TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    Op 30 januari 1945, om 21:16 uur, werd het nazischip Wilhelm Gustloff getroffen door een torpedo. Seconden later troffen een tweede en een derde torpedo het Duitse schip dat ruim 10.000 opvarenden aan boord had waarvan bijna 9.000 burgervluchtelingen. Zeventig minuten later was het voormalige cruiseschip van de nazi`s gezonken en waren ruim 9.000 opvarenden van de Gustloff dood. De ondergang van de Wilhelm Gustloff ging de geschiedenis in als de grootste scheepsramp aller tijden. De drie torpedo`s werden afgevuurd door Sovjetonderzeeboot S-13, die onder commando stond van kapitan III ranga Alexander I. Marinesko. Tijdens dezelfde missie bracht de S-13 nog een groot Duits evacuatieschip tot zinken. Op 10 februari 1945 werd de Steuben met twee torpedotreffers van Marinesko`s onderzeeboot tot zinken gebracht. Bij deze ramp kwamen bijna 4.000 opvarenden om het leven waarvan de meeste wederom Duitse vluchtelingen waren.

    Voor de Duitsers waren deze scheepsrampen dubbele pech want eigenlijk had de S-13 niet uit mogen varen. Op 2 januari 1945 had de S-13 de haven moeten verlaten in het kader van een nieuw Sovjetoffensief om de Duitsers uit de Oostzee te verdrijven. De S-13 en haar bemanning waren gereed maar commandant Marinesko niet. Hij was drie dagen achtereen aan het passagieren geweest in het Finse Turku en keerde niet naar zijn boot terug, die haar basis had in de bezette Finse havenstad. Terwijl de militaire politie hem al een dag aan het zoeken was keerde hij op 3 januari terug aan boord met de melding dat hij zich weinig kon herinneren van zijn escapades in het nachtleven van Turku. Hij werd door de geheime politie verdacht van desertie en verraad, maar had het geluk dat zijn direct leidinggevende hem geloofde toen hij vertelde dat hij slechts de bloemetjes had buitengezet. Zijn commandant had Marinesko nodig om de S-13, een van de beste onderzeeboten van de vloot, uit te laten varen. Zo vertrok Alexander Marinesko, gebrand op succes om zijn fouten goed te maken, de ondergang van de Wilhelm Gustloff en de Steuben tegemoet.

    Nadat Marinesko deze twee Duitse schepen tot zinken had gebracht was hij de tonnagekoning van de Sovjetonderzeevloot. De beide Duitse schepen vertegenwoordigden een tonnage van gezamenlijk ruim 42.000 ton en geen enkele andere Sovjetonderzeeboot kon hier aan tippen. Marinesko verwachtte dan ook niet anders dan dat hij de prestigieuze titel Held van de Sovjet-Unie zou krijgen. Hij werd echter niet geloofd door de Sovjetautoriteiten die een controversieel persoon als Alexander Marinesko niet geschikt achtten voor deze titel. Toen het zinken van de beide Duitse schepen wel erkend werd kreeg Marinesko een Orde van de Rode Vaan. Na de oorlog werd hij zelfs van zijn commando ontheven wegens problemen met de discipline, alcoholisme en wangedrag. Hij kreeg een demotie en werd teruggezet in de rang starshyi lejtenant (luitenant-ter-zee der tweede klasse). In oktober 1945 werd hij uit de Sovjetmarine ontslagen en hij probeerde tevergeefs aan het werk te komen bij de koopvaardij. In januari 1946 moest hij zich tevreden stellen met een baantje als magazijnmeester in Leningrad. In deze functie werd Marinesko vals beschuldigd van diefstal en veroordeeld tot een straf in een Siberisch kamp. Hij overleefde de verschrikkingen in de kampen maar overleed in 1963 aan kanker. In 1990 werd hij postuum geëerd met de titel Held van de Sovjet-Unie.

    Definitielijst

    nazi
    Afkorting voor een nationaal socialist.
    Sovjet-Unie
    Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.
    torpedo
    Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.

    Afbeeldingen

    Alexander Ivanovich Marinesko. Bron: Rusnavy.
    Alexander Marinesko in 1945. Bron: P. Kimenai Go2War2.

    Jeugd en opleiding

    Alexander Ivanovich Marinesko werd op 15 januari 1913 geboren in Odessa aan de Oekraïense Zwarte Zeekust. Zijn moeder was een Oekraïense en zijn vader was een Roemeen van geboorte. De Roemeense zeeman was naar Odessa gevlucht nadat hij betrokken was geweest bij een van de vele muiterijen tijdens de Balkanoorlogen en had zijn naam veranderd van Marinescu in Marinesko. Zijn zoon Alexander groeide op in een stad die, doordat Oekraïne tijdens de Russische Revolutie in 1917 uitgeroepen werd tot zelfstandige socialistische republiek en in 1922 een Sovjetrepubliek werd, onderdeel werd van de Sovjet-Unie. In 1928, op vijftienjarige leeftijd, verliet hij de school waar hij niet meer had geleerd dan lezen en schrijven. Hij kreeg een baantje als hutjongen op een vrachtschip, maar een autoriteit met veel mensenkennis en kijk op talent merkte hem op en binnen een jaar, in 1930, zat Alexander Marinesko op de zeevaartschool in Odessa en rondde zijn opleiding in 1933 succesvol af. Hij klom na zijn opleiding snel op tot stuurman op de kustvaarder Zwarte Zee. De grote doorbraak in zijn loopbaan kwam toen hij, voor de kust van de Oekraïnse havenstad Skadovsk, de bemanning van een torpedoboot wist te redden die in een storm was gekapseisd. Het verhaal over dit moedige optreden van Marinesko verspreidde zich over de Zwarte Zeevloot en de Sovjetmarine haalde hem over naar de marine over te stappen en een opleiding tot navigator te volgen wat hij in november 1933 daadwerkelijk deed. Een jaar later koos de zeeman uit Odessa definitief voor de onderzeedienst.

    Alexander Marinesko bleek een geboren onderzeebootman. Zijn straatjongenverleden in Odessa had hem vindingrijk gemaakt en hij was in staat om op kalme wijze het hoofd te bieden aan alle mogelijke omstandigheden. Bovendien ontdekte hij snel zijn gave voor leiderschap. Hij zag ook in dat hij bij de marine nooit zou opvallen als hij niet voor kleine schepen koos waar hij met zijn individualisme uit de voeten kon. Hij koos op het juiste moment voor de onderzeedienst want er waren bemanningen nodig voor de vele nieuwe onderzeeboten die bij de verschillende Sovjetwerven op stapel stonden. De officiersopleiding voor onderzeebootbemanningen was intensief, streng en zwaar maar Marinesko slaagde met vlag en wimpel en in maart 1936 werd de zeeman uit Odessa bevorderd tot lejtenant (luitenant-ter-zee der derde klasse). Korte tijd later werd hij lid van de Komsomol, de organisatie voor jonge communisten, en werd hij een fanatieke aanhanger van Stalin. Zijn enige minpunt was zijn voorliefde voor wodka en meisjes die hij van vanaf zijn jeugd gehad had.

    Nadat zijn opleiding van negen maanden voltooid was, werd Marinesko aangesteld als navigator op de onderzeeboot Sjtsja 306, die een jaar eerder in de vaart was gekomen. Zes maanden later werd hij terug naar school gestuurd voor een opleiding tot onderzeebootcommandant. Ook deze opleiding werd door hem met groot succes voltooid waarna hij in de zomer van 1937, op vierentwintigjarige leeftijd, tot commandant van de onderzeeboot M 96 werd benoemd in de rang van starshyi lejtenant. De onderzeeër was kort daarvoor in de vaart gekomen en was een licht verbeterde Type XII versie van de vorige Malyutka-klasse (M-klasse) boten. De M-96 was slechts 45 meter lang, had een waterverplaatsing van niet meer dan 250 ton en een bewapening van slechts twee torpedobuizen en een 45mm dekkanon. Commandant Marinesko en zijn 18-koppige bemanning konden echter uitstekend uit de voeten met de primitieve onderzeeboot die gestationeerd was in Leningrad. In een tijd dat de Sovjetmarine werd verscheurd door Stalins zuiveringen vestigde de M-96 het ene record na het andere. Zo kon Marinesko`s onderzeeër in 19,5 seconden duiken tegen gemiddeld 28 seconden voor de overige boten in de Oostzeevloot en troffen zijn oefentorpedo`s nagenoeg altijd doel. De onderzeeboot werd gedurende de jaren voorafgaande aan de Tweede Wereldoorlog de best geleide onderzeeboot met de best geoefende bemanning van de Oostzeevloot.

    Definitielijst

    Revolutie
    Meestal plotselinge en gewelddadige ommekeer van bestaande (politieke) verhoudingen en situaties.
    Sovjet-Unie
    Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.

    Afbeeldingen

    De M-96 in een droogdok. Bron: Uboat.net.

    Tweede Wereldoorlog

    De eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog verliepen zeer teleurstellend voor Alexander Marinesko en de andere onderzeebootcommandanten van de Oostzeevloot. Tijdens de winter van 1939/1940 vocht het Rode Leger de Winteroorlog uit tegen Finland. De Finnen slaagden erin met een relatief klein leger maandenlang te weerstaan aan een overweldigende overmacht van Sovjetzijde, maar de Oostzeevloot kwam er niet aan te pas. Nadat de moedige Finnen op hun knieën gedwongen waren eisten de Sovjets grote gebiedsdelen aan de grens met Rusland en Finland op evenals de Finse haven Hanko op het gelijknamige schiereiland in Zuid-Finland. De Finse haven zou door de Sovjets 30 jaar lang geleased worden. Op 22 juni 1941 vielen de Duitsers de Sovjet-Unie binnen in het kader van operatie Barbarossa. De verbitterde Finnen hadden zich bij de Duitsers aangesloten en heroverden in een hoog tempo de verloren gebieden. Al op 8 september van datzelfde jaar begonnen de Duitsers het beleg van Leningrad dat tot begin 1944 zou duren. De grootste prestatie van de Oostzeevloot, in deze voor de Sovjet-Unie harde tijd, was de succesvolle evacuatie van Sovjettroepen uit Tallin, Estland, in augustus 1941. Diezelfde Oostzeevloot raakte daarna ingesloten door Duitse en Finse mijnenvelden en Hanko, Tallin en andere Baltische havens konden niet meer als uitvalsbases gebruikt worden. Bovendien was thuisbasis Leningrad steeds moeilijker te bereiken. Kronstadt, een havenplaats op een eiland in de Finse Golf, 30 kilometer ten westen van Leningrad, werd noodgedwongen de belangrijkste basis van de Oostzeevloot en dus ook van Alexander Marinesko.

    De gedreven onderzeebootcommandant Alexander Marinesko ergerde zich aan het feit dat hij al die tijd vrijwel werkeloos moest toezien hoe de oorlog voorbij ging en de Duitsers en hun bondgenoten steeds verder doordrongen in de Sovjet-Unie. Het zou echter nog erger worden. Op 12 februari 1942 werd de M-96 getroffen door een Duitse artilleriegranaat bij Kronstadt en de onderzeeër moest noodgedwongen vier maanden in reparatie. Marinesko moest lijdzaam toezien hoe zijn bemanning de geoefendheid verloor en hij zocht troost in drank en bij vrouwen. Vooral zijn drankmisbruik leverde hem problemen op en hij werd uitgesloten als kandidaat voor het lidmaatschap van de Communistische Partij. In de zomer van 1942 kreeg Marinesko een kans om te laten zien wat hij en zijn bemanning in hun mars hadden. Tijdens een oorlogspatrouille voor de Finse kust spotte hij, op 14 augustus, het Duitse kanonneerplatform Schwerer Artillerie-Träger SAT-4 Helena. De M-96 vuurde een torpedo af op het vijandelijke schip en Marinesko en meldde in zijn logboek dat hij een 7.000 tons vijandelijk oorlogsschip tot zinken had gebracht. Na de oorlog werd het Duitse vaartuig geborgen en bleek het maar 400 ton groot te zijn. Marinesko had al vaker overdreven in zijn rapportages waardoor hij bij sommigen van zijn meerderen een onbetrouwbare indruk achterliet.

    In oktober 1942 kreeg de M-96 weer een kans om zich te bewijzen. Alexander Marinesko en zijn bemanning kregen de opdracht om een commandoteam af te zetten op de kust van de Golf van Narva, Noord-Estland. Het commandoteam had de opdracht een Duitse Enigma coderingsmachine te veroveren. De overval op het Duitse stafkwartier in Estland mislukte en slechts de helft van de commando`s keerde terug aan boord van M-96, zonder de coderingsmachine. Commandant Marinesko had zijn taak echter wel goed volbracht en werd gedecoreerd met de Orde van Lenin en bevorderd tot kapitan III ranga (luitenant-ter-zee der eerste klasse). Wat voor Marinesko zelf nog belangrijker was, was het feit dat hij zich weer kandidaat voor de Communistische Partij mocht noemen.

    Begin 1944 werd Marinesko commandant van de moderne Stalinets-klasse onderzeeboot S-13. Deze onderzeeër, met een lengte van 78 meter en een waterverplaatsing onder water van 1.050 ton was op 31 juli 1941 in dienst gesteld en had onder commando van kapitan III ranga Pavel Malantyenko reeds drie vijandelijke koopvaardijschepen tot zinken gebracht. De overplaatsing naar de S-13 viel samen met het einde van het Duitse beleg van Leningrad, op 27 januari 1944. Op 5 september van datzelfde jaar sloot Finland vrede met de Sovjet-Unie zodat de Finse Golf en haar havens weer beschikbaar werden voor de Oostzeevloot. Al met al zag de toekomst voor Alexander Marinesko er veel rooskleuriger uit dan voorheen. In oktober 1944 verliet S-13 haar basis in Hanko en vatte enkele dagen later post voor de Bocht van Gdansk, ten noorden van het door de Duitsers bezette Polen, waar veel Duits scheepvaartverkeer plaatsvond. De S-13 spotte op 9 oktober de Duitse gewapende trawler Siegfried van 563 ton, die als communicatie- en transportschip gebruikt werd. Marinesko vuurde alle vier zijn boegtorpedo`s af op het Duitse schip maar de onderwaterprojectielen misten alle hun doel. Marinesko liet de S-13 boven water komen en vuurde met het 100mm dekkanon op de Siegfried totdat het slagzij begon te maken. Marinesko claimde later in zijn logboek dat hij een Duits schip van 6.000 ton tot zinken had gebracht. In werkelijkheid kon de Siegfried, weliswaar zwaar beschadigd en met hulp van een sleepboot, de haven van Gdansk bereiken.

    Op oudejaarsavond van 1944 lag de S-13 afgemeerd te Smolny, de haven van het Finse Turku. Stalin had opdracht gegeven aan de onderzeeboten van de Oostzeevloot om een groot offensief te beginnen tegen de Duitse scheepvaart in de Oostzee. Op 2 januari 1945 zou S-13 uitvaren om aan deze order gehoor te geven. De onderzeeboot had olie, torpedo`s en voorraden geladen en de bemanning was er klaar voor, maar commandant Marinesko niet. Hij was vanaf 31 december 1944 ondergedoken in de kroegen en bordelen van Turku en keerde pas op 3 januari 1945 op zijn boot terug. De militaire politie was hem toen al een dag aan het zoeken. Marinesko`s commandant, kapitan I ranga (kapitein-ter-zee) Jevstafjevitsj Orjel, was ervan overtuigd dat de afwezigheid van zijn beste onderzeebootcommandant verklaard kon worden door een ouderwetse Russische bras- en feestpartij en wilde hem wegsturen met een berisping. Orjel wist maar al te goed dat, als hij Marinesko in hechtenis zou laten nemen, de S-13 voor langere tijd niet zou kunnen uitvaren en dus ook geen gehoor kon geven aan Stalins bevel. De Narodnij Komissariat Vnoetrennich Djel (NKVD), de geheime dienst, dacht daar echter anders over.

    De NKVD onderwierp Marinesko aan een strenge ondervraging en kwam tot de conclusie dat de omstreden onderzeebootcommandant overgebracht moest worden naar Kronstadt op verdenking van desertie en verraad door te lange en ongeoorloofde afwezigheid in een buitenlandse haven. De bemanning van de S-13, aangevoerd door Marinesko`s vriend en oudste officier kapitan III ranga Lev Jefremenkov, bood een petitie aan, aan Orjel, waarin stond dat de bemanning van de S-13 zo spoedig mogelijk wilde uitvaren om de fascisten uit de Oostzee te verdrijven en dat daarvoor hun commandant zou worden toegestaan zijn dienst aan boord te hervatten. Orjel begreep dat de bemanning van de S-13 hierdoor ook in een kwaad daglicht gesteld kon worden door de NKVD en besloot Marinesko met de S-13 zee te laten kiezen. Orjel vond de totale onderzeebootoorlog van Stalin belangrijker dan de veroordeling van een goede onderzeebootcommandant door de NKVD. De geheime staatspolitie van de Sovjet-Unie had op dat moment echter al een dossier over Alexander I. Marinesko geopend.

    Definitielijst

    Enigma
    Cryptografische (de)coderingsmachine. In gebruik bij de Duitsers gedurende de oorlog. Enigma werd gekraakt door de Engelsen, geholpen door de Polen, waardoor veel Duitse (militaire) informatie bij hen vooraf bekend was.
    NKVD
    Benaming van de veiligheidsdienst van de Sovjetunie ten tijde van WO II.
    offensief
    Aanval in kleinere of grote schaal.
    Rode Leger
    Leger van de Sovjetunie.
    Sovjet-Unie
    Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.
    torpedo
    Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.

    Afbeeldingen

    Alexander Marinesko, commandant van M-96, 1942 Bron: Rusnavy.
    Marinesko poseert met collega onderzeebootcommandanten Pavel Bocharov en Roman Lindenberg, 1943. Bron: P. Kimenai Go2War2.
    Alexander Marinesko aan boord van S-13, 1944. Bron: Rusnavy.
    De Stalinets-klasse onderzeeboot S-13. Bron: P. Kimenai Go2War2.

    Successen en teleurstellingen

    De S-13 had een vastgestelde patrouillesector meegekregen bij de Bocht van Gdansk toen zij op 11 januari de haven van Hanko verliet. Ruim 10 dagen later ontving men het bericht van het hoofdkwartier van de Oostzeevloot dat gericht was aan al haar onderzeeboten: “offensief Rode Leger richting Dantzig vordert goed en zal vermoedelijk de vijand dwingen tot evacuatie van Königsberg (het huidige Kaliningrad). Verwachten belangrijke toename vijandelijke scheepsbewegingen in gebied Bocht van Gdansk”. Dit was goed nieuws, maar er verschenen geen vijandelijke doelen in de periscoop van Marinesko. In de vroege ochtend van 30 januari riep Marinesko zijn officieren bijeen en samen besloten ze hun patrouillesector te verlaten en hun geluk te beproeven bij het schiereiland Hela in de Bocht van Gdansk. De onderzeebootcommandant uit Odessa, die tot ergernis van zijn hoofdkwartier zeer weinig gebruik maakte van de Boechta radioapparatuur aan boord van de S-13, verzuimde ook nu om zijn meerderen op de hoogte te brengen van zijn nieuwe positie.

    Diezelfde avond, rond de klok van 19:10 uur ontdekte een uitkijk van de S-13 lichtjes aan de kustlijn. Marinesko was er van overtuigd dat de lichtjes afkomstig waren van Duitse schepen die op weg gingen naar het westen. Hij was vastbesloten een oppervlakte-aanval te doen hoewel dit geheel tegen de conservatieve Sovjetopvattingen van die tijd inging. Die opvattingen waren simpel: een onderzeeboot valt onder water aan. Een oppervlakte-aanval gaf echter vele voordelen. De onderzeeër kon met behulp van de diesels veel sneller varen en manoeuvreren. Bovendien konden de torpedo`s met veel grotere nauwkeurigheid gelanceerd worden. Het nadeel van een oppervlakte-aanval was natuurlijk dat de onderzeeboot sneller door de vijand opgemerkt kon worden. Hier maakte Marinesko zich echter niet zo druk over omdat het inmiddels donker was en de mist en sneeuwvlagen de S-13 aan het oog zouden onttrekken van elke mogelijke uitkijk. Verder wist Marinesko dat de Duitsers niet over radarvliegtuigen beschikten en een schromelijk tekort hadden aan escorteschepen. Tussen twee sneeuwbuien door nam Marinesko duidelijk twee schepen waar. Een heel groot en een klein schip. De onderzeebootcommandant was er van overtuigd dat het om een evacuatieschip en een begeleidende mijnenveger ging. Deze overtuiging was bijna terecht want de Duitse schepen waren de Wilhelm Gustloff, die volgepakt zat met Duitse vluchtelingen, en haar escorte, de torpedoboot Löwe. De S-13 bleef het kleine konvooi volgen terwijl de onderzeeboot zich op bleef houden tussen de kust en de vijandelijke schepen in. Hierdoor was de bovenwater varende onderzeeër door de Duitsers nauwelijks te zien.

    Het kostte de S-13 bijna twee uur om in de juiste aanvalspositie te komen. De vijandelijke schepen begonnen de Stolpe Bank te ronden die zij aan bakboord passeerden. Dit was ook de zijde waaraan de S-13 de Duitse schepen naderde. Marinesko liet de torpedo`s instellen op een loopdiepte van drie meter. Om 21:00 uur gaf Alexander I. Marinesko de order om de vier boegtorpedo`s te lanceren. De eerste, derde en vierde torpedo verlieten de lanceerbuizen maar de tweede bleef vastzitten. Terwijl de torpedomakers koortsachtig probeerden de vastgelopen torpedo onschadelijk te maken troffen de overige drie doel en explodeerden aan bakboordszijde van de Wilhelm Gustloff. Marinesko hield de S-13 juist boven water terwijl hij toekeek hoe het getroffen Duitse schip slingerde en slagzij begon te maken. Toen hij eenmaal zekerheid had dat het schip begon te zinken, liet hij de commandotoren ontruimen om zo snel mogelijk onder water te kunnen gaan om te ontsnappen aan het escortevaartuig. Terwijl de torpedomakers de vastgelopen torpedo veilig stelden kon de S-13 ontkomen. Pas in de avond van de volgende dag kwam de S-13 boven water en seinde naar de Oostzeevlootbasis in Kronstadt en thuisbasis Smolny dat zij een passagiersschip van 20.000 ton tot zinken had gebracht met drie torpedotreffers. Er was echter geen enkele bron die dit kon bevestigen en in Kronstadt had men de indruk dat Marinesko overdreef. Marinesko, die nog steeds niet op de hoogte was van de naam van het schip dat hij tot zinken had gebracht en van de omvang van de ramp, die de ondergang van de Wilhelm Gustloff veroorzaakt had, hervatte zijn oorlogspatrouille.

    Op de dertigste dag van de patrouille, op 9 februari 1945, sloeg Alexander I. Marinesko opnieuw toe. Hij was vanaf 31 januari in de buurt van de Stolpe Bank gebleven. Rond 22:00 uur ontdekte men aan boord van de S-13 schroefgeruis van een konvooi en daarop nam men vanaf de commandotoren een aantal lichtjes waar aan de horizon. Marinesko liet zijn bemanning de alarmposten innemen en maakte aanstalten om het konvooi boven water aan te vallen. Een van de escortevaartuigen kwam plotseling op de Sovjetonderzeeboot af en de S-13 moest een crashdive maken. Het duurde meer dan een uur voordat Marinesko de S-13 weer in een aanvalspositie kon manoeuvreren. Ditmaal koos hij voor een oppervlakte-aanval met zijn beide hekbuizen zodat de S-13 zich direct na de aanval uit de voeten kon maken. De beide hektorpedo`s werden gelanceerd op het grootste schip in het konvooi en troffen beide doel. Marinesko zag de twee onderwaterprojectielen exploderen tegen de scheepswand van het vaartuig waarna het vrijwel meteen zonk. Zonder dat de onderzeebootcommandant het wist had hij het passagiersschip Steuben van 17.500 ton tot zinken gebracht dat, net als de Wilhelm Gustloff, volgepakt zat met Duitse vluchtelingen.

    Marinesko had binnen tien dagen twee van de grootste Duitse oceaanstomers tot zinken gebracht en daarbij 14.000 slachtoffers gemaakt. Hij was de tonnagekoning van de Rode Vloot geworden, had de juistheid van zijn aanvalstheorieën bewezen en zijns inziens het incident van Turku goedgemaakt. Op 15 februari meerde hij de S-13 af op de basis Smolny in Turku. Hier kreeg hij van kapitan I ranga Orjel te horen dat hij, volgens de Zweedse krant Stockholm Tidningen, de Wilhelm Gustloff van ruim 24.000 ton tot zinken had gebracht. Ook kreeg hij de naam van de Steuben te horen, het tweede grote slachtoffer van de S-13. Marinesko zou volgens Orjel van beide wapenfeiten de eer krijgen.

    Op 20 april 1945 publiceerde het hoofdkwartier van de Oostzeevloot een lijst van onderscheidingen die in de eerste drie maanden van dat jaar verleend waren aan vlootpersoneel wegens moedig optreden tijdens gevechtsacties. De S-13 kreeg een collectieve onderscheiding waardoor zij een Rode-Vaanboot werd. Dit was een grote eer en de S-13 was pas de tweede Sovjetonderzeeboot die deze erkenning kreeg. Marinesko was echter teleurgesteld. Hij vond dat de S-13 een Rode-Gardeschip had moeten worden, een onderscheiding die slechts zestien Sovjetoorlogsschepen gekregen hebben tijdens de gehele Tweede Wereldoorlog. Ieder bemanningslid van de S-13 werd een van twee klassen van de Orde van de Grote Vaderlandse Oorlog toegekend, waarvan er miljoenen werden uitgereikt in de oorlog. Marinesko was niet tevreden. Hij vond dat hij verdiend had tot Held van de Sovjet-Unie te worden uitgeroepen, maar de vijfpuntige gouden ster met rood lint werd hem onthouden. Hij kreeg zelfs niet de tweede Orde van Lenin maar moest het doen met nog eens een Orde van de Rode Vaan. In de citaties omtrent de onderscheidingen van de S-13 en haar commandant ontbrak bovendien de melding van het tot zinken brengen van de Wilhelm Gustloff en de Steuben. Dit was een duidelijke aanwijzing dat de Militaire Raad er niet van overtuigd was dat deze schepen door de S-13 tot zinken waren gebracht. Dit maakte Marinesko woedend. Hij bracht zijn tijd in Turku, terwijl de S-13 in onderhoud lag, dan ook vooral drinkend en ruziemakend met iedereen die iets aan te merken had op zijn onderzeeboot, door. Hij werd ook nooit moe zijn meerderen te vertellen dat hij Duitse schepen met een totaal van 42.144 ton tot zinken had gebracht en daarbij duizenden fascisten had omgebracht. Er werd echter niet naar hem geluisterd.

    Om zijn gelijk te halen begon Marinesko een boek te schrijven met als titel “Een analyse van torpedoaanvallen van de S-13”. Hij zag dit als een toekomstig instructiehandboek ten behoeve van de Sovjetonderzeevloot. Hij had geen last van valse bescheidenheid en vond dat hij op grond van zijn ervaring en successen volkomen gerechtigd was te adviseren over de aanpak van een onderzeebootaanval. Zodra de marineleiding zijn successen officieel zouden bevestigen zou de rest van de Sovjetmarine het ook weten. Hij was de grootste, de tonnagekoning. In zijn boek was hij zeer kritisch over de technische tekortkomingen en tactische inferioriteit van de Sovjetonderzeevloot. Toen Marinesko zijn manuscript door een paar collega`s en vrienden liet lezen, alvorens het in te dienen bij Orjel, waarschuwden zij hem dat zijn commentaar op uitrusting, tactiek en gezagsstructuur binnen de marine, tegen hem gebruikt zou kunnen worden. De Sovjet-Unie had onderzeebootcommandanten zoals Marinesko binnenkort niet meer nodig en Stalin en zijn geheime politie waren al begonnen iedereen met een schijn van dissidentie binnen de strijdkrachten te arresteren. Marinesko sloeg echter alle waarschuwingen in de wind en zoals zijn vrienden al hadden gevreesd, verschafte zijn analyse ammunitie aan al diegenen die afgunstig waren op zijn succes, maar vooral aan de NKVD.

    Marinesko maakte nog een laatste reis met de S-13. Begin mei 1945 kreeg hij bevel om uit te varen en op 9 mei vierde de bemanning op volle zee het einde van de Tweede Wereldoorlog en de overwinning van de Sovjets. Stalin vertrouwde zijn westerse bondgenoten niet en hield daarom zijn strijdkrachten nog een tijd paraat. Om die reden duurde het tot 24 mei voor de S-13 terugkeerde naar Kronstadt.

    Definitielijst

    Grote Vaderlandse Oorlog
    De in de Sovjet-Unie meest gebruikte benaming voor WO II. In Rusland wordt WO II ook wel de Grote Patriottische Oorlog genoemd.
    NKVD
    Benaming van de veiligheidsdienst van de Sovjetunie ten tijde van WO II.
    offensief
    Aanval in kleinere of grote schaal.
    Rode Leger
    Leger van de Sovjetunie.
    Sovjet-Unie
    Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.
    torpedo
    Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.

    Afbeeldingen

    De Wilhelm Gustloff, het eerste grote slachtoffer van Alexander Marinesko en de S-13. Bron: Maritimequest.
    Geografisch overzicht van de ramp met de Wilhelm Gustloff. Bron: Roger Paulissen, Go2War2.nl.
    De Steuben werd eveneens getorpedeerd door Alexander Marinesko. Bron: Bundesarchiv.

    Na de Tweede Wereldoorlog

    Het werd een obsessie voor Marinesko om de marineleiding te laten erkennen dat de S-13 de Wilhelm Gustloff en de Steuben tot zinken had gebracht. Hij maakte er vijanden mee en raakte er vrienden door kwijt. Hij viel stafofficieren lastig om de lijst van onderscheidingen van 20 april te herzien en verveelde zijn omgeving met klachten over onrechtvaardigheid. In september 1945 werd Marinesko ontheven van zijn commando van de S-13 en kreeg hij het bevel over een mijnenveger. Woedend en beschonken weigerde hij het schip over te nemen en werd twee rangen teruggezet tot starshyi lejtenant. In november 1945 werd hij uit de marinedienst ontslagen wegens een onverschillige houding tegenover de krijgsmacht. Marinesko solliciteerde bij de Sovjetkoopvaardij, maar zijn NKVD-dossier kwam bovendrijven en hij werd afgewezen omdat hij niet betrouwbaar was. In januari 1946 ging de voormalige onderzeebootcommandant, drager van de Orde van Lenin, tweemaal de Orde van de Rode Vaan en diverse overwinnings- en campagnemedailles definitief aan wal en kreeg een baan als magazijnmeester in een bouwmaterialenbedrijf in Leningrad.

    Het leven in Leningrad, vlak na de oorlog, was hard en kleurloos. De stad lag grotendeels in puin door de jarenlange Duitse belegering. Er was een groot tekort aan gebruiksartikelen en levensmiddelen en de zwarte markt bloeide als nooit tevoren. Omkoping en corruptie vormden een deel van het dagelijkse leven. Marinesko was gekwetst en verbitterd door zijn ontslag uit de marine, niet in staat om een zeevarende baan te vinden en zwaar drinkend zou hij zich, gezien zijn achtergrond als straatjongen in Odessa, gemakkelijk geschaard kunnen hebben onder de corrupte ambtenaren en profiteurs, maar dat deed hij niet. Hij hing zelfs aan de grote klok dat de directeur en enkele arbeiders van het staatsbouwbedrijf waar hij voor werkte, steekpenningen aannamen voor de levering van bouwmateriaal aan partijfunctionarissen die dure villa`s lieten bouwen buiten Leningrad. De directeur wachtte zijn kans af om van Marinesko af te komen.

    Op de binnenplaats van het bedrijf lagen tonnen beschadigde en afgekeurde betonblokken en bakstenen opgestapeld. Marinesko stelde de directeur voor, deze materialen als nieuwjaarsgeschenk uit te delen aan de arbeiders van het bedrijf. Hij hield zelf het toezicht op de verdeling. Een verklikker meldde het verdelen van de bouwmaterialen bij de politie. Onderzoek voerde naar de bouwonderneming en magazijnmeester Marinesko. De directeur ontkende dat hij toestemming had gegeven om de materialen onder de arbeiders te verdelen en Marinesko werd beschuldigd van diefstal van staatseigendommen en gearresteerd. Hij kwam voor een Speciale Raad, die bestond uit drie KGB-functionarissen en gespecialiseerd in politieke misdrijven. Marinesko werd schuldig bevonden en veroordeeld tot drie jaar werkkamp in Kolyma, Siberië. Het is niet bekend welk deel van Marinesko`s geheime politiedossier een rol heeft gespeeld, maar zijn rechters hebben het stellig onder ogen gehad toen zij hun vonnis over de voormalige onderzeebootcommandant uitspraken. Kolyma stond bekend als het meest verschrikkelijke van alle werkkampen waar vooral politieke gevangenen heen gestuurd werden die zelden terugkeerden.

    Marinesko`s vechtlust was echter nog niet gebroken en tijdens de reis van 10.000 kilometer met de Transsiberische Spoorlijn, in 1949, in een gevangenenrijtuig, deden zijn natuurlijke leiderschap en daadkracht van zich spreken. Elk rijtuig had een wagenleider die door de bewakers aangewezen werd. In het rijtuig van Marinesko was dit een gevangene die tot 25 jaar strafkamp was veroordeeld omdat hij gecollaboreerd had met de Duitsers door burgers aan te geven. De wagenleiders waren onder andere aangewezen om de voedselrantsoenen in het rijtuig uit te delen. Na zijn straftijd vertelde Marinesko aan enkele vrienden: “De schavuiten begonnen de rest van ons te terroriseren. Die schoft en zijn makkers gaven zichzelf twee mokken soep en alle anderen maar één en dan nog niet eens helemaal vol. Ik begreep al gauw dat ik op deze manier de Stille Oceaan niet te zien zou krijgen en dat ik er iets aan zou dienen te doen. Van ons zeelui waren er acht in dat rijtuig en het kostte niet veel moeite iets met hen op touw te zetten. Toen de soep kwam en de vuilakken die begonnen uit te reiken, gaf ik een sein en we vielen ze aan. We gaven het fascistenvriendje zo`n pak slaag dat hij er bijna het leven bij inschoot. Maar het hielp wel. Toen benoemde ik als wagenbaas een knaap die vijf jaar had gekregen voor het achteroverdrukken van een blik vlees bij het lossen van een schip. Toen de hoofdbewaker begreep dat wij niet van plan waren te ontsnappen, vond hij het allang goed en negeerde het gebeurde. Zo haalden wij Vladivostok”.

    Met deze typerende hardheid en instelling kon Alexander Marinesko zijn straftijd overleven. Hij kon de kampautoriteiten er van overtuigen dat zijn groep van acht zeelui een geweldige ploeg havenwerkers vormde. De zeeman uit Odessa kreeg het voor elkaar om zijn mannen te werk te laten stellen in de Oost-Siberische havenstad Nagajevo waar zij schepen laadden en losten die voorraden voor de mijnen in de werkkampen aan- en afvoerden. Marinesko wist zichzelf en zijn mannen op deze manier buiten de kampen en de mijnen en in leven te houden. Marinesko werd in oktober 1951 vrijgelaten zonder dat hij wist waarom en na de lange terugreis naar Leningrad ging hij aan het werk als topograaf en in 1953 als afdelingshoofd in een fabriek. Het werd hem ook weer toegestaan om lid te worden van de communistische partij wat een teken was dat hem vergiffenis werd geschonken voor wat het ook geweest mag zijn, dat hem de verbanning naar Kolyma had opgeleverd.

    In de tijd dat Alexander Marinesko in Siberië verbleef waren zijn trouwste vrienden in stilte een campagne begonnen voor zijn vrijlating en rehabilitatie. Geleidelijk aan begonnen zij iets te bereiken. De doorbraak kwam in 1960 toen er een televisieprogramma werd gemaakt over het tot zinken brengen van de Wilhelm Gustloff en Marinesko er de eer van kreeg. Kort hierna werd hij, als officier buiten dienst, hersteld in zijn voormalige rang van kapitan III ranga en werd hem het bijbehorende pensioen toegekend. Het Centrale Marinemuseum in Leningrad gaf hem de eer voor zijn verrichtingen. In het museum kunnen bezoekers lezen dat: “A. I. Marinesko tussen 1943 en 1945 het bevel voerde over de S-13. De onderzeeboot bracht drie vijandelijke transportschepen tot zinken. Op 30 januari 1945 viel de S-13 het nazischip Wilhelm Gustloff van meer dan 24.000 ton aan. Drie torpedo`s troffen het doel en het vijandelijke schip zonk. Aan boord van het schip dat de Hitlerbende gebruikte voor de evacuatie van Dantzig, bevonden zich enkele duizenden soldaten, zeelieden en officieren. Er was ook een aantal militairen van de onderzeedienst”. Hoewel de statistieken niet helemaal kloppen bracht deze tekst de publieke erkenning waar Marinesko ruim vijftien jaar op had gewacht.

    In oktober 1963, op de jaarreünie van de Oostzeevloot te Kronstadt, organiseerden Marinesko`s vrienden te zijner ere een ceremonie met alle traditionele protocollen die daar bij hoorden. Na de plechtigheden brachten zij hem een staande ovatie. Eindelijk was hij in ere hersteld. Drie weken later overleed hij aan kanker in Leningrad.

    In 1990 werd Marinesko postuum de eretitel Held van de Sovjet-Unie toegekend ter gelegenheid van de vijfenveertigste verjaardag van de Sovjetoverwinning in Europa. Hij kreeg een monument in Kaliningrad, het voormalige Königsberg in Oost-Pruisen en een praalgraf in Odessa. Bovendien werd het onderzeebootmuseum in St. Petersburg naar hem vernoemd.

    Definitielijst

    NKVD
    Benaming van de veiligheidsdienst van de Sovjetunie ten tijde van WO II.
    Sovjet-Unie
    Sovjet Rusland, andere naam voor de USSR.
    torpedo
    Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.

    Afbeeldingen

    Alexander Marinesko ligt begraven op het kerkhof Bogolovskoye te Odessa. Bron: Wikipedia.
    Het monument voor Alexander Marinesko in Kaliningrad. Bron: Wikipedia.

    Informatie

    Artikel door:
    Peter Kimenai
    Geplaatst op:
    01-11-2011
    Laatst gewijzigd:
    22-12-2023
    Feedback?
    Stuur het in!

    Gerelateerde boeken

    Das buch der deutschen kriegsmarine 1935-1945