Saakje van der Meer-Hoogeveen werd geboren op 27 juni 1892 en woonde tijdens de oorlog als kinderloze weduwe in Den Haag. Zij moest vanwege de aanleg van de Atlantikwall gedwongen verhuizen en kwam zo bij de familie Becking in Doesburg terecht.
Saakje had een Joodse vriendin en toen deze vriendin gedeporteerd dreigde te worden, gaf ze haar bontmantel in bewaring bij Saakje. Die gaf de bontmantel op haar beurt in bewaring bij een bontzaak. Toen de Duitsers de inhoud van deze winkel confisqueerden vonden ze in de bontmantel de naam van Saakje van der Meer, die daarmee meteen verdacht was. Op 11 of 12 maart 1944 haalde de Doesburgse gemeentepolitie haar thuis op beschuldiging van 'Jodenbegunstiging' .
Via de gevangenis in Amsterdam kwam ze op 6 april 1944 als gevangene 0884 in kamp Vught aan, In september 1944 wordt kamp Vught ontruimd en volgde de driedaagse treinreis naar Ravensbrück. Haar kampnummer is daar RA 66985. Saakje van der Meer overleed uiteindelijk vlak na de bevrijding aan de ontberingen in Uckermark, een bijkamp van Ravensbrück.
Op 25 april 2025 is door haar inmiddels 86 jarige neef in de stoep voor haar voormalig woonadres in Doesburg een stolperstein gelegd.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!