Botsch, Walter (Generalleutnant)

Geboortedatum:: 27 februari 1897 (Braunsbach/Württemberg, Duitsland)
Overlijdensdatum:: 7 januari 1969 (Schwäbisch-Gmünd/Baden-Württemberg, Duitsland)
Nationaliteit:: Duitse (1933-1945, Derde Rijk)

Biografie

Walter Botsch ging op 20 april 1915 als Fahnenjunker in het leger. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende hij als Leutnant bij het Infanterie-Regiment 124. Voor zijn inzet tijdens de Eerste Wereldoorlog ontving hij het Eisernes Kreuz 2.Klasse (10 augustus 1916), Eisernes Kreuz 2.Klasse (6 juli 1918), Kgl. Württembg. Goldene Militär-Verdienstmedaille (16 november 1917), Verwundeten Abzeichen Schwarz (1918) en het Verwundeten Abzeichen Silber (8 augustus 1918).

Na de Eerste Wereldoorlog bleef hij in het leger en diende bij de Reichswehr. In 1938 werd hij geplaatst bij de Generalstab van het Oberkommando der Wehrmacht.

Van 10 september 1939 af werd Botsch Ia bij de Generalstab XXX.Armeekorps, waarvan hij op 25 oktober 1940 Chef werd. Op 20 juni 1943 werd hij aangesteld als Chef Generalstabes Armeegruppe Felber. Op 1 januari 1945 werd hij opgenomen in de Führer Reserve. Hij werd echter op 26 januari weer opgeroepen en aangesteld als Divisionskommandeur bij de Heeresgruppe G. In deze hoedanigheid nam hij op 5 februari het bevel op zich van de 18.Volksgrenadier-Division.
Op 6 maart kreeg hij het bevel over LIII.Armeekorps en op 24 maart over het LVIII.Armeekorps. Op 16 april 1945 werd hij Amerikaans krijgsgevangene.

Walter Botsch werd voorgedragen voor het Ritterkreuz (Eisernes Kreuzes), welke voordracht door de Heerespersonalamt (HPA) ontvangen werd op 27 oktober 1944. Deze werd voorgeleid op 3 november 1944 en kennelijk afgewezen. Een tweede voordracht werd ontvangen op 5 april 1945. Geen formele toekenning van de onderscheiding is echter bekend. Wellicht werd deze aangehouden omdat op 16 april 1945 Botsch vermeld werd als vermist in actie. Een voordracht bij de HPA werd ingevoerd met nummer 5082. Volgens de Ordensgemeinschaft Deutschen Ritterkreuzträger werd hem het Ritterkreuz middels het "Dönitz Erlass" toegekend. Volgens de Deutsche Dienststelle (WASt), is hier echter gene enkele formele grond voor. Tot op heden is geen formele verlening gevonden.

Bevorderingen:
20 april 1915: Fahnenjunker;
7 augustus 1915: Fahnenjunker-Gefreiter;
25 oktober 1915: Fahnenjunker-Unteroffizier;
5 september 1916: Fähnrich;
5 januari 1917: Leutnant (Pat. 27 januari 1917);
31 juli 1925: Oberleutnant (RDA 1 april 1925);
1 juni 1932: Hauptmann;
1 maart 1936: Major (50a);
20 maart 1939: Oberstleutnant im Generalstab (RDA 1 april 1938 -1b);
1 april 1941: Oberst (3);
1 september 1943: Generalmajor (20);
1 september 1944: Generalleutnant (3).

Loopbaan:
20 april 1915: Ersatz-Bataillon 6. Württembergisches Infanterie-Regiment "König Wilhelm I" Nr. 124;
18 augustus 1915 - november 1915: Fahnenjunker-Kurs, Döberitz;
6 september 1916: Ersatz-Bataillon 6. Württembergisches Infanterie-Regiment "König Wilhelm I" Nr. 124;
17 november 1916: Stab 53. Infanterie-Brigade;
?: Ersatz-Bataillon 6. Württembergisches Infanterie-Regiment "König Wilhelm I" Nr. 124;
?: Granatwerfer-Kurs;
24 juni 1918: Ersatz-MG-Kompanie, XIII. Armeekorps;
?: Führer 3. MG-Kompanie / 6. Württembergisches Infanterie-Regiment "König Wilhelm I" Nr. 124;
20 oktober 1918: Bataillonsadjutant II. Bataillon;
?: Freiwilligen-Abteilung Haas, Reichsheer;
1920: Reichswehr-Schützen-Regiment 26;
?: Kompanieoffizier 13. (Württ.) Infanterie-Regiment;
1923: Kompanieoffizier 15. Kompanie / Ausbildungs-Bataillon / 13. (Württ.) Infanterie-Regiment, Gmünd;
1 oktober 1924: 16. Kompanie / Ausbildungs-Bataillon / 13. (Württ.) Infanterie-Regiment, Gmünd;
1926: 5. Artillerie-Regiment;
1 oktober 1926: Führergehilfenausbildung Stab / 5. Division;
1 oktober 1927: Führergehilfenausbildung Stab / 7. Division;
1 oktober 1928: 6. Eskadron / 4. (Preuß.) Reiter-Regiment, Potsdam;
1 oktober 1929: MG-Offizier Regimentsstab / 13. (Württ.) Infanterie-Regiment, Ludwigsburg;
1933: Regimentsadjutant 13. (Württ.) Infanterie-Regiment, Ludwigsburg;
1 augustus 1934: Stab 5. Division, Stuttgart;
1 oktober 1934: Stab Befehlshaber Wehrkreis V;
1935: Generalstab Generalkommando V. Armeekorps;
6 oktober 1936: Kompaniechef Infanterie-Regiment 35;
10 september 1937: Wehrwirtschaftsstab, Wehrmachtsamt;
februari 1938: Rüstungswirtschaftliche Abteilung (W Rü), Oberkommando der Wehrmacht (OKW);
9 oktober 1939: 1. Generalstabsoffizier (Ia), XXX. Armeekorps;
25 oktober 1940: - 31 mei 1943: Chef des Stabes XXX. Armeekorps;
1 juni 1943: Führerreserve;
20 juni 1943: Chef des Generalstabes, Armeegruppe Felber;
26 augustus 1943 - 31 december 1944: Chef des Stabes XIX. Armeekorps;
1 januari 1945: Führerreserve;
?: Heeresgruppe D;
5 februari 1945 - 5 maart 1945: Kommandeur 18.Volks-Grenadier-Division;
6 maart 1945 - 23 maart 1945: Kommandierender General LIII. Armeekorps;
24 maart 1945: Kommandierender General LVIII. Armeekorps;
16 april 1945 - november 1947: Krijgsgevangene U.S. Forces.