TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Geldrop en Rosmalen in 1939

Het was niet altijd kommer en kwel in de oorlogsjaren en er waren zodoende wel eens wat komische gebeurtenissen waarom nog eens goed gelachen kon worden. Het volgende verhaal, geschreven door Ad Hermens, vond plaats bij de brug over het Eindhovense Kanaal te Geldrop in 1939.

In de mobilisatietijd woonde J. Stam in de boerderij “De Heikrekel” en vertelde het volgende: "Het was in 1939 op een zwoele nazomeravond ,zoals je die wel meer hebt aan het eind van augustus. Het was de hele dag drukkend warm geweest en die warmte was nog even blijven hangen. In het wachthuisje stond nog iemand (een Nederlandse militair) op wacht. Hij stond zijn uren af te tellen, maar hij wist dat hij pas om elf uur zou worden afgelost. Het liefst had hij, ondanks het nachtelijke uur zijn geweer tegen het nachthuisje gezet en een flinke duik genomen in het Eindhovens Kanaal. Dat was hem niet aan te raden, want dat venijnige luitenantje, ik vertelde het al, kwam op de meest ongelegen momenten controleren. Hoewel de uren voort kropen kwam toch eindelijk het moment, waarop hij werd afgelost. Onder aan de kanaaldijk stond toen nog een oude boerderij, die later is afgebrand en is vervangen door een nieuwe woning. In het loopje zag hij dat het slaapkamerraam omhoog geschoven was. Dat wekte zijn nieuwsgierigheid. Stilletjes sloop hij, het geweer onder de arm, naar het raam. Heel dicht tegen de gevel aan gehurkt wachtte hij even tot ogen gewend aan de duisternis. Onder de dicht bebladerde lindebomen was het altijd wel wat donkerder dan elders. Voorzichtig keek hij om een hoekje de slaapkamer in en tot zijn grote verbazing zag hij daar het boeren echtpaar voor het raam liggen. De boerin lag met een been boven de dekens. Je begrijpt dat niets zo’n uitnodigend karakter heeft op een jonge soldaat dan een bloot vrouwenbeen. De verleiding die voor hem een niet te bevechten graad van intensiviteit had was echter van een totaal anderen aard dan je zou verwachten. “Als ik nou eens met mijn bajonet onder de dekens por” welde het op in zijn gehelmde schedel. Het idee echter, dat door een schrikbeweging de gevolgen niet te over zien waren, bracht hem tot bezinning. “Een stok dan.” Hij zocht overal om hem heen tot hij iets gevonden had dat geschikt was om het slapende echtpaar aan het schrikken te maken. Toen hij iets geschikts gevonden had boog hij heel voorzichtig vlak voor het open raam tot dicht bij de blote dij van de boerin. Het zou allemaal heel goed gegaan zijn, als ze niet ineens was gaan verliggen. De stok ontspoorde en kwam met de punt in het onschuldige vlees van het slachtoffer. Ze vloog overeind en schreeuwde als een varken. “Ze pikken in m'nne bil”. Haar echtgenoot die onmiddellijk ingreep begreep dat het niet om een mug ging of een ander insect, sprong uit het bed en schoot zijn broek aan. Hij stormde daarom recht op het wachthuisje af en begon de soldaat een flinke uitbrander te verkopen. De schilwacht wist echter van niets. Al sputterend probeerde hij het duidelijk te maken wat er precies gebeurd was., maar de soldaat bleef met zijn ijzige kalm ontkennen ook maar iets met het voorval me maken te hebben. ”Hedde gij nondedju niks gezien of geheurd?” brieste hij. “Warrum stodde gij dan eigenlijk hier?” De volgende dag hoorde wij in geuren en kleuren wat er gebeurd was en iedereen had er natuurlijk het grootste plezier in!!!".

Rosmalen 1939 en 1946
Van de mobilisatie tijd is me nog een ongelofelijke gebeurtenis, die goed afliep, erg bijgebleven. De Nederlandse militairen te Rosmalen waren kort bij huis met paarden bezig Mijn zus Gera was toen 5 en ik 7 oud en gingen naar het schouwspel kijken. Plotseling verlieten 10 ruiters te paard de weide en galoppeerden de weg op waar wij stonden. Mijn zusje schrok en struikelde midden op het pad en bleef gelukkig liggen . Ik stond aan de kant en kon mijn zus niet meer redden en dacht dat ze vertrapt zou worden. Tot mijn grote verbazing sprongen de 10 paarden met ruiter netjes over mijn zus en kon ze ongedeerd oprapen, toen het laatst paard verdwenen was. Dit voorval herinnert zich mijn zus Gera ook goed ondanks haar jeugdige leeftijd.

Ondergetekende was 8 jaar in 1940 maar heel vaag herinnert hij zich een soldaten muziekbandje in de huiskamer. Dat was erg gezellig en we zongen met z’n allen mee. Vermoedelijk ook “Rats kuch en bonen”. Tot op een morgen, het was 10 mei, waren al deze Nederlandse militairen al heel vroeg vertrokken. Al snel hoorden we vertellen dat de Duitsers Nederland waren binnen gevallen. Buiten vlogen zeer laag de grote Duitse Junckers vliegtuigen over en wij waren er bang voor wat er ging gebeuren. Wij vonden het jammer dat we geen afscheid meer konden nemen van ons militaire muziekbandje...

Hetgeen beter bijgebleven is een geheel ander onderwerp. Het gaat over de schaarste van schoeisel de kleding op het einde in 1944 -1945. Ondanks de bevrijding bleven de winkels nog lang leeg. Soms had je geluk als je wat van de geallieerde soldaat kreeg, een jack of een broek.

Van schrijver dezer is een foto bewaard gebleven uit 1946. Zo op het eerste gezicht niets bijzonders, maar toch enige uitleg verlangt Er zijn herinneringen aan de kleding die ik toen droeg. De uitleg die nu volgt begint bij mijn schoenen. We liepen in die periode op klompen, die ook nog verzoold werden bij slijtage. Dat kon je bij de Hema laten uitvoeren. Klaar terwijl U wacht!! Omdat ik vanuit school met onze klas in een dansgroepje zat vanwege een naderend priesterfeest moest ik schoenen zien te krijgen. De winkels waren nog leeg in en alles op de bon. Mijn moeder deed een goede vondst op zolder. Daar lag nog een paar nieuwe schaatsschoenen van een 15 jaar oudere nicht van mij. Ze waren veel te groot en hadden ook spitse neuzen. Vader was handig en heeft de schoenen ingekort door de neuzen in te korten. Ik vond het maar niets maar er was geen andere oplossing. Kniekousen waren er ook niet meer en moeder kon goed breien, maar er was geen garen. Toen vond ik zelf de oplossing die achteraf gezien het leven van mijn zus Gera en ondergetekende had kunnen betekenen. Ik zag op mijn strooptochten in de zomer 1945 veel oorlogstuig liggen o.a. ook nog een grote partij mortiergranaten, die door de Britse of Canadese troepen om een duistere reden niet meegenomen was bij hun vertrek. Het was en paar kilometer van huis en op een speelplaats van een meisjesschool in de Maliskamp (een wijk van Rosmalen). Omdat ik moeder aan breigaren wilde helpen ontstond in mijn brein een waanzinnig en gevaarlijk plan. Deze mortiergranaten zaten netjes verpakt met canvas banden. Deze banden waren volgens mij de oplossing om aan garen te komen. Die moest ik hebben!!! Omdat ik mijn moeder wilde verassen smeedde ik met mijn jongere zus Gera in het geheim een plan.

Op een dag verdwenen we onder het voorwendsel dat we wat gingen fietsen. Met wat tassen en keuken messen en schaar fietsten naar de bewuste locatie. We konden met onze handjes juist door de gaas van de omheining. We letten heel goed dat niemand ons zag, want dan zouden ze ingrijpen. We hadden geluk dat we wat verscholen zaten achter struiken. We begonnen te knippen en te snijden om de banden los te krijgen. Het was niet bij ons opgekomen dat de granaten zouden gaan schuiven als we de banden verwijderden. We dachten niet aan gevaar en hadden maar een doel thuiskomen met volle tassen banden. Ondanks dat we bij de bevrijding de uitwerking zagen van deze moordwapens weerhield het ons niet van om door te gaan. Veel granaten raakten los uit hun keurige verpakking en schoven naar alle kanten en kletterden naar beneden. Gelukkig is er geen vonkje ontstaan. Een ontploffing van deze ongeveer 100 granaten zou ons noodlottig zijn geworden en ons uit elkaar gereten hebben. Gelukkig beseften we dat pas achteraf en wij fietsten voldaan naar huis met tassen vol canvas. Thuis waren ze wel erg ongerust geworden omdat we te lang weg gebleven waren. Het plan was om de banden uit te rafelen. De draden waren te dun en daarom gingen we aan het twisten. Onze “vondst” konden we nu niet meer geheim houden en moeder was blij, maar ze wist niet hoe we er aan gekomen waren!!! Na het twisten hadden we een decimeters grote bol met stevig garen. Ik wilde geen kaki sokken maar moeder had gelukkig nog zwarte textiel verf. De grote bol ging in een pan en werd op de gaspit verwarmd en de kaki bol kleurde zwart tot op de kern . Het lukte en moeder begon te breien. Het spul was wel erg stug maar het eindproduct was erg stevige paar onverslijtbare kousen. Als je deze uittrok bleven ze staan!!! Af en toe hebben mijn zus Gera en ik het er nog over en beseffen nu dat we ons leven gewaagd hebben. Een korte broek was ook een probleem, maar gelukkig kreeg moeder van een Engelse soldaat een heel stevige werkbroek. Deze werd ook geverfd en U raad het al: Deze broek bleef ook staan!!! Vermoedelijk was het ook een soort canvas. Het overhemd was zo te zien ook vele maten te klein en de pullover was gebreid van allerlei restjes garen...

In 1946 werd ik met deze kleding door een straatfotograaf op de gevoelige plaat gezet en droeg de omschreven kleding toen nog. Toch was ik blij dit kloffie aan te hebben en was zeer veel dank verschuldigd aan vader en moeder omdat ze echt de eindjes aan elkaar moest knopen. Erg toepasselijk op dit verhaal!! Omdat moeder zo blij was met de bol garen hebben mijn zus Gera en ik de waarheid van de herkomst nooit meer aan haar verteld want had ook uit kunnen lopen op een afschuwelijk drama in de familie.

O ja, op het priesterfeest heb ik op die ingekorte schoenen met de schoolklas toch de rijdans uitgevoerd, maar helemaal goed pasten ze niet en ik verkoos daarna toch weer de vertrouwde klompen. Deze schopte ik regelmatig midden door met voetballen op straat maar omdat vader smid was kon hij er een blikken bandje uit een conserven blik om heen leggen.

Door de rijdans hadden we het liedje ingestudeerd. Het was van oorsprong Engels en dat mocht niet in die periode. We waren al voor de bevrijding aan het oefenen. Moesten een Nederlandse tekst zingen, namelijk: "Jan de Wit had een lekkie in z'n band en dat plakken wij met kouwgom dicht." Dus na de bevrijding vond het plaats. De kleding was voor mij geregeld, maar het zinde mij niets met die "gekke" kleren en schoenen en ik verzon een plan om er onder uit te komen.

Er werd een podium voor het treinstation getimmerd, dus bij onze buurman, waar we wat ruzie mee hadden. Alles bij elkaar meldde ik mij bij de onderwijzer en mijn ouders ziek op de dag van de inwijding van de buurjongen, die een neomist genoemd werd. Het gehele feest na de plechtigheid in de kerk zou bij ons in het café plaats vinden. Mijn ouders zorgde goed voor mij en ik ging die morgen onder de dekens.

Toen het beneden mij erg druk werd ging ik uit bed en schoof een raam omhoog en kwam zo op het balkon te staan. Ik kon me verschuilen achter het bord "Café Juliana" en heb mijn klasgenoten nog zien dansen! Enkele jaren geleden vond ik op internet bij de Heemkundekring Rosmalen een foto, waarop ik duidelijk te zien ben met een trui, want ik was “ziek”. Het vele volk was niet voor mij gekomen maar voor Nico, de neomist.

Gebruikte bron(nen)

  • Bron: Ad Hermens
  • Gepubliceerd op: 13-05-2019 17:00:00