TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Sir John Winthrop Hackett (1910 - 1997)

    Jeugdjaren en opleiding
    John Winthrop Hackett werd geboren op 5 november 1910 te Perth in West-Australië en was een zoon van Sir John Hackett, een vooraanstaand Australische rechter en eigenaar van twee Australische kranten. Na het verlaten van de lagere school ging hij naar London Central Art School, waar hij een opleiding volgde als kunstschilder. Vervolgens ging hij naar het New College in Oxford, waar hij afstudeerde en promoveerde tot doctor in de letteren. Nadat hij was afgestudeerd hoopte hij hier een aanstelling te krijgen, maar omdat zijn cijferlijst niet goed genoeg was, werd hij afgewezen en besloot toen om het Britse Leger in te gaan. Hij kwam terecht bij de 8th. King's Royal Irish Hussars, waarvan hij later heeft gezegd dat hij niet in het leger ging, maar terechtkwam bij het regiment van zijn overgrootvader. Tijdens het begin van zijn militaire loopbaan wist hij ook nog af te studeren in de geschiedenis en in het bijzonder de kruistochten en de vroege Middeleeuwen. Verder was hij nog afgestudeerd in diverse talen, waaronder Duits, Frans, Italiaans en Arabisch. Uiteindelijk wist hij af te studeren in tien talen.

    Beginjaren militaire loopbaan
    In 1936 werd hij overgeplaatst naar Palestina, waar hij werd ingedeeld bij de antiterroristeneenheid. Voor zijn aandeel in de bestrijding van het terrorisme werd hij in datzelfde jaar 'Mentioned in Despatches'. Het volgende jaar maakte hij deel uit van het Jordaanse Legioen, de enige door Britse officieren begeleide, goed georganiseerde, geregelde strijdmacht in het Midden-Oosten. Ook hier werd hij tweemaal 'Mentioned in Despatches'. Hij raakte gewond in 1940, tijdens de campagne tegen de met de nazi's samenwerkende Franse Vichy-troepen in Syrië. Tijdens zijn herstelperiode ontmoette hij een jaar later in Palestina Margaret Frena, een Oostenrijkse weduwe. Ofschoon zij vanwege haar vorig huwelijk als Duitse werd beschouwd, wist hij de toestemming voor een huwelijk bij de autoriteiten door te drijven. Het huwelijk werd in 1942 gesloten in de kathedraal van Sint George in Jeruzalem. In dat jaar werd hij nogmaals gewond tijdens gevechten in West-Afrika. Hier maakte hij deel uit van de staf van generaal Bernard Montgomery en was hij belast met het toezicht op en de organisatie van de zogenaamde 'Raiding Forces'. Deze bestonden uit zelfstandige, veelal achter de vijandelijke linies opererende eenheden, zoals de Long Range Desert Group, de Special Air Service en Popsky's Private Army. In 1943 werd hij op 33-jarige leeftijd belast met het commando en de oprichting van de 4e Parachutisten Brigade en was hij hiermee de jongste brigadier van het Britse leger. Vanwege zijn optreden in Italië werd hij voor de vierde maal 'Mentioned in Despatches'. Ondertussen was hij voor diverse acties in het bezit van het Military Cross (1941) en de (1942).

    Slag om Arnhem
    Op 18 september 1944 om ongeveer 15.00 uur landde Hackett met zijn 4e Parachutisten Brigade, als onderdeel van de operatie Market Garden, op de Ginkelse Heide, in de buurt van Oosterbeek. Een kwartier later was de brigade een operationele eenheid waarin 75 tot 80% van de bezetting aanwezig was. Toen plotseling echter het verontrustende bericht kwam dat de opmars van de 1e Parachutisten Brigade naar de Rijnbrug tot staan was gebracht, moest Hackett in opdracht van luitenant-kolonel Mackenzie, zijn 11e Bataljon afstaan ten behoeve van deze 1e Parachutisten Brigade en was Hacketts brigade in één klap beroofd van één derde van zijn sterkte. Ondertussen voegden de eenheden die met de zweefvliegtuigen waren geland, waaronder de diverse benodigde transportmiddelen en de kanonnen van de 2nd Airlanding Anti-Tank Battery, zich bij de brigade. Na zijn brigade te hebben gereorganiseerd rukte hij op in de richting van hotel Hartenstein in Oosterbeek. Omdat ondertussen de dienstdoende divisiecommandant, Roy Urquhart, in Arnhem vermist werd, nam hij samen met brigadier Hicks het commando over, wat niet altijd even soepel verliep. Tijdens de gevechten de volgende dagen kreeg Hackett het commando over het oostelijke deel van de perimeter in Oosterbeek en vanuit deze positie wist hij op een bekwame manier de verdediging te leiden.

    In de vroege ochtend van 24 september werd Hackett getroffen door een scherf van een mortierbom. Nadat dokter Randall in de Regimental Aid Post van hotel Hartenstein eerste hulp had verleend, werd hij overgebracht naar het St. Elisabeth Gasthuis in Arnhem. Daar voerde dokter Lipmann Kessel onder moeilijke omstandigheden en met bescheiden middelen een zeer zware buikoperatie uit. In dit ziekenhuis was Hackett echter ingeschreven als korporaal, zodat de Duitsers niet wisten wat voor een belangrijke man zij in handen hadden.
    Na 10 dagen wist het verzet onder leiding van Piet Kruyff, één van de belangrijkste Arnhemse verzetsleiders, hem uit het ziekenhuis te ontvoeren, waarna hij werd ondergebracht bij de dames De Nooij in Ede. Hackett kreeg een vals Nederlands persoonsbewijs onder de naam 'Johan van Dalen' en voorzien van een speldje voor slechthorenden en onder de leiding van Johan Snoek, de zoon van een van de zusters De Nooij, wist hij vier maanden later na een avontuurlijke fietstocht door bezet Nederland, via de Biesbosch het bevrijde deel van Nederland te bereiken. Een dag later kwam Hackett terug in Engeland en 's avonds werd het codebericht 'De gans is gevlogen' tijdens de Nederlandse uitzending van de BBC uitgesproken. Vanwege zijn optreden tijdens de Slag om Arnhem werd hij op 24 mei 1945 onderscheiden met een tweede Distinghuished Service Order en op 20 september van dat jaar gevolgd door een vijfde 'Mentioned in Despatches'. Over zijn belevenissen tijdens en na de Slag om Arnhem schreef hij in 1977 een boek met de titel "I Was a Stranger", dat twee jaar later in het Nederlands verscheen onder de titel "Ik ben een vreemdeling geweest".

    De jaren na de oorlog
    Na de oorlog bekleedde hij een aantal hoge militaire functies. Hij commandeerde in 1947 de Transjordaanse Frontier Force, de enige geduchte strijdmacht in het Midden-Oosten, en was betrokken bij de schermutselingen en vervolgens het ontbinden van dit leger in het zicht van het ontstaan van de staat Israël. Na in 1951 zijn studie aan het Imperial Defence College succesvol te hebben afgesloten, werd hij, na een periode waarin hij de 20e Britse Pantserbrigade in Duitsland met succes commandeerde, in 1956 bevorderd tot generaal-majoor en benoemd tot commandant van de 7e Britse Pantserdivisie. In 1958 werd hij bevorderd tot directeur van het Royal Military College of Science in Shrivenham. Drie jaar later volgde zijn promotie tot luitenant-generaal, en werd hij General Officer-Commander in Chief van de Britse strijdkrachten in Noord-Ierland. In 1963 werd hij benoemd tot plaatsvervangend Chef van de Generale Staf bij het Ministerie van Defensie en was hij verantwoordelijk voor de organisatie en de wapenontwikkeling van het gehele Britse leger. In zijn volgende functie werd hij commandant van het Britse Rijnleger en tevens van de Noordelijke Navo-legergroep. In 1968 verliet hij op 58-jarige leeftijd het leger en werd hij benoemd tot rector van King's College in Londen. Na zijn pensionering hield hij veel lezingen en begon hij te schrijven. Eén van zijn beroemdste werken was The Third World War; the untold Story, waarin hij de aandacht vestigde op het strategische belang van het Midden-Oosten en de desintegratie beschreef van de Sovjet-Unie.

    Veel eervolle benoemingen vielen hem ten deel en tijdens spannende dagen werden zijn onbetwiste autoriteit en zijn scherp analyserende vermogen graag via radio of televisie of in de belangrijke kranten beluisterd en gelezen. Zowel tijdens de oorlog op de Falkland Eilanden als tijdens de Golfoorlog was hij een gewaardeerde commentator. Op 9 september 1997, ruim een week voor de 53e herdenking van de Slag om Arnhem, overleed hij op 86-jarige leeftijd in zijn landhuis bij Cheltenham in het graafschap Gloucestershire. Verschillende malen fungeerde Sir John Hackett als Leader of the Pilgrimage, de laatste keer tijdens de 50e herdenking in 1994.

    Afbeeldingen

    Informatie

    Artikel door:
    Hans Molier
    Geplaatst op:
    14-03-2003
    Laatst gewijzigd:
    24-11-2023
    Feedback?
    Stuur het in!

    Nieuws

    John Hackett lag zwaargewond in ziekenhuis in bezet gebied: hij móest daar weg

    jan2020

    John Hackett lag zwaargewond in ziekenhuis in bezet gebied: hij móest daar weg

    Brigade-generaal John Winthorp Hackett raakt in september 1944 zwaargewond bij de Slag om Arnhem. Hij wordt naar een ziekenhuis in de buurt gebracht. De Duitsers weten Arnhem in handen te houden en dus ligt Hackett achter vijandelijke linies. Gevaarlijk, want als de Duitsers erachter komen, zullen ze hem op z’n minst gevangennemen en verhoren en misschien wel ergere dingen met hem doen.

    Lees meer

    Bronnen

    - Roekel C. van, Ministory behorend bij Nieuwsbrief nr.70 van Vrienden van het Airborne Museum
    - Nieuwsbrief nr. 68 van Vrienden van het Airborne Museum
    - ‘The Times’ van woensdag 10 september 1997
    - ‘The Daily Telegraph’ van woensdag 10 september 1997

    Onderscheidingen

    Hackett, John Winthrop "Shan"* 5 november 1910
    † 9 september 1997

    meer