Titel: | Een leven van moed en opoffering - Charles Bongaerts, verzetsman en politie-inspecteur |
Schrijver: | Crijns, Lodewijk Ivo |
Uitgever: | Walburg Pers |
Uitgebracht: | 2025 |
Pagina's: | 176 |
ISBN: | 9789464566253 |
Omschrijving: | Charles Bongaerts: een naam die in Heerlen bekend is omdat zijn naam op oorlogsmonumenten staat en er een straat naar hem genoemd is. Volgens zijn biograaf verdient hij méér dan dat. Dat zal iedere lezer beamen, al had ik graag nog meer gelezen over wat Bongaerts nu precies gedaan heeft. Charles Bongaerts is een telg uit een grote, vooraanstaande Limburgse familie. Hij heeft eerst moeite om zijn bestemming te vinden, maar vindt uiteindelijk in de tweede helft van de jaren dertig zijn roeping bij de politie. Dat hij met de NSB weinig op heeft, is in die kringen al voor de oorlog bekend. De bezetter heeft hem dan ook al snel in het vizier en bij de politie is hij niet te handhaven. Bongaerts wordt door vrienden tot commandant van de brandweer gemaakt. Waarom in de ondertitel van het boek Bongaerts dan toch alleen ‘politie-inspecteur’ wordt genoemd, wordt niet uitgelegd. Bongaerts raakt steeds nauwer bij allerhande verzetsactiviteiten betrokken. De verzetsgroep die naar hem genoemd is, richt zich niet op één specifieke activiteit, maar pakt alle verzetsklussen op die men nodig acht: van pilotensmokkel tot distributiebonnen bemachtigen en Joden onderduikadressen geven. De groep raakt echter geïnfiltreerd; eerst door de beruchte verrader Anton van der Waals. Diens poging mislukt, maar kort daarna heeft de Hans Vastenhout wel beet. Uiteindelijk wordt ook Bongaerts opgepakt. Hij komt in kamp Vught terecht. Er wordt een forse koopsom bijeengebracht om Charles weer terug bij zijn jonge gezin – zijn vrouw Tita blijkt in verwachting van hun tweede kind – te brengen. Dat gebeurt echter niet: Bongaerts wordt in oktober 1944 – met hetzelfde transport als de mannen uit Putten – uit angst voor de oprukkende geallieerde legers naar kamp Neuengamme gebracht. In buitenkamp Ladelund overlijdt hij in december aan de erbarmelijke omstandigheden daar. Zijn jongste zoon George heeft hij nooit meer mogen ontmoeten. Bongaerts verdient een boek, daar heeft biograaf Crijns helemaal gelijk in. Toch had ik graag nog meer willen lezen over wat dat verzetswerk van Bongaerts nu precies behelsde. Er wordt geschreven over groeiende betrokkenheid bij het verzetswerk, over Joodse onderduikers in een politiewagen, over voldoening als piloten ontsnapt zijn, maar wanneer, hoeveel, wie en waar is niet altijd duidelijk. Kortom: concrete gebeurtenissen, personen en data zijn er niet veel. Natuurlijk is dit voor een heel groot deel te verklaren doordat er weinig op schrift werd gesteld vanwege de veiligheid. Toch is opvallend dat de belangrijkste bron van biograaf Crijns, de publicatie van historicus Fred Cammaert, wél veel meer feitelijke details geeft. In diens studie over het verzet in Limburg die online te raadplegen is, ‘Het verborgen front’, lees je in slechts enkele paragrafen al duidelijker hoe de groep Bongaerts functioneerde en zich verhield tot andere verzetsgroepen. Hij beschrijft ook uitgebreid hoe de infiltratie van Anton van der Waals ter werk is gegaan – en dat neemt Crijns vrijwel letterlijk over – maar ook hoe Vastenhout, de verrader van Bongaerts te werk is gegaan – en daar gaat Crijns bijzonder genoeg vrijwel aan voorbij, terwijl hij door toedoen van Vastenhout is opgepakt. Het zou geholpen hebben als Crijns in het verhaal zelf duidelijk had gemaakt op welke bronnen hij zich baseerde en wat daarin niet meer te vinden was, in plaats van alleen een korte verantwoording achteraf. Soms lijkt het alsof er geen vragen gesteld zijn, omdat Bongaerts als held vereerd dient te worden. Toch zou het juist inzicht geven en Bongaerts dichterbij brengen als die vragen wel gesteld worden. Waarom hij niet onderdook, bijvoorbeeld, die 6e november, toen het verraad van Vastenhout duidelijk was en Charles wist dat het een kwestie van uren zou zijn. Crijns zegt alleen dat Bongaerts uit plichtsbesef niet vluchtte, zonder de bron voor die analyse te noemen – en zonder zich af te vragen of dat een plausibele verklaring is. Plichtsbesef had toch ook juist tot onderduiken kunnen leiden? Zag Bongaerts geen uitweg meer, of vond hij onderduiken misschien ook laf? Er is in de familie veel over gesproken en ook zijn vrouw heeft haar herinneringen – waar Crijns helaas niet uit citeert – opgeschreven. Graag had ik daar iets meer van meegekregen; juist de brieven uit Vught, waaruit Crijns wel enkele citaten overneemt, halen Bongaerts voor de lezer dichtbij. Als dat nog meer was gebeurd, had het boek aan waarde gewonnen. Maar nogmaals, dat er een boek ligt, is zeker terecht. |
Beoordeling: | ![]() ![]() ![]() |