboek van het Streekmuseum.

Anton Gazan
Er is één Flakkeese Joodse overledene die tot dusver nergens herdacht wordt. Dat is Anton Gazan uit Sommelsdijk. Anton Gazan overlijdt op 8 augustus 1942 op 55-jarige leeftijd in zijn woning in Sommelsdijk. Een kleine week daarna begint de eerste deporatie van Goeree-Overflakkee. Antons familie heeft geen tijd meer om een grafsteen te regelen. We weten dus niet eens waar hij precies begraven ligt. Omdat hij nog wel begraven is in Middelharnis, wordt zijn naam niet op het monument geplaatst en ligt er voor hem ook geen Struikelsteentje. Kortom, Anton Gazan wordt tot dusver nergens herdacht. Inwoners van Goeree-Overflakkee brachten deze zomer samen het geld bij elkaar voor een herdenkingssteen. Op 3 november om 15:30 onthullen burgemeester Grootenboer en Rabbijn Vorst dit steentje op de Joodse begraafplaats in Middelharnis.

Gebruikte bron(nen)