Woonde in Doezum, C 249. Zoon van arbeider/koopman Derk Renkema (18 februari 1871 Lucaswolde - 10 juli 1922 Grootegast) en dienstmeid Sjaakje Veenstra (11 februari 1863 Grootegast - 25 april 1895 Grootegast). Vader Renkema hertrouwde met moeders zus Hendrikje Veenstra (26 december 1880 Grootegast - 15 januari 1930 Grootegast). Lubbe Renkema huwde in juni 1927 met Etje van der Vaart (10 oktober 1894 Doezum - 11 september 1977 Doezum). Autobusondernemer/Garagehouder. Gereformeerd. Op de avond van 14 september 1944 werd bij de familie Renkema plotseling op de ramen geslagen en tegen de deur getrapt. Een keukenraam moest het ontgelden. Toen de uit bed gekomen Renkema in de gang stond, werd er door de deur geschoten. Toen was hij nog niet geraakt. Vervolgens schoot een man, die door het kapotte keukenraam naar binnen was geklommen, Renkema neer. Het slachtoffer werd getroffen door zeven kogels in de buikstreek en de benen en overleed ter plekke. Zijn echtgenote, die zich naast haar man bevond, bleef ongedeerd. Renkema was het tweede slachtoffer van een Duitse represaille-actie, nadat landbouwer Anne Haan, de huurder van de boerderij van NSB'er Pier Nobach, een schrijven had ontvangen dat was ondertekend met 'de organisatie'. Korte tijd daarvoor was dorpsgenoot Albert Krijthe (8 mei 1891 Grootegast) reeds vermoord. Berend Renkema (24 oktober 1905 Grootegast) was de volgende op het lijstje. In zijn boerderij bleek niemand aanwezig te zijn. Nadat het pand in brand was gestoken, ging het Duitse commando naar zijn halfbroer Lubbe. Jan Pera (8 december 1891 Sebaldeburen) zou later het derde slachtoffer worden. In Doezum herinnert de Renkemastraat aan het slachtoffer. Zie voor de achtergrond van de wraakactie Krijthe, Albert.
Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!