Woonde in Grootegast, A 101. Zoon van landbouwer Wobbe Top (24 juni 1849 Grootegast - 19 november 1931 Grootegast) en Frouktje Wieringa (14 mei 1858 Doezum - 24 mei 1945 Sebaldeburen, gemeente Grootegast). Hij huwde op donderdag 15 mei 1913 in Grootegast met Janke Hazenberg (7 januari 1886 Doezum - 29 juli 1973). Huwelijksakte 16 gemeente Grootegast. Het echtpaar had drie kinderen. Veehouder. Gereformeerd. Op 10 juli 1944 pleegde een knokploeg uit Noord-Drenthe een overval op het gemeentehuis in Grootegast. Zij hadden het gemunt op distributiebonnen. Twee verzetslieden deden zich voor als een stelletje dat in ondertrouw was en werd vergezeld van 'vrienden'. De dienstdoende hoofdwachtmeester Lourens de Groot (13 juli 1906 Rotsterhaule) rook onraad. Hij deed de deur op slot. Bij de schietpartij die volgde, werd hij ongelukkigerwijs doodgeschoten. De KP'ers zijn na hun overhaaste vlucht aangehouden door vier gealarmeerde landwachters. Opnieuw ontstond een schietpartij, waarbij drie leden van de illegaliteit gewond raakten. Zij konden echter allen ontkomen. In de nacht van 12 op 13 juli 1944 verschenen Hans Paul Küter en Engbert Krist, leden van het Haagse Sonderkommando Feldmeijer, ten huize van secretariebeambte Pieter Top en vroegen hem te spreken. Vermoed werd dat Top had meegewerkt aan de overval. Hij was echter niet aanwezig. Toen vader Hendrik weigerde te zeggen, waar zijn zoon was, werd hij door Küter in zijn bed doodgeschoten. Plaatsvervangend chef van de SD Dienststelle Groningen, Friedrich Bellmer, wachtte in de auto toen deze fatale gebeurtenis zich afspeelde. De moord op Top senior wordt als een Silbertannemoord (sluipmoord) beschouwd. De kaart in het verzetsarchief vermeldt over hem: 'Geen daadwerkelijk verzet, had goede verzetshouding'.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!