TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    De Amerikaanse slagschepen van de South Dakota-klasse, USS South Dakota, USS Indiana, USS Massachusetts en USS Alabama vormden een klasse snelle slagschepen, die eind jaren `30 ontworpen werd onder de beperkingen van de vlootverdragen van Washington en Londen. In vergelijking met de voorgaande North Carolina-klasse, waren de vier slagschepen van de South Dakota-klasse compacter en beter bepantserd, maar beschikten over dezelfde primaire bewapening van 3 x 3 41cm 45-kaliber kanonnen. De twee klassen schepen leken daarom veel op elkaar, maar konden eenvoudig onderscheiden worden doordat de beide schepen van de North Carolina-klasse twee schoorstenen hadden en die van de South Dakota-klasse slechts één.

    Begin jaren `20 was al een South Dakota-klasse slagschepen op stapel gezet die bestond uit de slagschepen South Dakota (BB-49), Indiana (BB-50), Montana (BB-51), North Carolina (BB-52), Iowa (BB-53) en Massachusetts (BB-54). De zes schepen zouden een standaard waterverplaatsing krijgen van 43.200 ton en uitgerust worden met 4 x 3 41cm kanonnen. De zes casco`s werden als gevolg van de bepalingen van het Vlootverdrag van Washington in 1923 voor sloop verkocht.

    De US General Board, de commissie die verantwoordelijk was voor de bouwprogramma`s van de Amerikaanse marine, pleitte in 1937 voor de bouw van vier North Carolina-klasse slagschepen, maar de Chief of Naval Operations, Admiral William H. Stanley, stond er op dat de twee nieuwe slagschepen van een vernieuwd ontwerp zouden zijn en dus een nieuwe klasse zouden vormen. Daarom bleven de USS North Carolina en de USS Washington op het budgetjaar 1937 staan en zouden de twee origineel geplande South Dakota-klasse schepen op het budget van fiscaal jaar 1939 komen. Hierdoor bleef het budget van 1938 over zodat er financiële ruimte was voor vier South Dakota-klasse slagschepen.

    De tekenaars van de General Board stelden verschillende ontwerpen voor, voordat de bouwcommissie met een definitief voorstel instemde. Omdat de maximale standaard waterverplaatsing van 35.000 ton, volgens het Tweede Vlootverdrag van Londen, niet overschreden mocht worden en omdat de schepen beter bepantserd zouden moeten zijn dan de twee slagschepen van de North Carolina-klasse, zouden de nieuwe slagschepen kleiner moeten worden. Omdat een breedte van minimaal 33 meter nodig was om tijdens het afvuren van de primaire kanonnen de stabiliteit van de slagschepen te verzekeren, kon alleen aan de lengte van de nieuwe slagschepen getornd worden. Een korter schip met dezelfde breedte en dezelfde voortstuwingsinstallatie betekende echter ook een kleinere maximale snelheid. Omdat de schepen een snelheid nodig zouden hebben van minstens 27 knopen, om de snelle vliegdekschepen te kunnen escorteren, moest het machinevermogen verbeterd worden. Om de grotere stoomturbines en ketels te plaatsen in een kortere romp werd in het ontwerp gekozen om de ketels boven de turbines te plaatsen. De kortere romp in combinatie met de grotere voortstuwingskracht betekende wel dat de slagschepen beter te manoeuvreren waren en een kleinere draaicirkel hadden dan hun voorgangers.

    Omdat er toch ergens ruimte ingeleverd moest worden ging dit uiteindelijk ten koste van de leefruimtes van de bemanning. Zelfs de hutten van de officieren en de eetzalen werden zo klein mogelijk gehouden zodat de nieuwe slagschepen geen enkele luxe boden aan de bemanningsleden. Verder werd er ruimte bespaard door de gebruikelijke ventilatiekokers achterwege te laten; de South Dakota-klasse slagschepen werden dan ook de eerste oorlogsschepen ter wereld met kunstmatige luchtcirculatie. Vanuit militair oogpunt werden de slagschepen van de South Dakota-klasse echter gezien als de beste slagschepen die ooit gebouwd waren onder de beperkingen van vlootverdragen. USS South Dakota moest als vlaggeschip kunnen fungeren en om de nodige vlagofficieren en hun staf te kunnen huisvesten werd een extra dekhuis gebouwd wat ten koste ging van twee dubbelopstellingen 12,5cm kanonnen.

    De vier slagschepen van de South Dakota-klasse werden vanaf 1942 ingezet in de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, maar vooral in de Pacific. Door hun hoge snelheid waren de schepen uitermate geschikt als begeleiders van vliegdekschepen. Door hun uitstekende primaire en secondaire bewapening waren zij eveneens geschikt voor het uitvoeren van kustbombardementen en het ondersteunen van amfibische landingen. Tijdens het verdere verloop van de Tweede Wereldoorlog zouden de vier nieuwe slagschepen, net zoals USS North Carolina en USS Washington, deze dubbelrol blijven vervullen.

    Kort na de Tweede Wereldoorlog werden de South Dakota-klasse slagschepen opgenomen in de reservevloot. In 1962 en 1963 werden de South Dakota en de Indiana voor sloop verkocht, maar zowel USS Massachusetts als USS Alabama werden overgedragen aan de beide gelijknamige staten en zijn nu nog steeds als museumschip te bewonderen.

    Definitielijst

    kaliber
    De inwendige diameter van de loop van een stuk geschut, gemeten bij de monding. De lengte van de loop wordt vaak aangegeven in het aantal kalibers. Zo is bv de loop van het kanon 15/24 24 ×15 cm lang.
    Vlootverdrag van Washington
    Een op 6 februari 1922, door de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Japan, Frankrijk en Italië, ondertekend verdrag waarin de landen elkaar beperkingen oplegden betreffende het aantal, grootte en bewapening van de belangrijkste typen oorlogsschepen om een nieuwe wapenwedloop te voorkomen.

    Afbeeldingen

    USS South Dakota in de Atlantische Oceaan, 9 augustus 1943. Bron: Courtesy of Michael W. Pocock.
    USS Massachusetts gezien vanaf USS Alabama in Casco Bay, Maine, 24 juni 1943. Bron: Courtesy of Michael W. Pocock.
    Museumschip USS Massachusetts in Battleship Cove, Fall River Massachusetts, 2012. Bron: Wikipedia.

    Klasse overzicht en technische gegevens

    Klasse overzicht

    USS South DakotaUSS IndianaUSS MassachusettsUSS Alabama
    NaamseinBB-57BB-58BB-59BB-60
    BouwwerfNew York Shipbuilding Corporation, Camden, New JerseyNewport News Shipbuilding and Dry Dock Company, Newport News, VirginiaBethlehem Steel Corporation (Fore River Shipyard), Quincy, MassachusettsNorfolk Naval Shipyard, Norfolk, Virginia
    Besteld15 december 19381 april 1939
    Op stapel gezet5 juli 193920 november 193920 juli 19391 februari 1940
    Te water gelaten7 juni 194121 november 194123 september 194116 februari 1942
    In dienst gesteld20 maart 194230 april 194212 mei 194216 augustus 1942
    Lot25 oktober 1962 voor sloop verkocht6 september 1963 voor sloop verkochtMuseumschip te Fall River, Massachusetts sinds 14 augustus 1965Museumschip te Mobile, Alabama sinds 9 januari 1965

    Technische gegevens

    Grootste lengte:207,5 meter
    Grootste breedte:33,68 meter
    Diepgang:10,465 meter
    Waterverplaatsing standaard:35.000 ton
    Waterverplaatsing volbeladen:44.519 ton
    Machine-installatie South Dakota en Massachusetts:4 x General Electric geared stoomturbines, 8 x Babcock & Wilcox 3-drum Express Type ketels
    Machine-installatie Indiana en Alabama:4 x Westinghouse geared stoomturbines, 8 x Foster Wheeler 3-drum Express Type ketels
    Machinevermogen:130.000 pk
    Aantal schroeven:4 x 4-bladige schroeven
    Bunkercapaciteit:6.500 ton stookolie
    Maximale snelheid:27,8 knopen
    Actieradius:6.400 zeemijlen bij 25 knopen, 17.450 zeemijlen bij 15 knopen
    Bemanning:1.793 koppen
    Bemanning in 1945:2.300 koppen
    Primaire bewapening:3 x 3 41cm 45-kaliber Mk 6 kanonnen
    Secundaire bewapening:10 x 2 12,5cm 38-kaliber Mk 12 multipurpose kanonnen (South Dakota 8 x 2)
    Luchtafweer South Dakota:68 x 40mm Bofors en 77 x 20mm Oerlikon mitrailleurs
    Luchtafweer Indiana en Alabama:48 x 40mm Bofors en 52 x 20mm Oerlikon mitrailleurs
    Luchtafweer Massachusetts:72 x 40mm Bofors en 41 x 20mm Oerlikon mitrailleurs
    Bepantsering:292 tot 330mm gordel-, 254 tot 406mm toren-, 406mm commandotoren- en 38 tot 154mm dekbepantsering
    Boordvliegtuigen:2 x Vought OS2U Kingfisher drijvervliegtuigen

    USS South Dakota beschikte bij de oplevering, in maart 1942, over 28 stukken 28mm luchtafweermitrailleurs, waarvan er in september van dat jaar acht vervangen werden door 16 40mm Bofors en 36 20mm Oerlikon mitrailleurs. In de loop van de Tweede Wereldoorlog werden deze uitgebreid tot de genoemde aantallen in de tabel. De overige drie slagschepen van de South Dakota-klasse hebben nooit beschikt over de 28mm mitrailleurs, maar werden meteen uitgerust met de Bofors en Oerlikon mitrailleurs tot zij in 1945 beschikten over de aantallen uit het overzicht.

    Definitielijst

    kaliber
    De inwendige diameter van de loop van een stuk geschut, gemeten bij de monding. De lengte van de loop wordt vaak aangegeven in het aantal kalibers. Zo is bv de loop van het kanon 15/24 24 ×15 cm lang.

    Afbeeldingen

    Ontwerp van USS Indiana. Bron: Navsource.
    Constructie van de South Dakota, april 1940. Bron: Navsource.
    Tewaterlating van de Indiana op 21 november 1941. Bron: Courtesy of Michael W. Pocock.
    Afbouw van de Alabama in 1942. Bron: Navsource.

    USS South Dakota

    Nadat USS South Dakota in dienst gesteld was en proefgevaren had begon haar opwerkperiode die van 3 juni tot 26 juli 1942 duurde. Na de laatste aanpassingen vertrok het nieuwe slagschip op 16 augustus van dat jaar vanaf de Philadelphia Naval Shipyard en passeerde vijf dagen later het Panamakanaal. De South Dakota ging op weg naar de Tongaeilanden waar zij op 4 september arriveerde. Twee dagen later liep het slagschip op een koraalrif in de Lahai Passage en liep schade op aan de onderzijde. Op 12 september vertrok het schip naar Pearl Harbor voor reparaties die een maand zouden duren.

    Vanaf half oktober 1942 werd USS South Dakota ingedeeld bij Task Force 16 (TF 16), een smaldeel dat opgebouwd was rond de carrier USS Enterprise. Deze aanvalsgroep vertrok op 16 oktober vanuit Pearl Harbor en sloot zich aan bij TF 17 die opgebouwd was rond het vliegdekschip USS Hornet. De Amerikaanse oorlogsschepen kregen de opdracht om een patrouille langs de Santa Cruz Islands, ten oosten van de Solomoneilanden, uit te voeren en dan de Japanse vlooteenheden tegen te houden die op weg waren naar Gualdalcanal. Deze scheepsbewegingen liepen op 26 oktober uit in de Slag bij Santa Cruz. Tijdens deze slag tussen vliegdekschepen ging USS Hornet verloren en raakte USS Enterprise zwaar beschadigd. De South Dakota liep grote schade op door een directe bomtreffer op de voorste 41cm toren. Tijdens de slag raakte het Japanse vliegdekschip Shokaku eveneens zwaar beschadigd, maar belangrijker waren de grote verliezen van Japanse vliegtuigen en ervaren piloten. USS South Dakota had van de 99 Japanse vliegtuigen, die tijdens de slag neergeschoten waren, er 26 voor haar rekening genomen.

    De Japanse marine zond eind oktober 1942 elf troepentransportschepen met aan boord de volledige 38e infanteriedivisie naar Gualdalcanal om de verdediging van het eiland te versterken. De transportschepen werden onder andere begeleid door de Kongo-klasse (1912) slagschepen Kirishima (1915) en Hiei (1914). Deze Japanse slagschepen kregen als tweede taak de beschieting van het door de Amerikanen veroverde vliegveld op Gualdalcanal, Henderson Field, toegewezen. In de nacht van 12 op 13 november slaagden de Japanse slagschepen er in om een Amerikaans smaldeel van vijf kruisers en acht torpedobootjagers zware schade toe te brengen. Op 13 november werd de Hiei (1914) echter door Amerikaanse vliegtuigen tot zinken gebracht. USS South Dakota en USS Washington werden samen met vier torpedobootjagers naar Gualdalcanal gestuurd om de Kirishima, die samen met vier kruisers en negen torpedobootjagers het Solomoneiland bedreigde, aan te kunnen vallen.

    Op 14 november kwam het tot een eerste treffen tussen de beide vijandelijke smaldelen waarbij de Amerikaanse torpedobootjager USS Walke tot zinken werd gebracht en de overige drie destroyers schade opliepen. De Japanners waren nog steeds van plan om Henderson Field aan te heroveren en op 15 november ondernamen zij een nieuwe poging. USS South Dakota opende als eerste het vuur op de Japanse schepen en plaatste meteen enkele treffers op een destroyer en een kruiser. Tegen de avond naderde het slagschip de Japanse vloot tot op 5.000 meter, maar kon geen effectief vuur meer afgeven door problemen met de stroomvoorziening. Het slagschip werd door bijna alle aanwezige Japanse schepen onder vuur genomen en werd geraakt door 27 zware granaten en 15 luchtafweerkogels. Hierdoor liep het schip wederom grote schade op en er vielen bovendien 38 doden en ruim 60 gewonden.

    Doordat de Japanners alleen aandacht gaven aan de South Dakota kon USS Washington ongezien naderbij komen en nam vanaf 8.000 meter de Kirishima onder vuur. Voordat de Japanners in de gaten kregen wat er gebeurde werd de Kirishima (1915) getroffen door negen 41cm en veertig 12,5cm granaten van het Amerikaanse slagschip, die geheel radar gestuurd waren afgevuurd. De Japanse kruisers en torpedobootjagers vielen op hun beurt de Washington aan met torpedo`s, maar konden geen treffers plaatsen. Zowel de South Dakota als de Washington konden daarna ontkomen. De Kirishima en de Japanse torpedobootjager Ayanami werden de volgende dag door de eigen bemanningen tot zinken gebracht omdat de opgelopen schade te groot was.

    De South Dakota werd door de bemanning van het reparatieschip USS Prometheus opgeknapt waarna het slagschip vertrok naar de New York Naval Shipyard te Brooklyn, voor definitieve reparaties en groot onderhoud. Het slagschip arriveerde op 18december 1942 in New York. Tijdens de reparatie- en onderhoudsperiode werd één van de 41cm kanonnen vernieuwd en werden alle 28mm kanonnen verwijderd. Bovendien werd het aantal 40mm en 20mm mitrailleurs uitgebreid tot respectievelijk 68 en 35 stuks. USS South Dakota was op 25 februari 1943 zover dat het een nieuwe opwerkperiode kon ondergaan. Daarna oefende het slagschip met de carrier USS Ranger op de Atlantische Oceaan tot midden april. Vanaf mei 1943 was USS South Dakota, samen met zusterschip USS Alabama tijdelijk ingedeeld bij de British Home Fleet om de dreiging van het Duitse slagschip Tirpitz op te vangen. De Tirpitz bleef echter verborgen in de Noorse fjorden en de beide Amerikaanse slagschepen vertrokken begin augustus weer naar de Pacific.

    Op 19 juni 1944, gedurende de Slag in de Filipijnen Zee, kreeg USS South Dakota een directe 250kg bomtreffer op de bovenbouw die de verblijven van de eskadercommandant en de commandant vernielde en verdere schade toebracht aan bedrading en leidingwerk. Ondank de schade en de 27 doden en 23 gewonden, boette het schip geen slagkracht in en bleef op haar post. Diezelfde dag nog werden twee Japanse vliegtuigen neergehaald.

    Het slagschip was gedurende de rest van de oorlog actief als artillerie- en luchtafweerplatform bij de Amerikaanse aanvallen op de Filippijnen, Iwo Jima en Okinawa. Op 26 mei 1945, tijdens de Okinawa campagne, nam de South Dakota munitie over van het schip USS Wrangell. Op een gegeven moment explodeerde om onbekende redenen een 41cm kruithouder toen deze overgebracht werd naar één van de magazijnen. Hierbij vielen 11 doden en 24 gewonden. Gedurende de zomer van 1945 bombardeerden de 41cm kanonnen van USS South Dakota de Japanse hoofdeilanden en maakte van 27 augustus tot 20 september deel uit van de Amerikaanse bezettingsmacht terwijl het slagschip voor anker lag in Tokyo Bay. Het slagschip had tijdens de oorlog het recordaantal van 64 vijandelijke vliegtuigen neergeschoten.

    Definitielijst

    artillerie
    Verzamelnaam voor krijgswerktuigen waarmee men projectielen afschiet. De moderne term artillerie duidt in het algemeen geschut aan, waarvan de schootsafstanden en kalibers boven bepaalde grenzen vallen. Met artillerie duidt men ook een legeronderdeel aan dat zich voornamelijk van geschut bedient.
    kruiser
    Snelvarend oorlogsschip van 8000-15000 ton, geschikt voor diverse taken als verkenning, verkenningsafweer en konvooibescherming.
    radar
    Engelse afkorting met als betekenis: Radio Detection And Ranging. Systeem voor het met elektromagnetische golven vaststellen van de aanwezigheid, afstand, snelheid en richting van voorwerpen als schepen, vliegtuigen, enz.
    Ranger
    Amerikaanse benaming voor een speciaal opgeleide soldaat (vergelijkdaar met commando).
    slagschip
    Zwaar gepantserd oorlogsschip met geschut van zeer zwaar kaliber.
    smaldeel
    Deel van een oorlogsvloot die zelfstandig opereert.
    torpedo
    Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.
    torpedobootjager
    (Engels=destroyer) Zeer lichtgebouwd, snel en wendbaar oorlogsschip, bestemd om door verrassingsaanvallen grote vijandelijke schepen met de torpedo tot zinken te brengen.

    Afbeeldingen

    USS South Dakota tijdens een proefvaart op 22 juli 1942. Bron: Navsource.
    USS South Dakota en twee torpedobootjagers langszij het reparatieschip USS Prometheus, 14 november 1942. Bron: Navsource.
    USS South Dakota in IJsland, 24 juni 1943 Bron: Wikipedia.
    Een Vought OS2U Kingfisher lanszij USS South Dakota, 29 september 1943. Bron: Courtesy of Michael W. Pocock.
    De South Dakota en de Alabama onderweg naar de Marshalleilanden, 1 februari 1944. Bron: Navsource.

    USS Indiana

    Nadat USS Indiana in dienst was gesteld, op 30 april 1942, volgde een intensieve periode van proefvaarten en oefeningen om het slagschip en haar bemanning oorlog gereed te maken. Vanaf 15 november van dat jaar nam de Indiana de plaats in van zusterschip South Dakota in de Gualdalcanal campagne nadat dit schip beschadigd was geraakt door gevechtshandelingen met Japanse oorlogsschepen. De volgende elf maanden maakte USS Indiana deel uit van het luchtverdedigingsscherm dat de vliegdekschepen USS Enterprise en USS Saratoga beschermde.

    Op 21 oktober 1943 ging USS Indiana op weg naar Pearl Harbor voor onderhoud en maakte drie weken later deel uit van de vloot die de invasie van de Gilberteilanden beschermde. Tijdens de strijd om Tarawa haalde de bemanning van het slagschip het eerste vijandelijke vliegtuig neer. In januari 1944 maakte het slagschip deel uit van de bombardementsgroep die de invasie van de Marshalleilanden voorbereidde. De 41cm kanonnen van USS Indiana bestookten hierbij acht dagen lang Japanse stellingen op Kwajalein.

    Op 1 februari 1944 had de Indiana een ernstige aanvaring met het North Carolina-klasse slagschip USS Washington. Tijdens een zigzag koers met een snelheid van 19 knopen seinde de Indiana dat zij de formatie ging verlaten om een aantal torpedobootjagers van brandstof te voorzien. In het donker verliet het slagschip de formatie te abrupt en sneed de weg af voor de Washington. Alhoewel de Washington alles in het werk stelde om vaart te minderen ramde het slagschip USS Indiana aan stuurboord ter hoogte van de achterste 41cm toren in een hoek van ongeveer 26 graden. De Indiana liep grote schade op aan de scheepshuid van het hoofddek tot de onderwaterbepantsering. In totaal liepen 14 waterdichte compartimenten vol water en raakten 13 brandstoftanks lek. De buitenste stuurboord schroefas raakte zo zwaar beschadigd dat deze vervangen moest worden. Verder werden elektriciteitsleidingen en de degausingkabels onderbroken en werden enkele spanten verwrongen. Twee vierdubbele 40mm mitrailleurs en veertien enkele 20mm Oerlikons werden volledig vernietigd en de stuurboord katapult met het daarin opgestelde Vought OS2U drijvervliegtuig moesten als verloren worden beschouwd. Bovendien vielen als gevolg van de aanvaring drie doden en een gewonde.

    De boeg van de Washington werd bij de aanvaring tot 18 meter in elkaar gedrukt. De beide beschadigde slagschepen gingen met een vaart van zes knopen en geëscorteerd door vier torpedobootjagers op weg naar Majuro, op de Marshalleilanden, voor noodreparaties en van daaruit naar Pearl Harbor. De commandant van USS Indiana, Captain Aaron Stanton Merril, gaf meteen toe dat hij een grote fout had gemaakt en te snel de formatie had willen verlaten. Admiral Chester Nimitz, de bevelhebber van de US Pacific Fleet onthief hem op 23 februari uit zijn functie. Reparaties aan het slagschip duurden tot eind april 1944.

    Vanaf eind april 1944 nam USS Indiana achtereenvolgens deel aan de campagnes in Nieuw Guinea, de Carolinen en de Marianen. Tijdens de Slag in de Filipijnen Zee, op 19 juni 1944, werd een torpedo gelanceerd op de Indiana door een Japanse torpedobommenwerper, maar zowel het vliegtuig als de torpedo werden door 20mm mitrailleurvuur uitgeschakeld. Een tweede torpedobommenwerper werd neergehaald, maar deze crashte tegen het achterschip van het slagschip waarbij vijf gewonden vielen. Later in 1944 bombardeerde USS Indiana de kusten van verschillende Filipijnse eilanden als voorbereiding op de amfibische landingen van Amerikaanse mariniers. Op 23 oktober arriveerde het slagschip op de Puget Sound Naval Yard te Bremerton in Washington State voor groot onderhoud. Tijdens dit onderhoud werd de luchtafweerbatterij van het slagschip uitgebreid tot 48 40mm en 52 20mm mitrailleurs.

    Eind januari 1945 was het slagschip weer volledig operationeel en maakte deel uit van de Bombarding Group die de landingen op Iwo Jima en de Japanse hoofdeilanden ondersteunde. Tijdens de Okinawa campagne werd USS Indiana aangevallen door drie kamikazes, maar de geschutbemanning van het slagschip haalde ze allemaal neer voordat zij schade aan konden richten. Op 30 augustus 1945 assisteerde het slagschip bij de landingen van bezettingstroepen bij de Yokosuka Naval Base. Op 5 september ankerde het slagschip voor een periode van negen dagen in Tokyo Bay.

    Definitielijst

    invasie
    Gewapende inval.
    slagschip
    Zwaar gepantserd oorlogsschip met geschut van zeer zwaar kaliber.
    torpedo
    Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.

    Afbeeldingen

    USS Indiana bij Hampton Roads, Virginia, 8 september 1942. Bron: Navsource.
    USS Indiana in de Puget Sound, 30 november 1942. Bron: Navsource.
    USS Indiana met de aanvaringsschade in Pearl Harbor, 13 februari 1944. Bron: History Navy.
    USS Washington met de zwaar beschadigde boeg. Bron: Wikipedia.
    USS Indiana bombardeert de Japanse kust bij Kamaishi, 14 juli 1945. Bron: Courtesy of Michael W. Pocock.

    USS Massachusetts

    Na haar proefvaart- en opwerkperiode werd USS Massachusetts toegewezen aan de Amerikaans-Britse vloot die Operatie Torch, de verovering van westelijk Noord-Afrika op Vichy Frankrijk, zou ondersteunen, in het eerste gezamenlijke optreden van Britse en Amerikaanse landingstroepen. USS Massachusetts, begeleid door de kruisers USS Tuscaloosa en USS Wichita en vier torpedobootjagers, werd het vlaggeschip van de Western Naval Task Force. De Task Force kreeg de opdracht om de landingen op Vichy Frans Marokkaans grondgebied te ondersteunen waarbij de Vichy Franse oorlogsschepen in Casablanca een grote bedreiging vormden. In de avond van 7 november 1942 verschenen de Massachusetts en haar begeleiders aan de horizon van de Marokkaanse havenstad.

    De volgende ochtend namen de Amerikaanse schepen hun posities in. Om 07:03 uur vielen vijf granaten van de kustbatterij El Hank aan stuurboord van het Amerikaanse slagschip in zee. De Amerikanen dachten dat het vuur afkomstig was van het nog niet afgebouwde Franse Richelieu-klasse slagschip Jean Bart, dat in juni 1940 uitgeweken was naar Marokko. Dit slagschip vuurde echter pas vijf minuten later haar eerste schoten af op de Amerikaanse vloot. USS Massachusetts nam hierop de Jean Bart onder vuur en plaatste vijf 41cm treffers waarbij de enige werkende primaire 38cm toren van het Vichy Franse slagschip werd uitgeschakeld. Door andere treffers van het Amerikaanse slagschip werden haveninstallaties en koopvaardijschepen beschadigd waarvan er twee in de haven zonken. Samen met de zware kruiser USS Tuscaloosa richtte USS Massachusetts daarna haar vuur op de Vichy Franse kruisers en torpedobootjagers, die de Amerikaanse troepentransportschepen aanvielen. Deze transportschepen werden begeleid door de kruisers USS Augusta en USS Brooklyn, maar deze zouden niet opgewassen zijn tegen de Franse vloot.

    De Vichy Franse torpedobootjager Fougeaux werd door treffers van de Tuscaloosa en een enkele 41cm treffer van de Massachusetts tot zinken gebracht waarna het Amerikaanse slagschip vier torpedo`s moest ontwijken die vermoedelijk gelanceerd waren door een Vichy Franse onderzeeboot. Om 10:35 uur trof een 41cm granaat van de Massachusetts de vijandelijke torpedobootjager Milan terwijl het Amerikaanse slagschip zelf een treffer kreeg van de torpedobootjager Boulonnais. De treffer kon weinig uitrichten op het pantser van het nieuwe slagschip en de Bolonnais werd op haar beurt onder vuur genomen en tot zinken gebracht door de Massachusetts en USS Brooklyn. Even later werd de Vichy Franse kruiser Primaquet zwaar beschadigd door USS Massachusetts en USS Augusta. Rond het middaguur van 8 november nam USS Massachusetts de vijandelijke kanonneerboot LA Grandiere, twee mijnenvegers en de kustbatterij El Hank onder vuur. Het vuurgevecht van de Western Naval Task Force maakte slechts een klein deel uit van de totale zeeslag bij Casablanca, die een totale Amerikaanse overwinning werd en de weg vrij maakte voor de geallieerde amfibische landingen in Noord-Afrika.

    Na een grote onderhoudsbeurt op de Boston Naval Yard, waar USS Massachusetts in gereedheid werd gebracht voor de strijd in de Pacific, bereikte het slagschip op 4 maart 1943 Nouéma op Nieuw Caledonië. Van hieruit beschermde het slagschip de komende maanden de scheepvaartroutes rond de Solomoneilanden en de Nieuwe Hebriden. Later in 1943, gedurende de Gilberteilanden campagne in november, haalde USS Massachusetts de eerste twee vijandelijke vliegtuigen neer. Gedurende de rest van de oorlog opereerde het slagschip in de Pacific en was betrokken bij de strijd om Nauru, Kwajalein, Truk, de Carolinen, Okinawa, de Chinese oostkust en Japan. Het slagschip nam eveneens deel aan de Slag in de Filipijnen Zee en de Slag in Leyte Golf.

    Definitielijst

    kruiser
    Snelvarend oorlogsschip van 8000-15000 ton, geschikt voor diverse taken als verkenning, verkenningsafweer en konvooibescherming.
    Operatie Torch
    Geallieerde amfibische landingen in Marokko en Algerije op 8 November 1942. Voorgaande namen van Torch zijn (zie) Gymnast en Super-Gymnast.
    slagschip
    Zwaar gepantserd oorlogsschip met geschut van zeer zwaar kaliber.
    torpedo
    Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.
    torpedobootjager
    (Engels=destroyer) Zeer lichtgebouwd, snel en wendbaar oorlogsschip, bestemd om door verrassingsaanvallen grote vijandelijke schepen met de torpedo tot zinken te brengen.

    Afbeeldingen

    USS Massachusetts in Boston Harbor, 12 mei 1942. Bron: Navsource.
    Het zwaar beschadigde Vichy Franse slagschip Jean Bart in Casablanca, 8 november 1942. Bron: Navsource.
    De Massachusetts bij Point Wilson, Washington, 11 juli 1944. Bron: Wikipedia.
    De stuurboord 12,5cm kanonnen van USS Massachusettes gezien vanaf een bevoorradingsschip, 17 oktober 1944. Bron: Wikipedia.
    USS Masschusetts laadt olie uit het bevoorradingsschip USS Saugatuck, 20 april 1945. Bron: Navsource.

    USS Alabama

    USS Alabama onderging haar Maiden Voyage in Chesapeake Bay ten oosten van de staat Virginia, in november 1942. Eind 1942 werden schip en bemanning ingewerkt vanuit Casco Bay, Maine. Van hieruit werd veel geoefend met zusterschip USS South Dakota, dat na haar reparatieperiode in New York weer ingewerkt werd. Op 2 april 1943 vertrokken USS Alabama, USS South Dakota en vijf torpedobootjagers als Task Force 22 (TF 22) naar de Orkney Eilanden, ten noorden van Schotland, om tijdelijk deel uit te gaan maken van de British Home Fleet. Vanaf 19 mei werd TF 22 gestationeerd in Scapa Flow, de basis van de Britse thuisvloot in Schotland. Van hieruit maakten de Amerikaanse schepen deel uit van de konvooibescherming van en naar Moermansk in Rusland. Omdat de grootste bedreiging voor deze Arctic Convoys, het Duitse slagschip Tirpitz, verborgen bleef in de Noorse fjorden werden de Amerikaanse schepen in augustus teruggehaald naar de Verenigde Staten om deel uit te gaan maken van de US Pacific Fleet.

    Na een intensieve trainingsperiode met snelle carriergroepen ging USS Alabama op weg naar Fiji, waar het slagschip op 7 november 1943 aankwam. Van hieruit nam het schip deel aan de herovering van de Gilberteilanden. Begin 1944 maakte het slagschip deel uit van de bombardementsgroepen die de invasies van de Marshalleilanden Kwajalein en Majuro voorbereidden. Op 21 februari 1944 vuurde één van de 12,5cm kanonnen per ongeluk op één van de eigen 12,cm torens tijdens de beschieting van enkele vijandelijke vliegtuigen. Bij dit ongeluk vielen vijf doden en elf gewonden. Hoewel er een mechanisch hulpmiddel aangebracht was op alle 12,5cm torens, dat het vuurmechanisme onderbrak als de torens in een bepaalde hoek werden gedraaid, had het ongeluk toch plaats kunnen vinden. Bij nader onderzoek bleek dat de mechanische beveiligingspallen door overkomend zeewater waren aangetast en niet naar behoren werkten. Om dergelijke ongelukken in de toekomst te voorkomen werden bij alle Amerikaanse slagschepen de veiligheidspallen afgedekt met ijzeren platen.

    Gedurende de rest van de Tweede Wereldoorlog maakte USS Alabama deel uit van de schermen rond de snelle vliegdekschepen USS Bunker Hill, USS Enterprise en de nieuwe Essex-klasse USS Yorktown (CV-10). Als onderdeel van deze vloten nam het slagschip deel aan de Amerikaanse luchtaanvallen op de Carolinen eilanden Palau, Yap, Uliti en Woleai in maart 1944 en Nieuw Guinea een maand later. In mei en juni van dat jaar volgden de bombardementen op en de invasies van de Noordelijke Marianen. In juni nam het slagschip deel aan de Slag in de Filipijnen Zee. In juli volgden de kustbombardementen op Guam als voorbereiding op de Amerikaanse invasie op dit meest zuidelijke eiland van de Noordelijke Marinanen en daarop volgde de bevrijding van de Filipijnen.

    Begin 1945 kreeg USS Alabama groot onderhoud op de Puget Sound Naval Yard en in mei was het slagschip weer operationeel. Als onderdeel van het scherm rond het vliegdekschip USS Enterprise was het slagschip betrokken bij luchtaanvallen op Okinawa en Kyushu, de grootste zuidelijke Japanse eilanden. Op 14 mei werd de Amerikaanse vloot aangevallen door vijf kamikazes. Eén stortte zich op USS Enterprise, maar de andere vier werden voortijdig neergeschoten waarvan twee door de Alabama. De laatste oorlogsdaad van USS Alabama was het bombarderen van de Japanse kusten in juli en augustus totdat de Amerikanen hun bezettingstroepen aan land konden zetten.

    Definitielijst

    invasie
    Gewapende inval.
    slagschip
    Zwaar gepantserd oorlogsschip met geschut van zeer zwaar kaliber.

    Afbeeldingen

    USS Alabama tijdens een proefvaart in Chesapeake Bay, Virginia, november 1942. Bron: Courtesy of Michael W. Pocock.
    USS Alabama in Casco Bay, Maine, december 1942. Bron: Courtesy of Michael W. Pocock.
    De Alabama na een onderhoudsbeurt in Norfolk, 20 augustus 1943. Bron: Navsource.
    USS Alabama in 1945. Bron: Navsource.

    Besluit

    USS South Dakota verliet Tokyo Bay op 20 september 1945 en ging via San Francisco op weg naar San Pedro bij Los Angeles. Op 3 januari 1946 vertrok de South Dakota van de Amerikaanse westkust naar de Philadelphia Naval Shipyard om geconserveerd te worden. Op 31 januari 1947 werd het slagschip opgenomen in de Atlantic Reserve Fleet. Op 1 juni 1962 werd het schip definitief buiten dienst gesteld en op 25 oktober van datzelfde jaar voor sloop verkocht aan de Lipsett Division van de Luria Brothers & Co. Inc. Onderdeel van het sloopcontract was dat Luria Brothers 6.000 ton pantserstaal, afkomstig van het schip, zou leveren aan de United States Atomic Energy Commission, die het zou gebruiken bij kleinschalige atoomproeven. In Sioux Falls, de hoofdstad van de staat South Dakota, werd een memorial van het slagschip opgericht waarbij een aantal scheepsonderdelen werden aangebracht binnen een belijning van het hoofddek. USS South Dakota kreeg maar liefst dertien Battle Stars voor haar rol in de Tweede Wereldoorlog.

    Op 14 september 1945 verliet USS Indiana Tokyo Bay en ging op weg naar de Puget Sound Naval Shipyard waar het slagschip geconserveerd werd. In 1947 werd het schip opgenomen in de Pacific Reserve Fleet op de marinebasis in Bremerton, Washington State. Op 1 juni 1962 werd de Indiana definitief buiten dienst gesteld en op 6 september 1963 voor sloop verkocht en een jaar later daadwerkelijk ontmanteld. Verschillende relikwieën van het slagschip, dat in totaal negen Battle Stars ontving, zijn verspreid over de staat Indiana waaronder haar grote mast, een anker en de scheepsbel.

    USS Massachusetts vertrok op 1 september 1945 naar de Puget Sound Naval Shipyard voor onderhoud en patrouilleerde van januari tot april 1946 voor de Amerikaanse westkust. Op 27 maart 1947 werd het slagschip opgenomen in de Atlantic Reserve Fleet in Norfolk, Virginia. Op 1 juni 1962 werd het schip definitief buiten dienst gesteld en van de slopershamer gered door de stichting Massachusetts Memorial Committee, die opgericht was door en voor de inwoners van de staat Massachusetts. Op 8 juni 1965 werd het slagschip overgedragen aan de stichting die het af liet meren in Fall River, Massachusetts. Vanaf 14 augustus van datzelfde jaar werd het museumschip geopend voor het publiek en diende tevens als eerbetoon aan alle gevallenen van de staat Massachusetts tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op 14 januari 1986 werd het museumschip USS Massachusetts door de federale regering uitgeroepen tot National Historic Landmark. Deze status zal het slagschip, dat elf Battle Stars verdiende tijdens de Tweede Wereldoorlog, in de toekomst behoeden voor verval of sloop.

    USS Alabama nam in september en oktober 1945 deel aan operatie Magic Carpet door 700 mariniers te repatriëren vanaf Okinawa. Op 15 oktober kwam het slagschip aan in San Francisco en ging van daaruit door naar San Pedro. Op deze marinebasis bij Los Angeles bleef het schip tot 27 februari 1946 liggen. Daarna vertrok de Alabama naar de Puget Sound Naval Shipyard ter conservatie. Op 9 januari werd het slagschip opgenomen in de Pacific Reserve Fleet te Bremerton. Op 1 juni 1962 werd het schip definitief buiten dienst gesteld. De staat Alabama had inmiddels de USS Alabama Battleship Commission opgericht met als doel het slagschip te preserveren als museumschip en memorial. Op 16 juni 1964 werd dit verzoek door de US Navy gehonoreerd en voor de sloopwaarde kon de stichting de Alabama overnemen. Op 7 juli van dat jaar vond in Seattle de officiële overdracht plaats en vervolgens werd het schip door sleepboten, door het Panamakanaal, overgebracht naar Mobil, Alabama en op 14 september afgemeerd in Battleship Memorial Park. Op 9 januari 1965 werd het slagschip, dat negen Battle Stars had gekregen voor bewezen diensten tijdens de Tweede Wereldoorlog, als museumschip en memorial voor het publiek opengesteld. Net als zusterschip USS Massachusetts kreeg USS Alabama in 1986 de status van National Historic Landmark.

    Doordat de ontwerpers van de US Navy de onvolmaaktheden van de North Carolina-klasse slagschepen konden verbeteren bij de South Dakota-klasse slagschepen werden de vier slagschepen van deze klasse wel de beste slagschepen, die gebouwd waren onder de restricties van de vlootverdragen, genoemd. Gezien hun uitstekend uitgespeelde dubbelrol als begeleiders van snelle vliegdekschepen en als artillerieplatformen, waarbij de slagschepen relatief weinig schade opliepen door vijandelijk toedoen, kan dit alleen maar beaamd worden. In 1954 werd door de Amerikaanse marine nog een voorstel ingediend om de South Dakota slagschepen, die tijdens de Tweede Wereldoorlog zo uitstekend gefunctioneerd hadden, om te bouwen tot nog snellere aanvalsslagkruisers. Hierbij zou de achterste 41cm toren verwijderd moeten worden om plaats te maken voor extra stoomturbines. Totaal zou de voortstuwingsinstallatie dan 256.000 pk moeten genereren om een maximale snelheid van 31 knopen te kunnen bereiken. Hierbij zouden echter ook de vorm van de romp en de opbouw aangepast moeten worden wat 40 miljoen dollar per schip zou gaan kosten. Ondanks hun uitstekende reputatie bleven de South Dakota-klasse slagschepen, met deze kostenpost in het vooruitzicht, opgenomen in de reservevloot.

    De South Dakota-klasse slagschepen werden in 1943 en 1944 opgevolgd door de vier slagschepen van de Iowa-klasse, USS Iowa, USS New Jersey, USS Missouri en USS Wisconsin. Het ontwerp voor deze slagschepen werd niet meer beperkt door de verdragen Washington en Londen, die met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verworpen werden. Hierdoor konden de ontwerpers van de US Navy hun gang gaan en werd het resultaat een viertal slagschepen met een standaard waterverplaatsing van 45.000 ton, een totale lengte van ruim 262 meter en een maximale snelheid van ruim 31 knopen.

    Definitielijst

    slagschip
    Zwaar gepantserd oorlogsschip met geschut van zeer zwaar kaliber.

    Afbeeldingen

    De South Dakota, samen met de lichte kruisers Dayton en Huntington in de Atlantic Reserve Fleet te Philadelphia, augustus 1961. Bron: Courtesy of Michael W. Pocock.
    De Indiana wordt gesloopt in Richmond, Californië, 22 november 1963. Bron: Navsource.
    De Alabama in het Panamakanaal, op weg naar Mobile Alabama, 1964. Bron: Navsource.
    De Massachusetts onderweg naar Fall River om te dienen als museumschip en memorial, 1965. Bron: Navsource.
    Museumschip en Memorial USS Alabama in Mobil, 1980. Bron: Navsource.