Joseph Francis MacIntyre sprak vloeiend Frans en Engels en was rooms-katholiek. Ten tijde van zijn dienst was hij ongehuwd en werkte hij als arbeider. Hij nam op 16 januari 1941 dienst in het Canadese leger en werd ingedeeld bij de North Nova Scotia Highlanders, een regiment binnen de 3e Canadese Divisie.
MacIntyre had de rang van soldaat en was voornamelijk aangewezen voor infanterietaken. Uit zijn militaire dossiers blijkt dat hij verschillende trainingen volgde en blijk gaf van bekwaamheid in mechanische en administratieve taken. Hij werd geclassificeerd als een incidentele overtreder op basis van militaire discipline, maar zijn houding tijdens interviews was coöperatief.
Psychologische evaluaties brachten geen grote zorgen aan het licht en hij werd niet beschouwd als een chronische overtreder.
Voordat hij in dienst trad, had MacIntyre de openbare school afgerond en geen formele universitaire of technische opleiding gevolgd. Hij had interesse in fotografie, radio, mechanica en muziek, en stond bekend om zijn vocale en instrumentale vaardigheden. Hij deed ook aan teamsporten en had een algemene passie voor entertainment en optredens.
MacIntyre was een van de twintig Canadese krijgsgevangenen die door Waffen-SS-soldaten in Abbaye d'Ardenne werden geëxecuteerd.
Zijn naaste familielid werd vermeld als Florence Finlayson, hoewel de exacte familierelatie niet is gespecificeerd. Uit militaire loonadministratie blijkt dat zij regelmatig opdrachten en toelagen ontving, wat suggereert dat zij mogelijk een naast familielid of voogd was. Na zijn dood ingediende nalatenschapsdocumenten onthullen dat er pogingen zijn gedaan om zijn vermogen te verantwoorden en te verdelen volgens de Canadese militaire protocollen.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!