Britse Marine-Trawler HMT Malacolite (FY796)

De Britse Marine-Trawler mijnenveger HMT Malacolite was een mijnen vegende trawler die dienst deed tijdens de Tweede Wereldoorlog. Gebouwd tijdens de Eerste Wereldoorlog en toen in dienst gesteld als HMT Richard Bagley werd het schip in 1921 particulier verkocht en ten gevolge van de Tweede Wereldoorlog in 1939 weer gevorderd als HMT Malacolite. Na de oorlog deed het schip weer dienst als visserstrawler tot het in 1954 werd gesloopt.

De Marine-Trawler HMT Malacolite was een trawler van de zogenaamde Castle-klasse (1917) Marine-Trawlers, een klasse ontworpen door de Admiralty tijdens de Eerste Wereldoorlog. In 1939 werd het schip weer door de Admiralty gevorderd en als HMS Malacolite in dienst genomen bij Minesweeper Trawler Group 122 met als depot HMS Wildfire III, Queenborough. Gebouwd als HMT Richard Bagley (FY3604) in 1917, was het één van de bijna 200 schepen uit haar klasse die specifiek waren gebouwd als Naval Trawler en gebruikt als mijnenveger, patrouillevaartuig of onderzeebootjager. Het was een uitermate goed zeewaardig schip dat tijdens zowel de Eerste Als de Tweede Wereldoorlog diende bij de Admiralty. Tussen de beide wereldoorlog en na de Tweede Wereldoorlog diende het schip als visserijtrawler.^[1]

De mijnenveger HMT Richard Bagley (FY3604) werd in 1917 gebouwd aan de Beverly Shipyard in Hull, eigendom van de Cook Welton & Gemmell Ltd. Het schip was specifiek gebouwd in opdracht van de Admiralty. Op 9 juni 1917 werd het te water gelaten en op 20 september 1917 afgeleverd. Uitgerust met een 480 pk motor kon het schip een snelheid van 10,5 knopen (19,45 km/u) bereiken. De waterverplaatsing was 249 ton en met een lengte van 38,10 meter bij een breedte van 6,88 meter had het een diepgang van 3,72 meter. Aanvankelijk was het schip tijdens de Eerste Wereldoorlog bewapend met een stuk 76,2 mm geschut.^[2][3][4]

In 1919 werd de Richard Bagley door de Admiralty geregistreerd als visserijtrawler en kwam in 1921 in bezit van de Kingston Trawling Co. die het als s.s. Malacolite in gebruik nam. In 1929 werd de Malacolite verkocht aan J. Stewart te Hull om in 1932 wederom te worden verkocht, dit keer aan de Princess Steam Fishing Co.^[5]

Op 28 augustus 1939 werd de s.s. Malacolite door de Admiralty gevorderd en als HMT Malacolite (FY796) in dienst gesteld bij Minesweeper Trawler Group 122 (Minesweeping Group 122), Nore Command. Op 18 november 1939 was de HMS Malacolite als één van de eerste ter plaatse bij de ondergang van de s.s. Simon Bolivar om opvarenden op te pikken.^[6]

De HMT Malacolite overleefde de oorlog en werd na de oorlog weer terug gegeven aan de eigenaren die het in 1946 onderbrachten bij de Grimsby Merchants Amalgamated Trust Ltd. In 1950 werd het schip verkocht aan B. Wood uit Aberdeen die het als s.s. Strathallan in gebruik nam. Op 21 juni 1954 werd het schip in Ghent, België gesloopt.^[7]

Noten

1. Malacolite, Wildfire
2. Malacolite, Wildfire
3. uboat.net
4. Gogin, 2021, pag. 215-216
5. Malacolite, Wildfire
6. Malacolite, Wildfire
7. Malacolite, Wildfire