TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    De Amerikaanse Fleet Collier No. 3, USS Jupiter, werd in 1913 in dienst gesteld. Tijdens de Amerikaanse deelname aan de Eerste Wereldoorlog opereerde het schip op de Atlantische Oceaan tot het eind 1918 werd aangewezen om te worden verbouwd tot vliegdekschip. Na de verbouwing ontstond zo de U.S. Navy's eerste vliegdekschip USS Langley. Eind jaren 1930 werd het schip verbouwd tot vliegtuigmoederschip USS Langley. Op 27 februari 1942 werd het schip dusdanig beschadigd dat het tot zinken moest worden gebracht door haar escorteschepen USS Whipple en USS Edsall.

    Definitielijst

    Eerste Wereldoorlog
    Ook wel Grote Oorlog genoemd, conflict dat ontstond na een groei van het nationalisme, militarisme en neo-kolonialisme in Europa en waarbij twee allianties elkaar bestreden gedurende een vier jaar durende strijd, die zich na een turbulent begin, geheel afspeelde in de loopgraven. De strijdende partijen waren Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland aan de ene kant (de Triple Entente), op den duur versterkt door o.a. Italië en de Verenigde Staten, en Duitsland, Bulgarije, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk aan de andere kant (de Centrale Mogendheden of Centralen). De strijd werd gekenmerkt door enorme aantallen slachtoffers en de inzet van vele nieuwe wapens (vlammenwerpers, vliegtuigen, gifgas, tanks). De oorlog eindigde met de onvoorwaardelijke overgave van Duitsland en zijn bondgenoten in 1918.

    Gegevens


    USS Jupiter, Mare Island Navy Yard, 18 december 1913 Bron: US Navy photo NH 52365
     Gebouwd door:
     Kiel gelegd:
     Te waterlating:
     Aflevering:
     Einde:
     Mare Island Naval Shipyard,
     Vallejo, California
     18 oktober 1911
     24 augustus 1912
     7 april 1913
    27 februari 1942
    (gezonken)
    Bouwnummer : geen





     Indeling:
     Datum in:
     Datum uit:



     7 april 1913
     24 maart 1920
     USS Jupiter (Fleet Collier No. 3), US Navy

     20 maart 1922
     25 oktober 1936
     vliegdekschip USS Langley (CV-1) - US Navy

     21 april 1937
     27 februari 1942
     vliegtuigmoederschip USS Langley (AV-3), US Navy

    Geschiedenis

    De kiel voor de Fleet Collier (vloot kolenbevoorradingsschip) USS Jupiter (Navy Fleet Collier No. 3) werd op 18 oktober 1911 gelegd aan de werf van de Mare Island Naval Shipyard, Vallejo, California. Het schip kan gezien worden als naamgever van de uit vier schepen bestaande Jupiter-klasse (1912). Hoewel uitgevoerd met verschillende aandrijvingen, waren de schepen uit deze klasse gebouwd met eenzelfde romp als basis. Op 24 augustus 1912 werd het schip te water gelaten en op 7 april 1913 afgeleverd. Jupiter werd het eerste US Navy schip dat werd aangedreven door stoomketels, gekoppeld met stoomturbines met een elektrische aandrijving. De door William Le Roy Emmett ontwikkelde aandrijving en door General Electric Company verder uitgewerkt bestond uit twee elektromotoren die elk een schroef aandreven. De elektromotoren werden aangedreven door een Curtiss stoomturbine. Hiermee kon een snelheid van 14 knopen (26 km/u) worden gegenereerd.

    Na de in dienst stelling werd de USS Jupiter ingedeeld bij de Pacific Fleet met als thuisbasis Mazatlan in Mexico. Eind 1916 werd het schip overgeplaatst naar de Atlantic Fleet Auxiliary Division. Op 6 april 1917 kwam het in Norfolk, Virginia aan en werd het ingedeeld bij de Naval Overseas Transport Service voor transporten naar Europa.


    USS Langley (CV-1) Bron: Public Domain (onbekend)

    Op 11 juli 1919 werd de USS Jupiter aangewezen om te worden verbouwd tot vliegdekschip. Op 12 december 1919 vertrok het schip hiervoor naar Hampton Roads, Virginia. Hier ging het op 24 maart 1920 uit dienst. De verbouwing vond plaats op de Navy Yard in Norfolk, Virginia. Op 11 april 1920 kreeg het schip formeel de naam USS Langley. De naam was gekozen ter ere van Samuel Pierpont Langley, een Amerikaanse astronoom, fysicus, luchtvaart pionier en vliegtuig ingenieur. Op 20 maart 1922 werd het schip officieel in dienst genomen als USS Langley (CV-1).[1][2]

    Op 25 oktober 1936 vertrok de USS Langley naar de Mare Island Navy Yard in Californië om te worden omgebouwd tot Seaplane Tender. De verbouwing werd op 26 februari 1937 afgerond. Het schip behield haar naam maar kreeg de nummering AV-3 op 11 april 1937. Tussen 1 februari 1939 en 10 juli 1939 was het schip gestationeerd bij de Atlantic Fleet. Op 24 september 1939 keerde de USS Langley terug naar de Pacific Fleet.[3][4]


    USS Langley (AV-3), French Frigate Shoals, 27 oktober 1937 Bron: National Archives 2015/12/22

    Toen de Japanse strijdkrachten de Filippijnen op 8 december 1941 aanvielen, lag de USS Langley voor anker in Cavite. De Japanse strijdkrachten ontwijkend vertrok het schip naar Balikpapan, Nederlands-Indië en later naar Darwin, Australië. Hier kwam het op 1 januari 1942 aan. De USS Langley werd vervolgens toegewezen tot American-British-Dutch-Australian Command (ABDACOM of ABDA-Command). Haar taak werd het uitvoeren van anti-onderzeeboot patrouilles nabij Darwin. Hier bleef het schip tot 11 januari 1942.[5]

    Na haar taak bij Darwin vertrok de USS Langley naar Fremantle en voegde zich bij de m.s. Sea Witch (1940). Beide schepen werden geladen met kratten met 32 Curtiss P-40 jachtvliegtuigen van het 13th Pursuit Squadron (Provisional), Far East Air Force. De vliegtuigen waren bedoeld voor Nederlands-Oost Indië. Op 22 februari 1942 vertrok de USS Langley, samen met m.s. Sea Witch, in konvooi MS 5. Dit bestond naast deze schepen nog uit USAT Willard A. Holbrook (AP-44), m.v. Duntroon (1935) en s.s. Katoomba (1913). Als escorte vaarde de USS Phoenix (CL-46) mee. Op 27 februari 1942 verlieten de USS Langley en m.s. Sea Witch het konvooi en voegden zich bij escorteschepen USS Whipple (DD-217) en USS Edsall (DD-219). Om 11.40 uur voeren de schepen op 121 km ten zuiden van Tjilatjap, toen ze werden aangevallen door Japanse Mitsubishi G4M Betty bommenwerpers. Tijdens de aanval werd de USS Langley door vijf bommen getroffen. Hierbij werden 16 bemanningsleden gedood. De bovenbouw raakte in brand en al snel helde het schip 10 graden over naar bakboord. Om 13.30 uur werd opdracht gegeven het schip te verlaten. De escorteschepen trachtten de USS Langley met negen 100 mm granaten en twee torpedo's tot zinken te brengen ten einde het niet in vijandelijke handen te laten vallen. Toen de escorteschepen het gebied verlieten, was de USS Langley nog steeds niet gezonken. Uiteindelijk werd het schip getorpedeerd door de USS Whipple (DD-217) en USS Edsall (DD-219)[6]. Men gaat er vanuit dat het schip uiteindelijk is gezonken op 8.51'Zuiderbreedte - 109.02'Oosterlengte.[7]


    De zinkende USS Langley, 27 februari 1942 Bron: US Naval History NH 92474

    De overlevenden werden door de escorteschepen opgepikt en deels overgebracht naar de USS Pecos (AO-6). Vele van de overlevenden kwamen later om het leven toen de USS Pecos en de USS Edsall ook door Japanse vliegtuigen tot zinken werden gebracht.


    Het moment dat een torpedo van USS Whipple (DD 217) de Langley treft Bron: US Naval History NH 92476

    Definitielijst

    ABDACOM
    Afkorting voor "American, British, Dutch and Australian Command". Dit was de samenvoeging van de strijdkrachten van de Verenigde Staten, Groot Britannië, Nederland en Australië in het Verre Oosten aan het einde van 1941 met als doel een gebundelde strijd tegen de Japanse invasies. Dit samenwerkend commando werd opgericht op 28 december 1941 en stond onder bevel van de Britse General Archibald Wavell. Het is nooit tot een echte samenwerking gekomen omdat de ondergeschikte bevelhebbers van de verschillende deelnemende naties nooit onder zijn bevel kwamen te staan, maar onder het bevel vanhun eigen legerleiding bleven functioneren. Nadat men de stirjd tegen Japan als verloren moest beschouwen met het verlies van Singapore, Nederlands-Indië en de Filippijnen, werd ABDACOM op 25 februari 1942 weer opgeheven.
    torpedo
    Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.

    Technische gegevens

     Naam:  USS Langley
     Callsign/Registratie:
     AV-3
     Bouwer:
     Mare Island Navy Yard, California (ombouw)
     Bouwnummer:
     geen
     Type/Klasse:
     Vliegtuigmoederschip / geen
     Waterverplaatsing:
     12.700 lt (12.900 t) - standaard
     13.900 lt (14.100 t) - maximum
     Lengte:
     165,20 meter
     Breedte:
     19,90 meter
     Diepgang:
     7,30 meter
     Aandrijving
     3 boilers
     General Electric turbo-electrische transmissie
     2 schachten
     7.200 shp (5.400 kW)
     Snelheid:
     15,5 knopen (28,7 km/u)
     Bereik:
     6.5000 km (bij 10 knopen)
     Bewapening:
     4x 127 mm/51 cal geschut
     Bemanning
     468

    Commanding Officers

     USS Jupiter (Fleet Collier No. 3)
     Commander Joseph Mason Reeves (Kapitein-luitenant ter zee)
     7 april 1913
     Captain Samuel Shelburne Robison (Kapitein-ter-zee)
     april 1914
     Commander Clarence Selby Kempff (Kapitein-luitenant ter zee)  12 mei 1917
     Commander Robert Tryon Menner (Kapitein-luitenant ter zee)  20 juli 1917
     Commander John William Kelton (Kapitein-luitenant ter zee)  30 september 1917
     Lieutenant Joseph Francis Becker (Luitenant-ter-Zee 2e Klasse)  17 november 1917
     Lieutenant-Commander Harry Martin Bostwick (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse)
     19 november 1919 - 24 maart 1920
     USS Langley (CV-1)
     Commander Kenneth Whiting (Kapitein-luitenant ter zee)  20 maart 1922
     Captain Stafford Henry Rahall Doyle (Kapitein-ter-zee)
     16 juni 1922
     Captain Edward Sharpless Jackson (Kapitein-ter-zee)  5 juli 1924
     Captain Frank Robert McCrary (Kapitein-ter-zee)  10 juni 1926
     Commander John Henry Towers (Kapitein-luitenant ter zee)  4 januari 1927
     Commander Robert Rudolf Paunack (Kapitein-luitenant ter zee)  26 augustus 1928
     Captain Arthur Byron Cook (Kapitein-ter-zee)  3 oktober 1928
     Captain Rufus Fairchild Zogbaum Jr. (Kapitein-ter-zee)  30 juni 1930
     Captain Aubrey Wray Fitch (Kapitein-ter-zee)  8 juli 1931
     Commander Patrick Neison Lynch Bellinger (Kapitein-luitenant ter zee)  16 juli 1932
     Captain Kenneth Whiting (Kapitein-ter-zee)  15 juni 1933
     Captain Warren Gerald Child (Kapitein-ter-zee)  13 december 1933
     Captain John Howard Hoover (Kapitein-ter-zee)  15 juni 1935 - 22 juli 1936
     USS Lanlgey (AV-3)
     Commanander George Dominic Murray (Kapitein-luitenant ter zee)
     30 mei 1937
     Captain Arthur Cayley Davis (Kapitein-ter-zee)
     15 juni 1939
     Captain Frank Dechant Wagner (Kapitein-ter-zee)
     18 juni 1940
     Commander Robert Perche McConnell (Kapitein-luitenant ter zee)
     16 juli 1941
     Commander Felix Budwell Stump (Kapitein-luitenant ter zee)
     20 september 1941
     Commander Robert Perche McConnell (Kapitein-luitenant ter zee)
     13 januari 1942 - 27 februari 1942

    Noten

    1. Johnson, 1967, pag. 45-46
    2. Gogin, 2021, pag. 66
    3. Johnson, 1967, pag. 47
    4. Gogin, 2021, pag. 66
    5. Johnson, 1967, pag. 47
    6. Johnson, 1967, pag. 47
    7. Gogin, 2021, pag. 66

    Informatie

    Artikel door:
    Wilco Vermeer
    Geplaatst op:
    15-05-2024
    Feedback?
    Stuur het in!

    Gerelateerde bezienswaardigheden

    Gerelateerde boeken

    The Encyclopedia of Ships
    Final Voyages

    Gerelateerde bezienswaardigheden