TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Sprekende stenen

Titel:Sprekende stenen - Stolpersteine in Zwolle
Schrijver:Otter, P. den e.a.
Uitgever:Noordboek - Van Gorcum
Uitgebracht:2025
Pagina's:416
ISBN:9789464712926

Omschrijving:


Na de Tweede Wereldoorlog verschenen er door heel Europa in vrijwel iedere stad en dorp één of meerdere monumenten die herinneren aan de Duitse bezetting. In de periode direct na de oorlog richtte de Nederlandse overheid, vaak samen met tal van verzetsgroepen, gedenktekens op die algemene vervolging, omgekomen militairen en het verzet herdachten. Naarmate de jaren verstreken kwamen daar, met aandacht en erkenning voor andere slachtoffergroepen, steeds nieuwe monumenten bij. Inmiddels zijn er in Nederland ruim vierduizend oorlogsmonumenten te vinden. Exacte cijfers over het aantal monumenten in Europa zijn niet bekend.

De Duitse kunstenaar Gunter Demnig (1947) voegde een nieuw type monument toe aan het palet van diverse gedenktekens dat in Europa te vinden is. In 1992 begon Demnig – immer getooid met hoed – met het plaatsen van zogeheten Stolpersteine: kleine messing gedenkplaten van tien bij tien centimeter, waarop de levensgegevens van een slachtoffer van het nazi-regime zijn gestanst. De Stolpersteine worden geplaatst voor de laatst vrij gekozen woningen van de nazislachtoffers. De voorbijganger struikelt in het voorbijgaan over deze ‘struikelsteen’. Niet in letterlijke zin, maar met het hoofd en het hart.

De even briljante als ontroerende vondst van Demnig dient als herinnering aan een ieder die door de nazi’s werd vervolgd en vermoord: Joden, Sinti en Roma, homoseksuelen, mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking, verzetsmensen, maar ook dwangarbeiders en deserteurs. Niet geheel verrassend – in het licht van de omvang van de Holocaust - is dat men in de straten vooral stenen voor Joodse slachtoffers treft. Wandelend door bijvoorbeeld de Nieuwe Amstelstraat in Amsterdam voelt het krankzinnige aantal Stolpersteine voor de huizen van vermoorde Joodse Amsterdammers niet alleen als een emotionele tuimeling, maar als een dreun in het gezicht. Inmiddels zijn er ruim 110.000 Stolpersteine gelegd, in 31 verschillende landen.

Wie eenmaal een keer gestruikeld is, komt de Stolpersteine vervolgens overal tegen. Ook in de stad Zwolle zijn er talloze te vinden. Voor 159 voormalige woonadressen liggen daar 456 struikelstenen voor – uitsluitend – Joodse inwoners die de bezetting niet hebben overleefd. In het boek ‘Sprekende stenen’ zijn de levensverhalen van deze Joodse Zwollenaren verzameld. Overzichtelijk ingedeeld naar wijk (Centrum-Noordoost, Centrum-Zuidoost, Centrum Zuid, Centrum West, etcetera) en vervolgens naar straat, lezen we over de levens van de Joodse mannen, vrouwen en kinderen die zijn vermoord of door toedoen van de Duitsers zijn omgekomen. Onder hen waren kappers, slagers, musici en onderwijzers. Maar ook bakkers, marktlieden, makelaars en fietsenhandelaars. Inwoners die uit het hart van de Zwolse samenleving zijn weggerukt.

Menig Joodse Zwollenaar, zo blijkt uit het grote aantal verhalen, probeerde onder te duiken, maar bleek toch niet veilig. Bijvoorbeeld Betje Keizer-Leman. Samen met haar ongetrouwde dochter Anna woonde zij vanaf augustus 1940 in de Bitterstraat in Zwolle. Op 2 december 1942 werden moeder en dochter bij een controle door de Zwolse politie voor het laatst in Zwolle gezien. Daarna doken Betje en Anna onder in Amsterdam, mogelijk door de aanzegging van de Duitsers dat Joden vanaf 10 april 1943 niet meer in Zwolle mochten verblijven. Moeder en dochter werden in Amsterdam toch opgepakt en op 6 juli 1943 op transport gesteld naar Sobibor. Beiden werden direct na aankomst vermoord. Betje werd 79 jaar, Anna 45.

Ook het gezin Jakobs, bestaande uit vader Herman, moeder Sophie en de kinderen Betje, Minna en Israël, dook onder. Via omzwervingen belandde het gezin op een bovenwoning in de Louise de Colignystraat. In augustus 1944 zocht de politie in de woning onder de schuilplaats naar iemand anders. Bij hun zoektocht stuitten de agenten ongelukkigerwijs op het Joodse gezin. Vanuit Westerbork werden de vijf in dezelfde trein waar ook Anne Frank en haar familie in zat, naar Auschwitz gebracht. Alleen dochter Betje keerde terug uit het kamp.

Maar lang niet iedereen dook onder. Handelaar in lompen, huiden en oude metalen Bernhard Weijel kreeg samen met zijn vrouw Rebekka uitstel van deportatie wegens “werkzaamheid voor de bewapeningsindustrie”, zelfs toen op 8 en 9 april 1943 de laatste grote deportatie uit Zwolle plaatsvond. Het bleek echter schijnveiligheid, want in juli 1943 werd het stel alsnog gearresteerd en naar Westerbork gebracht. Bernhard wachtte het noodlot niet af: “Mij krijgen ze niet. Ik sterf voordat ik een voet in de trein zet”. Op 21 augustus 1943 nam hij een gifpil en stierf in kamp Westerbork. Rebekka werd twee weken na het overlijden van haar man op de trein naar Auschwitz gezet en keerde niet meer terug.

Het zijn stuk voor stuk schrijnende verhalen. Achter veruit de meeste namen die in het boek voorkomen staat als plaats van overlijden Auschwitz of Sobibor vermeld. Een enkeling is op een andere plek om het leven gekomen. Eduard en Klara Adelaar gaven geen gehoor aan de oproep om zich te melden voor vertrek naar Westerbork en kozen ervoor om samen te sterven. Op 8 april 1943 sloten zij de ramen en de deuren van hun woning aan de Soendastraat en draaiden het gaskraantje van het keukenfornuis open. Boekhandelaar Berend Stibbe, ondergedoken in Lunteren, kwam om het leven bij een bombardement door de geallieerden. Niet de gaskamer, maar een bomscherf in zijn nek werd hem fataal. Weer van anderen is überhaupt geen overlijdensplaats (en -datum) bekend. Zo verdwenen Hedwig en Liesel Ruben, woonachtig in de Oosterlaan, in de mist van de geschiedenis. We weten alleen dat ze nimmer uit het oosten terugkeerden.

De rijkelijk geïllustreerde levensverhalen van de vermoorde Joodse Zwollenaren zijn aangevuld met hoofdstukken over het Joodse leven in Zwolle vóór de komst van de Duitsers, de vervolging in de jaren 40-45 en de naoorlogse herdenking van de moord op de Joodse stadsbewoners. Die geschiedenis, samen met de knap weergegeven lotgevallen van de Joodse inwoners, inspireert om een wandeling door de stad te maken. Om te struikelen van steen naar steen. Van verhaal naar verhaal. En letterlijk en figuurlijk voor de huizen stil te staan bij het verschrikkelijke lot van de voormalige Joodse bewoners. Met ruim vierhonderd pagina’s is het boek iets te lijvig en te weinig handzaam om mee te nemen tijdens een dergelijke tocht, maar dat neemt niet weg dat het initiatief van ‘Sprekende stenen’ navolging verdient in andere steden en dorpen. Dit monumentale boek heeft 456 Joodse Zwollenaren een gezicht gegeven en brengt de mannen, vrouwen en kinderen die door toedoen van de nazi’s zijn gedood, terug in de straten van Zwolle.

Beoordeling: Zeer goed

Informatie

Artikel door:
Koen van Wijk
Geplaatst op:
10-09-2025
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen