TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    Het Japanse slagschip Ise was de naamgever van de Ise-klasse (1915). In de jaren 1930 werd het schip gerenoveerd waarna het deelnam aan de 2e Chinees-Japanse oorlog. Verouderd als slagschip werd de Ise rond 1943 verbouwd tot vliegdekschip voor drijvervliegtuigen waarbij haar achterste geschutskoepels werden vervangen door een klein vliegdek en hangar. In 1945 werd het schip in reserve genomen en diende het als luchtafweerbatterij in de haven van Kure. Hier werd het schip op 28 juli 1945 tijdens een Amerikaans bombardement tot zinken gebracht.

    Definitielijst

    slagschip
    Zwaar gepantserd oorlogsschip met geschut van zeer zwaar kaliber.

    Gegevens


    Ise in 1941 Bron: Public Domain (onbekend)
    Gebouwd door:
    Kiel gelegd:
    Te waterlating:
    Aflevering:
    Einde:
    Kawasaki,
    Kobe
    10 mei 1915
    2 november 1916
    15 december 1917
    28 juli 1945
    (gezonken)
    Bouwnummer : ?





    Indeling:
    Datum in:
    Datum uit:
    Gegevens:

    15 december 1917
    15 november 1940
    1e Slagschip Divisie

    15 november 1940
    25 februari 1944
    2e Slagschip Divisie

    25 februari 1944
    1 maart 1945
    Dai Yon Kökü Sentai (4e Vliegdekschip Divisie)

    1 maart 1945
    28 juli 1945
    reserve te Kure

    20 november 1945

    geschrapt uit marine register

    9 oktober 1946
    4 juli 1947
    sloop wrak

    Definitielijst

    Divisie
    Bestond meestal uit tussen de een en vier Regimenten en maakte meestal deel uit van een Korps. In theorie bestond een Divisie uit 10.000 - 20.000 man.
    Slagschip
    Zwaar gepantserd oorlogsschip met geschut van zeer zwaar kaliber.

    Geschiedenis

    Het slagschip Ise was bedoeld als een voortzetting van de Fusö-klasse. Door de vele verbeteringen en aanpassingen die aan het oorspronkelijke ontwerp werden doorgevoerd kwamen Ise en haar zusterschip Hyüga (1917) in een eigen klasse, de Ise-klasse (1915) terecht. Bij het ontwerp waren de internationale ontwikkelingen op het gebied van slagschepen en de ervaringen tot dan toe opgedaan met de voorlopers verwerkt. De Ise had haar naam ontleend aan de Japanse provincie Ise. De kiel voor het schip werd op 10 mei 1914 gelegd aan de scheepswerf van Kawasaki in Kobe en op 2 november 1916 te water gelaten. Vanaf 1 september 1916 had Dai-sa (Kapitein-ter-Zee) Saburo Hyakutake het toezicht op de bouw op zich gekregen. Op 1 december 1916 werd Dai-sa (Kapitein-ter-Zee) Yoshima Akizawa aangesteld als de eerste bevelhebber van het schip. Het afbouwen duurde tot het op 15 december 1917 kon worden afgeleverd. Na aflevering werd het schip ingedeeld bij de 1e Slagschip Divisie binnen de Dai-ichi Kantai (1e Vloot).[1][2][3]

    De Ise had een lengte van 208,18 meter en een breedte van 28,65 meter. Bij een standaard waterverplaatsing van 29.980 lt (30.440 ton) leverde dat een diepgang van 8,93 meter op bij een maximale waterverplaatsing van 36.500 lt (37.100 ton). De bemanning bestond uit 1.360 bemanningsleden. Twee sets stoomturbines dreven elk twee propellerschachten aan. Deze turbines werden aangedreven door stoom geleverd door 24 Kampon Ro Gö boilers. Het schip kon hiermee een snelheid van 23,6 knopen (43,7 km/u) bereiken. De nodige brandstof bestond uit een mengsel van kolen en olie waarmee een maximale afstand van 17.390 km bij 14 knopen (26 km/u) kon worden bereikt. De hoofdbewapening van de Ise bestond uit twaalf stuks 356 mm Type 41 geschut verdeeld over drie paar geschutskoepels met elk twee stuks geschut. Deze koepels waren in paren verdeeld over het voorschip, middenschip en achterschip. Als secundair geschut beschikte het schip over twintig stuks 140 mm Type 3 geschut. Tussen de romp en de bovenbouw waren aan beide zijden 9 stuks van dit geschut aangebracht in kazematten. De overige twee bevonden zich op het dek daarboven. Het luchtafweer bestond uit vier stuks 76 mm 3e Jaar Type 8 geschut in enkele opstellingen. Onder de waterlinie waren aan beide zijden van het schip drie 533 mm torpedolanceerbuizen aangebracht. De pantsergordel had een dikte van 299 mm tot 100 mm. De bepantsering van het bovendek bedroeg 55 mm en het benedendek 30 mm. De geschutskoepels van de hoofdbewapening hadden een voorzijde met bepantsering van 254 mm en een dak met een dikte van 76 mm.[4][5]

    Op 1 december 1918 werd het bevel over het schip overgenomen door Dai-sa (Kapitein-ter-Zee) Shozo Kuwashima die op zijn beurt op 20 november 1919 weer werd opgevolgd door Dai-sa (Kapitein-ter-Zee) Hiroshi Furukawa. Vanaf 29 augustus 1920 begon het schip met een reeks openvolgende patrouilles langs de Siberische kust ter ondersteuning van de Japanse Interventie in Siberië ten tijde van de Russische Burgeroorlog. Op 20 november 1920 nam Dai-sa (Kapitein-ter-Zee) Hisashi Yokoo het bevel over tot hij op 1 december 1921 werd opgevolgd door Dai-sa (Kapitein-ter-Zee) Naotaro Nagasawa. Nadat op 1 december 1922 het bevel was overgenomen door Dai-sa (Kapitein-ter-Zee) Norikazu Kanna, werd het schip in september 1923 ingezet tijdens de hulpverlening na de Grote Kantö aardbeving. Vanaf dat moment opereerde het schip voornamelijk langs de Chinese kust.


    Ise, 1927 Bron: Public Domain (onbekend)

    In 1927 ontving de Ise bij wijze van proef een vliegplatform op geschutskoepel 2 met een Mitsubishi 1MF3 jager. Dit werd in 1928-1929 vervangen door een platform op koepel 5 met een Yokosuka E1Y verkenner. Tussen 20 november 1931 en 10 februari 1932 werd het luchtafweer vervangen door acht stuks 127 mm Type 89 geschut, in vier dubbelloops opstellingen rond de voorste bovenbouw. Dit werd aangevuld met twee dubbelloops in licentie gebouwde Vickers 40 mm luchtafweergeschut. De twee stuks losse 140 mm geschut in de bovenbouw werd op hetzelfde moment verwijderd. Het achterschip werd verbouwd zodat hier later een katapult en kraan konden worden aangebracht. Vanaf 15 november 1933 werd het schip ingezet als opleidingsschip.

    Vanaf 1 augustus 1935 werd het schip aan het Kure Marinearsenaal gerenoveerd waarbij de voorste bovenbouw werd verlengd met diverse platforms rond de hoofdmast, waarmee een andere mast structuur werd gecreëerd. Rond de waterlijn werden aan beide zijden van het schip twee uitstulpingen aangebracht die als afweer voor torpedo inslagen konden dienen. Hierdoor werden wel de onder water gesitueerde torpedolanceerbuizen verwijderd. Door alle wijzigingen werd de lengte van het schip 215,80 meter en de breedte 31,75 meter. Bij een waterverplaatsing van nu 42.001 lt (42.675 ton) werd de diepgang nu 9,45 meter. De bemanning groeide tot 1.376. De verouderde boilers werden vervangen door acht olie gestookte Kampon boilers en de turbines door vier geschakelde Kampon turbines. De output van 80.000 pk (60.000 kW) kon een snelheid genereren van 25,3 knopen (46,9 km/u). De vergrote brandstofcapaciteit leverde een maximaal bereik op van 14.580 km bij 16 knopen (30 km/u). Vanwege de uitstulpingen werden de torpedolanceerbuizen onder de waterlinie verwijderd. Het Vickers luchtafweergeschut werd vervangen door twintig stuks, in licentie gebouwde 25 mm Hotchkiss Type 96 luchtafweergeschut, verdeeld over tien dubbelloops opstellingen rond het schip. Op het achterschip werden een katapult en opvouwbare kraan aangebracht ten behoeve van drie Nakajima E4N2 drijvervliegtuigen. De renovatie was op 23 maart 1937 gereed.[6][7][8][9]


    Ise na de reconstructie Bron: Public Domain (onbekend)

    Vanaf 9 april 1938 werd de Ise ingezet langs de Zuid-Chinese kust tijdens de 2e Chinees-Japanse oorlog. De Nakajima E4N2 toestellen werden in 1938 vervangen door drie Nakajima E8N2 drijvervliegtuigen. De inzet bij China duurde tot begin 1941. Op 15 november 1940 werd het schip overgeheveld naar de 2e Slagschip Divisie, waarvan het op gelijk het vlaggenschip werd. Vanaf 25 september 1941 kwam het schip onder bevel van Dai-sa (Kapitein-ter-Zee) Isamu Takeda.[10]

    Ten tijde van de Japanse aanval op Pearl Harbor nam de Ise deel aan een dekkingsvloot die positioneerde nabij de Bonin eilanden, waarna het schip tussen 19 en 25 februari 1942 in reparatie ging te Kure. Samen met haar divisie nam het schip hierna deel aan de jacht op de Amerikaanse vliegdekschepen die betrokken waren bij de Doolittle aanval op Tokyo. Nadat het schip op 11 mei 1942 beschadigd in de machinekamer, waarbij deze onder water kwam te staan, ging het in reparatie. Hierbij werd een nieuwe Type 21 radar geïnstalleerd. Vanaf 28 mei was het schip betrokken bij de campagne naar de Aleoeten als ondersteuning. Nadat tijdens de slag om Midway vier Japanse vliegdekschepen verloren gingen, werd naarstig gekeken hoe de luchtsteun van de vloten snel verbeterd kon worden. De Ise en haar zusterschip werden aangewezen om te worden verbouwd tot semi-vliegdekschip. Hierbij dienden de achterste twee geschutstorens te worden verwijderd en werd een vliegdek en hangar geïnstalleerd.[11][12][13]

    Op 23 februari 1943 werd de Ise binnen genomen voor de ombouw. Op 25 april werd het bevel overgenomen door Dai-sa (Kapitein-ter-Zee) Shinzaburo Hase. Tijdens de ombouw werden de geschutskoepels 5 en 6 verwijderd en werd een hangar ingebouwd en soort vliegdek gemonteerd. Transport van de hangar naar het vliegdek kon plaatsvinden via de eveneens gemonteerde lift. Langszij de achterste bovenbouw werden twee katapulten gemonteerd en twee demontabele kranen. In de hangar was ruimte voor negen vliegtuigen. Daarnaast konden vliegtuigen op het dek en de katapulten worden gepositioneerd met een maximum van 24 toestellen. De vliegtuigen die beoogd waren voor het schip waren Yokosuka D4Y duikbommenwerpers en Aichi E16A verkenningsvliegtuigen. Al het 140 mm geschut werd verwijderd. Het luchtafweer werd uitgebreid met acht stuks 127 mm Type 89 geschut in dubbelloops opstellingen. De bestaande 25 mm opstellingen werden vervangen door negentien drievoudige 25 mm opstellingen. Door al deze verbouwingen nam de lengte van het schip toe tot 219, 62 meter. De waterverplaatsing werd 39.805 lt (40.444 ton) en door de extra brandstof kon het schip haar bereik vergroten tot 17.600 km en de diepgang werd 9,03 meter. De bemanning nam ook toe en wel tot 1.463 bemanningsleden. Op 8 oktober 1943 was de ombouw gereed en werd het schip als transporteenheid naar Truk gezonden voor het afleveren van troepen en voorraden. Op 25 december 1943 werd het bevel over het schip overgenomen door Dai-sa (Kapitein-ter-Zee) Noboru Nakase.[14][15]


    Ise, 1943 Bron: Public Domain (onbekend)

    Vanaf 25 februari 1944, weer samen met de 2e Slagschip Divisie, opereerde het schip bij de Rengo Kantai (Gecombineerde Vloot) tot het op 1 mei 1944 samen met de Hyüga (1917) werd overgeheveld naar de 4e Vliegdekschip Divisie, welke nieuw was geformeerd bij de Dai-san Kantai (3e Vloot). De divisie ontving de Dai Roku-San-Yon Kaigun Kokutai (634e Marine Luchtgroep) als leverancier voor de vliegtuigen en piloten. Op 24 mei 1944 ontving het schip een Type 22 radar en tussen 31 mei en 7 juni werd het luchtafweer uitgebreid met 47 stuks Type 96 luchtafweer in twaalf drievoudige en elf enkele opstellingen. Vanaf 23 juni 1944 volgden trainingen met de katapulten aan boord met vier Yokosuka D4Y duikbommenwerpers en zes Aichi E16A verkenners. Aanvullende radarsystemen werden tussen 22 en 26 juli geïnstalleerd en tussen 28 september en 10 oktober 1944 ontving het schip zes rekken 127 mm luchtafweerraketten.

    Toen Amerikaanse eenheden vanaf 10 oktober 1944 de Bonin eilanden begonnen aan te vallen, ontving de 4e Vliegdekschip Divisie opdracht zich gereed te maken voor de strijd. Op 24 oktober 1944 kwam de eenheid, samen met anderen aan in de Golf van Leyte en binnen bereik van de Amerikaanse Task Force 38. Op 25 oktober bevond de Ise zich met de Zuikaku (1939) en Zuiho (1936) binnen bereik van Amerikaanse vliegtuigen. Ise werd bij de aanvallen slechts door een lichte bom geraakt en lichtbeschadigd. De Zuikaku en Zuiho werden echter tot zinken gebracht. Hierna vestigden de Amerikanen de aandacht op de Ise, die alle aanvallen wist te ontwijken. Door de inslagen rond het schip werden wel 5 manschappen gedood en raakten 71 gewond. Op 27 oktober 1944 lukte het Ise met haar divisie het eiland Amami Öshima te bereiken om voorraden en brandstof in te slaan. De volgende dag vertrokken de schepen naar Kure waar ze op 29 oktober aankwamen.


    Ise tijdens de Slag bij Leyte Bron: Public Domain (onbekend)

    Tussen 29 oktober en 8 november 1944 werden te Kure de katapulten van het schip verwijderd, waarmee getracht werd het bereik van geschutstorens 3 en 4 te vergroten. Op 11 november vertrok het schip als troepentransportschip naar Manilla. Omdat de Filippijnen op dat moment zware aanvallen van de Amerikanen te verduren had, werd het schip naar de Spratly eilanden omgeleid. Op 14 november kwam de vloot daar aan. De Ise met de 4e Vliegdekschip Divisie werden op 15 november overgeheveld naar de Dai-ni Kantai (2e Vloot). Op 20 november werd Lingga bij Singapore aangedaan en op 12 december vertrok de divisie naar Cam Ranh Bay, Frans Indochina. Op 30 december werd het schip naar Singapore gezonden en vervolgens naar Lingga. Op 1 januari 1945 werd het met de divisie overgeheveld naar de Nansei Homen Kantai (Zuidwestelijke Gebiedsvloot).

    Ise trok op 6 februari 1945 met haar divisie naar Singapore voor deelname aan operatie Kita, een terugtocht naar Japan om voorraden en troepen over te brengen ten behoeve van de verdediging van de Japanse thuiswateren. Op 20 februari voer het konvooi met Ise binnen te Kure. Het bevel over het schip werd op 25 februari overgenomen door Dai-sa (Kapitein-ter-Zee) Kakuro Mutaguchi. Op 1 maart 1945 werd de 4e Vliegdekschip Divisie opgeheven. De Ise werd overgeheveld naar de Reserve vloot en ging in dok te Kure. Op 19 maart 1945 werd het schip aangevallen door vliegtuigen van Task Force 58 en beschadigd door vier bommen. Op 20 april werd het schip naar het eiland Ondo Seto gesleept om daar te dienen als drijvende luchtafweerbatterij. Hier werd het schip op 24 juli 1945 wederom aangevallen waarna het bij de boeg zonk. Drie dagen later kon het weer drijvend worden gemaakt. Vlak voordat het schip naar een droogdok zou worden versleept, werd het op 28 juli 1945 aangevallen door vliegtuigen van Task Force 58. Hierbij werd het schip zwaar beschadigd en zonk het af, waarbij alleen de bovenbouw nog boven water uit bleef steken.


    wrak van de Ise, oktober 1945 Bron: Public Domain (onbekend)

    De Ise werd op 20 november 1945 geschrapt uit de marine lijst. Het wrak werd tussen 9 oktober 1946 en 4 juli 1947 ter plaatse gesloopt.

    Definitielijst

    Divisie
    Bestond meestal uit tussen de een en vier Regimenten en maakte meestal deel uit van een Korps. In theorie bestond een Divisie uit 10.000 - 20.000 man.
    operatie Kita
    De succesvolle uitbraak van de Japanse slagschepen/carriers Ise en Hyagu, geëscorteerd door één lichte kruiser en drie destroyers, vanuit Singapore naar Kure (Japan), 10-20 februari 1945. Japanse tegenhanger van de Duitse operatie Cerberus.
    radar
    Engelse afkorting met als betekenis: Radio Detection And Ranging. Systeem voor het met elektromagnetische golven vaststellen van de aanwezigheid, afstand, snelheid en richting van voorwerpen als schepen, vliegtuigen, enz.
    slagschip
    Zwaar gepantserd oorlogsschip met geschut van zeer zwaar kaliber.
    torpedo
    Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.

    Technische gegevens

     Naam: Ise (na constructie)
     Callsign/Registratie:
    ?
     Bouwer:
    Kawasaki, Kobe
     Bouwnummer:
    ?
     Type/Klasse:
    Slagschip / Ise-klasse (1916)
     Waterverplaatsing:
    29.980 lt (30.460 t) (standaard)
    36.500 lt (37.100 t) (maximaal)
     Lengte:
    208,18 meter
     Breedte:
    28,65 meter
     Diepgang:
    8,93 meter
     Aandrijving:
    4 schachten
    24x Boiler
    2x2 Stoomturbines
    45.000 pk (34.000 kW)
     Snelheid:
    23 knopen (43 km/u)
     Bereik:
    17.930 km bij 14 knopen (26 km/h)
     Bepantsering:
    Pantsergordel: 299 mm
    Dek: 85 mm
    Koepel: 254 mm
     Bewapening:
    6x2 356 mm geschut
    20x1 14o mm geschut
    4x1 76,2 mm luchtafweergeschut
    6x 533 mm torpedolanceerbuizen
     Bemanning
    1.360

    Definitielijst

    Slagschip
    Zwaar gepantserd oorlogsschip met geschut van zeer zwaar kaliber.

    Bevelhebbers

    Dai-sa Saburo Hyakutake (Kapitein-ter-Zee)
    1 september 1916
    Dai-sa Yoshima Akizawa (Kapitein-ter-Zee)
    1 december 1916
    Dai-sa Shozo Kuwashima (Kapitein-ter-Zee)
    1 december 1918
    Dai-sa Hiroshi Furukawa (Kapitein-ter-Zee)
    20 november 1919
    Dai-sa Hisashi Yokoo (Kapitein-ter-Zee) 20 november 1920
    Dai-sa Naotaro Nagasawa (Kapitein-ter-Zee) 1 december 1921
    Dai-sa Norikazu Kanna (Kapitein-ter-Zee) 1 december 1922
    Dai-sa Heizaburo Fukuyo (Kapitein-ter-Zee)
    1 december 1923
    Dai-sa Kenkichi Wada (Kapitein-ter-Zee)
    1 december 1924
    Dai-sa SuekiYonemura Wada (Kapitein-ter-Zee)
    22 augustus 1925
    Dai-sa Katsutaro Taoka (Kapitein-ter-Zee)
    1 december 1925
    Dai-sa Togo Kawano (Kapitein-ter-Zee)
    1 december 1926
    Dai-sa Michijiro Nambu (Kapitein-ter-Zee)
    1 december 1927
    Dai-sa Kanekoto Iwamura (Kapitein-ter-Zee)
    10 december 1928
    Dai-sa Takeyoshi Ikeda (Kapitein-ter-Zee)
    5 oktober 1929
    Dai-sa Keitaro Hara (Kapitein-ter-Zee)
    30 november 1929
    Dai-sa Rokuro Hani (Kapitein-ter-Zee)
    1 december 1930
    Dai-sa Mineichi Koga (Kapitein-ter-Zee)
    1 december 1931
    Dai-sa Hiroyoshi Tabata (Kapitein-ter-Zee)
    1 december 1932
    Dai-sa Koki Yamamoto (Kapitein-ter-Zee)
    15 november 1933
    Dai-sa Mitsumi SHimizu (Kapitein-ter-Zee)
    1 november 1934
    Dai-sa Gumpei Sekine (Kapitein-ter-Zee)
    31 oktober 1935
    Dai-sa Sanjiro Takasu (Kapitein-ter-Zee)
    16 november 1936
    Dai-sa Tamon Yamaguchi (Kapitein-ter-Zee)
    1 december 1937
    Dai-sa Gisaburo Yamaguchi (Kapitein-ter-Zee) 15 november 1938
    Dai-sa Sentaro Omori (Kapitein-ter-Zee)
    15 november 1939
    Dai-sa Gihachi Takayanagi (Kapitein-ter-Zee)
    15 oktober 1940
    Dai-sa Isamu Takeda (Kapitein-ter-Zee) 25 september 1941
    Dai-sa Shinzaburo Hase (Kapitein-ter-Zee) 25 april 1943
    Dai-sa Noboru Nakase (Kapitein-ter-Zee) 25 december 1943
    Dai-sa Kakuro Mutaguchi (Kapitein-ter-Zee) 25 februari 1945
    Sho-sa Isamu Morooka (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse)
    24 juli 1945 - 28 juli 1945

    Noten

    1. Jentsura, 1976, pag. 29
    2. Silverstone, 1981, pag. 331
    3. Stille, 2017, pag. 21-22
    4. Jentsura, 1976, pag. 26-29
    5. Gray, 1984, pag. 230
    6. Chesneau, 1980, pag. 171
    7. Jentsura, 1976, pag. 26-29
    8. Stille, 2008, pag. 11
    9. Stille, 2017, pag. 21-22
    10. Bertke, 2012, pag. 439-517
    11. Rohwer, 2005, pag. 168-169
    12. Parshall, 2007, pag. 46, 454
    13. Bertke, 2013, pag. 103-104, 377, 492-496
    14. Stille, 2017, pag. 21-22
    15. Smith, 2016, pag. 265, 274, 419

    Informatie

    Artikel door:
    Wilco Vermeer
    Geplaatst op:
    01-09-2022
    Laatst gewijzigd:
    01-11-2022
    Feedback?
    Stuur het in!

    Gerelateerde boeken