TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    In 1942 wist de Royal Navy nog niet wanneer de Amerikaanse Bogue-klasse escortevliegdekschepen, die als de Attacker-klasse en de Ameer-klasse in Britse dienst zouden komen, in dienst gesteld konden worden. Omdat de behoefte aan dergelijke schepen bijzonder groot was, besloot de Britse admiraliteit drie koopvaardijschepen, waarvan de bouw nog maar net begonnen was, te vorderen en af te laten bouwen als hulpvliegdekschepen. De drie gekozen schepen waren op stapel gezet op drie verschillende werven. Dit waren Harland & Wolff te Belfast, Noord-Ierland, Swan Hunter Shipbuilding te Tyne and Wear, Engeland en John Brown & Company te Clydebank, Schotland.


    HMS Vindex. Bron: Wikipedia

    Omdat de Royal Navy een klasse van drie dezelfde schepen prefereerde boven drie vaartuigen met verschillende dimensies, tonnages en technische eigenschappen, kreeg de werf van John Brown & Company de opdracht om het prototype te bouwen en de andere twee werven kopieën van de blauwdrukken te verstrekken. Omdat de plannen door de drie werven verschillend geïnterpreteerd werden, verschilden de drie schepen toch enigszins van elkaar. De Royal Navy exploiteerde de drie schepen, HMS Nairana, HMS Vindex en HMS Campania, toch als één klasse waardoor het mogelijk was om bemanningsleden en reserveonderdelen uit te wisselen.

    Het ontwerp van de Nairana-klasse leek veel op dat van HMS Activity, maar de drie schepen beschikten over een veel grotere hangaar en een stalen vliegdek. De platen waaruit de scheepshuid van de vaartuigen vervaardigd was, waren nog traditioneel met klinknagels aan elkaar gezet en niet gepantserd. De schepen kregen elk 22.000 lege drums aan boord voor een beter drijfvermogen en 2.000 ton ballast in de vorm van ijzeren broodjes om te voorkomen dat ze topzwaar werden.

    HMS Nairana

    Technische gegevens

    Bouwwerf:John Brown & Company te Clydebank, Schotland
    Op stapel gezet:7 november 1941
    Te water gelaten:20 mei 1943
    In dienst gesteld:12 december 1943
    Grootste lengte:161,09 meter
    Vliegdek:151 x 21 meter
    Grootste breedte:20,88 meter
    Diepgang:6,4 meter
    Waterverplaatsing standaard:14.280 ton
    Waterverplaatsing volbeladen:17.210 ton
    Machine-installatie:2 x Doxford dieselmotoren
    Machinevermogen:10.700 pk
    Aantal schroeven:2
    Maximale snelheid:16 knopen
    Bemanning:728 koppen exclusief vliegploeg
    Bewapening:2 x 10,2cm kanonnen, 8 x 2 40mm Vickers (pom-pom) en 8 x 2 x 20mm luchtafweermitrailleurs
    Bepantsering:Geen
    Vliegdekfaciliteiten:1 x gecentreerde hydraulische vliegdeklift, 8 x vangkabels
    Vliegtuigen:15 tot 20 Grumman F4F Martlet of Hawker Sea Hurricane jachtvliegtuigen en Fairey Swordfish torpedobommenwerpers
    Naamsein:D05

    De Nairana was begin 1944 actief als konvooibegeleider in de Britse thuiswateren, maar werd later toegevoegd aan de escorte van arctische konvooien. Het schip maakte in de noordelijke zeeën deel uit van de British 15th Escort Group waartoe ook HMS Vindex en soms ook HMS Campania en HMS Tracker behoorden.


    HMS Nairana met Sea Hurricanes op het vliegdek. Bron: Wikipedia

    Nederland wilde na de Tweede Wereldoorlog een zeemacht opbouwen rond drie lichte vliegdekschepen, die beschermd moesten worden door kruisers en onderzeebootjagers. Om ervaring op te doen met een vliegdekschip huurde de Koninklijke Marine de Nairana van de Royal Navy. Op 20 maart 1946 werd het escortevliegdekschip in dienst gesteld als Hr. Ms. Karel Doorman. Na een korte inwerkperiode en onderhoud op de werf van Wilton-Fijenoord te Schiedam maakte de Karel Doorman een lange reis naar Nederlands Oost-Indië om vijftien Fairey Firefly gevechtsvliegtuigen, reserveonderdelen en 130 man personeel voor de Marine Luchtvaartdienst (MLD) te brengen, maar vooral ook voor vlagvertoon. Op 18 februari 1947 keerde het gehuurde vliegdekschip terug in Nederland waarna het alleen nog op de Noordzee werd ingezet. Op 9 maart 1948 vertrok Hr. Ms. Karel Doorman voor de laatste maal uit Nederland. In Plymouth, Zuid-Engeland, werd het vliegdekschip overgedragen aan de Royal Navy, die het schip verkocht aan de Port Line Ltd. te Liverpool, de rederij die het oorspronkelijk besteld had. Het vliegdekschip werd op de werf van Harland & Wolff te Belfast verbouwd tot koelschip en in september 1949 als zodanig opgeleverd. Het schip werd omgedoopt in ms Port Victor en ingezet op de lijndienst naar Australië. Eind 1971 werd de Port Victor voor sloop verkocht aan Shipbreaking Industries te Faslane bij Glasgow.


    De Nairana in Nederlandse dienst als Hr. Ms. Karel Doorman. Bron: Maritiem Digitaal

    HMS Vindex

    Technische gegevens

    Bouwwerf:Swan Hunter Shipbuilding te Tyne and Wear, Engeland
    Op stapel gezet:1 juli 1942
    Te water gelaten:4 mei 1943
    In dienst gesteld:3 december 1943
    Grootste lengte:160 meter
    Vliegdek:151 x 21 meter
    Grootste breedte:20,7 meter
    Diepgang:6,4 meter
    Waterverplaatsing standaard:14.280 ton
    Waterverplaatsing volbeladen:16.830 ton
    Machine-installatie:2 x Doxford dieselmotoren
    Machinevermogen:11.000 pk
    Aantal schroeven:2
    Maximale snelheid:16 knopen
    Bemanning:728 koppen exclusief vliegploeg
    Bewapening:2 x 10,2cm kanonnen, 8 x 2 40mm Vickers (pom-pom) en 8 x 2 x 20mm luchtafweermitrailleurs
    Bepantsering:Geen
    Vliegdekfaciliteiten:1 x gecentreerde hydraulische vliegdeklift, 8 x vangkabels
    Vliegtuigen:15 tot 20 Grumman F4F Martlet of Hawker Sea Hurricane jachtvliegtuigen en Fairey Swordfish torpedobommenwerpers
    Naamsein:D15, R319

    Het nieuwe vaartuig dat de naam Vindex zou krijgen werd in aanbouw overgenomen door de British Admiralty. Net als de Nairana werd het escortevliegdekschip in eerste instantie ingezet als onderzeebootjager, met een scherm van drie torpedobootjagers, in de Britse thuiswateren. De zogenaamde Hunter Killer Group moest konvooien binnenhalen die de trans-Atlantische oversteek al gemaakt hadden. In de loop van 1944 werd HMS Vindex toegevoegd aan de British 15th Escort Group. De commandant van de escortegroep, Vice Admiral Dalrymple-Hamilton, koos HMS Vindex zelfs als zijn vlaggenschip. Het schip begeleidde onder andere het slagschip HMS Royal Sovereign, dat verhuurd was aan de Sovjetmarine en in dienst gesteld zou worden als Arkhangelsk. Van maart tot augustus 1945 was HMS Vindex ingedeeld bij de British Pacific Fleet en kreeg het vaartuig naamsein R319.


    HMS Vindex op de Clyde kort na de indienststelling. Bron: Tyne Built Ships

    In 1946 werd de Vindex opgenomen in de reservevloot in Rosyth aan de Firth of Forth. Op 2 oktober 1947 werd het schip verkocht aan Port Line Ltd. en op de werf van Swan Hunter Shipbuilding omgebouwd tot vrachtschip. De Port Line zette het vrachtschip in als Port Vindex, ter ere van het escortevliegdekschip HMS Vindex. Vanaf augustus 1971 werd de Port Vindex in Kaohsiung, Taiwan, gesloopt.


    De Port Vindex. Bron: Tyne Built Ships

    Definitielijst

    slagschip
    Zwaar gepantserd oorlogsschip met geschut van zeer zwaar kaliber.

    HMS Campania

    Technische gegevens

    Bouwwerf:Harland & Wolff te Belfast, Noord-Ierland
    Op stapel gezet:12 augustus 1941
    Te water gelaten:17 juni 1943
    In dienst gesteld:9 februari 1944
    Grootste lengte:164,5 meter
    Vliegdek:151 x 21 meter
    Grootste breedte:21,3 meter
    Diepgang:7 meter
    Waterverplaatsing standaard:13.000 ton
    Waterverplaatsing volbeladen:15.970 ton
    Machine-installatie:2 x Doxford dieselmotoren
    Machinevermogen:13.250 pk
    Aantal schroeven:2
    Maximale snelheid:18 knopen
    Bemanning:639 koppen exclusief vliegploeg
    Bewapening:2 x 10,2cm kanonnen, 8 x 2 40mm Vickers (pom-pom) en 8 x 2 x 20mm luchtafweermitrailleurs
    Bepantsering:Geen
    Vliegdekfaciliteiten:1 x gecentreerde hydraulische vliegdeklift, 8 x vangkabels
    Vliegtuigen:15 tot 20 Grumman F4F Martlet of Hawker Sea Hurricane jachtvliegtuigen en Fairey Swordfish-torpedobommenwerpers
    Naamsein:D48

    HMS Campania diende tijdens de Tweede Wereldoorlog als escorte voor de Arctische konvooien. Na de Duitse capitulatie werd de Campania kortstondig gestationeerd in de Oostzee en ingezet als transportschip. Op 30 december 1945 werd het escortevliegdekschip buiten dienst gesteld en opgenomen in de reservevloot. Gedurende de zomer van 1951 deed het vliegdekschip korte tijd dienst als exhibitieschip tijdens het Festival of Britain, waarbij de hangaar ingericht was als tentoonstellingsruimte. Na nog een korte periode in de reservevloot gelegen te hebben werd de Campania te Birkenhead bij Liverpool verbouwd en vervolgens gebruikt als transport- en hoofdkwartierschip voor het Britse atoombomprogramma met codenaam operatie Hurricane. In december 1952 werd het schip definitief buiten dienst gesteld en in oktober 1955 voor sloop verkocht. Vanaf 11 november dat jaar verdween het afgedankte vaartuig onder de slopershamer in Blyth, vlakbij New Castle.


    De Campania na de aanpassing ten behoeve van de tentoonstelling Festival of Britain. Bron: Wikipedia

    Definitielijst

    capitulatie
    Overeenkomst tussen strijdende partijen met betrekking tot de overgave van een land of leger.

    Besluit

    De drie vaartuigen van de Nairana-klasse waren de laatste Britse escortevliegdekschepen die gebouwd en in de vaart gebracht werden. Ze kwamen nog maar net op tijd in dienst om nog van nut te zijn gedurende de Tweede Wereldoorlog, maar bleken goede en zeewaardige vliegdekschepen te zijn. Voor de Koninklijke Marine was de Nairana een uitstekend schip om ervaring op te doen met een vliegdekschip en net als bij de Britten werd het vaartuig snel vervangen door een licht vlootvliegdekschip.

    Informatie

    Artikel door:
    Peter Kimenai
    Geplaatst op:
    25-11-2020
    Laatst gewijzigd:
    02-10-2021
    Feedback?
    Stuur het in!