TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Overal en nergens thuis

Titel: Overal en nergens thuis
Schrijver: Martin Doerry
Uitgever: Contact
Uitgebracht: 2007
Pagina's: 302
ISBN: 9789024525340
Bijzonderheden: Het boek bevat interviews met onder meer: Aharon Appelfeld, Saul Friedländer, Imre Kértes, Ivan Klíma en Elie Wiesel.
Omschrijving:

Aan ooggetuigenverslagen van Holocaustoverlevenden is geen gebrek. Hoe gruwelijk hun ervaringen ook waren, veel overlevenden voelden grote behoefte de wereld deelgenoot te maken van hun verhaal. Ze wilden jongere generaties waarschuwen voor de gevolgen van racisme en antisemitisme. De boeken van Primo Levi, Imre Kértes en Elie Wiesel zijn in de meeste bibliotheken beschikbaar en vormen slechts een fractie van de zogenoemde Holocaustliteratuur. Nog altijd verschijnen nieuwe biografieën van mensen die nu pas in staat zijn om te vertellen over hun overleving. Misschien nog wel confronterender dan het geschreven woord zijn de lezingen en gesprekken die Holocaustoverlevenden houden op scholen en universiteiten. Eens zal er echter niemand meer uit eerste hand kunnen vertellen over de Holocaust. Volgende generaties hebben dan de verantwoordelijkheid om te voorkomen dat Holocaustliteratuur terecht komt in een stoffig hoekje van de bibliotheek. Zij zullen jongeren moeten vertellen over deze geschiedenis, zodat deze indringende waarschuwing uit het verleden niet vergeten wordt.

Met het besef dat het hier gaat om een alsmaar kleiner wordende groep mensen interviewde Martin Doerry, adjunct-hoofdredacteur van Der Spiegel, de afgelopen jaren meer dan twintig Holocaustoverlevenden. In het boek “Overal en nergens thuis” zijn delen van die interviews gepubliceerd. Aan het woord komen niet alleen zij die de concentratie- en vernietigingskampen overleefd hebben, maar ook zij die als kind Europa ontvluchtten om te ontkomen aan de naziterreur. Wat zij gemeen hebben, is dat ze zich allemaal geroepen voelen om de wereld hun verhaal te vertellen. Niet om Duitsland te wreken, maar om de wereld te verbeteren. Onder hen twee Nobelprijswinnaars (Imre Kértes en Elie Wiesel), een gezaghebbend historicus (Saul Friedländer) en een publicist Ralph Giordano) die al meer dan veertig jaar Duitsers helpt hun naziverleden te verwerken. Allemaal mensen op leeftijd met een heel boeiend levensverhaal en over het algemeen goed doordachte visies op levensbeschouwelijke kwesties en politieke vraagstukken.

Martin Doerry stelde niet alleen vragen over de Holocaustervaringen van de geïnterviewden, maar vroeg ook naar hun houding ten aanzien van Duitsland en wat het voor hen betekent om Joods te zijn. Haat ten opzichte van de Duitsers valt nauwelijks te bespeuren. “Ik haat de Duitsers niet”, aldus modejournaliste Agnes Sassoon die Dachau en Bergen-Belsen overleefde, “ik kan helemaal niet haten, zo ben ik niet opgevoed.” Auteur Elie Wiesel vindt dat niemand van de overlevenden is geautoriseerd om de Duitsers te vergeven – “dat kunnen uitsluitend de doden” – , maar benadrukt dat hij niet gelooft in collectieve schuld. “Ik zeg steeds: schuldig zijn alleen de schuldigen. De kinderen van moordenaars zijn geen moordenaars, ze zijn kinderen.” Opmerkelijk is dat alle geïnterviewden zich Joods voelen, maar dat dit voor de meesten nauwelijks enige religieuze betekenis heeft. De celliste Anita Lakser-Wallfisch, die Auschwitz en Bergen-Belsen overleefde, wist voordat de nazi’s aan de macht kwamen niet eens dat ze Joods was. Totdat ze in de jaren ’30 op school te horen kreeg dat ze “een smerige Jood” was. De schrijver Aharon Appelfeld vertelt hoe onbegrijpelijk zijn ouders het vonden dat ze vervolgd werden. Ze waren geassimileerd en omarmden de Duitse taal, literatuur en muziek. Opeens werd de taal waarvan zijn ouders zoveel hielden “de taal van de moordenaars.”

Andere onderwerpen die aan bod komen zijn de Europese identiteit en de tendens in Duitsland om ook de Duitsers te zien als slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Kunsthandelaar Heinz Berggruen, die Duitsland in 1938 ontvluchtte, noemt Europa zijn land, spreekt over een Europese identiteit en hoopt dat de EU zich uiteindelijk ontwikkelt tot de Verenigde Staten van Europa. De Poolse diplomaat en politicus Adam Daniel Rotfeld, die tijdens de oorlog ondergedoken zat in een klooster, hekelt de plannen van de Vereniging van Verdrevenen om vlakbij het Holocaustmonument in Berlijn een centrum op te richten voor de Duitsers die na de oorlog uit Pools grondgebied verdreven werden. Beide onderwerpen geven het boek een actuele lading. Jammer is wel dat een ander actueel onderwerp, de ontkenning van de Holocaust, niet ter sprake komt. Extreemrechts lijkt daarin steeds meer bijval te krijgen van moslimfundamentalisten, zelfs vanuit overheidsniveau (president Mahmoud Ahmadinejad van Iran). De verhalen in dit boek vormen een blok tegen deze leugens, maar het had wellicht interessante inzichten opgeleverd wanneer de geïnterviewden direct gevraagd was naar hun standpunt over hoe we nu en in de toekomst ons moeten wapenen tegen Holocaustontkenning.

Bovenal gaat het in dit boek natuurlijk over de Holocaust. Ralph Giordano, die als onderduiker de laatste maanden van de oorlog doorkwam, vertelt hoe hij door zijn eigen speelkameraadjes verraden werd, Elie Wiesel herinnert zich hoe zijn vader voor zijn ogen vermoord werd en schrijfster Lucille Eichengreen vertelt hoe ze in het getto van Lodz haar familie verloor en haar moeder met eigen handen heeft moeten begraven. Maar niet enkel negatieve, maar ook positieve ervaringen komen ter sprake. Soms schuilen positieve ervaringen in heel kleine gebaren. Anita Lasker-Wallfisch vertelt bijvoorbeeld hoeveel het voor haar betekende toen een niet-Joodse adellijke dame in de tram opstond om naast haar te komen staan op het balkon, de enige plek in de tram waar Joden nog toegelaten werden. We krijgen zo een zeer breed beeld van Holocaustervaringen. De combinatie van ervaringen uit het verleden en inzichten in het heden geeft dit boek extra diepgang. Wanneer geen van de geïnterviewde personen je bekend is, is het echter raadzaam om voor het lezen van dit boek je eerst te verdiepen in hun werk. Dit boek vormt namelijk een aanvulling op datgene wat reeds is geschreven door Holocaustoverlevenden en is minder interessant om op zichzelf te lezen. Het is dus vooral boeiende kost voor diegene die zich al enigszins heeft ingelezen in de rijke bibliotheek van Holocaustliteratuur.

Beoordeling: Zeer goed

Informatie

Artikel door:
Kevin Prenger
Geplaatst op:
03-01-2008
Laatst gewijzigd:
02-09-2009
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen