Kap. 4-3-2 R.I.
Arnold wordt geboren op 8 mei 1916 in Den Haag en woont in Breda. Als dienstplichtige komt hij in september 1946 op bij de Koninklijke Landmacht in Nijmegen en wordt hij ingedeeld bij het 3-2 Regiment Infanterie. Na een korte militaire opleiding vertrekt hij op 18 oktober 1946 met de Indrapoera naar Nederlands-Indië, als onderdeel van de 7 December Divisie. Hij behaalt de rang van kapitein.
Wegens het losgebarsten, revolutionaire geweld van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd wordt hij naar de Oost gezonden om daar als vervulling van zijn dienstplicht de rust en het Nederlandse gezag te herstellen. Na een zeereis van een maand gaat Arnold aan land in Batavia, waar hij wordt ingezet voor wachtdiensten en kleine zuiveringen in de omgeving.
In het vroege voorjaar van 1947 is Arnolds eenheid belast met de bewaking van de haven van Tandjong Priok; vanaf begin maart worden ze belast met de beveiliging van de konvooiweg Buitenzorg-Bandoeng. Arnold ziet actie ten tijde van de Eerste Politionele Actie in de omgeving van Soekaboemi en Cheribon; daarna wordt hij met het bataljon gelegerd in Tasikmalaja, van waaruit verschillende permanente en tijdelijke posten worden ingenomen en verschillende acties worden gevoerd tegen de revolutionairen.
Na het Renville-akkoord van januari 1948 keert de rust enigszins terug, maar islamitische strijders van Daroel Islam zetten de strijd tegen de Nederlandse troepen eigenhandig voort. Eind 1948 laait ook de strijd met de Indonesische revolutionairen weer op. Arnold sneuvelt op 16 januari 1949, tijdens patrouille in Soekarama tussen Soekaboemi en Bandoeng, als het bataljon weer betrokken wordt bij de zuiveringsacties in navolging van de Tweede Politionele Actie. Arnold is 32 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Menteng Pulo in Jakarta.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!