Woonde in 's-Gravenhage, Adelheidstraat 76. Zoon van spoorwegbeambte Leonard Frederik Lancker (30 januari 1839 Amsterdam - 12 september 1928 Soest) en Hendrika Carolina Kennedij (26 mei 1851 Utrecht - 27 maart 1936 Soest). Huwde op 22 november 1917 in Soest met Cornelia Julia Francisca Maria Mouwen, geboren in Breda). Na haar overlijden hertrouwde hij met Anna Magdalena Renner. Beroepsmilitair (kapitein der infanterie). Doopsgezind. Lid van het verzet onder de schuilnaam Evert de Jong. Lancker was commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten afdeling Salland en lid van de Raad van Verzet. Zijn militaire loopbaan begon op zestienjarige leeftijd in Kampen. In 1916 werd hij benoemd tot tweede luitenant. Tweemaal vertrok Lancker als officier voor een aantal jaren naar het voormalige Nederlands-Indië. In 1920 volgde de benoeming tot eerste luitenant. In 1921 vertrok hij voor de eerste keer naar Indië, keerde terug in 1925 en vertrok daarna nog eenmaal naar de Oost. In 1935 volgde de definitieve terugkeer naar Nederland. In november 1935 werd Lancker benoemd tot kapitein. In mei 1940 deed Lancker dienst in de Brabants/Limburgse Peelstelling. Op 15 juli 1940 is hij op non-actief gesteld. In december 1940 werd hij gevangen genomen en vastgezet in de Scheveningse gevangenis. Daar verbleef Lancker tot eind januari 1941. Op 8 augustus 1942 trok hij naar Salland, bouwde daar een verzetsnetwerk op, organiseerde wapendroppings en landingen van geheime agenten vanuit Engeland. Tijdens een overval op 11 februari 1945 in de woning van de hoofdonderwijzer Frederik Cornelis Nieuwboer in Hooge Hexel bij Wierden schoot Lancker de Nederlandse SS Rottenführer Willem Blankenstein dood en verwondde de SD Stabsunterführer Walter Büchner zo zwaar, dat die een dag later overleed in het Kriegslazaret in Almelo. Lancker vluchtte, maar werd door hem achtervolgende SD'ers aangeschoten en stierf. Ooit had Lancker tegen zijn verzetskameraden gezegd: "Mij krijgen ze nooit levend in handen". Voor straf werd de woning van Nieuwboer in brand gestoken en de landbouwer Rikus Johannes Beverdam (8 april 1900 Wierden) op 13 februari 1945 in Almelo door de SS'ers Fritz Neubachner en Heinrich Holbeck gefusilleerd. Overlijdensakte B 3683/1945 gemeente 's-Gravenhage. Op de plaats waar Lancker sneuvelde is op 20 oktober 1949 aan de Janninkweg op de Piksen een gedenkteken voor hem geplaatst. In Hellendoorn is een straat naar hem vernoemd. Sinds 1996 is zijn naam ook verbonden aan de Scouting Lancker Groep in Wierden.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!