Japanse Torpedobootjager Natsugumo (Dai-80) - 夏雲

De torpedobootjager Natsugumo werd in 1938 afgeleverd en ingedeeld bij de 9e Torpedobootjagerdivisie. Het schip was betrokken bij de inname van de Filipijnen en Nederlands-Indië. Eind maart 1942 nam het deel aan de invasie van Kersteiland om vervolgens in de maanden april en mei in reparatie te gaan. De Natsugumo was net op tijd gereed om aan de invasievloot voor Midway deel te nemen. Hierna volgde de slag om de Solomoneilanden. Amerikaanse marinevliegtuigen brachten de Natsugumo op 12 oktober 1942, tijdens de Slag bij Kaap Esperance tot zinken.

De kiel van de Asashio-klasse (1936) torpedobootjager Natsugumo werd op 1 juli 1936, als Dai-80, gelegd aan de werf van de Sasebo kaigun kosho (Sasebo Marine Arsenaal) in Sasebo, Nagasaki. Op 26 mei 1937 werd het schip te water gelaten en gedoopt als Natsugumo, dat zo veel betekend als "Zomerwolk". Het schip werd uiteindelijk op 10 februari 1938 afgeleverd.^[1]

De Natsugumo had een standaard waterverplaatsing van 1.961 ton met een maximum van 2.500 ton. Het ruim 118 meter lange schip werd aangedreven door twee geschakelde stoomturbines, die stoom ontvingen van drie boilers, waarmee een vermogen van 50.000 shp werd bereikt. Hiermee kon het schip een maximale snelheid van 35 knopen (65 km/u) bereiken en met een maximale brandstofvoorraad van 500 ton een afstand afleggen van 10.600 km bij 15 knopen (28 km/h). De 200 bemanningsleden hadden de beschikking over drie koepels met elk twee 127 mm / 50 kaliber Type 3 geschut, twee stuks dubbele 25 mm / 60 kaliber Type 96 geschut, twee viervoudige torpedolanceerinstallaties met 610 mm torpedolanceerbuizen. Standaard had het schip 16 torpedo's en 16 dieptebommen bij zich. Voor de dieptebommen waren twee dieptebommenwerpers gemonteerd.^[2]

Na aflevering en de nodige proefvaarten, werd de Natsugumo ingedeeld bij de 41e Torpedobootjagerdivisie. Deze divisie werd spoedig daarna omgevormd tot de 9e Torpedobootjagerdivisie van het 4e Torpedobootjagereskader. Met deze divisie nam de Natsugumo deel aan de escorte van de invasietroepen voor de Filipijnen, naar Vigan en Lingayen. Tijdens de Japanse inname van Nederlands-Indië nam het schip deel aan de invasie van Tarakan, Balikpapan, Makassar en Java. Tijdens deze laatste operatie wist de Natsugumo op 1 maart 1942 de Amerikaanse onderzeeboot USS Perch (SS-176) met dieptebommen te beschadigen. Vervolgens nam het schip vanaf 31 maart deel aan de strijd om Kersteiland. Op 12 april 1942 liep de Natsugumo binnen in Yokosuka om de nodige reparaties te ondergaan.^[3][4][5]

Op tijd klaar, nam de Natsugumo vanaf 4 juni 1942 deel aan de invasiemacht voor Midway om daarna naar de Koerilen te worden gezonden als onderdeel van het Ominato Marinedistrict. Op 19 juli 1942 volgde weer verplaatsing naar de zuidelijke Pacific als escorte voor de kruiser Chokai (1931) naar Truk. Op 8 augustus keerde het schip weer terug naar Yokosuka. Op 11 augustus werd weer richting Truk vertrokken en deed vervolgens dienst als escorte voor het vliegtuigmoederschip Chitose (1936) tijdens de slag bij de Oostelijke Salomonseilanden. In oktober nam het schip deel aan diverse bevoorradingstochten naar Guadalcanal. Tijdens één van deze tochten, op 12 oktober 1942, assisteerde de Natsugumo de Japanse torpedobootjager Murakumo (Dai-39). Hierna werd het toestel zelf aangevallen door Amerikaanse marine bommenwerpers. Hierbij werd de romp dusdanig beschadigd dat het schip binnen 39 minuten zonk. Hierbij kwamen 16 bemanningsleden om het leven. Het schip werd op 15 november 1942 geschrapt van de marinelijst.^[6][7]

Noten

1. Gogin, 2012, pag. 96
2. Gogin, 2012, pag. 96
3. Bertke, 2013, pag. 75-94, 217-218, 234, 359-363, 473
4. Bertke, 2012, pag. 406
5. Bertke, 2014 (1), pag. 70, 207, 307, 319, 420, 427
6. Bertke, 2014, pag. 116-123, 206-213
7. Gogin, 2012, pag. 96