Op 21 februari 1914 boden de 18 Albanese districten formeel aan Wilhelm zu Wied de kroon van Albanië. Hoewel hij in het buitenland als Prins werd aangeduid, was in Albanië zijn formele titel Mbret, welke gelijk staat aan koning. Op 7 maart 1914 betrad Wilhelm onder bescherming van Nederlandse Gendarmerie de Albanese bodem in de havenstad Durrës. Het gelukte Wilhelm echter niet om zijn gezag te vestigen en toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak ontving hij geen hulp van welke grootmacht dan ook. Op 3 september 1914 verliet hij het land om er nooit meer terug te keren.
Het Vorstendom Albanië kwam feitelijk ten einde op 7 september 1914, toen de troepen van Ehli Kijam Durrës, het laatste bolwerk van de regering, binnenvielen, slechts vier dagen na het vertrek van Prins Wilhelm. In de jaren die volgden, kende Albanië een reeks voorlopige regeringen, die culmineerden in de formele afschaffing van de monarchie door Ahmet Zogu in 1925.
Tussen 1920 en 1925 trad een Hoge Raad op in naam van Prins Wilhelm van Wied, die, hoewel hij op 3 september 1914 het land was ontvlucht, nog steeds als juridisch hoofd van de Albanese staat werd beschouwd.