Japans Troepentransportschip Liverpool Maru (1941)

Het koopvaardijschip s.s. Liverpool Maru kwam in 1920 in dienst bij de Kokusai Kisen K. K. in Tokio. In 1937 werd het schip door het Japanse leger gecharterd voor het vervoer van troepen tijdens de 2e Chinees-Japanse oorlog en in 1938 keerde het weer terug onder controle van de rederij. Op 14 augustus 1941 werd de Liverpool Maru gevorderd door het Japanse Keizerlijke Leger en kreeg het nummer 322 toegewezen. De Liverpool Maru nam deel aan de invasie van de Filipijnen, de invasie van Tarakan, de invasie bij Balikpapan en de invasie van Oost Java. Op 13 juni 1942 werd het schip weer terug gegeven aan de eigenaars, waarna het als transportschip ingezet werd ten behoeve van de oorlog in de Pacific. Op 4 juli 1943 werd de Liverpool Maru bij Okinawa door een Amerikaanse onderzeeboot tot zinken gebracht.

De kiel voor bouwnummer 440 werd op 15 januari 1919 gelegd aan de werf van Kawasaki in Kobe. Op 31 maart kon het schip te water worden gelaten en ontving het de naam Liverpool Maru. Het was een schip in de omvangrijke Daiichi Daifuku Maru-klasse (1916) of ook wel Taifuku/Daifuku Maru No. 1-klasse (1916), die door Kawasaki werden gebouwd. Op 18 april 1919 werd het schip afgeleverd. De klasse waartoe de Liverpool Maru behoorde was mede onder invloed van de Eerste Wereldoorlog i grote getale gebouwd. Vanwege het einde van de Eerste Wereldoorlog bleef het schip aanvankelijk werkeloos aan de werf liggen tot het in 1920 werd verkocht aan de Kokusai Kisen K. K. uit Tokio.

De rederij liet het schip varen op de internationale routes van de rederij. De Liverpool Maru liep op 27 augustus 1931 aan de grond bij het eiland Kunshiri, maar kon op 2 september vlot worden getrokken. In januari 1932 werd het door de Japanse overheid werd ingezet bij troepentransporten naar Shanghai bij het 1e Shanghai incident. In juni 1932 verliet het schip Shanghai om op 4 juni in Osaka aan te komen. Toen in juli 1937 de 2e Chinees Japanse oorlog uitbrak, werd de Liverpool Maru door het Japanse leger gecharterd om als troepentransportschip te fungeren. Het jaar daarna werd het schip weer volledig ter beschikking gesteld van de rederij.

s.s. Liverpool Maru, waarschijnlijk jaren 1930 Bron: Wilco Vermeer collection

Op 14 augustus 1941 vorderde het Japanse leger het schip en richtte het in als troepentransportschip met nummer 322. Hierna werd de Liverpool Maru op 16 december 1941 in Palau ingedeeld bij de invasievloot voor de invasie van de Filipijnen. Op 20 december kwam het met de vloot aan bij Davao en na het deels lossen van de troepen vertrok het schip op 22 december richting Jolo om daar troepen te lossen.

Na de operaties bij Davao en Jolo, volgde op 6 januari 1942 te Davao het inladen voor troepen ten behoeve van de invasie van Tarakan. De Liverpool Maru werd hier bij het 1e Echelon ingedeeld en op 11 januari werden de troepen gelost voor de zuidoostkust van Tarakan. Na de slag om Tarakan, werden de troepen weer ingeladen en nam vervolgens de Liverpool Maru deel aan de invasiemacht voor de invasie bij Balikpapan, Nederlands Borneo. Ook hier maakte de Liverpool Maru deel uit van het 1e Echelon. Na de invasie bij Balikpapan, volgde op 19 februari vanuit Jolo, Filipijnen, inzet ten behoeve van de invasie van Oost Java welke volgde vanaf 1 maart 1942.^[1]

De Liverpool Maru werd hierna op 13 juni 1942 terug gegeven in handen van de rederij. Hierna werd het schip ingezet in vele konvooidiensten ten behoeve van trasporten voor het Japanse leger. De meeste konvooidiensten vonden plaats vanuit Japanse thuishavens naar havens in de zuidelijke Pacific en vice versa. Op 2 juli 1943 vertrok de Liverpool Maru met konvooi No. 172 vanuit de haven Miike in Japan. Op 4 juli 1943 om 02.30 uur vuurde de USS Snook (SS-279) een aantal torpedo's af op het konvooi en wist de Liverpool Maru met drie torpedo's te raken. Vervolgens wist de USS Snook de s.s. Koki Maru (1921) tot zinken te brengen en om 03.40 uur de s.s. Atlantic Maru (1931) te beschadigen. De Liverpool Maru zonk uiteindelijk om 06.00 uur op 28-29N, 124-15E. Bij het voorval kwamen drie bemanningsleden om het leven.^[2][3][4]

Noten

1. Bertke, 2013, pag. 217, 234
2. Bertke, 2015, pag. 144-145
3. Joint Army-Navy Assessment Committee, 1947, pag. 42, 110
4. Smith, 2012, pag. 454, 464