Op 9 juni 1944 werden drie gewonde Canadese soldaten, gevangengenomen nabij Caen, geëxecuteerd in Le Mesnil Patry, Normandië. SS-officier Siebken werd aanvankelijk verdacht van de moordpartij, maar later onderzoek wees uit dat zijn meerdere, Wilhelm Mohnke, het bevel had gegeven tijdens Siebkens afwezigheid en zelfs SS-Untersturmführer Dietrich Schnabel met een pistool had bedreigd om de executie uit te voeren.
Na de oorlog werd Schnabel door de geallieerden gevangengenomen en als verdachte aangemerkt voor de moordpartij. In 1948 werden Schnabel en vier anderen berecht door een Britse militaire rechtbank in Hamburg. Getuigen verklaarden later dat Schnabel niet alleen het bevel had gegeven, maar mogelijk ook persoonlijk aan de schietpartij had deelgenomen. Schnabel getuigde niet tijdens het proces en legde tijdens eerdere verhoren tegenstrijdige verklaringen af over het bestaan van executiebevelen.
Schnabel en Siebken werden veroordeeld en op 20 januari 1949 opgehangen. Het vonnis leidde tot kritiek, onder meer van de Britse oorlogscorrespondent Basil Liddell Hart.
Bevorderingen:
?: SS-Untersturmführer
Eenheden:
II Battalion, SS Panzergrenadier Regiment 26, 12. SS Panzer-Division "Hitlerjugend"
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!