TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Farran, Roy Alexander

    Geboortedatum:
    2 januari 1921 (Purley/Surrey, Groot-Brittannië)
    Overlijdensdatum:
    1 juni 2006 (Canada)
    Dienstnummer:
    129133
    Nationaliteit:
    Britse (1801-heden, Koninkrijk)

    Biografie

    Farran, afgestudeerd aan de Sandhurst Miltary Academy kreeg zijn aanstelling bij de 3rd Carabiniers (Prince of Wales's) Dragoon Guards.

    Hij kwam tussen december 1941 en februari 1942 in Egypte in actie bij de slag om Sidi Barrani. Tijdens de gevechten op Kreta raakte hij gewond en werd gevangen genomen. Na diverse pogingen slaagde hij erin, uit een krijgsgevangenenkamp bij Athene te ontsnappen en voer naar Egypte. Nadat de ontsnapten geen water meer hadden werden ze door een Britse destroyer opgepikt en naar Alexandrië gebracht.

    Begin 1943 ging hij naar de SAS en leidde vervolgens een aanval op de vuurtoren bij Capo Passero op Sicilië, voerde verkenningspatrouilles uit, pleegde sabotage in het zuiden en voerde ondersteunende operaties uit voor de oprukkende Geallieerden in noord Italië.

    In augustus 1944 landde Farran in Rennes met zijn squadron van 20 jeeps om te beginnen met Operatie Wallace die in de Vogezen eindigde.

    Zijn laatste actie tijdens de oorlog was Operatie Tombola, een aanval op het Duitse hoofdkwartier in de Gothen linie, de laatse verdedigingslijn van de Duitsers in Italië. Farran negeerde bevelen om de operatie vanuit het Britse hoofdkwartier in Livorno te leiden door te zeggen dat hij uit een vliegtuig was gevallen, een veilige landing per parachute had gemaakt om van daaruit de operatie te leiden.

    Na de oorlog was hij een paar jaar boer, werd journalist en werd politiek actief in Calgary in Canada.

    Hij schreef negen boeken waaronder "Winged Dagger," een na-oorlogse bestseller.

    Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Second-Lieutenant (2e Luitenant)
    Eenheid:
    "C" Section, 3rd King's Own Hussars, 4th New Zealand Infantry Brigade, New Zealand Division, New Zealand Military Forces
    Toegekend op:
    4 november 1941
    Uitgereikt voor:
    Operatie Merkur
    Military Cross (MC)
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Acting Captain (Waarnemend Kapitein)
    Toegekend op:
    26 maart 1942

    Tweede MC toegekend als gesp voor op het lint van de eerste MC
    Military Cross (MC)
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Temporary Captain (Tijdelijk Kapitein)
    Eenheid:
    2nd SAS Regiment, Special Air Service (SAS), Combined Operations Headquarters, War Office, British Government
    Toegekend op:
    10 februari 1944

    Derde MC toegekend als tweede gesp voor op het lint van de eerste MC.
    Military Cross (MC)
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Temporary Major (Tijdelijk Majoor)
    Eenheid:
    Jeep Squadron, 2nd SAS Regiment, Special Air Service (SAS), Combined Operations Headquarters, War Office, British Government
    Toegekend op:
    29 maart 1945
    Uitgereikt voor:
    Operatie Wallace-Hardy
    Aanbeveling:
    Major Farran, die het bevel voerde over het Jeep Squadron, bestaande uit 54 man en 16 jeeps van het 2nd SAS Regiment, landde per Dakota op 19 augustus 1944 in Rennes.

    Dit squadron opereerde vanaf die datum voortdurend tot 17 september 1944 en bestookte de vijand in zijn achterland van Orleans tot St. Loup.

    De bevestigde, aan de vijand toegebrachte schade door de kleine groep onder Major Farran bedroeg ongeveer 500 man aan doden of gewonden, 23 vernielde stafauto’s, zes motorfietsen en 36 andere voertuigen waaronder vrachtwagens, personeelsvoertuigen en een tankwagen. Bovendien werden een brandstof opslagplaats met daarin 100.000 liter benzine verwoest, een goederentrein in brand gestoken en de Duitsers in Beaulieu in zo grote paniek gebracht dat ze hun radiopeilstation opbliezen en de plaats ontruimden. Via de radio werden ook veel belangrijke inlichtingen en bombardeerdoelen doorgegeven.

    De verliezen van het squadron bedroegen zeven doden, twee gewonden, een vermist en twee krijgsgevangen gemaakt waarvan er vervolgens een ontsnapte.

    Op 30 augustus 1944 besloot Major Farran Chatillon aan te vallen dat toen ongeveer 75 kilometer achter het Duitse front lag. De stad werd sterk door de vijand bezet.

    Onder dekking van de duisternis bracht Major Farran zijn squadron in positie, alle invalswegen dekkend met jeeps en patrouilles te voet.
    Om 06:30 in de morgen van 30 augustus werd de aanval geopend met 3" mortiervuur op het Duitse hoofdkwartier in het kasteel. Er werden 48 granaten op het doel afgevuurd. Er werd felle tegenstand geleverd door de vijandelijke troepen in de stad en een aanvulling van 30 vrachtwagens vol met troepen werd uiteengeslagen en ervan weerhouden, ondersteuning te geven aan het vijandelijke garnizoen.

    Na zeven en een half uur van felle en succesvolle gevechten trok Major Farran zijn kleine groep terug in het Foret de Chatillon.

    Een voorzichtige schatting van de verliezen van de vijand is tenminste 100 Duitsers gedood en een aanzienlijk aantal gewonden, terwijl de verliezen van de SAS een dode en twee gewonden bedroegen.

    Deze goed opgezette en briljant uitgevoerde operatie bracht de vijand ertoe, Major Farran’s squadron te verwarren met de voorste eenheden van de 3rd US Army en zich uit Chatillon eerder dan noodzakelijk terug te trekken. Zijn persoonlijke moed, zijn initiatief en tactisch inzicht stelde hem in staat deze kleine groep met een minimum aan verliezen aan te voeren.

    Op een bepaald moment tijdens de operatie leek het waarschijnljik dat de kleine Britse groep onder zijn commando vernietigd zou worden; Major Farran ging echter met volledige minachting voor eigen veiligheid van groep naar groep, zijn mannen bemoedigend en aanvurend de aanval door te zetten en zo succes te verzekeren.

    Major Farran is een officier van het beste soort en het bovenstaande is slechts een voorbeeld van de offensieve geest en de briljante, door hem getoonde leiding en het lijdt geen twijfeld dat zijn kleine groep een aanzienlijke rol speelde bij het ontregelen van de Duitse troepen aan de voorzijde van het 3rd US Army.
    Distinguished Service Order (DSO)
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Rang:
    Temporary Major (Tijdelijk Majoor)
    Eenheid:
    2nd SAS Regiment, Special Air Service (SAS), Combined Operations Headquarters, War Office, British Government
    Toegekend op:
    16 januari 1948
    Legion of Merit - Officer (LoM - O)
    Periode:
    Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
    Toegekend op:
    1994
    Chevalier de l' Ordre National de la Legion d'Honneur

    Bronnen

    Foto