TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Niet de moffen maar de mensen

Titel:Niet de moffen maar de mensen
Schrijver:Heyden, H. van der
Uitgever:Vrijbuiter
Uitgebracht:2021
ISBN:9798739637765
Omschrijving:

"We dwalen als we denken dat we niets met de daders te maken hebben. Er is altijd wel iemand geweest die de wissel bediende, zodat de trein naar Auschwitz kon rijden," aldus de Oostenrijkse schrijver Arno Geiger. Daders maken deel uit van de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust en onderzoek naar collaborateurs en oorlogsmisdadigers kan beter zicht bieden op de bezettingstijd. Zeker als gepoogd wordt te doorgronden wat mensen dreef, om zich met een racistisch en genocidaal systeem als het nationaalsocialisme in te laten – niet om die keuzes te veroordelen of goed te praten, wél om ze te duiden.

Dat geldt ook voor verhalen van ‘kinderen van foute ouders’. Hun vaak pijnlijke ervaringen werpen licht op de grote impact van een fout oorlogsverleden op latere generaties, maar kunnen ook laten zien hoe veelkleurig en complex dat verleden is, nooit zwart-wit. De net verschenen roman ‘Niet de moffen maar de mensen’ van Haye van der Heyden past in die traditie. Waar echter auteurs van vergelijkbare boeken het beest genadeloos in de bek durven te kijken, zoals Marcel Rözer in ‘Zo vader’ (2013), Ad Fransen in ‘Vaderskind ‘(2015) en Willeke Stadtman in ‘Op voet van oorlog’ (2016) – stuk voor stuk moedige boeken over goed en fout, schuld en verantwoordelijkheid en daders en slachtoffers – blijft Van der Heyden hangen in gratuit misantropisch geweeklaag over de ‘slechtheid van de mens’.

‘Niet de moffen maar de mensen’ is de literaire verwerking van het foute oorlogsverleden van vader Van der Heyden door zoon Haye. Onder het motto ‘Fictie onthult waarheden die de werkelijkheid verbergt’ laat de auteur afwisselend een zoon en een vader aan het woord, waarbij de laatste minder zijn naziverleden betreurt dan het feit dat hij aan de verkeerde kant van de geschiedenis geëindigd is. De man, NSB’er, type idealist, ging als vrijwilliger bij de Waffen-SS naar het Oostfront en eindigde als hoofd van de Landwacht in Zuid-Holland. Na de oorlog kreeg hij vijftien jaar.

De Werdegang van die vader spiegelt Haye van der Heyden aan die van de zoon. Geobsedeerd door een traumatische jeugdervaring, opgeblazen tot een larmoyant schuld- en boete-verhaal, reflecteert dit ‘moffenjong’ in verschillende fasen van zijn leven op de eigen deerniswekkende ontwikkeling in relatie tot zijn vaders oorlogsverleden. Dat doet hij met de nodige zelfspot, maar nergens weerspiegelen zijn reflecties een serieuze zoektocht naar moeilijke waarheden, laat staan inzichten. Wél getuigen ze van een onverhulde vooringenomenheid – niet zijn vaders daden en keuzes voor de nazi-ideologie staan centraal, maar de omstandigheden en toevalligheden die hem ertoe gebracht hebben. "Iedereen die denkt dat er destijds zo veel slechteriken waren en nu niet meer, weigert de waarheid onder ogen te zien. We zijn niet anders dan de mensen toen, er zijn nu alleen andere omstandigheden", verzucht de zoon al in direct het eerste hoofdstuk.

Daarmee is de toon gezet. In de rest van de roman lezen we wat de vader op zijn kerfstok heeft, maar óók hoe dat alles begrepen, of liever gezegd gerelativeerd, dient te worden. Over zijn werk bij de Landwacht bijvoorbeeld. Daar hield de vader zich "zeer mondjesmaat en uiterst zijdelings" bezig met de opsporing van ondergedoken Joden en heeft hij er "een enkele keer eentje doorgestuurd". Hij wist natuurlijk niet "wat voor lot de arme drommel vervolgens te wachten stond", zo beweerde de vader, die steevast iedere individuele verantwoordelijkheid op de omstandigheden afschuift: "Maar het was oorlog en iedereen liep gevaar."

Dat er in Nederland zoveel Joden weggevoerd konden worden omdat velen, de overheid incluis, passief bleven of wegkeken, is een feit. Maar voor mensen die wél de keuze maakten om zich tegen het misdadige nazibewind te verzetten, is in de reflecties van zoon noch vader plaats. In slechts één enkel fragment waarin het verzet ter sprake komt, schampert de zoon: "Verzetshelden zijn losers. Net als NSB’ers." ‘Niet de moffen maar de mensen’, de titel verraadt het eigenlijk al, is hiermee een klassiek staaltje ‘nivellering’ in de geest van het grijze verleden van broer Chris (zie ‘Grijs verleden’: iedereen een beetje slachtoffer en iedereen een beetje dader. Goed en fout zijn fictie, want de mens is slecht.

Maar terwijl die grijsheid Van der Heydens roman beheerst, kleurt het verhaal zwart-wit, waar de aard van de Waffen-SS ter sprake komt. Die was, in de woorden van de vader, anders dan de politieke SS "waar de schoften zaten en de sadisten", slechts een legeronderdeel met idealistische soldaten, die de goddeloze Russen en het communisme een halt toe wilden roepen. Hier verhult fictie toch echt feiten, zoals Evertjan van Roekel in ‘Veldgrauw’, een recente studie naar Nederlanders in de Waffen-SS, laat zien. En bij alle terechte nuance over de vele verschillende ervaringen van SS-vrijwilligers aan het Oostfront concludeert deze historicus: "Door dienst te nemen en te vechten voor het naziregime hebben ze geaccepteerd waar dit regime voor stond."

In plaats van die (collectieve) schuld eerlijk onder ogen te zien, verkiest de vader in Van der Heydens roman slachtofferschap en gesjoemel met de feiten, als hij beweert: "Door de beslissing alle Europese vrijwilligers leden van de Waffen-SS te noemen, is de ellendige verwarring tussen politieke SS en Waffen-SS ontstaan waaronder zo veel Europese vrijwilligers later te lijden hebben gehad." Ook hij: "Wat had ik nou eigenlijk gedaan? Ik had eerst mijn land verdedigd, vervolgens tegen de Russen gevochten en daarna had ik ervoor gekozen mijn kameraden niet in de steek te laten."

En de zoon? Die is uiteindelijk zelfs trots op de vader, "een echte man (…), fout in de oorlog maar iemand met een rechte rug die handelde vanuit principes en idealen." Niet alleen die foute vader maar, zegt de zoon, "wij, de mensen (…) hebben de schuld aan de Holocaust. Omdat we ertoe in staat zijn gebleken." Met deze diepzinnigheden eindigt de lijdensweg van een kind van foute ouders, dat zelfmedelijden vaardig als zelfspot verpakt in een slappe roman die geen waarheden onthult maar deze uit de weg gaat.

Beoordeling: Matig

Informatie

Artikel door:
Marie-Cécile van Hintum
Geplaatst op:
22-05-2021
Laatst gewijzigd:
26-05-2021
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen